Aanstellings- en bevorderingseisen vrijwillig personeel bij de

Aanstellings- en bevorderingseisen vrijwillig personeel bij de brandweer
Artikel 33:1:2:1 Aanstellingseisen
Lid 1
Voor aanstelling in een brandweerfunctie komt in aanmerking hij/zij die:
a. in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet op
justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag;
b. voldoet aan de geneeskundige keuringseisen als bedoel in de wet veiligheidsregio’s;
c. de voor de brandweerdienst nodige karaktereigenschappen bezit, zo nodig blijkende
uit een psychologisch onderzoek;
d. lichamelijk genoeg vaardigheid voor de brandweerdienst bezit, blijkende uit het
verrichten van de lichamelijke vaardigheidstesten (sporttest, hoogtevrees,
engtevrees, coördinatie, rijtest);
e. blootsvoets een lengte van tenminste 1,65 m en maximaal 2.00 m heeft;
f. beschikt over een goede algemene ontwikkeling, een duidelijk leesbaar handschrift
en voldoende kennis van de Nederlandse taal;
g. woont binnen het vastgestelde woongebied (2 minuten rijtijd van de kazerne) of
voornemens is om binnen één jaar te verhuizen naar een woning binnen het
woongebied (geldt alleen voor vrijwilligers bij de korpsen Ede-centrum en
Stadspoort). In bijzondere gevallen kan deze termijn met één jaar verlengd worden.
Lid 2
Voor aanstelling als Aspirant-Manschap met de rang Aspirant-Brandwacht is tevens vereist:
a. een leeftijd van tenminste 18 jaar;
b. minimaal bezit van een VMBO of een naar het oordeel van de Commandant van de
brandweer daarmede gelijk te stellen opleiding.
Artikel 33:1:2:2 Aanstellingseisen tijdelijke aanstelling
Voor tijdelijke aanstelling komt uitsluitend in aanmerking hij/zij, die:
1. voldoet aan de in artikel 33:1:2:1 genoemde aanstellingseisen.
Deze tijdelijke aanstelling vindt in principe voor de duur van twee jaar plaats maar kan in
bijzondere gevallen met ten hoogste één jaar verlengd worden.
Artikel 33:1:2:3 Aanstellingseisen vaste aanstelling
Voor vaste aanstelling komt uitsluitend in aanmerking hij/zij, die:
1. voldoet aan de in artikel 33:1:2:1 genoemde aanstellingseisen;
2. voldoet aan de eisen voor bevordering tot de betreffende functie, gesteld in artikel
33:1:2:4;
3. woonachtig is in het verplicht vastgestelde woongebied (2 minuten rijtijd van de
kazerne; geldt alleen voor vrijwilligers bij de korpsen Ede-centrum en Stadspoort);
4. over een voor het uitoefenen van de functie adequate lichamelijke vaardigheid en
conditie beschikt;
5. een voldoende beoordeling heeft van zijn/haar functies;
6. in bezit is van de benodigde vakgerichte opleidingen; en
7. in bezit van de door de rijksoverheid te stellen/gestelde opleidingen of diploma's.
Artikel 33:1:2:4 Bevorderingseisen
Onverminderd de eisen van geschiktheid voor het bekleden van een functie, welke binnen
het kader van de geldende formatiebeschikking vervuld kan worden, gelden voor
bevordering naast artikel 33:1:2:3 de volgende eisen:
1. Voor bevordering tot Manschap A in de rang van Brandwacht komt in aanmerking de
Aspirant-Manschap, die:
voldoende bedrevenheid in het verrichten van de handelingen en het
uitvoeren van de werkzaamheden als Manschap heeft;
in bezit is van het diploma Manschap A (kerntaak 1 t/m 4);
een diensttijd in de functie van Aspirant-Manschap heeft van tenminste één
jaar.
2. Voor bevordering tot Manschap A of B in de rang van Hoofdbrandwacht komt in
aanmerking de Manschap A, die:
voldoet aan de in lid 1 gestelde eisen;
in bezit is van de diploma’s voertuigbediener en gaspakdrager. Daarnaast
opgeleid is voor MOB (geldt alleen voor Ede-centrum);
een diensttijd in de functie van Manschap A van tenminste 5 jaar of
gediplomeerd Manschap A met 2 specialismen*.
* (specialismen zijn: chauffeur, voertuigbediener, gaspakdrager, brandweerduiker,
verkenner gevaarlijke stoffen)
3. Voor bevordering tot Bevelvoerder in de rang van Brandmeester komt in aanmerking
de Manschap A of B, die:
in bezit is van het diploma Onderbrandmeester (oud) of het diploma
Bevelvoerder (nieuw);
de voor een bevelvoerder nodige karaktereigenschappen bezit, blijkend uit
een psychologisch onderzoek;
een diensttijd in de functie van Manschap A of B heeft van tenminste 3 jaar.
4. Voor bevordering tot Ploegchef in de rang van Brandmeester komt in aanmerking de
Bevelvoerder, die:
de voor een Ploegchef nodige karaktereigenschappen bezit, blijkend uit een
psychologisch onderzoek;
de leergang Ploegchef met goed resultaat heeft afgerond.
Artikel 33:1:2:5 Afwijkende bevorderingseisen
In zeer bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de in artikel 33:1:2:4 gestelde
bevorderingseisen, onverminderd de bepalingen in het "Wet Veiligheidsregio’s” .