Het HAVO-leerling profiel Een HAVO-leerling is intelligent, creatief, actief en sociaal. Dat laat de HAVO-leerling zien in zijn leerresultaten, het beheersen van vaardigheden en een goede attitude. Vaardigheden 1. Plannen. Een goed begin is het halve werk. beginner Gaat uit van het meest positieve scenario. Heeft geen overzicht, ziet de te plannen taak los van de andere taken. Is vaak te laat met geplande taken. Verandert vaak de planning. 2. Informatie verwerken. Door de bomen het bos zien beginner Werkt met een grote hoeveelheid onnodig materiaal. Bekijkt informatie zonder vragen. Vergeet bronnen. Ordent informatie los van elkaar. Is willekeurig in het bewaren van informatie. 3. Samenwerken. Samen sta je sterk beginner Handelt zonder overleg. Werkt alleen. Doet meer of minder dan de andere groepsleden. Doet het werk van de andere groepsleden over. Weet alleen welke taken hij/zij zelf moet doen. Is niet op de hoogte van de vorderingen van de andere groepsleden. 4. Onderzoek doen. Weten is zweten beginner Gebruikt één onderzoeksvraag en hangt daar alles aan op. Ziet stappen in het onderzoek los van elkaar. Is slordig in waarneming en sterk vooringenomen. Ontdekt weinig. Doet dingen zonder direct doel. Neemt de wereld vanzelfsprekend aan. Bewaart en ziet uitkomsten in het onderzoek los van elkaar. - - - - expert Houdt rekening met tegenvallers. Houdt rekening met andere geplande bezigheden. Heeft geplande taken op tijd af. Spreidt de werkdruk zoveel mogelijk. expert Haalt de kern uit de informatie. Is gericht op duidelijke eisen aan de informatie (wat wil ik weten?) Verbindt informatie uit de verschillende bronnen tot een geheel. Kent veel manieren om informatie inzichtelijk in kaart te brengen (mindmappen, schema’s, alinea’s, hoofdstukken, tabellen enz.) expert Staat open voor inbreng van andere groepsleden. Houdt zich aan de afspraken. Vraagt naar de mening van anderen. Doet evenveel als andere groepsleden. Weet wat de andere groepsleden doen. Heeft zicht op waar de andere groepsleden mee bezig zijn. expert Formuleert hoofd- en deelvragen. Onderscheidt vragen. Ontwerpt eerste een stappenplan. Neemt nauwkeurig en zo objectief mogelijk waar. Legt verbanden tussen hypothesen en bevindingen. Schrijft bevindingen op. Stelt hypothesen. Trekt conclusies. Attitude 5 Taakgericht zijn beginner - Doet dingen omdat het ‘moet’. Laat zich afleiden. Geeft op bij moeilijkheden. Laat leukere dingen van het moment voorgaan. Is bezig met het hier en nu. - expert - Weet waarom hij/zij dingen doet. Is geconcentreerd. Kan en wil tegenslagen overwinnen. Stelt en houdt zich aan prioriteiten. Kijkt naar de toekomst. 6 Doorzettingsvermogen. De aanhouder wint beginner - 7 Geeft snel op. Werkt alleen als het makkelijk gaat. Stopt bij tegenslag. Wisselt snel van ‘interesse’. Is snel tevreden. Gaat het risico ‘te verliezen’ uit de weg. expert - Initiatief nemen. beginner - Wacht op instructie. Zit achterover geleund. Wacht af expert - 8 Verantwoordelijkheid nemen (reflecteren) beginner - Zoekt de oorzaken van mislukkingen. buiten zichzelf. Is slordig met spullen. Is slordig in het nakomen van afspraken. Denkt geen invloed te kunnen hebben op situaties in zijn/haar directe omgeving. Overwint problemen. Zoekt bij tegenslag naar alternatieven. Laat zich niet beïnvloeden door ontmoedigende opmerkingen van anderen. Ziet zelf wat er gedaan moet worden. Komt zelf met ideeën. Handelt. Straalt enthousiasme uit. Pakt zelf dingen op. expert - Zoekt oorzaak van mislukkingen in eigen handelen. Is zuinig op spullen. Is zorgvuldig in het nakomen van afspraken. Erkent invloed te hebben op situaties in eigen omgeving of groep.
© Copyright 2024 ExpyDoc