Page 1 Fragment uit Abdous oorlog – Geert Spillebeen Patty, Karim

LWB Deel 2
BZL – Extra tekstfragment bij ‘De Grote Oorlog’
Fragment uit Abdous oorlog ­–
Geert Spillebeen 
Patty, Karim en Ali zijn in de ban van de verhalen over Afrikaanse soldaten in de Eerste Wereldoorlog. Verontwaardigd omdat de moedige
strijders in de geschiedenis verzwegen worden, willen ze actie ondernemen. Maar hun plannen lopen gevaarlijk uit de hand. De politie voert een
onderzoek.
In deze fragmenten uit het spannende politieverhaal lees je hoe Abdou
de Eerste Wereldoorlog ervoer.
5
10
15
20
25
30
35
40
Nog voor de zomer van 1914 om was, belandde Abdou met zijn regiment in Vlaanderen. Het was
een dagenlange treinrit door het machtig mooie Franse landschap, tot ze vlak bij de Belgische
grens in Noord-Frankrijk kwamen, in Bailleul. ‘Belle’, noemden de mensen hun stadje. Ze spraken
onverstaanbaar Vlaams tegen elkaar, ook als ze zich vrolijk maakten over die vreemde Afrikaanse
soldaten, met hun doordringende karbonkelogen* in hun donkere kop. En ze taterden in het Frans
als ze iets probeerden te verkopen: flessen bier, of tabak of zelfs zoete koekjes. ‘Arme sloebers,’
hoorde Abdou een oud vrouwtje zuchten, ‘die gasten keren nooit meer terug uit leper.’
‘Ypres? C’est quoi?’ wilde hij weten.
‘Ginder ligt leper, de stad een eind verderop. Of wat er straks van over­blijft! Ah, la guerre!
Verschrikkelijke dingen, die oorlog. Zoveel jonge men­sen ...’
Oorlog, dacht Abdou. Daarvoor ben ik hier toch! En als onze capitaine vindt dat we naar Ypres
moeten, dan doen we dat maar. Hoe sneller, hoe beter. Dan kan ik daarna naar huis terug, naar
mijn rijstveldje en de ignams, en naar mijn ouders.
Maar de koloniale troepen trokken nog niet meteen naar leper. Vanuit Belle ging het te voet
over de pavées*, die vreemde kasseien die door het vlak­ke land slingerden, over de Catsberg.
Eigenlijk was het maar een heuvel, en zo lagen er daar nog een paar. Ze trokken via Bouschepe de
Belgische grens over naar Poperinge. Daar krioelde het vooral van de Britse soldaten. Ze zagen er
mannen uit de hele wereld. Vreemde creaturen, vond Abdou. Hij keek zijn ogen uit. Er waren ook
wat zwarten bij, maar die zagen er hele­maal anders uit dan hijzelf en zijn vrienden. ‘Uit NieuwZeeland’, zei een sergeant. Abdou had geen idee in welke zee dat land lag. Trouwens, daar in
Poperinge waren ze niet lang gebleven, tussen al die Tommies*. Ze trokken verder en bouwden een
tentenkamp op ten westen van Ieper. Vlakbij waren ook andere tirailleurs* uit Afrika gelegerd, troepen uit Marokko. En kijk! Zij droegen verdorie wel van die prachtige uniformen! Rood en blauw
met daarbovenop witte riemen! Abdou voelde een steek van jaloezie.
De Afrikanen vulden hun dagen vooral met het delven van loopgraven. Ook Abdou en zijn vrienden
werkten nu meer met de schop dan het geweer. Hij vond het eigenlijk wel fijn: het deed hem denken
aan de arbeid op zijn eigen akkertje in Thiowor. Maar wat een verschil met de mulle grond ach­
ter zijn hut, deze dikke plakken Vlaamse klei die hij met moeite van zijn schop kon schudden. Ze
bouwden mee aan een netwerk van zigzaggende grachten, net
diepe wandelpaden, en af en toe een ondergrondse schuil­plaats.
Het duurde niet lang of ze wisten dat zelfs in die stellingen
en achter de muren van zandzakjes niemand veilig was voor
overvliegende granaten. Op een zachte zomeravond werd er
heen en weer geschoten. De Duitsers lagen maar vijfhonderd
meter van hen vandaan, in hun eigen loopgraven. Op sommige
plekken lagen ze nog veel dichter, maar de positie van de vij­
and was altijd iets hoger dan de Franse of Britse. Abdou rustte
half op zijn rug, half op zijn zij. Hij mikte tussen de zakjes
naar de overkant. Af en toe loste hij een schot, zoals hem
opgedragen was.
* karbonkelogen: grote vurige ogen
* de pavées: de straat, de kasseien
* de Tommy: benaming voor een Engelse soldaat
* tirailleurs: soldaten, gewapend met een geweer die verspreid werden opgesteld
1
Extra opdrachten
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
2
‘Op wie moet ik schieten?’ had hij de sergeant gevraagd. ‘Ik ken die Duit­sers hun naam niet, ik
heb er nog nooit een van dichtbij gezien ...’
Plots kreeg hij een klop van jewelste tegen zijn hoofd. Zijn helm werd weggeslingerd. Abdou
zelf vloog een paar meter achteruit. Toen hij weer bijkwam, liep er een straaltje bloed over zijn gezicht. Eerst dacht hij dat iemand hem met een immense knuppel had neergemept. Hij besefte niet
meteen dat hij door een sluipschutter was geraakt. De afgeschampte kogel had een rood, rafelig
spoor over zijn voorhoofd getrokken. Nog voor hij zijn eerste stormloop meemaakte, hadden die
Duitsers het al op hem gemunt! De wonde werd zonder veel poespas dichtgenaaid in een veldhospitaal ver achter de linies. De volgende dag kon Abdou weer naar zijn eenheid terug. Hij schaamde
zich haast voor zijn blessure. Vergeleken met de echte ellende die hij daar in die witte tent had zien
voorbijkomen terwijl hij op een dok­ter wachtte, had hij zelf maar een schrammetje. Hij kon aan zijn
maats met geen woorden beschrijven wat hij in het veldhospitaal had gezien. Er lagen lange rijen
gewonden. Er stond een file van berries tot buiten aan te schuiven. Vloekende hospikken* die niet
vooruitkwamen met hun hui­lende gewonden, radeloze verpleegsters en dokters die niet wisten wie
ze eerst zouden helpen. En op de achtergrond het voortdurende gebulder van kanonnen. Abdou
vergat er haast zijn eigen wonde bij. Hij staarde ver­schrikt naar de krijsende mannen die in de
hospitaaltent werden binnenge­sleept, jongens met verhakkelde armen of afgerukte voeten. Slachtoffers van granaatscherven werden druipend en soms spuitend van het bloed naar de dichtstbijzijnde verbandpost achter het front gedragen. Anderen hadden een gapende bajonetsteek* of lagen
te rillen met een half opengereten buik die alleen door de knopen van een doorweekte jas bijeengehouden werd. Abdou had het er moeilijk mee dat blanke mannen op hun moeder riepen of gewoon maar stilletjes lagen te huilen. In Afrika had hij alleen maar superieure witte mannen gezien.
Het ontbrak Abdou zeker niet aan moed. Hij deed altijd kordaat wat hem opgedragen werd.
Het bevel van een overste zou hij nooit in twijfel trekken. Net zo min als dat van een oudere
broer, zijn vader of zijn arme oom in Thiowor. Maar in het begin kwam hij echte woede tekort. Er
was toch nie­mand om echt boos op te zijn? Dat veranderde snel na een zoveelste zinloze aanval
op open terrein. Ze klommen uit de loopgraaf, liepen in slagorde een lichte helling op, knielden
op commando, legden met hun lange gewe­ren aan en schoten op de stellingen waarachter de
vijand zich stil en stom hield. Onmiddellijk werden ze ingehaald door de tweede golf tirailleurs
die net hetzelfde manoeuvre uitvoerde. Zo ging het twee of drie keer. Elke groep stormde om de
beurt naar voren. Plots openden twee Duitse mitrailleursnesten het vuur op de Marokkanen en
Senegalezen voor en naast hem. Het bloed spatte in het rond, de gewonden maakten de gekste
bokkensprongen door de impact van de kogels en de gruwelijke pijn. ‘Chargez!’ riep de capitaine
boven het geschreeuw van gewonden uit. Abdou zag zijn kameraden, enkelen uit zijn dorp ook,
neerstuiken en rondtollen als neergemepte wes­pen. Hij kon geen kant meer uit, dit was een open
veld. Iemand helpen was uitgesloten, terugkeren evenzeer. ‘Aanvallen!’ klonk een verre echo
voort­durend in zijn hersens. Hij kon de doffe ploffen van de kogels horen die de gevallenen om
hen heen raakten. Zijn uniform leek op een roodgevlekte slagersschort. Hij vroeg zich af wiens
bloed het was. Ook het zijne? Hier en daar explodeerden steelgranaten, smerige bommetjes
die door de vijand op de loop van hun geweer waren gezet om op korte afstand af te vuren.
Abdou werd heen en weer geslingerd, tegen de vochtige klei gesmakt. Hij voelde geen echte pijn.
Halfverdoofd tastte hij in het rond naar zijn geweer. Langzaam en laag tegen de grond kroop
hij verder in de richting van de mitrailleurs. Als in een visioen kwamen de zwaargewonden uit
het veld­hospitaal in zijn geest voorbij. Opeens hoorde hij iemand vlakbij in zijn moedertaal, het
Wolof, roepen om genade en verlossing ... Toen leek het of zijn lichaam instinctief reageerde,
als een roofdier. Het duurde één seconde: Abdou spande zijn spieren op. Er zat ineens zoveel
samengeperste razernij in zijn lijf dat hij bij het eerstvolgende ‘Chargez! Ten aanval!’ opsprong en
als een stier de stelling van de Duitsers bestormde. Hij dook de vijandelijke loopgraaf in en kwam
op enkele meters van een mitrailleursnest terecht. Abdou was verrast dat er niet meer mannen
achter die borstwering zaten. Ze hadden hem vreemd genoeg niet zien aankomen. Nu schoot hij
wakker uit een soort trance. De eerste dode was de moeilijkste, omdat hij persoon­lijk niets tegen
die tengere Duitse jongen had. Hij stak de loop van zijn geweer met de blinkende bajonet vooruit
en plantte de stalen spies van een halve meter in de zachte onderbuik van de jongen.
* de hospik: hospitaalsoldaat
* de bajonet: steekwapen op de geweerloop
Deel 2 Vroeger en nu
95
100
‘Ik heb nooit geweten hoe hij heette’, zou Abdou zijn hele verdere leven piekeren.
Even keken ze elkaar in de ogen. Het kereltje in zijn muisgrijze kleren leek nog iets te willen
vragen voor hij op zijn knieën zakte. Maar dan ging het snel. Abdou trok zijn bajonet terug
en mikte haastig, nog voor de ster­vende jongen tegen zijn benen omverviel. De tweede stond
verbouwereerd toe te kijken en kreeg een kogel recht in zijn hart. Hij plofte als een paal
achterover. De derde stopte net te laat met mitrailleren om te zien wat er aan de hand was. Abdou
plantte een dolk in zijn keel. Het ging vlotter dan wanneer hij thuis een geit moest slachten.
Donker bloed spoot als een fontein een meter ver en siste kokend tegen de gloeiende loop van het
verstom­de machinegeweer. Daarmee verloor korporaal Abdoulaye Ndiaye in drie tellen en met
evenveel doden voorgoed zijn onschuld. Tot die dag had hij nog nooit een hand tegen iemand
opgeheven ...

105
110
115
120
125
Ieper en Gallipoli, 1915
Vlaanderen en Turkije
In de lente van het volgende jaar, 1915, maakte Abdou opnieuw diezelfde lan­ge reis naar
leper. Het front was er vrij rustig geweest tot midden april, maar toen Abdou in de loopgraven
aankwam, stond de hele boogvormige frontlijn ten noorden en oosten van de stad weer in vuur
en vlam. Iedereen fluisterde de hele tijd over dat verschrikkelijke nieuwe wapen waarmee de
soldaten nu stilletjes en stiekem bestookt werden. ‘Gasssss ...’ Niemand wist wanneer of waar
zo’n aanval te verwachten viel, maar iedereen wist verdomd goed dat enkele dagen daarvoor in
één klap duizenden Britten – vooral Canadezen – maar ook Belgen en veel Fransen waren gestikt.
Zelfs honderden pas gearri­veerde Afrikaanse soldaten zoals Abdou.
Gifgas?! Hij kon zich niet voorstellen wat het was. Giftige lucht in stalen flessen?
‘Je ziet die geelgroene rollende, kolkende wolken traag op je afkomen, dansend en botsend
tegen de omgewoelde aarde’, zei iemand die het ook had van horen zeggen.
Onder de Senegalese tirailleurs werd er vooral rondverteld wat de Alge­rijnen overkomen was.
Iedereen huiverde bij de gedachte aan hun gruwe­lijke doodstrijd: snakkend naar lucht de rode
schuimvlokken uit je longen hoesten, langzaam stikken zonder het minste verweer.
‘Bestaat er een laffere aanvalstactiek?’ vroegen ze zich verontwaardigd af. ‘Hoe kan een man
zich verweren tegen een wolk?’
Ze kenden de verhalen van de stakkers die nog net uit hun loopgracht waren geraakt. Ze
strompelden met brandende ogen en piepende longen mee met de windrichting, achtervolgd
door de groene wolk. Ten einde raad sprongen ze een eind verder in het kanaal. Tientallen,
honderden tegelijk. Wie niet meteen stikte of in de Ieperlee verdronk, lag halfdood in zijn loop­
graaf naar zuurstof te happen. Een uurtje later kwam de vijand voorbij. Wie nog bewoog, werd
afgemaakt, doodgestoken met een bajonet.
3
Extra opdrachten
nis
Ken
het regiment
Woorden uit de tekst
Abdous oorlog
Het is niet eenvoudig een regiment
van 250 manschappen in goede
banen te leiden.
Een regiment veiligheidsagenten
probeerde de rust te herstellen na het
uitbreken van de rellen.
aantal groepen soldaten
het creatuur
Bram Stoker werd wereld­beroemd
met zijn creatuur Dracula.
schepsel, vreemde mens
immens
Voor de startactiviteit sjorren de
scoutsleden een immense toren in
elkaar.
onmetelijk, reusachtig groot
afschampen
De bosmaaier schampte plots af op
een boomwortel. Daardoor liep mijn
buurman ernstige wonden op.
afketsen
het op iemand
gemunt hebben
Tijdens het sneeuwballen­gevecht had
iedereen het op mij gemunt.
eropuit zijn iemand te grazen te
nemen
zonder veel poespas
Mijn oma vindt mosselen natuur –
zonder veel poespas – de heerlijkste
bereiding.
onnodige drukte, overbodig gedoe
de linie
Een dappere soldaat had zich een
weg door een hele linie gebaand.
rij naast elkaar opgestelde soldaten
de blessure
Door een blessure aan het rechterdijbeen kan Frederik zijn eerste interland
nu wel vergeten.
verwonding
de berrie
De gewonde speler werd met een
berrie van het veld gedragen.
draagbare brancard
verhakkeld
De bestuurder kon nog net op tijd
uit het verhakkelde voertuig bevrijd
worden. Hij werd in allerijl naar het
ziekenhuis gebracht.
verscheurd, verbrijzeld
opengereten
Meeuwen zorgen vaak voor overlast.
De opengereten vuilniszakken, het lawaai en de uitwerpselen zijn hinderlijk.
stukgescheurd
superieur
In Parijs-Roubaix was Tom Boonen
weer superieur.
beter, uitmuntend
in slagorde
De leerlingen kunnen tijdens de
projectweek als Romeinse soldaten
in slagorde leren marcheren.
in een bepaalde opstelling om slag
te leveren
4
Deel 2 Vroeger en nu
groot aantal
het commando
De ruiter kan zijn paard op commando
laten groeten.
bevel
het/de manoeuvre
Aan het manoeuvre van de Belgische
zeemacht deden ook enkele Britse
schepen mee.
Tijdens het manoeuvre verloor de
bestuurder de controle over zijn stuur
en belandde daardoor in de gracht.
militaire gevechtsoefening
Toen hij zag dat hij zes juiste cijfers
had, maakte hij bokkensprongen van
vreugde.
Nu mijn zakgeld gehalveerd is, moet
ik echt geen bokkensprongen meer
maken.
zonderlinge, kromme sprong als
van een bok
de impact
Windmolens naast een autoweg hebben een heel andere impact op het
landschap dan windmolens in zee.
invloed, inwerking
exploderen
Een vulkaanuitbarsting doet soms ook
een nabijgelegen vulkaan exploderen.
ontploffen
het visioen
De helderziende zag in zijn visioen
waar de schat verborgen lag.
droombeeld
instinctief
Instinctief probeerde de leerling de
struikelende leerkracht op te vangen.
onbewust, zonder na te denken
de borstwering
Leun niet te ver over de borstwering,
anders val je nog.
muur, hek, aarden ophoging om
een bouwwerk of plaats te beveiligen of te verdedigen
in trance
De jonge dj’s brengen met hun steengoede muziek elke dansliefhebber in
trance.
in een soort droomtoestand
verbouwereerd
De leerlingen waren verbouwereerd
toen ze vernamen dat hun directeur
moest opstappen.
van streek
de hand tegen
­iemand opheffen
Als je hem uitdaagt, zal hij zeker de
hand tegen je opheffen.
iemand aanvallen
huiveren
De griezelverhalen van mijn opa doen
je huiveren.
beven, trillen
de bokkensprong
bokkensprongen
maken
beweging om (een voertuig) van
richting te (laten) veranderen
gekke dingen doen
5
Extra opdrachten
BZL //
LWB Deel 2
BZL – Opdrachten bij de tekst Abdous oorlog
Lees aandachtig De gruwel van Houthulst.
In de opdracht hieronder staan enkele inhoudsvragen over die tekst.
Opdracht E
Beantwoord de vragen.
1
Door wie en wanneer werd gifgas ingezet in de oorlogsvoering?
2
Werden granaten op grote schaal gebruikt?
3
Hoe komt het dat er in Houthulst zo’n enorme voorraad ligt en dat ze nog dagelijks aangroeit?
4
Wat was de uitwerking (het effect) van de granaten?
–
–
5
De geschiedenis is soms gruwelijk, bv. in het geval van de geleerden die het gifgas hielpen te ontwikkelen. Hoe staat dat in de tekst?
6
Wat vertelt de tekst over de reactie van de Britten op de Duitse gifaanvallen?
7
Wat doet DOVO met de conventionele granaten?
8
Wat gebeurde er vroeger met de gasgranaten?
9
Wat gebeurt er nu met gasgranaten?
6
Deel 2 Vroeger en nu
BZL //
Opdracht F
Stel dat Abdou een brief had willen schrijven naar zijn ouders. Wat zou hij dan geschreven hebben?
Schrijf een korte vertrouwelijke brief.
Hoe je dat aanpakt, leerde je vorig jaar al.
Opdracht G
Wat leerde je uit het fragment over de Eerste Wereldoorlog over:
de manier waarop oorlog
gevoerd werd?
de omstandigheden waarin
burgers en soldaten leefden?
de wapens die gebruikt werden
om oorlog te voeren?
de landen die betrokken waren
bij het conflict?
het voedsel van soldaten?
de kledij van soldaten?
de dagindeling van de soldaten?
de ontspanningsmogelijkheden
van soldaten?
het contact met thuis?
Noteer bij elk item zo veel mogelijk kernwoorden.
7
Extra opdrachten
LWB Deel 2
2 Puur leesplezier
Opdrachten bij het fragment uit Het mes van Milosh van Roger H. Schoemans
Opdracht 1
Beoordeel het fragment met deze beoordelingsschaal:
1: een beetje, 2: tamelijk, 3: heel erg
1
2
3
• Het verhaal
– heeft me geboeid; ik wou zeker voortlezen.
– vond ik vervelend; ik had eerder zin om ermee te stoppen.
1
2
3
• Het taalgebruik is
– modern en niet te moeilijk.
– moeilijk en spreekt niet aan.
1
2
3
• De auteur
– brengt de personages tot leven; het zijn mensen van vlees en bloed.
– werkt zijn personages te weinig uit; je komt weinig te weten over hoe ze
denken of zijn.
1
2
3
• Het verhaal
– komt realistisch over; het zou echt gebeurd kunnen zijn.
– is ongeloofwaardig: de schrijver zoekt het te ver, zoiets kan niet.
1
2
3
• Het verhaal
– is goed opgebouwd; je kunt het goed volgen.
– zit ingewikkeld in elkaar: soms weet je niet waar je in het verhaal zit.
1
2
3
• Het verhaal
– is verrassend; ik had niet verwacht dat het zo zou gaan.
– is voorspelbaar; het stelde me teleur omdat ik al wist wat er zou gebeuren.
1
2
3
Schrap wat niet past en kleur het passende balkje.
8
Deel 2 Vroeger en nu
Opdracht 2
Wat als mijnheer Vanhee een ander straatje neemt die avond?
Wat als de wetsdokter iets opmerkelijks vaststelt bij het onderzoek van het lijk?
Herschrijf een stukje van het verhaal, maar zo dat het verhaal een andere wending krijgt.
Start met enkele zinnen uit het verhaal en voeg er een eigen vervolg aan toe van 10 à 15 zinnen.
Schrijfkader
9
Extra opdrachten
LWB Deel 2
3 Poëziecollage – Extra gedicht
No Man’s Land – Eric Bogle
Well how do you do, Pte William McBride
Do you mind if I sit here down by your grave side
A rest for awhile in the warm summer sun
I’ve been walking all day and I’m nearly done
And I see by your gravestone you were only 19
When you joined the glorious fallen in 1916
And I hope you died quick and I hope you died clean
Or, William McBride, was it slow and obscene
Did they beat the drum slowly
did they sound the pipe lowly
Did they rifles fire o’er ye as they lowered you down
Did the bugle sing “The Last Post” in chorus
Did the pipes play “The Flowers o’ the Forest”
And did you leave a wife or a sweetheart behind
In some loyal heart is your memory enshrined
And though you died back in 1916
To that faithful heart are you always 19
Or are you just a stranger without even a name
Forever enclosed behind some glass-pane
In an old photograph torn and tattered and stained
And fading to yellow in a brown leather frame
Well the sun it shines down on these green fields of France
The warm wind blows gently and the red poppies dance
The trenches are vanished now under the plough
No gas and no barbed wire no guns firing now
But here in this graveyard it’s still No Man’s Land
And the countless white crosses in mute witness stand
To man’s blind indifference to his fellow man
And a whole generation who were butchered
and downed
And I can’t help but wonder now Willie McBride
Do all those who lie here know why they died
Did you really believe them when they told you the cause
Did you really believe that this war would end war
But the sufferin’ the sorrow the glory the shame
The killing the dying it was all done in vain
For, Willie McBride, it’s all happened again
And again and again and again and again
10
Deel 2 Vroeger en nu
Niemandsland
Wel, hoe maak je het, Soldaat William MacBride?
Heb je er bezwaar tegen als ik even naast je graf kom zitten
Om wat uit te rusten in de warme zomerzon?
Ik heb de hele dag gelopen, en ik ben bijna kapot.
Ik lees op je grafsteen dat je pas 19 was,
Toen jij je in 1916 bij het roemrijke heir* der gesneuvelden aansloot.
Ik hoop dat je snel dood was, en dat het netjes ging.
Of, William MacBride, stierf je traag en wreedaardig.
Sloegen ze traagjes de trom,
speelden ze zachtjes de doedelzak?
Losten ze schoten boven je hoofd, toen ze de kist neerlieten?
Zongen de bugels ‘The Last Post’ in koor?
Speelden de doedelzakken ‘The Flowers o’ the Forest’?
En liet je vrouw of liefje achter?
Wordt de herinnering aan jou in een of ander hart gekoesterd?
En, hoewel je in 1916 stierf,
Ben je voor dat trouwe hart altijd 19 gebleven
Of ben je gewoon een vreemde zonder naam,
En voor eeuwig opgesloten achter het glas
Van een oude, aan flarden gescheurde en bevlekte foto,
Die ergens in een bruin lederen kadertje staat te vergelen.
De zon schijnt op die groen Franse velden,
De warme wind blaast zacht, en de rode papavers dansen.
De loopgraven zijn verdwenen onder de ploeg,
Geen gas, geen prikkeldraad, geen ratelende geweren meer.
Maar dit kerkhof is nog altijd Niemandsland,
En de ontelbare witte kruisen staan er stom te getuigen
Van ’s mans botte onverschilligheid tegenover zijn
medemens
En tegenover een hele generatie die werd afgeslacht, neergeknald.
Ik kan het niet helpen, Willie MacBride, dat ik me afvraag:
Weten al zij die hier liggen waarom ze stierven?
Geloofde jij hun echt, toen ze je de toedracht vertelden?
Geloofde jij echt dat deze oorlog de oorlog zou beëindigen?
Welnu, het lijden, het leed, de eer, de schaamte,
Het doden, het sterven, het was allemaal voor niks,
Want, Willie MacBride, het gebeurde opnieuw
en opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw.
* heir: leger
11
Extra opdrachten
LWB Deel 2
7 Taal – Extra opdrachten bij de tekst Abdous oorlog
In de volgende opdrachten oefen je woorden in uit de tekst Abdous oorlog.
Opdracht 1
Vul de zin aan met een woord uit de kenniskoffer.
Kies uit: verbouwereerd – bokkensprong – superieur – in trance – visioen – borstwering – linie –
afschampen – opengereten – impact – regiment – afhandig maken.
1
Thomas voelt zich
. Niemand kan wat hij kan, denkt hij.
2
De troepen braken door de vijandelijke
3
De steen die hij met de katapult geworpen had,
een boomstam.
4
Een
5
Met een afleidingsmanoeuvre kon ze de brief die hij van zijn liefje had gekregen
, maar verloren veel soldaten.
gelukkig
op
obers stond klaar om alle genodigden te bedienen.
.
6
Uit de
7
Wie kan de origineelste
8
Wat is de
9
In een
zakken stroomde het graan op straat.
maken bij het springen over de plint?
van deze maatregel op de verkoop van goederen?
zag ze hoe ze eruit zou zien over twintig jaar.
10 De
is er voor de veiligheid van de arbeiders die de toren moeten restaureren.
11 De medicijnman raakte
12 De buren reageerden
vernamen.
bij het opzeggen van de vreemde bezweringen.
toen ze het nieuws van het gezinsdrama
Opdracht 2
Welk woord dat je beslist wel kent, kun je afleiden van deze woorden uit de kenniskoffer?
•
exploderen De
•
instinctief
Mijn
zegt me dat dit een gevaarlijke situatie is.
•
huiveren Een
liep over mijn rug toen ik dat gruwelijke beeld zag.
•
manoeuvre Ze kon de auto perfect
•
creatuur
Voor de tentoonstelling
•
blessure
Als je je niet opwarmt,
•
commando
Je moet me niet zo
12
Deel 2 Vroeger en nu
veroorzaakte paniek bij de bevolking.
tussen de vrachtwagens door.
hij speciaal een nieuw kunstwerk.
je je veel sneller.
!
Opdracht 3
Naar welke uitdrukkingen en vaste woordgroep verwijzen deze afbeeldingen?
Opdracht 4
Gebruik de woorden samen in een zin.
•
blessure – berrie
•
in slagorde – commando
•
huiveren – verhakkeld
•
de creatuur – immens
•
instinctief – het manoeuvre
Opdracht 5
dvd
dvd
Bekijk de amateurbeelden over de gasexplosie in Luik.
Schrijf er een passend commentaarstukje bij. Werk op een kladblad.
Gebruik in je tekst deze woorden: exploderen – immens – blessure – berrie – instinctief.
Opdracht 6
Bekijk het filmpje over de nieuwe Japanse robot en schrijf er een commentaarstukje bij.
Werk op een kladblad.
Gebruik in je tekst deze woorden: creatuur – superieur – commando – manoeuvre.
13
Extra opdrachten
LWB Deel 2
7.5 Zegswijzen en spreekwoorden – Extra opdracht
Welke zegswijzen/spreekwoorden werden in deze zinnen door elkaar gehaald?
1
Karel wil liever zijn eigen appel en een ei doppen.
2
Vergeet het maar; het deksel is de kool niet waard.
3
Fantastisch! Nu zit jij wel met het neusje van de zalm.
4
Voor mij is dat zo; een peulenschil komt om zijn loontje.
5
Het lukt ons; we lopen op kannen en kruiken.
6
Niets aan te doen! Daar is geen hond in de pot tegen gewassen.
7
Spek en bonen worden niet zo heet gegeten als ze worden opgediend.
8
Miet heeft niet veel brokken zoete koek in de melk.
14
Deel 2 Vroeger en nu
LWB Deel 2
9.1 Hoofdletters – Extra opdracht
In deze tekst zijn alle hoofdletters verdwenen. Corrigeer!
simone van der vlugt werd in 1966 geboren in hoorn en verhuisde in 1985 naar
amsterdam om daar de lerarenopleiding nederlands en frans aan hogeschool
holland te volgen. in 1995 debuteerde ze met haar eerste historische jeugdroman
de amulet.
simone van der vlugt schreef nog een groot aantal historische jeugdromans. ze
vertelt daarin spannende en avontuurlijke verhalen waarin ze allerlei wetenswaardigheden verweeft over de tijd waarin het boek zich afspeelt. daarnaast besteedt ze ruim aandacht aan de gevoelens en gedachten van haar hoofdpersonen.
haar boeken beginnen altijd met een spannende scène; als lezer zit je meteen midden in de gebeurtenissen, waardoor je nieuwsgierig wordt naar het verdere verloop
van het verhaal. de hoofdpersonen belanden vaak in moeilijke situaties; de schrijfster laat
daarmee zien dat mensen veranderen door de dingen die ze meemaken. zo maakt sandrine de billancourt
uit de guillotine niet alleen een uiterlijke verandering door – van een rijk meisje met mooie kleren verandert ze in een ‘gewone’ volksmeid – maar ze maakt ook een innerlijke groei door, waardoor ze aan het eind
van het verhaal evenwichtiger en serieuzer is geworden en de dingen genuanceerder bekijkt.
behalve historische jeugdromans heeft simone van der vlugt twee hedendaagse jeugdromans geschreven
over zoë, die helderziend is: schuld en vlinders.
Naar: http://www.lemniscaat.nl/Jeugd/Kinder-20en%20jeugdboeken/auteurs/Simone%20van%20der%20Vlugt
15
Extra opdrachten