Dotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname U wacht in het ziekenhuis op een PCI behandeling van de kransslagaders van het hart. PCI staat voor Percutane Coronaire Interventie, beter bekend als het plaatsen van een stent. Dit wordt ook wel een dotterbehandeling genoemd. In deze folder kunt u lezen hoe de gang van zaken is rondom deze behandeling. PCI Op basis van het vooronderzoek (hartkatheterisatie) is er een vernauwing van uw kransslagaders ontdekt. Met behulp van een ballonnetje wordt geprobeerd het bloedvat weer wijder te maken op de plaats van de vernauwing. Hierna wordt er een stent geplaatst. Dit kunnen eventueel ook meerdere stents zijn afhankelijk van de vernauwing(en). Verder kunnen er ook aanvullende onderzoeken worden gedaan zoals bijvoorbeeld echobeelden maken van de binnenkant van de kransslagader (IVUS onderzoek). Een stent is een klein, ontplooibaar buisje met een gaasachtige structuur, dat wordt gemaakt van een kobaltlegering. De stent helpt bij het openhouden van het bloedvat. Na het plaatsen van de stent zal deze permanent in uw bloedvat blijven. De meeste stents beschikken over een coating van geneesmiddelen om te helpen voorkomen dat het bloedvat zich weer vernauwt. De nieuwste ontwikkeling is de oplosbare stent (scaffold), deze bestaat uit materiaal dat wordt opgenomen door de vaatwand (polymelkzuur). Deze stent is nog niet voor iedere vernauwing geschikt. Hier wordt nog verder studie naar gedaan. Voorbereiding Uw cardioloog en/of verpleegkundige vertelt u welke voorbereiding nodig is. Wat medicijnen betreft, is de voorbereiding als volgt: Stoppen met bloedverdunners Hieronder staat hoe lang van tevoren u moet stoppen met eventuele bloedverdunners: -1- MCL | Patiënteninformatie Dotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname Acenocoumarol: 3 dagen voor het onderzoek stoppen. Marcoumar (Fenprocoumon): 5 dagen voor het onderzoek stoppen. Gebruikt u Pradaxa (Dabigatran) of Xarelto (Rivaroxaban) ook wel NOAC-medicatie genoemd, dan deze stoppen op voorschrift van de arts. Ascal: gewoon door blijven gebruiken. Ook kan ter overbrugging bloedverdunnende injecties worden gegeven. U wordt op de hoogte gebracht over hoe dit in zijn werk gaat. LET OP! Heeft u een kunstklep? Stop dan NIET met de antistollingsmedicijnen. Er moet dan iets anders voor u worden geregeld. Stoppen met andere medicijnen Metformine: op de dag van het onderzoek stoppen, twee dagen na de behandeling mag u hier weer mee starten (mits niet anders aangegeven) Plastabletten: op de ochtend van het onderzoek niet innemen. Overige medicijnen mag u gewoon innemen. Plavix en Ascal Op de dag voor de behandeling ontvangt u ’s morgens vier tabletjes Plavix = 300 mg en Ascal 600 mg (oplossen in water) van de verpleegkundige. Op de morgen van de behandeling krijgt u nog een tabletje Plavix van 75 mg. Let op: Gebruikt u al langer dan drie dagen Plavix (Clopidogrel), of het medicijn Efient (Prasugrel) of Brilique (Ticagrelor), dan ontvangt u de Plavix niet. U neemt dan gewoon uw dagdosering in van het medicijn dat u al gebruikt. Indien u zelf al Ascal 100mg (of Acetylsalicylzuur 80 mg) gebruikt, mag u deze eenmalig laten staan. Bent overgevoelig voor contrastvloeistof? Meld dit dan aan uw arts of verpleegkundige. -2- MCL | Patiënteninformatie Dotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname Meten is weten Er wordt in ons ziekenhuis veel gedaan aan (wetenschappelijke) onderzoeken waarbij verschillende soorten medicatie, materialen of behandelmethodes met elkaar worden vergeleken. U kunt worden gevraagd voor deelname aan een van deze onderzoeken. U krijgt hier dan uitgebreide informatie over. Daarnaast zijn wij verplicht de resultaten van de PCI-behandelingen te registreren. Om gebruik te mogen maken van uw gegevens, hebben wij uw toestemming nodig. Mocht u bezwaar hebben dat wij uw gegevens hiervoor gebruiken, dan kunt u dit met uw arts bespreken. De dag van de PCI U mag ‘s morgens gewoon ontbijten. Is de behandeling ’s middags? Dan mag u tussen de middag een lichte lunch nemen. Ligt u in een ander ziekenhuis? Dan komt u met de ambulance naar het MCL. Wij ontvangen u op het Observatorium. Op het afgesproken tijdstip (N.B.: het programma kan uitlopen) krijgt u een operatiejasje aan, kunt u nog even naar het toilet en gaat u hierna in bed naar de hartkatheterisatiekamer. Bent u bekend met een verminderde nierfunctie? Dan wordt er 12 uur voor de behandeling gestart met een ‘spoelinfuus’ om uw nieren te beschermen. De behandeling Op de hartkatheterisatiekamer gaat u op de behandeltafel liggen. Uw lies en/of pols wordt geschoren en gedesinfecteerd. Hierna krijgt u een steriel laken over u heen. Als alles klaar staat, komt de interventiecardioloog. De interventiecardioloog begint met het geven van de plaatselijke verdoving. Hij brengt een katheter via de slagader in de lies of de pols tot aan de betreffende kransslagader. Soms worden er eerst nog aanvullende opnames gemaakt. -3- MCL | Patiënteninformatie Dotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname Vervolgens wordt er door de katheter een dunne draad opgeschoven tot voorbij de vernauwing. Over deze draad wordt een ballon geschoven tot in de vernauwing. De ballon wordt vervolgens opgeblazen om de vernauwing weer wijder te maken. Dit kan even wat druk op de borst geven. Hierna wordt er een stent geplaatst in de vernauwing. Deze stent is een dun cilindertje van fijnmazig materiaal dat de opgerekte vernauwing beter openhoudt. Vaak is dit een stent die medicijnen afgeeft. De medicijnen helpen het dichtgroeien van de stent te voorkomen. Tijdens de behandeling kan de interventiecardioloog meerdere vernauwingen behandelen. Ook kan hij aanvullend onderzoek doen met een echo-apparaatje. Hiermee kan hij de binnenkant van de kransslagader bekijken. Tijdens de hele behandeling houden wij uw hartritme en bloeddruk in de gaten. Als u iets onaangenaams voelt (pijn op de borst, misselijkheid, jeuk e.d.), zeg dit dan meteen. De behandeling duurt gemiddeld ongeveer anderhalf uur. Nazorg Als de behandeling klaar is, wordt de katheter uit de pols gehaald en de slagader dichtgedrukt met een “manchet”. Heeft de cardioloog de slagader in de lies aangeprikt? Dan wordt deze gesloten met een oplosbaar plugje of afgedrukt, waarna een drukverband wordt aangebracht. Er wordt geen hechting gebruikt. Soms blijft de katheter zitten en wordt er na een paar uur op de afdeling uitgehaald. Tijdens de behandeling heeft u bloedverdunnende medicijnen gekregen om de stent goed open te houden. Hierdoor is de kans op nabloeding groter dan bij een hartkatheterisatie. Na de behandeling gaat u terug naar uw afdeling of naar het Observatorium voor de verdere nazorg. Daar hoort u hoe lang u in bed moet blijven. Dit is afhankelijk van de plaats van aanprikken en wijze waarop de wond is gesloten. -4- MCL | Patiënteninformatie Dotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname Er wordt een hartfilmpje gemaakt, uw hartritme wordt bewaakt en de bloeddruk wordt regelmatig gemeten en de wond gecontroleerd. U krijgt 1 liter water, het is de bedoeling dat u dit binnen twee uur opdrinkt. Hierdoor raakt u het contrastvloeistof versneld kwijt uit uw lichaam. Heeft u een ‘spoelinfuus’ dan hoeft dit niet, dan wordt er opnieuw voor de duur van 12 uur een infuus aangesloten. Wanneer u weer pijnklachten krijgt of houdt, meld dit dan aan de verpleegkundige. De volgende morgen wordt er bloed geprikt. Wanneer de bloedwaarden goed zijn, mag u naar huis of gaat u naar uw eigen ziekenhuis. Houdt u er rekening mee dat u niet zelf naar huis mag rijden. De uitslag De interventiecardioloog vertelt u direct na de behandeling of de behandeling geslaagd is. Mogelijke risico’s Iedere behandeling betekent een zeker risico, zo ook bij een PCI-behandeling. Het kan gebeuren dat er tijdens of na de behandeling met spoed opnieuw moet worden gedotterd, eventueel op een andere plaats in de kransslagader. Ook kan het gebeuren dat er alsnog een operatie noodzakelijk is. De kans op een ernstige complicatie zoals een hartinfarct of overlijden is erg klein, maar moeten we u toch melden. Daarnaast kunnen er nog vervelende gevolgen zijn van tijdelijke aard, zoals een nabloeding of een bloeduitstorting bij de aanprikplaats of overgevoeligheid voor het contrastmiddel. -5- MCL | Patiënteninformatie Dotter- en stentbehandeling (PCI) Tijdens opname Leefregels thuis Zie hiervoor de folder: Leefregels na een dotter- en stentbehandeling (PCI). Vragen Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze folder? Overleg dan met uw cardioloog of verpleegkundige van de afdeling. Aantekeningen …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… www.mcl.nl www.hartstichting.nl www.hartenvaatgroep.nl Planningssecretariaat interventiecardiologie 058 – 286 78 41 Verpleegkundig consulent cardiologie 058 – 286 60 64 ©MCL juli 2014 MCL-HCF-FOL-010 (4) -6- MCL | Patiënteninformatie
© Copyright 2024 ExpyDoc