Werkconferentie 23 januari 2014 Jeugdzorg Voor aanbieders van de 1e lijnszorg waaronder huisartsen, psychologenpraktijken en GGD, gemeenten, zorgverzekeraar / zorgkantoor, diverse instellingen op het gebied van Jeugdzorg / Jeugd GGZ en onderwijs Doelstellingen: 1. Het uitwisselen van verwachtingen, opvattingen en ideeën over de jeugdzorg en de toekomstige rollen van de gemeenten en de eerstelijnszorg vanaf 1 januari 2015 2. Het inventariseren van de noodzakelijke stappen naar 1 januari 2015 in de transformatie van de jeugdzorg. 3. Het maken van procesafspraken om de onder 2 genoemde stappen te bereiken. Verslag over de bijeenkomst: De deelnemers worden welkom geheten door mevrouw E. Deutekom, de bestuurlijke dossierhouder transitie Jeugdzorg voor de regio West-Friesland en daarnaast wethouder in de gemeente Opmeer. Naast mevrouw Deutekom zijn de heren D. Kuipers (wethouder in de gemeente Medemblik) en M. Olierook (bestuurlijke dossierhouder transitie AWBZ en wethouder in de gemeente Enkhuizen) aanwezig als bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit de regio. De heer M. Pijl (wethouder van de centrumgemeente Hoorn) is afwezig in verband met ziekte. Hieronder volgt een beknopt verslag over deze bijeenkomst aan de hand van het programma. De genoemde presentaties kunt u vinden in de bijlagen. Presentatie: Schets van de parallelle ontwikkelingen vanuit de gemeenten rondom Jeugdzorg/Jeugd-GGZ op hoofdlijnen, plus kaders, deadlines en randvoorwaarden (dhr. Feddali van de gemeente Hoorn). Voor maart 2014 hebben de 7 West-Friese gemeenten het beleidskader Jeugdzorg 20142018 vastgesteld. De presentatie kunt u nalezen in de bijlagen. Hieronder volgt een beknopte samenvatting. Het beleidskader gaat uit van de volgende visie: werken met 1 gezin, 1 plan en 1 regisseur; stimuleren eigen kracht van het gezin, gebaseerd op kanteling; meer investeren in preventie; het normaliseren van problemen; lokaal wat kan en regionaal wat moet; hulp en zorg dichtbij het gezin; werken met gebiedsteams/wijkteams met generalisten. Deze visie is vertaald naar uitgangspunten voor de toegang; de toegang van de Jeugdzorg is: laagdrempelig en herkenbaar; signaleert vragen over opvoeden; biedt preventie; heeft een goede aansluiting met de huisartsen, de scholen, de psychologen en andere professionals; de cliënt is het uitgangspunt en niet het aanbod van de organisatie; de regie ligt bij het gezin waar nodig met ondersteuning van 1G1P. 1 Aandachtspunten: kleine instellingen moeten ook goed meegenomen worden in de decentralisatie; de huisartsen spelen een belangrijker rol, willen graag leren en de samenwerking in de gebiedsteams/wijkteams versterken; de huisarts heeft de mogelijkheid te fungeren als poortwachter; somatisch heeft de huisarts als enige de mogelijkheid door te verwijzen naar de 2 e lijn; vragen die er leven zijn: o worden er functionarissen aangenomen die de toeleiding gaan doen? o zijn de huisartsen voldoende toegerust voor hun rol qua menskracht en kennis? Presentatie: Schets van ontwikkelingen rondom Jeugd-GGZ vanuit VGZ/Zorgkantoor (Els van der Poel, zorginkoper curatieve GGZ bij VGZ) De presentatie kunt u nalezen in de bijlagen. Hieronder volgt een impressie van de discussie die ontstond naar aanleiding van de presentatie. Gemaakte opmerkingen naar aanleiding van de presentatie: dat wat goed gaat in de 2e lijn graag vasthouden, er is tevredenheid over de doorverwijzing van de huisarts (80%).Toeleiding is heel belangrijk. De uitdaging die we hebben is de GGZ problematiek niet los van de sociale problematiek zien. Het gaat dan om de vragen; wat kan iemand we? en waar kunnen we ondersteunen? De kwaliteit van de zorg van het kind staat voorop maar dan wel met een integrale aanpak (kijken naar het systeem, ouders, familie en vrienden). De huisartsen vormen de belangrijkste poort richting Jeugd-GGZ, zowel op generalistische als specialistische basis. Stelling: het inkoopbeleid gemeenten/VGZ sluiten op elkaar aan. Geconstateerd wordt dat er nog geen aansluiting is en kan zijn i.v.m. een andere wetgeving. Gemeenten hebben verschillende visies en er zal geen medicalisering en problematisering plaatsvinden. Vanaf 2015 zal de zorgverzekeraar de JeugdGGZ loslaten. De gemeenten onderkennen dat er tijdig goede afspraken gemaakt moeten worden voor lichte ondersteuning. Zorg en financiën moeten op die plek landen waar het nodig is. Licht/kort en dichtbij zo lang als het kan. De huidige structuur van de DBC systematiek zal ten behoeve van de zachte landing in 2015 blijven bestaan; garanderen van zorg. Drie korte presentaties van huisarts, jeugdarts en K&J-psycholoog waar zij ingaan op de vraag hoe zij tegenover de transitie staan. De presentaties kunt u nalezen in de bijlagen. Hieronder volgt een beknopte impressie. Als belangrijke succesfactoren worden door huisarts Carine de Boer genoemd: - kort en bondig overleg (de huisarts heeft niet veel tijd beschikbaar); - stel praktijkondersteuner jeugd-GGZ beschikbaar voor alle huisartspraktijken die dat wensen; - formeer zoveel mogelijk aparte gebiedsteams/wijkteams jeugd of als ` dat niet mogelijk is, een apart subteam (de problematiek van jeugdigen is niet vergelijkbaar met die van volwassenen en ouderen); - heldere en concrete doelen voor de wijkteams en op tijd terugverwijzen naar huisartsen; - de continuïteit van de gebiedsteams/wijkteams; (v.w.b. het koplopersteam in 2 - de Kersenboogerd geeft de heer Feddali aan dat het team blijft bestaan en wordt doorontwikkeld met een andere samenstelling); een actuele sociale kaart is belangrijk; gemeenten moeten voldoende kwalitatief hoogstaande gevarieerde en goed toegankelijke 1e en 2e lijns jeugdzorg inkopen; gespecialiseerde jeugdzorg blijft bestaan (hier worden landelijke afspraken over gemaakt). Genoemde aandachtspunten: - de tijd van de huisarts is beperkt; - nog onvoldoende bekend met wat de jeugdarts doet; - er zijn veel gezinnen met veel problematiek; - het mag geen afbreuk doen aan de vertrouwensband met patiënt. Presentatie door jeugdarts Harriët Geldof. De jeugdarts heeft bijna alle kinderen van 0-4 jaar in beeld, is laagdrempelig bereikbaar en mag sinds 1 januari 2014 ook doorverwijzen naar de 2e lijns zorg. Stelling: moet de jeugdarts standaard deel uitmaken van de toegangspoort tot alle jeugdhulp? Tot aan 4 jaar is dit waar te maken, maar na deze leeftijd zijn de kinderen en het gezin moeilijk vast te houden. In de eerste 4 jaar wordt een kind 13 x standaard gezien (als team, incl. de jeugdverpleegkundige), daarna wordt de frequentie van het contact verminderd tot 2 keren op basisschool (op 5 jarige leeftijd en op 10 jarige leeftijd) en 1 x voortgezet onderwijs (op 13 jarige leeftijd). Er is naar aanleiding van zorgen over het kind nog gemiddeld één extra pubercontact mogelijk. Mw. Deutekom constateert dat huisarts en jeugdarts nu nog behoren tot verschillende werelden. Hier valt nog veel winst te behalen door gebruik te maken van elkaars inspanningen en vroegtijdig samenwerking te zoeken met het belang van het kind voorop. K&J-psycholoog Lotus Verhoeven heeft de volgende punten onder de aandacht gebracht als belangrijk: een snelle diagnose, indicatie en behandeling; de juiste zorg op de juiste plek (school/thuis); keuzevrijheid voor de cliënt; 1Gezin1Plan. Stellingen: 1) Vroeg ingezette deskundige diagnostiek scheelt miljoenen; 2) Hoe het voorportaal van de zorg is georganiseerd, maakt het verschil. Gestructureerde diagnostiek en samenwerking is nodig om de juiste zorg te kunnen bieden. 3) Een goede samenwerking bevat korte lijnen, persoonlijk contact en gestructureerd overleg. Het is goed als er van de aanwezige expertise van de vrijgevestigde jeugd-psychologie gebruik wordt gemaakt. De vrijgevestigde jeugdpsychologie is toegankelijk, laagdrempelig en de meeste psychologen zijn daardoor goed op de hoogte van wat er 3 speelt in onze regio. Vastgesteld wordt dat door de diversiteit het een uitdaging zal worden elkaar te vinden, echter een ieder is zich ervan bewust dat een visie op lange termijn noodzakelijk is, dat er naar een nieuw systeem toe moet worden gewerkt ondanks het verschil in taal. Elkaars deskundigheid vinden is een must. Belangrijk is het om de kansen te zien tot verbetering door deze transformatie (openstaan voor veranderingen) Dit geldt ook voor professionals onderling. De beeldvorming over de gebiedsteams/wijkteams zal hierbij een rol spelen (generalist als voorportaal, gelinkt aan specialisten). De werkgroepen. Er wordt gewerkt in drie werkgroepen: 1. Vroegsignalering 2. Transitiearrangement en aanbod 3. Verwijzen Workshop 1: Vroegsignalering Nader uit te werken punten: 1. De huisarts en jeugdarts zijn de aangewezen personen voor vroege opsporing en interventies. 2. Huisartsen en jeugdartsen zouden in voorkomende gevallen ook een belangrijke rol kunnen spelen als partner in casuïstiekoverleg met betrekking tot multiproblemgezinnen. De functies van de huisarts en jeugdarts vragen om gezamenlijk overleg/ afspraken. Hierbij kunnen de volgende vragen worden gesteld: a. bij wie ligt het primaat? b. wie verwijst naar wie? Er lijkt weinig kennis te zijn over elkaars taken en verantwoordelijkheden, maar ook over ingezette interventies. Hierdoor is van beide kanten extra inspanning benodigd. Wanneer beide functies in een setting (gebouw) zitten is met elkaar overleggen voor de hand liggend. Kortom zien en gezien worden is belangrijk. Belangrijk voor de samenwerking zijn: a. vertrouwen; b. helder proces; c. duidelijkheid in ieders rol en functie. 3. Inzet op preventie om erger te voorkomen. Welke partners hebben welke rol bij preventie? Dit punt moet nog nader worden uitgewerkt. 4. Deelnemers in het voorportaal bepalen wie waar zorg vandaan krijgt Dit punt blijkt niet altijd te kloppen. De discussie gaat over de rol van de de praktijkondersteuner- GGZ (POH-GGZ) versus de rol Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige. in de verschillende gebiedsteams/wijkteams. Sinds 1 januari 2014 is het mogelijk om de lichte psychische zorg onder te brengen bij de huisarts. Een huisarts kan zelf bepalen of hij dit wil of niet. De POH-GGZ heeft een ander takenpakket dan de SPV. In de praktijk zie je echter dat er overlap zit in de uitvoer van werkzaamheden en taken. Ook hier is overleg is een sleutelwoord tot succes. 5. De jeugdarts moet standaard deel uitmaken van de toegangspoort tot alle jeugdzorg De rol van de jeugdarts (jeugdgezondheidszorg GGD) wordt in overleg anders ingevuld. Dit vergt nadere invulling per gemeente. 4 6. Elke gemeente zijn eigen jeugdteam los van het gebiedsteam/wijkteam. Gemeenten hebben hierin eigen keuzevrijheid. Deze keuze zal afhankelijk zijn van de keuzes die gemaakt worden over de positionering van het eigen gebiedsteam/wijkteam. 7. Huisartsen, eerste lijn hulpverlener en gebiedsteams/wijkteams zijn verantwoordelijk voor de beheersing van de kosten in de jeugdzorg. Dit is een punt wat nog nader moet worden uitgewerkt. Overige opmerkingen en vragen: 1. Behoud het goede, maar zorg ook voor innovatie 2. Is het mogelijk om enige uniformiteit in naamgeving van de gebiedsteam/wijkteam? Workshop 2: Regionale Transitie Arrangementen en aanbod De tweede workshop over de Regionale Transitie Arrangementen en aanbod leverde de volgende punten en vragen op die moeten worden uitgewerkt: 1. Hoe gaan we zorgcontinuïteit borgen? Weghalen “koudwatervrees” 2. Hoe gaan we huisartsen verbinden met gebiedsteams? Korte lijnen, gericht overleg, elkaar informeren Zichtbaar zijn voor huisartsen Goede contacten met wijkverpleegkundige (zoals vroeger) Zorg, welzijn en justitie met elkaar verbinden Goed werkend gebiedsteam geeft het vertrouwen Adviezen: In gesprek met huisartsen(organisaties) over kwaliteit van zorgaanbieders over: o Met welke aanbieder wordt na 2015 een contract afgesloten en met welke aanbieder niet? o Welke kwaliteitseisen stel je aan zorgaanbieders en hoe toets je dat? Een goed registratiesysteem is nodig. Men is heel tevreden over de middelen voor innovatie. De middelen voor innovatie kunnen worden ingezet voor het ontwikkelen van een gezamenlijk registratiesysteem. Ontzorg de huisarts met bijvoorbeeld POH GGZ. Dit is maatwerk en niet in alle wijken nodig. Het is wel belangrijk om de keuze aan de huisarts over te laten. Ook een combinatie is mogelijk; bijvoorbeeld uren POH-GGZ voor huisartsen en uren in het gebiedsteam. Scholing is noodzakelijk op het gebied van methodiek, innovatie en kennisdeling. Workshop 3: verwijzen In deze workshop zijn de volgende punten genoemd om uit te werken: 1. de toegangspoort; het verwijzen, het indiceren, de diagnose stellen, de screening, de triage; Aandachtspunten: de functies en rollen van de jeugdarts binnen de toegangspoort; is er een indicatieteam nodig? Wie zitten daar dan in? duidelijkheid over wie wat doet en wanneer? De rol van het gebiedsteam in relatie tot het verwijsrecht huisartsen en jeugdartsen 5 Kan je tot een verwijsmethodiek komen waarin alle aspecten van nu, indicatiestelling BJZ, indicatiestelling CIZ, verwijsrecht jeugdarts en huisarts, samenkomen? 2. Hoe voorkom je te lang doormodderen binnen het gebiedsteam? Hoe zet je op tijd de juiste hulp in? 3. Is er een sociale kaart? 4. Hoe krijg je de begeleidings- en zorgvraag in beeld per wijk/gemeente? 5. Welke expertise zet je in in het gebiedsteam en waarom? 6. Nog meer werk voor huisartsen? Hoe is de logistiek in praktijk? 7. Hoe is de deskundigheid in de praktijk? Wat kan een POH-GGZ jeugd betekenen? 8. Huisartsenpraktijken ‘klaarstomen’ Afspraken maken tussen huisartsen-jeugdartsen en gebiedsteam 9. Help, de privacy verdwijnt! Binnen de Zorgadviesteams in het onderwijs is ervaring opgedaan met hoe ouders te informeren of toestemming te vragen. 10. Afspraken maken over privacy patiënten 11. En hoe bewaak je kwaliteit binnen het gebiedsteam? 12. Informeren van huisartsen en jeugdartsen over beleidsontwikkelingen 13. Hoe zorg je voor politieke continuïteit van de gemaakte afspraken? 14. “Heb ik straks met de gemeente dezelfde afspraken als met de zorgverzekeraar t.b.v. verantwoording en kwaliteit?” 15. Overdracht van zorg voor kinderen als ze 18 jaar worden Zorg dragen voor afstemming voorwaarden van gemeenten en zorgverzekeraar 16. Met preventie kunnen geen ziektes zoals ggz-problematiek worden voorkomen, maar wel verdere schade aan kind en gezin worden voorkomen. 6
© Copyright 2024 ExpyDoc