Als hij treuzelt, dan treuzelt hij maar. Dat is veel leuker. Bij aankomst in Brunssum komt Melanie net aanrennen met de boodschappen. Ze had haar zoontje naar de peuterspeelzaal gebracht en had nog even tijd voor een boodschap voordat ik er zou zijn. Binnen staat het eten van vanavond al op het vuur. “We eten draadjesvlees, dus dat heb ik vast opgezet.” Onder het opruimen van de boodschappen door, zet ze koffie en thee, plukt een pluisje van de grond en legt een truitje klaar om even een knoop aan te zetten voor tijdens ons gesprek. “Ik heb niks met rust en stilte, ik moet echt wat te doen hebben, iets wat nuttig is.” Melanie Franssen, Brunssum Melanie werkt 3 dagen van 9 uur in Gulpen bij Mosaqua, het subtropisch zwembad. Daar doet ze de PR en de marketing. “Een ontzettend leuke baan. Volgende week hebben we het hondenzwemmen en dat ben ik helemaal aan het organiseren, en natuurlijk alle communicatie en evenementen.” Melanie vertelt dat PR/marketing natuurlijk best een drukke baan is, maar dat het werken een stuk relaxter is dan de dagen thuis. Om thuis alles aan kant te houden, zorgen voor Quinn van ruim 3 in haar eentje is gewoon druk. Haar vriend werkt full time als timmerman, interieurbouwer en gaat op maandagmorgen op dit moment heel vroeg de deur uit naar het westen van het land, blijft de hele week in een hotel en komt pas vrijdags thuis. “Dan heeft hij het zo gehad, dat hij het echt nodig d e k u n st v a n g e z o n d z i j n heeft om te gaan vissen en slaapt dan in de visbus. Dus ik zie hem pas op zaterdag.” Zo vliegen de weken voorbij. Melanie vertelt dat ze zo is opgevoed. Voldoening krijg je als je presteert, als je hard werkt. Allebei haar ouders kwamen uit een gezin waar hard werd gewerkt en geen plaats of tijd was voor gevoelens. Haar moeder was het enige meisje naast drie broers en haar ouders hadden een taxibedrijf. Dus haar moeder moest het huishouden doen. Zo ging dat. En haar vader was de jongste van 10 kinderen, dus ook daar in huis ging het er in volle vaart aan toe. Dat harde werken hebben haar ouders meegenomen in hun eigen gezin. Melanie vertelt met warmte en dankbaarheid over haar jeugd. ”Bij ons thuis kwamen we nooit iets tekort en was er natuurlijk meer tijd. Maar ja, wij zijn allemaal nogal praktisch ingesteld. En daardoor hebben we het ook allemaal goed. We hebben werk, een leuk huis en het draait. En dat geeft zeker voldoening. Maar ervan genieten, dat is iets waar niet over wordt gesproken.” En dat iedere dag doordraaien, doorrennen en niet serieus stilstaan bij voelen, gaat natuurlijk best zolang er niet teveel narigheid langskomt. Maar dat is wel gebeurd. Toen Melanie elf jaar was zag ze voor haar ogen haar goede vriendje verongelukken onder een vrachtwagen. Vlakbij haar huis op het kruispunt. Thuis wilde ze erover vertellen, erover huilen, het verschrikkelijke beeld wat voor haar ogen steeds weer terugflitste, proberen te stoppen. Maar haar ouders konden haar daar niet bij helpen. Gebeurd was gebeurd, niets meer aan te doen. “En dat was ook zo. Die reactie verwijt ik ze ook helemaal niet. Ze konden ook niet anders vanuit hun achtergrond en opvoeding, maar ik stond er wel. En wat me het meeste heeft geraakt en wat een enorme impact heeft gehad later in mijn leven is dat ik diezelfde avond alleen op mijn kamer zat. De vader van mijn vriendje heeft bijna de hele nacht staan te schreeuwen om zijn zoon op dat kruispunt. Ik kon hem horen. Ik kon hem niet helpen en niemand kwam mij helpen. Ik kon alleen maar zelf de rolluiken dichtdoen om het geluid iets minder te horen. En daar zat ik toen alleen en wist echt niet wat ik moest doen” Geëmotioneerd vertelt Melanie dat ze zich toen realiseerde dat ze er alleen voor stond. En dat je dus blijkbaar hard moet zijn. En gewoon doorgaan. In de jaren erna bleef de dood maar langskomen. “Juist in die tienerperiode hoor je je te ontwikkelen, maar ik sloot me steeds verder af. Ik leek de dood wel aan te trekken. Een juffrouw van school heeft zich verhangen, een paar mensen sprongen hier van de flat een kennis kwam door wurgseks om het leven, de vader van een vriendin had kanker en zo ging het maar door.” Al die incidenten maakten dat Melanie steeds beter leerde hard te zijn en gewoon door te gaan. Jarenlang leek dat ook goed te gaan. Tegenslagen, daar wen je aan. En inderdaad leverde het pragmatisch doorgaan op dat ze een leuke vriend tegenkwam met wie ze een ontzettend leuk huis kocht in Brunssum. Allebei een baan, zelfs in crisistijd en een kindje op komst. Maar de d e k u n st v a n g e z o n d z i j n bevalling viel nogal tegen. “Het was uitputtend, duurde eindeloos, ging allemaal niet en na de geboorte voelde ik helemaal niets. Toen ben ik helemaal op de automatisch piloot gegaan. Ik deed wat er moest gebeuren, maar voelde er niets bij. Natuurlijk spraken vrienden me er wel op aan. Gaat het wel goed met je? Maar ik was heel kordaat in mijn antwoord dat het prima ging en dat ze moesten ophouden erover te zeuren.” Melanie is toch hulp gaan zoeken, maar vond niet wat ze nodig had. Via de huisarts heeft ze verschillende keren psychiaters en psychologen bezocht. Er was duidelijk sprake van een postnatale depressie. “Maar een uurtje in de week praten hielp gewoon niet. En dan kom je in zo’n kliniek, alleen van de wachtkamer al werd ik nog depressiever.” Van een buurvrouw hoorde ze dat die een traject bij Ciran in Maastricht had doorlopen. “En dat leek me wel wat. Al tijdens het kennismakingsgesprek voelde het anders. Daar hadden ze echte interesse in me. En de wachtkamer was gewoon een fijne ruimte. Het voelde totaal anders. Ook een team van behandelaren leek me juist heel prettig. Zo hoor je verschillende kijken op de zaak. Uit de vragenlijsten bleek dat ik niet alleen een post natale depressie had, maar ook PTSS, burn out en chronische vermoeidheid. En ik werkte gewoon door. Nou, een indicatie krijgen voor een Ciran traject was dus geen probleem.” Melanie vertelt dat ze veel heeft geleerd tijdens het traject. Je leert praktisch denken in het hier en nu. Praktisch was ik al, maar ik leerde het bij het hier en nu te houden en niet teveel terug te kijken. Natuurlijk kreeg ze EMDR om haar PTSS te controleren. “En dat gaat ook echt veel beter. EMDR heeft dingen echt kunnen afsluiten. Ik heb voor veel zaken handvatten gekregen om het dwangmatige dat ik had over alles in orde houden, te verminderen. Zo kan ik nu best een keer een dekentje op de bank laten liggen voor ik ga slapen en de stoelen laten staan zoals ze staan. Vroeger moest ik eerst alles perfect netjes hebben voor ik kon gaan slapen.” Melanie geeft aan dat ze nu veel vaker bewust niet afspreekt. Vroeger zat iedere avond vol. Ik vond dat dat zo hoorde om succesvol te zijn. En het was ook leuk, maar ondertussen was het een noodzaak, een moeten en het ervan genieten was ver te zoeken. Nu plan ik veel minder. Laatst had ik een heel weekend helemaal niets gepland, en toen zijn we onverwacht een boottochtje gaan maken. Daar hebben we van genoten! “ “Tijdens het traject ben ik ook naar Huy geweest. Ja, dat was heel erg leuk. De omgeving is mooi en rustig en de oefeningen die je leert heel waardevol. De lezingen zou ik nog wel eens willen horen en ik wil dan ook nog wel een keer teruggaan. Maar daar is het gemakkelijk. Weet je, in Huy is het rustig en ben je een beetje van de wereld. En een lama heeft geen kleine kinderen, dat maakt het in het echt leven toch net even wat lastiger om te leven.” “Ik vind het heel moeilijk om het geleerde vast te houden. Ik ben er nog lang niet en heb dan ook regelmatig echt een rotdag of rottijd. Ook over gevoelens spreken, zoals nu in het gesprek, vind ik vreselijk en heel vervelend.” Melanie vertelt dat ze regelmatig een terugval heeft. Ze heeft dan voor haar gevoel toch nog niet genoeg kracht om het zelf te d e k u n st v a n g e z o n d z i j n doen. “Maar een tweede keer een traject bij Ciran kan niet en ik weet eigenlijk niet wat dan wel. Maar het gaat wel steeds beter. Ik heb terugvallen, maar al met al gaat de totale weg wel omhoog. Ik had gedacht dat het na het traject wel klaar was, dat het dan allemaal wel zou lukken. Maar het blijft hard werken.” Stralend vertelt Melanie over haar zoontje. “Dat was uiteindelijk degene die me echt hielp. Vlak na de geboorte nog niet. Toen zag ik hem niet door die post natale depressie. Maar hij voelt me zo goed aan. Soms door me af te leiden, soms door juist niks te zeggen en alleen maar te kijken. Ook met eten helpt hij me. Ik neem vaak niet de tijd om te eten, maar dan zegt hij “mama moet ook eten. Lekker.” En dan denk ik er weer aan om ook voor mezelf te zorgen. Hij helpt me nu vooral om te genieten. ’s Morgens lopen we naar school. Vroeger deed ik dat met de wandelwagen en was ik heen en weer binnen 5 minuten. Nu nemen we er de tijd voor. En als hij treuzelt, dan treuzelt hij maar. Dat is veel leuker.
© Copyright 2024 ExpyDoc