Dotter- en stentbehandeling (PCI)_tijdens opname_juli 2014

Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Tijdens opname
U wacht in het ziekenhuis op een PCI behandeling van de kransslagaders van het hart. PCI
staat voor Percutane Coronaire Interventie, beter bekend als het plaatsen van een stent. Dit
wordt ook wel een dotterbehandeling genoemd. In deze folder kunt u lezen hoe de gang van
zaken is rondom deze behandeling.
PCI
Op basis van het vooronderzoek (hartkatheterisatie) is er een vernauwing van uw kransslagaders
ontdekt. Met behulp van een ballonnetje wordt geprobeerd het bloedvat weer wijder te maken op
de plaats van de vernauwing. Hierna wordt er een stent geplaatst. Dit kunnen eventueel ook
meerdere stents zijn afhankelijk van de vernauwing(en). Verder kunnen er ook aanvullende
onderzoeken worden gedaan zoals bijvoorbeeld echobeelden maken van de binnenkant van de
kransslagader (IVUS onderzoek).
Een stent is een klein, ontplooibaar buisje met een gaasachtige structuur, dat wordt gemaakt van
een kobaltlegering. De stent helpt bij het openhouden van het bloedvat. Na het plaatsen van de
stent zal deze permanent in uw bloedvat blijven. De meeste stents beschikken over een coating
van geneesmiddelen om te helpen voorkomen dat het bloedvat zich weer vernauwt.
De nieuwste ontwikkeling is de oplosbare stent (scaffold), deze bestaat uit materiaal dat wordt
opgenomen door de vaatwand (polymelkzuur). Deze stent is nog niet voor iedere vernauwing
geschikt. Hier wordt nog verder studie naar gedaan.
Voorbereiding
Uw cardioloog en/of verpleegkundige vertelt u welke voorbereiding nodig is. Wat medicijnen
betreft, is de voorbereiding als volgt:
Stoppen met bloedverdunners
Hieronder staat hoe lang van tevoren u moet stoppen met eventuele bloedverdunners:
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Tijdens opname
Acenocoumarol: 3 dagen voor het onderzoek stoppen.
Marcoumar (Fenprocoumon): 5 dagen voor het onderzoek stoppen.
Gebruikt u Pradaxa (Dabigatran) of Xarelto (Rivaroxaban) ook wel NOAC-medicatie genoemd,
dan deze stoppen op voorschrift van de arts.
Ascal: gewoon door blijven gebruiken.
Ook kan ter overbrugging bloedverdunnende injecties worden gegeven. U wordt op de
hoogte gebracht over hoe dit in zijn werk gaat.
LET OP! Heeft u een kunstklep? Stop dan NIET met de antistollingsmedicijnen. Er moet dan iets
anders voor u worden geregeld.
Stoppen met andere medicijnen
Metformine: op de dag van het onderzoek stoppen, twee dagen na de behandeling mag u hier
weer mee starten (mits niet anders aangegeven)
Plastabletten: op de ochtend van het onderzoek niet innemen.
Overige medicijnen mag u gewoon innemen.
Plavix en Ascal
Op de dag voor de behandeling ontvangt u ’s morgens vier tabletjes Plavix = 300 mg en Ascal 600
mg (oplossen in water) van de verpleegkundige. Op de morgen van de behandeling krijgt u nog
een tabletje Plavix van 75 mg.
Let op:
Gebruikt u al langer dan drie dagen Plavix (Clopidogrel), of het medicijn Efient (Prasugrel) of
Brilique (Ticagrelor), dan ontvangt u de Plavix niet. U neemt dan gewoon uw dagdosering in van
het medicijn dat u al gebruikt.
Indien u zelf al Ascal 100mg (of Acetylsalicylzuur 80 mg) gebruikt, mag u deze eenmalig laten
staan.
Bent overgevoelig voor contrastvloeistof? Meld dit dan aan uw arts of verpleegkundige.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Tijdens opname
Meten is weten
Er wordt in ons ziekenhuis veel gedaan aan (wetenschappelijke) onderzoeken waarbij
verschillende soorten medicatie, materialen of behandelmethodes met elkaar worden vergeleken.
U kunt worden gevraagd voor deelname aan een van deze onderzoeken. U krijgt hier dan
uitgebreide informatie over.
Daarnaast zijn wij verplicht de resultaten van de PCI-behandelingen te registreren. Om gebruik te
mogen maken van uw gegevens, hebben wij uw toestemming nodig. Mocht u bezwaar hebben
dat wij uw gegevens hiervoor gebruiken, dan kunt u dit met uw arts bespreken.
De dag van de PCI
U mag ‘s morgens gewoon ontbijten. Is de behandeling ’s middags? Dan mag u tussen de middag
een lichte lunch nemen. Ligt u in een ander ziekenhuis? Dan komt u met de ambulance naar het
MCL. Wij ontvangen u op het Observatorium. Op het afgesproken tijdstip (N.B.: het programma kan
uitlopen) krijgt u een operatiejasje aan, kunt u nog even naar het toilet en gaat u hierna in bed naar
de hartkatheterisatiekamer.
Bent u bekend met een verminderde nierfunctie? Dan wordt er 12 uur voor de behandeling gestart
met een ‘spoelinfuus’ om uw nieren te beschermen.
De behandeling
Op de hartkatheterisatiekamer gaat u op de behandeltafel liggen. Uw lies en/of pols wordt
geschoren en gedesinfecteerd. Hierna krijgt u een steriel laken over u heen. Als alles klaar staat,
komt de interventiecardioloog.
De interventiecardioloog begint met het geven van de plaatselijke verdoving. Hij brengt een
katheter via de slagader in de lies of de pols tot aan de betreffende kransslagader. Soms worden er
eerst nog aanvullende opnames gemaakt.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Tijdens opname
Vervolgens wordt er door de katheter een dunne draad opgeschoven tot voorbij de vernauwing.
Over deze draad wordt een ballon geschoven tot in de vernauwing. De ballon wordt vervolgens
opgeblazen om de vernauwing weer wijder te maken. Dit kan even wat druk op de borst geven.
Hierna wordt er een stent geplaatst in de vernauwing. Deze stent is een dun cilindertje van
fijnmazig materiaal dat de opgerekte vernauwing beter openhoudt. Vaak is dit een stent die
medicijnen afgeeft. De medicijnen helpen het dichtgroeien van de stent te voorkomen.
Tijdens de behandeling kan de interventiecardioloog meerdere vernauwingen behandelen. Ook
kan hij aanvullend onderzoek doen met een echo-apparaatje. Hiermee kan hij de binnenkant van
de kransslagader bekijken.
Tijdens de hele behandeling houden wij uw hartritme en bloeddruk in de gaten. Als u iets
onaangenaams voelt (pijn op de borst, misselijkheid, jeuk e.d.), zeg dit dan meteen.
De behandeling duurt gemiddeld ongeveer anderhalf uur.
Nazorg
Als de behandeling klaar is, wordt de katheter uit de pols gehaald en de slagader dichtgedrukt met
een “manchet”. Heeft de cardioloog de slagader in de lies aangeprikt? Dan wordt deze gesloten
met een oplosbaar plugje of afgedrukt, waarna een drukverband wordt aangebracht. Er wordt
geen hechting gebruikt. Soms blijft de katheter zitten en wordt er na een paar uur op de afdeling
uitgehaald.
Tijdens de behandeling heeft u bloedverdunnende medicijnen gekregen om de stent goed open
te houden. Hierdoor is de kans op nabloeding groter dan bij een hartkatheterisatie.
Na de behandeling gaat u terug naar uw afdeling of naar het Observatorium voor de verdere
nazorg. Daar hoort u hoe lang u in bed moet blijven. Dit is afhankelijk van de plaats van aanprikken
en wijze waarop de wond is gesloten.
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Tijdens opname
Er wordt een hartfilmpje gemaakt, uw hartritme wordt bewaakt en de bloeddruk wordt regelmatig
gemeten en de wond gecontroleerd.
U krijgt 1 liter water, het is de bedoeling dat u dit binnen twee uur opdrinkt. Hierdoor raakt u het
contrastvloeistof versneld kwijt uit uw lichaam.
Heeft u een ‘spoelinfuus’ dan hoeft dit niet, dan wordt er opnieuw voor de duur van 12 uur een
infuus aangesloten.
Wanneer u weer pijnklachten krijgt of houdt, meld dit dan aan de verpleegkundige.
De volgende morgen wordt er bloed geprikt. Wanneer de bloedwaarden goed zijn, mag u naar
huis of gaat u naar uw eigen ziekenhuis.
Houdt u er rekening mee dat u niet zelf naar huis mag rijden.
De uitslag
De interventiecardioloog vertelt u direct na de behandeling of de behandeling geslaagd is.
Mogelijke risico’s
Iedere behandeling betekent een zeker risico, zo ook bij een PCI-behandeling. Het kan gebeuren
dat er tijdens of na de behandeling met spoed opnieuw moet worden gedotterd, eventueel op een
andere plaats in de kransslagader. Ook kan het gebeuren dat er alsnog een operatie noodzakelijk
is. De kans op een ernstige complicatie zoals een hartinfarct of overlijden is erg klein, maar moeten
we u toch melden.
Daarnaast kunnen er nog vervelende gevolgen zijn van tijdelijke aard, zoals een nabloeding of een
bloeduitstorting bij de aanprikplaats of overgevoeligheid voor het contrastmiddel.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Dotter- en stentbehandeling (PCI)
Tijdens opname
Leefregels thuis
Zie hiervoor de folder: Leefregels na een dotter- en stentbehandeling (PCI).
Vragen
Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze folder? Overleg dan met uw cardioloog of
verpleegkundige van de afdeling.
Aantekeningen
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
www.mcl.nl
www.hartstichting.nl
www.hartenvaatgroep.nl
Planningssecretariaat interventiecardiologie
058 – 286 78 41
Verpleegkundig consulent cardiologie
058 – 286 60 64
©MCL juli 2014
MCL-HCF-FOL-010 (4)
-6-
MCL | Patiënteninformatie