CMHF_Inzetbrief_Arbeidsvoorwaardenoverleg 2014-2015

Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen
Sector Defensie
Wassenaarseweg 2
2596 CH Den Haag
T 070 38 39 504
F 070 38 35 911
De CMHF is aangesloten bij de Vakcentrale voor Professionals
Arbeidsvoorwaardenoverleg 2014-2015
Inzet CMHF-sector Defensie
‘Tijd voor herstel’
1. Inleiding
De kredietcrisis heeft Nederland hard getroffen. Als gevolg hiervan hebben de afgelopen
kabinetten grote bezuinigingen doorgevoerd. Bezuinigingen die elke Nederlander hebben
geraakt én bezuinigingen die daarbovenop specifiek Defensie en elke individuele
defensiemedewerker hebben geraakt. De meest in het oog springende maatregelen van
de afgelopen jaren zijn de bezuinigingsopdracht van bijna één miljard euro die Defensie
in 2010 opgedragen heeft gekregen, de bijna 300 miljoen euro aanvullende bezuiniging
in de Nota ‘In het belang van Nederland’ in 2013, de opeenvolgende jaren nullijn voor
overheidspersoneel én voor militairen de invoering van de Wet Uniformering Loonbegrip
(WUL). Daarnaast wordt gemakshalve vergeten dat in de koopkrachtcijfers van het
Centraal Plan Bureau wordt gerekend met de gemiddelde CAO-loonstijging in de markt.
De nullijn van de afgelopen jaren hebben daarmee dus een grotere impact op de
koopkracht van de defensiemedewerker als de cijfers van het CPB doen geloven.
Zowel begin 2009 als begin 2012 hebben Defensie en de Centrales van
Overheidspersoneel reeds hun verantwoordelijkheid genomen. Beide keren is gekomen
tot een zeer forse loonmatiging. Loonmatigingen die, samengenomen, zelfs groter waren
dan passend bij de financiële situatie waarin Nederland zich de afgelopen jaren heeft
bevonden. Deze loonmatigingen hebben onder andere tot gevolg dat de
concurrentiepositie van Defensie op de arbeidsmarkt aanmerkelijk is verslechterd.
Tekenend hiervoor is het feit dat in deze tijd van laagconjunctuur het defensiepersoneel
de organisatie sneller verlaat dan dat er nieuw personeel binnenkomt. De werklast en
werkdruk nemen hierdoor nog verder toe met alle ongewenste gevolgen van dien.
Dit wordt versterkt door de demografische ontwikkelingen (o.a. vergrijzing, ontgroening)
die met name de aankomende jaren ook Defensie zullen raken. Investeringen in de
aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever en in het defensiepersoneel zijn daarom
volgens de CMHF-sector Defensie noodzakelijk.
De afgelopen jaren is uit meerdere onderzoeken naar voren gekomen dat Defensie niet
behoort tot de meest populaire werkgevers onder de middelbaar en hoger opgeleiden.
In het verleden, in tijden van hoogconjunctuur, gaf dit alleen problemen bij de werving.
Heden ten dage toont de hoge irreguliere uitstroom van met name jonge, ervaren
(onder)officieren aan dat Defensie zelfs door het eigen personeel niet meer als een
populaire werkgever wordt beschouwd. Er is sprake van een groot gebrek aan
vertrouwen in de ambtelijke- en politieke leiding van het departement. Het personeel
ervaart te vaak dat de erkenning en waardering wel met de mond wordt beleden, maar
zich niet uit in concrete maatregelen.
De CMHF-sector Defensie bestaat uit de:
KVNRO
NOV
De uitdaging voor Defensie is dus duidelijk: Het is tijd voor herstel. Herstel van de
koopkracht én herstel van het vertrouwen.
Voor het eerst is er sprake van een trendbreuk als het gaat om de defensiebegroting. In
plaats van verdere bezuinigingen is er sprake van ‘extra’ geld. Deze trendbreuk dient ook
zijn weg te vinden naar de koopkracht van het defensiepersoneel.
2. Algemeen uitgangspunt
De huidige economische situatie en de maatregelen die de achtereenvolgende kabinetten
hebben genomen om deze crises het hoofd te bieden, betekenen dat elke
defensiemedewerker hierdoor financieel geraakt is. De CMHF-sector Defensie is daarom
een tegenstander van verschuivingen binnen de bestaande arbeidsvoorwaarden, wanneer
hierbij een specifieke groep medewerkers financieel (veel) moet inleveren ten behoeve
van een beperkte verbetering van de financiële arbeidsvoorwaarden van de overige
defensiemedewerkers. De CMHF-sector Defensie zal voorstellen hiervoor in voorkomend
geval dan ook uitermate kritisch beoordelen.
3. Looptijd
De economische situatie is diffuus. Een licht economisch herstel heeft zich weliswaar
ingezet, maar is nog fragiel. Daarom is de CMHF-sector Defensie voorstander van een
beleidsarm arbeidsvoorwaardenakkoord met een beperkte looptijd.
4. Inkomensontwikkeling:
a.
Sinds het begin van de crises hebben Defensie en de Centrales van
Overheidspersoneel reeds hun verantwoordelijkheid genomen. Beide keren is
gekomen tot een zeer forse loonmatiging. De CMHF-sector Defensie staat daarom
een verantwoorde loonontwikkeling voor. Hierbij denkt de CMHF-sector Defensie
aan zowel een structurele verhoging van de huidige salarisbedragen in de schalen
als aan een verdere verhoging van de eindejaarsuitkering, om op korte termijn te
komen tot een volwaardige eindejaarsuitkering.
b.
De invoering van de WUL heeft de koopkracht van de militairen onevenredige
belast. De CMHF-sector Defensie wenst te spreken over de invulling van de
afspraken zoals deze begin 2013 zijn gemaakt over een structurele compensatie.
5. Baan-/werkbehoud
Als gevolg van de demografische opbouw van het personeelsbestand bij Defensie én de
hoge irreguliere uitstroom stevent Defensie, ondanks de forse afname van het aantal
functies als gevolg van de bezuinigingen, af op een ondervulling per 1 januari 2016.
Toch bevinden zich nog veel defensiemedewerkers in een positie waarbij zij de
defensieorganisatie gedwongen zullen moeten verlaten. Hetzij als gevolg van de
afspraken in het Sociaal Beleidskader 2012, hetzij als gevolg van de maatregelen in de
Nota ‘In het belang van Nederland’.
De CMHF-sector Defensie kan een aanstaande ondervulling niet verenigen met het
gedwongen ontslaan van loyaal personeel. De CMHF-sector Defensie wenst daarom te
spreken over het behoud van personeel.
De CMHF-sector Defensie bestaat uit de:
KVNRO
NOV
6. AOW-gat
De ophoging van de AOW-leeftijd heeft er voor zorggedragen dat oud-militairen met een
uitkering op grond van de Uitkeringswet Gewezen Militairen een AOW-gat kennen.
Dit geldt tevens voor oud-burgermedewerkers die gebruik hebben gemaakt van de
mogelijkheid om voor de oorspronkelijke AOW-leeftijd te stoppen met werken.
Een AOW-gat dat in de komende jaren oploopt tot 24 maanden.
De CMHF-sector Defensie wenst daarom te spreken over de invulling van de afspraken
zoals deze zijn gemaakt over de reparatie van dit AOW-gat.
7. Toelages tijdens operationele inzet, varen en oefenen
a.
De VVHO-toelage is bedoeld als afkoop van de extra arbeidsuren die de militair
maakt, bovenop de 38 uur per week waarvoor deze reguliere wedde ontvangt.
Zowel de huidige opzet, alsook de hoogte van deze toelage, maakt dat deze
toelage ver weg blijft van hetgeen gebruikelijk is in Nederland als vergoeding voor
extra arbeidsuren aan een werknemer toe te kennen;
b.
Wanneer militairen oefenen onder klimatologisch zware omstandigheden
ontvangen zij hiervoor een aanvullende vergoeding. Wanneer militairen voor
ernstinzet onder dezelfde omstandigheden worden ingezet ontvangen zij hiervoor
deze aanvullende vergoeding niet;
c.
Op grond van de huidige regelgeving is het voor de militair zowel qua
omstandigheden als op financiële gronden gunstiger om in Nederland tijdens
zaterdagen, zondagen en feestdagen (ZZF-dagen) diensten te draaien, dan
gedurende diezelfde dagen te varen, oefenen of ingezet te zijn tijdens een
ernstmissie.
De CMHF-sector Defensie wenst daarom te spreken over de huidige opzet en de hoogte
van de VVHO-toelage, over de toekenning van de aanvullende vergoeding voor inzet
onder klimatologisch zware omstandigheden én over de compensatie voor ZZF-dagen
tijdens het varen, het oefenen en tijdens operationele inzet.
8. Werktijden
Als gevolg van de hedendaagse technische mogelijkheden, zoals de telestick en
smartphones, wordt van het defensiepersoneel meer dan ooit gevraagd om ook na
werktijd ‘ongevraagd’ bereikbaar te zijn. Hiermee vervaagt de grens tussen de tijd die de
defensiemedewerker werkt en vrij is. De CMHF-sector Defensie is van mening dat dit een
ongewenste tendens is. Om die reden wenst de CMHF-sector Defensie daarom te spreken
over herbevestiging van de grens tussen werk- en vrije tijd.
9. Specifieke maatregelen
a.
Burgerpersoneel bij Defensie:
De CMHF-sector Defensie constateert dat de grondslagen voor
diensttijdgratificaties voor het burgerpersoneel afwijken van de grondslagen voor
de diensttijdgratificaties van militairen.
De CMHF-sector Defensie is van mening dat de grondslagen voor de
diensttijdgratificaties voor het burgerpersoneel dezelfde zouden moeten zijn als
die voor militairen.
De CMHF-sector Defensie bestaat uit de:
KVNRO
NOV
b.
Reservisten
1)
In de regelgeving staat opgenomen dat een Commandant van een
operationeel commando de Reservist Specifieke Deskundigheid een
arbeidsmarkttoelage kan toekennen. Deze toelage is bedoeld als
tegemoetkoming voor de Reservist Specifieke Deskundigheid tussen de
wedde bij Defensie en het inkomen in de civiele functie.
De CMHF-sector Defensie constateert dat een verschil tussen de wedde bij
Defensie en het civiele inkomen eveneens kan bestaan bij de Reservist
Algemene Taken.
Om die reden is de CMHF-sector Defensie van mening dat er gesproken
moet worden over de huidige wijze van het toekennen van de
arbeidsmarkttoelage.
2)
De CMHF-sector Defensie constateert dat het bestand aan reserveofficieren
vergrijst. Om die reden is de CMHF-sector Defensie een voorstander van
het intensiveren van de werving van reserveofficieren.
c.
Overwerkvergoeding KLTZ/LKOL en BS 11 & 12:
De CMHF-sector Defensie is van mening dat de tijdelijke maatregel
overwerkvergoeding KLTZ/LKOL en BS 11 & 12 ter grootte van 1/330 van het
maandloon dient te worden omgezet in een structurele overwerkvergoeding,
uiteindelijk uitkomend op 1/165 van het maandloon.
d.
Vergoeding voor beschikbaarheid en bereikbaarheid KLTZ/LKOL en BS 11 & 12:
De CMHF-sector Defensie constateert dat de afgelopen jaren de KLTZ/LKOL en BS
11 & 12 in toenemende mate de verplichting wordt opgelegd zich op een bepaalde
plaats beschikbaar of bereikbaar te houden, dan wel binnen een bepaald gebied te
verblijven en/of zich op bepaalde tijdstippen te melden met het oog op eventuele
dienstverrichting ,zonder dat hier een vergoeding tegenover staat. Gezien deze
ontwikkeling acht de CMHF-sector Defensie het niet meer dan logisch dat hier dan
óók een vergoeding tegenover staat.
10. Afsluitend
Sinds het begin van de financiële crisis hebben Defensie en de defensiemedewerkers klap
op klap moeten verduren. Waar eind 2013 sprake leek te zijn van een begin van een
trendbreuk, als gevolg van het Herfstakkoord, is in dat geval deze trendbreuk volledig
voorbij gegaan aan het defensiepersoneel. Nu, in 2014, kan hier volgens de CMHF-sector
Defensie absoluut geen sprake van zijn.
Het is tijd voor herstel. Herstel van de koopkracht én herstel van het vertrouwen. Het
defensiepersoneel heeft de afgelopen jaren bovenmatig bijgedragen ten behoeve van het
herstel in het belang van Nederland. Nu is het tijd voor een bovenmatige inhaalslag.
R.E.W. Pieters
Hoofd sectie Georganiseerd Overleg CMHF-sector Defensie
De CMHF-sector Defensie bestaat uit de:
KVNRO
NOV