Policing for a Better Britain – democratische

44
Stevens Report
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.4/5/14
Policing for a Better Britain –
democratische politiezorg in
Drs. Henk Sollie,
Politieacademie,
Lectoraat Criminaliteitsbeheersing &
Recherchekunde.
Dit artikel vestigt de aandacht op een omvangrijke inspanning die in
Engeland en Wales recentelijk geleverd is. Onder leiding van een
onafhankelijke, multidisciplinaire commissie is gedurende twee jaar
onderzoek verricht naar de toekomstbestendigheid van de Britse politie.
Het vorig jaar uitgebrachte rapport gaat in op de huidige politiële
uitdagingen en komt met een heldere visie voor de inrichting en
uitvoering van democratische politiezorg in de 21e eeuw. Het rapport
bevat niet alleen belangrijke lessen voor Britse politiebetrokkenen; ook
de Nederlandse politiepraktijk en -wetenschap bewijst zichzelf een dienst
door kennis te nemen van dit potentiële standaardwerk.
E
ind 2013 is in Engeland, na twee jaar onderzoek,
het omvangrijke rapport ‘Policing for a Better
Britain’ uitgebracht door de Independent Police
Commission into the Future of Policing. Het is
vijftig jaar geleden, met het werk van de Royal Commission
in 1962, dat het functioneren van de Britse politie op een
dergelijke schaal onder de loep is genomen. Hoewel er
meermalen door Britse politiefunctionarissen was opgeroepen dat nog eens te doen, werd daar geen gehoor aan gegeven. Reden voor oppositiepartij Labour om, ook gezien het
huidige regeringsbeleid, toch een onafhankelijke commissie in te stellen. Dan maar zonder de koninklijke status.
Om politieke kleuring en scepsis daarover weg te nemen, is
‘crossbencher’ Lord Stevens, de vroegere Chief Constable
van de Metropolitan Police Service (MET), als voorzitter
aangesteld en criminoloog Brown van de London School of
Economics and Political Science als vicevoorzitter. Over de
politieke lading van deze commissie zei Lord Stevens bij
diens aanstelling: ‘It has to be independent and I think the
people who agreed to do this commission with me show that it
will be… I can assure you, it will be.’1 Bij de samenstelling
van de overige 37 commissieleden stond neutraliteit dan
ook hoog in het vaandel. Dit heeft geresulteerd in een zowel
qua aard als omvang imposante commissie met leden
afkomstig uit de wereld van politie en justitie, de advocatuur, de rechterlijke macht, de politiek, het bedrijfsleven en
de wetenschap. De verwachting is dat het door de commissie uitgebrachte rapport veel invloed zal hebben op de
inrichting en het functioneren van de Britse politie. Labour
heeft al aangegeven dat als zij via de landelijke verkiezingen in 2015 aan de macht komt, zij uitvoering zal geven aan
de gedane aanbevelingen.
Uitdagingen in de 21e eeuw
Aanleiding voor deze in 2011 gestarte omvangrijke exercitie zijn de ondervonden uitdagingen voor politiezorg in
Engeland en Wales. Kort gezegd komen deze voort uit de
snel veranderende maatschappelijke context (economische
recessie, migratiestromen, social media), nieuwe en internationaal wijdvertakte criminaliteitsvormen (cybercrime,
fraude, terrorisme, mensenhandel), forse politiebezuinigingen, een laag moreel onder politiefunctionarissen en een
door politieschandalen ingegeven afnemend vertrouwen
onder Britse burgers. De risicovolle ‘outsourcing’ van veiligheidstaken plus het disfunctioneren dat voortvloeit uit
technologische problemen en de huidige politiestructuur
van 43 autonome korpsen, hebben eveneens bijgedragen
aan de urgentie voor een grootschalige evaluatie van de
Britse politie.
De opdracht die de commissie meekreeg was om een toekomstbestendige politievisie te ontwikkelen en praktische
voorstellen te doen die, gegeven de bezuinigingen, geen
additionele middelen vergen. In tegenstelling tot het verleden, is er geen ruimte ‘to buy in solutions or to buy our way
out of the problems’ (p. 161). De visie diende in totaal zes
kernvraagstukken te beantwoorden:
1. Wat is de rol van de politie en wat wordt er van hen
verwacht in de 21e eeuw;
2. Hoe kan de politiesamenwerking met andere organisaties binnen de veiligheidsketen en overheid onderhouden en versterkt worden;
3. Hoe ervoor te zorgen dat de politie verantwoording aflegt
zonder belemmerende bureaucratie;
4. Hoe te investeren in het politiepersoneel en hun uitrusting zodat criminaliteit het beste bestreden wordt en
vertrouwen van het publiek toeneemt;
5. Hoe kan een goede balans gevonden worden tussen
lokale en nationale politieprioriteiten en welke structuren ondersteunen deze inspanning; en
6. Wat is een efficiënt beheer van middelen en hoe kan een
zo hoog mogelijk rendement uit politie-bestedingen
worden gehaald.
Normatief kader
Het creëren van een politievisie is niet waardevrij. Om
eenduidig vast te kunnen stellen wat onder een democra-
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.4/5/14
Stevens Report
45
belangwekkend rapport over
de 21e eeuw
tisch en professioneel politiekorps verstaan moet worden,
heeft de commissie ervoor gekozen om de ‘Peelian principles’ te hanteren als normatief kader. ‘These principles gave
the Commission a clear sense of which aspects of our present
policing arrangements are working well and ought to be
preserved and identified areas of policing which require
innovative thinking, fresh policy proposals, or new institutions’ (p. 29).
Waar de uitgangspunten van Robert Peel, de oprichter van
de MET in 1829, nog steeds een belangrijk fundament
vormen voor de Britse politiezorg, verdienden zij volgens de
commissie wel enige aanpassing om tegemoet te komen aan
de hedendaagse uitdagingen.2 Het afstoffen en relevant
maken voor de huidige context heeft geleid tot acht principes (zie tabel 1) die de politie bij navolging in staat stellen
om bij te dragen aan een veiliger, meer samenhangende en
rechtvaardige samenleving.
Tabel 1: ‘Peelian principles for today’ (p. 31)
1. The basic mission of the police is to improve the safety and well-being
of the people by promoting measures to prevent crime, harm and disorder;
2. The police must undertake their basic mission with the approval of,
and in collaboration with, the public and other agencies;
3. The police must seek to carry out their tasks in ways that contribute to
social cohesion and solidarity;
4. The police must treat all those with whom they come in to contact with
fairness and respect;
5. The police must be answerable to law and democratically responsive
to the people they serve;
6. The police must be organised to achieve the optimal balance between
effectiveness, cost-efficiency, accountability and responsiveness;
7. All police work should be informed by the best available evidence;
8. Policing is undertaken by many providers, but it remains a public
good.
Twee jaar onderzoek
Gedurende twee jaar (2011-13) zijn uiteenlopende onderzoeksactiviteiten uitgevoerd door of namens de commissie.
In totaal zijn 32.000 politiefunctionarissen en 2.000 burgers
bevraagd middels enquêtes en ‘radio phone-ins’. Er hebben
hoorzittingen en diepte-interviews plaatsgevonden met
‘informed commentators’ uit diverse publieke en private
organisaties en er zijn samenkomsten gehouden met bedrijven uit de private beveiligings- en consultancy branche.
Verder hebben 44 wetenschappers afkomstig van 29 binnenen buitenlandse universiteiten (geen Nederlandse…), een
schriftelijke bijdrage geleverd aan dit project. Deze 31 papers
zijn trouwens apart uitgegeven in het door prof. dr. Brown
samengestelde boek The future of policing (Brown, 2014).
Acht hervormingsthema’s
Genoemde onderzoeksactiviteiten hebben uiteindelijk
geresulteerd in meer dan ‘a quarter of a million words in
evidence and submissions’, aldus Lord Stevens (p. 11). De
commissie is er in geslaagd om deze grote hoeveelheid
informatie op een overzichtelijke wijze te presenteren
binnen acht hervormingsthema’s. De eerste drie daarvan
gaan in op de politie en haar omgeving. Zo wordt de relatie
met burgers (1) en publieke en private samenwerkingspartners (2) uitvoerig behandeld en wordt stilgestaan bij het
creëren van een verantwoord democratische beheer van de
politie (3).
De resterende vijf hoofdstukken gaan in op interne politiethema’s. Drie daarvan behandelen de kwaliteit van zowel
het leidinggevend als uitvoerend politiepersoneel. Opvallend is dat de helft van alle aanbevelingen in het rapport
gaan over het verbeteren van hun arbeidsvoorwaarden- en
omstandigheden (4), hun professionaliteit (5) en hun integriteit (6). De laatste twee hoofdstukken behandelen de
inrichting van de politieorganisatie (7) en mogelijkheden
voor kostenbesparingen en efficiënte werkprocessen (8).
Ondanks het samenvoegen van zoveel data in ‘slechts’ 144
pagina’s, is het geheel geen aaneenschakeling van open
deuren geworden.3 Het geschrevene is een goede mix van
wetenschappelijke inzichten en praktische aanbevelingen.
Het voert te ver om in het kader van dit aandachtvestigende
artikel de onderscheiden thema’s apart te bespreken. Mijns
inziens verdient elk thema een afzonderlijke beschouwing.
Toch wil ik in het licht van de huidige organisationele
politieveranderingen in Nederland graag de ruimte nemen
om één aspect kort aan te stippen: de institutionele spagaat
die kan ontstaan tussen het lokale en (inter)nationale
politieniveau.
‘Fighting crime’ vs. ‘Keeping the peace’
Politiewerk is zowel het aanpakken van criminaliteit als het
bewaren van de vrede. Burgers verwachten dat de politie
adequaat intervenieert bij problemen en conflicten in de
buurt: handelen in de door Egon Bittner prachtig verwoorde
situaties waarin ‘something-is-happening-that-ought-not-tobe-happening-and-about-which-someone-had-better-dosomething-now’ (p. 37). Het politiewerk op dit lokale niveau
is volgens de commissie van groot belang voor de waarborging van haar legitimiteit. Het vertrouwen van het publiek
in politieorganisaties wordt ‘gemaakt of gekraakt’ in de
fysieke contacten tussen agenten en burgers en door hun
optreden in ‘neighbourhoods’. Dergelijke contacten laten
immers zien waarvoor de politie staat en hoe zij met burgers
omgaat. De politie kan het zich derhalve niet veroorloven
om hier niet in te investeren: zij dient haar inspanningen op
eerlijke wijze te prioriteren en burgers rechtvaardig en
fatsoenlijk te behandelen.
Op dit niveau opererende politieteams zijn gebaat bij
organisationele ruimte en flexibiliteit om zodoende ‘te
kennen en gekend te worden’. Tegelijkertijd laat criminaliteit zich niet binden aan geografische locaties. Terrorisme,
extremisme, georganiseerde criminaliteit, cybercriminaliteit en fraude vergen een andere politieaanpak dan bij het
bewaren van de lokale vrede. Waar het handhavende en
hulpverlenende politiewerk op straat een generalistisch,
46
Stevens Report
lokaal gebonden en zichtbaar politieoptreden vraagt, vergt
de aanpak van zware/georganiseerde criminaliteit een
hoogwaardige en gespecialiseerde politie-inzet die gebaat is
bij eenheid overstijgende informatie- en ondersteunende
structuren.
Door deze dualiteit in het politiewerk is het niet verwonderlijk dat voorstanders van ‘crime-fighting’ en ‘peacekeeping’
om voorrang strijden bij de inrichting van politieorganisaties. Volgens de commissie is dan ook een van de belangrijkste vraagstukken voor hedendaagse politiekorpsen het
creëren van: ‘effective policing structures and policing
models that are both accountable locally and capable nationally’ (p.146). Hoewel in Engeland en Wales consensus
bestaat over de huidige inadequate structuur van 43 politiekorpsen, is deze afwezig waar het gaat om een alternatieve
inrichting. Afhankelijk van de gebruikte criteria – zoals
efficiëntie, democratisch toezicht, ‘local responsiveness’ en
interoperabiliteit tussen politieonderdelen en andere
(buitenlandse) veiligheidsorganisaties – komt men tot
verschillende oplossingen. Volgens de commissie wordt het
hoog tijd dat de Britse politie uit deze decennia lange
impasse stapt en een keuze maakt. Zij noemt daarbij als
goede voorbeelden de Schotse en Nederlandse politie die
het hebben aangedurfd om te veranderen en de uitdaging
aan zijn gegaan een structuur te ontwikkelen die zowel
passend is voor het lokale als (inter)nationale politiewerk.
Lokale politiefunctie
Politiehervormingen zijn, gezien de invloeden uit maatschappelijke, politieke, juridische en financiële krachtenvelden, echter niet zonder risico. Bij de inrichting van
politiekorpsen zijn concessies en de daaruit voortvloeiende
het Tijdschrift voor de Politie – jg.76/nr.4/5/14
consequenties voor het adequaat functioneren op buurt-,
korps-, nationaal en internationaal niveau onvermijdelijk
(zie ‘Principle six’ uit Tabel 1). Of voor regionalisering of
nationalisering wordt gekozen en of specialistische en
ondersteunende diensten binnen lokale of nationale eenheden ondergebracht moeten worden, is de commissie om het
even, als er maar een keuze wordt gemaakt.
Wat echter onomstotelijk vaststaat, is dat de politie alleen
effectief en legitiem kan optreden als zij gegrondvest is in
een radicale lokalisering: ‘local policing areas’ (aligned
with the lowest tier of local authorities) should be the basic
unit and key building-block of policing’ (p. 155). Het is
volgens de commissie daarom van het grootste belang dat de
zichtbare, lokaal responsieve politiefunctie wordt
beschermd tijdens hervormingen. Het gevaar ligt immers op
de loer dat deze belangrijke maar beleidsmatig ‘softe’
politiefunctie ondersneeuwt in tijden van bezuiniging en
‘crime fighting’ ministers.
Potentieel standaardwerk
Het uitgebrachte rapport ‘Policing for a Better Britain’ is
een aanwinst voor de huidige politiepraktijk en -wetenschap. De tijd zal uitwijzen of het zal uitgroeien tot een
standaardwerk; mijns inziens zijn alle kenmerken daarvoor
aanwezig. De in de afgelopen decennia ontwikkelde kennis
over politiezorg wordt op een overzichtelijke wijze bijeengebracht en hier zijn, hoewel ruimte wordt gegeven aan de
noodzakelijke nuance in het denken over ‘policing’, praktische aanbevelingen uit afgeleid. De zes kernvraagstukken
en de ‘Peelian principles for today’ zijn bovendien zeer
behulpzaam in het denken over zowel de inhoud van het
politiewerk als de inrichting en ontwikkeling daarvan. Het
geschrevene vormt daardoor een excellente leidraad voor
politiehervormingen die op het punt staan om te starten of in
uitvoering zijn. Ook in Nederland.
«
Literatuur
Brown, J.M. (ed.) (2014). The future of policing. London: Routledge.
Independent Police Commission (2013). Policing for a Better
Britain. Kosteloos te downloaden via: http://independentpolicecommission.org.uk
Noten
Van belang is dat de
zichtbare, lokaal responsieve
politiefunctie wordt
beschermd
1. Bron: BBC, 6 december 2011, Lord Stevens: Police face months
of public disorder, http://www.bbc.com/news/uk-16042419
(bezocht op 26 mei 2014).
2. Grappig detail: ondanks wat de naam doet vermoeden is er
volgens politiehistoricus Clive Emsley geen bewijs dat deze
principes ook daadwerkelijk door Robert Peel zijn geformuleerd (p. 29). Emsley beargumenteert dat dit pas een eeuw later
is gedaan door Charles Reith.
3. Dat het totale rapport in totaal 225 pagina’s telt, komt door de
uitgebreide samenvatting en bijlagen. De samenvatting biedt
overigens een uitstekend alternatief voor diegenen die geen tijd
hebben om het volledige rapport te lezen.