Grensverleggend waarde creëren voor stad en regio

Grensverleggend waarde creëren voor stad en regio
‘Niet de sterkste overleeft, maar degene die het beste inspeelt op
veranderingen’. Deze uitspraak naar Charles Darwin stond centraal in de
presentatie over de concept Havenvisie 2030 door Dertje Meijer, presidentdirecteur van Havenbedrijf Amsterdam op 3 maart in het Bimhuis. Investeren in
flexibiliteit en adaptief vermogen is nodig om grensverleggend waarde te
creëren voor de toekomst. De presentatie was georganiseerd voor een groep
klanten en stakeholders die intensief betrokken zijn bij de totstandkoming van
de visie.
De nieuwe Havenvisie is, volgens Meijer, nodig vanwege de recente verzelfstandiging van
het Havenbedrijf, maar ook en vooral omdat de wereld sinds de laatste Havenvisie van
2008 ingrijpend is veranderd. De toekomst is bovendien steeds minder voorspelbaar en
veranderingen gaan steeds sneller. Ontwikkelingen als de energietransitie, reshoring, 3D
Printing of de circulaire economie kunnen een enorme impact hebben op de activiteiten
en goederenstromen in de Amsterdamse havenregio. En dit heeft weer gevolgen voor de
verschillende functies die de haven vervult: als internationale hub voor de op- en
overslag van goederen en grondstoffen van en naar het (Europese) achterland, als
industrieel knooppunt voor (havengebonden) bedrijven en hoogwaardige maakindustrie
en als onderdeel van een veelzijdig metropolitaan centrum, onder meer door de
aanwezigheid van de belangrijkste nutsbedrijven (water, afval e.d.), de biobased
activiteiten en het omvangrijke recycling cluster en de samenwerking met handelshuizen
en maritieme dienstverleners (verzekeraars, banken, arbitrage, etc.).
Amsterdam Metropolitan Port
Wat precies de gevolgen zijn van dit soort snelle ontwikkelingen voor de haven kan
volgens Meijer nooit exact worden voorspeld. Met de nieuwe visie wil het Havenbedrijf
met de haven als flexibel en veerkrachtig ‘ecosysteem’ op die veranderende en onzekere
toekomst anticiperen. Uitgangspunt, aldus Meijer, is om als ‘Amsterdam Metropolitan
Port’ grensverleggend waarde te creëren voor de klant, de stad en de regio in termen
van marktkansen, werkgelegenheid, innovatie, duurzaamheid en financieel rendement
voor de aandeelhouder (de gemeente Amsterdam). De kracht van de Amsterdamse
haven zit in de ‘strategische connectiviteit’; de verbinding tussen de haven en andere
economische clusters in stad en regio (zakelijk-financiële dienstverlening, food,
maakindustrie, fashion e.d.) en de relatie met andere logistieke knooppunten langs de
Logistieke Westas, zoals Schiphol en Greenport Aalsmeer.
Nieuwe rollen
Inzet in de nieuwe Havenvisie is groei van de bestaande kernclusters te accommoderen
en te versterken, en daarnaast fors in te zetten op haveninnovatie en business
development. De kernclusters vormen het hart van de activiteiten: energy, food, agribulk
minerals & recycling, general cargo & logistics, cruise en maritime services & real estate.
Op de snijpunten van deze kernclusters én op de kruispunten met ander sterke sectoren
in de regio (zakelijk-financiële dienstverlening, maakindustrie) ontstaan nieuwe kansen
voor innovatie, met name op het gebied van de circulaire en biobased economie, de
energietransitie, de logistiek en veiligheid en toezicht. Bij dit alles in het belangrijk dat
het fundament van de haven op topniveau gebracht wordt: intensief ruimtegebruik en
leefbaarheid, optimale bereikbaarheid (sluis, spoor, binnenvaart), een hoogwaardig
investeringsklimaat en ‘operational excellence’ van de Divisie Havenmeester (waaronder
veiligheid). ICT wordt bij dit alles steeds belangrijker. Een onmisbaar ingrediënt bij het
realiseren van de visie, is dat de nieuwe grote zeesluis is 2019 operationeel is. Realiseren
van beoogde ambities heeft, aldus Meijer, gevolgen voor de rol en het verdienmodel van
het Havenbedrijf. De huidige rol is primair die van ‘Marktmeester’ die het bedrijfsleven
faciliteert door grond en infrastructuur ter beschikking te stellen. Marktmeester is en
blijft, aldus Meijer, ook in de toekomst de centrale rol van het Havenbedrijf.
Nieuwe rollen zijn die van ‘Matchmaker’ en ‘Cocreator’. Als ‘Matchmaker’ brengt het
Havenbedrijf bedrijven, kennisinstellingen en overheden met elkaar in verbinding om
gezamenlijk innovaties tot stand te brengen, zoals op het gebied van de energietransitie,
verduurzaming (productieprocessen, modal split) of de circulaire economie. Als
‘Cocreator’ gaat het Havenbedrijf daarbij nog een stapje verder door te participeren in
innovatieve startups en activiteiten die van belang zijn voor de verduurzaming en
vernieuwing, en daarmee de continuïteit van de Amsterdamse havenregio.
Samenwerking vormt, aldus Meijer, bij alle rollen een sleutelwoord; het Havenbedrijf kan
en wil niet alles alleen doen. Vandaar het motto van Havenbedrijf Amsterdam: ‘Port of
Partnerships’.
Concurrentiekracht toverwoord
Alexander Rinnooy Kan, oud-SER voorzitter en hoogleraar UvA, complimenteerde het
Havenbedrijf met de concept-visie; mooi dat je het zelf hebt gedaan en geen extern
adviesbureau hebt ingehuurd. De nieuwe visie speelt volgens Rinnooy Kan goed in op de
uitdagingen van de toekomst. Concurrentiekracht is daarbij het toverwoord. Volgens de
recente Global Competitive Index is Nederland gezakt van de vijfde (2012) naar de
achtste plaats in 2013. Nederland doet het vooral slecht op het punt van de arbeidsmarkt
(flexibiliteit loonvorming, hiring&firing). We scoren als nummer 1 (naast
malariabestrijding) op maritieme infrastructuur. Havens en verbindingen tussen havens
vormen speerpunten van Nederland in de internationale beeldvorming. Dat komt deels
door ligging in het hart van Europa, aan open einde van de zogeheten ‘blauwe banaan’.
Wij zijn de gateway to Europe, overigens een goede illustratie van het feit hoe belangrijk
Europa voor ons is.
We moeten van die ligging, aldus Rinnooy Kan, optimaal profiteren en kansen voor
waardevermeerdering benutten. Havens gaan niet alleen over stromen goederen en
grondstoffen, maar ook over stromen mensen en ideeën. Een haven is niet alleen tijdelijk
opslagpunt, maar ook een permanent opslagpunt van kennis. In die mix zitten kansen
voor waardecreatie. Onderdeel zijn van de nationale kenniseconomie vormt een
essentiële factor van de concurrentiekracht door innovatieve ideeën en mensen op te
sporen en te stimuleren.
Dit is, aldus Rinnooy Kan, geen afwachtende rol. Alles beweegt, er zijn veranderingen die
je vaak niet verwacht. Vroeger had je nota’s met een enkele prognose om voor toekomst
klaar te zijn. Daarna kwamen scenario’s, een stuk beter maar ook die scenario’s zijn
arbitrair als blijkt dat nu net scenario 7 en 8 niet zijn uitgeschreven. Conclusie: het gaat
niet alleen om een goede visie maar ook en vooral om te zorgen voor voldoende
aanpassings- en leervermogen van je organisatie. Resilience, veerkracht, is daarbij het
sleutelwoord.
Zoek je bondgenoten
Vanuit die optiek is de verzelfstandiging van het Havenbedrijf, aldus Rinnooy Kan, een
zegen. Dit geeft ruimte om een veerkrachtige organisatie te worden. Je kunt sneller
schakelen en gretiger en ondernemend opereren. Centrale vraag is hoe je een
innovatieve omgeving organiseert. Daarbij zijn er volgens Rinnooy Kan drie punten van
belang. Allereerst vindt vernieuwing plaats in stedelijke omgeving, nu al woont meer dan
de helft van de wereldbevolking in steden op oppervlak van minder dan 1 pct.
wereldoppervlak. Ten tweede, innovatie gaat niet vanzelf. Iedereen vindt vernieuwing
prima, als het maar niet tot verandering leidt. Je moet er echt iets voor doen.
Samenwerking is tot slot een belangrijke ingrediënt voor innovatie. Zoek overal je
bondgenoten.
De nieuwe concept havenvisie anticipeert, aldus Rinnooy Kan, perfect op de grote
thema’s van de toekomst. Eerste opgave vormt de verduurzaming. Hier komen de
kenniseconomie en maakindustrie bij elkaar. De ontwikkeling van een circulaire economie
waar afval niet meer bestaat, is een industriële opgave. De haven vormt een ideale plek
om daaraan handen en voeten te geven. Tweede grote thema, de globalisering, is van
uitermate groot belang voor de logistiek en distributie. Vanuit die optiek moeten we ons
veel scherper positioneren binnen Europa door Europese meerwaarde te creëren en ons
topsectorenbeleid in te bedden in de Europese groeithema’s. Derde thema, aldus Rinnooy
Kan, is participatie. Mensen komen naar een stad en een regio om iets te leren, te doen
en te verdienen. De kracht van de Havenvisie is dat het Havenbedrijf de haven
nadrukkelijk wil verbinden met de stad en de regio.
Tot slot
Na vragen en reacties uit de zaal, en de bespreking van een viertal stellingen, nam
Dertje Meijer nogmaals het woord en bedankte de aanwezigen hartelijk voor hun
wezenlijke bijdrage aan de totstandkoming van de visie in deze en vorige bijeenkomsten.
De belangrijkste input van de bijeenkomst wordt nog verwerkt in de concept Havenvisie.
Daarna volgt vaststelling door de directie van het Havenbedrijf, de Raad van
Commissarissen en de aandeelhouder (B&W gemeente Amsterdam), die de Havenvisie
2030 ook aan de (nieuwe) gemeenteraad zal voorleggen.
Dertje Meijer sloot de bijeenkomst af door nog eens het belang van samenwerking te
benadrukken: “Het gaat erom dat mensen, milieu en markt elkaar versterken, en dat kan
alleen samen met onze klanten, relaties, regionale en internationale partners,
gemeentes, organisaties en andere (zee)havens in Nederland en Europa. En juist dat
optrekken in partnerships zorgt voor stabiliteit en een voortdurend proces van evolutie.
Hiermee zorgen we niet alleen voor een concurrerende haven vandaag, maar ook voor
morgen.”