verslag van 20 januari

Verslag Idealenwerkplaats ‘Actualiteit en spiritualiteit’
Op 20 januari 2014 in Sijthoff, Leiden
Wakker zijn en wakker worden aan de ander in het licht van je eigen ideaal
...Uit louter vertrouwen te leven zonder bestaanszekerheid, uit het vertrouwen op de immer
aanwezig zijnde hulp van de geestelijke wereld. Ik wacht het af, met volledige innerlijke rust,
in volmaakte zielenrust, ... wat uit de toekomst in onze ziel opgenomen wil worden.
Laten we onze wil voortdurend sterken en proberen haar te wekken iedere morgen en iedere
avond.
Op 20 januari 2014 werd gestart met een gebed van Overgave, samengesteld uit een tekst van
Rudolf Steiner, om je in deze tijd niet tegen te laten houden, maar vertrouwen te hebben van
wat er uit de toekomst komen wil. Het bovenstaande is daaruit afkomstig. Een bewogen
avond waar de mensen de ruimte konden nemen om hun jeugdig ideaal zichtbaar te maken.
Tijdens de inleiding vertelde iemand dat zij op haar vijfde jaar al gefascineerd was geraakt
door haar opa die met veel aandacht met de planten werkte. Nog altijd zoekt zij naar de
verbinding met de natuur en hoe ze dit in ontwikkeling met kinderen kan brengen.
Blijkbaar impulseren idealen al van jongs af aan in het leven van kinderen. Als we over
spiritualiteit spreken, zou dit ‘impulseren’ van het ideaal dan een verbinding kunnen zijn met
het spirituele geestelijke leven? Want zoals we hoorden in de inleiding, kan een waardevolle
bron van idealen in de jeugdige tijd zichtbaar worden. Een bron die voor de opgroeiende mens
in het latere leven van belang kan zijn. De idealen die je als mens daar hebt gehad, zou je
eigenlijk goed moeten koesteren! En hoe kom je als kind en of jeugdige zo aan (een beeld
van) je idealen? Dat je weet en de wil hebt na de middelbare school je te willen ontwikkelen,
er iets mee te willen doen en belangstelling kunt krijgen voor een beroep? Wat ook nog eens
bepalend is voor de vorming van je lot.
Daarbij kan iets ‘specifieks’ een rol spelen, zodat je een stukje van jezelf, een stukje ideaal
kunt ontmoeten, en zichtbaar of bewust kunt worden in een ander. Dit kan je opa zijn – of een
ander mens die in een bepaald gebied werkzaam is. Dat vraagt dan een stukje broederlijkheid
of menselijkheid naar elkaar, een sociaal bewustzijn. Maar het kan ook zo zijn dat je gegrepen
wordt door een thema, door een schrijver, of zoals iemand vertelde die erg geïnteresseerd was
in biografieën, door verhalen over en van bestaande mensen. Zo kan, door de ontmoeting met
de ander of het andere, je ideaal wakker worden! Als je teruggaat in je jeugd, vind je
misschien iemand aan wie je wakker werd, maar natuurlijk kun je elke dag aan iets of iemand
wakker worden, als een lichtje op je weg.
Enkele mensen vertelden over hun wensen van vroeger, over goede ervaringen die ze gehad
hadden toen ze jong waren, of dat ze door het een en ander erg geraakt waren. Het
interessante is dat de dingen die werden genoemd nog altijd een belangrijke rol in hun leven
blijken te spelen. Veel ervan speelt dan ook beroepsmatig of op de zoekende weg er naar toe.
Op deze avond kregen we ook een mooie oefening om mee te nemen. Deze oefening sluit
goed aan op wat in het vorige verslag van 16 december werd beschreven. Namelijk dat het de
kunst is om, vanuit een aandachtige bevlogenheid, je eigen innerlijk licht te laten schijnen op
de beide tijdsvormen, zodat je ideaal zichtbaar kan worden.
Oefening afkomstig van Joop van Dam in Omgaan met het levenslot, op bladzijde 11 en 12:
Je laat nu je eigen licht van bewustzijn schijnen door middel van een terugblik die je elke dag
doet, gedurende drie tot vijf minuten. Je stelt jezelf bijvoorbeeld de eerste paar weken (vier
weken is handig) de vraag:
‘Wat was de wezenlijkste ontmoeting die ik vandaag heb gehad?’
Dit kan een ontmoeting met een mens zijn, een advies dat je krijgt maar allicht over het hoofd
hebt gezien, een impuls, het bereiden van een nieuwe maaltijd, maar ook een bloemknop, het
schijnsel van het zonlicht op de bomen, een geur enzovoort. Je schrijft dit kort op in een klein
boekje, ook als je geen ontmoeting hebt gehad. Daarmee maak je voor jezelf ook een
‘presentielijstje’, zoals Joop van Dam dat leuk benoemt.
De volgende paar weken stel je je bijvoorbeeld de vraag:
‘Welk wonder is er vandaag gebeurd?’
‘Welke vragen zijn mij vandaag gesteld?’
Stilletjes aan kun je dan gaan merken dat er wat van binnen gebeurt, natuurlijk in een
ontwikkelingsproces. Maar dit innerlijke proces kan zich zo gaan versterken door de
terugblik, dat geleidelijk aan de eigen individuele wil te voorschijn komt.
Joop van Dam geeft in zijn boekje Omgaan met het levenslot de vergelijking tussen een
kiemblad van een esdoorn en een beuk. Een kiemblad is vrij algemeen en daaruit komt dan
bijvoorbeeld een esdoorn of een beuk tevoorschijn. Zo kun je vanuit het verleden de wil voor
de toekomst wekken!
In de volgende bijeenkomst zullen we ingaan op de twee tijdslijnen van verleden en toekomst
die elkaar ontmoeten in het nu. Beide tijdslijnen zijn van belang, aangezien je vanuit je
verleden naar de toekomst je persoonlijkheid opbouwt. En de tijdslijn vanuit de toekomst
geeft een spirituele dimensie weer. Het gaat erom beide tijdslijnen met elkaar in verbinding te
brengen en om vanuit beide vormen te leven. Om geen luchtkastelen te gaan bouwen...
Je kunt ergens diep van binnen een verlangen of een beeld hebben van hoe je in de toekomst
zou willen zijn. Vaak kun je daar geen worden aan geven of een beeld van maken. Je bent een
persoon die zich ontwikkelen wil en kan, maar in wie je vertrouwen nodig hebt om in een
proces te stappen.
Kun je je leven leiden vanuit de toekomst, in verbinding met je persoonlijk verleden?
Je actuele persoonlijke zijn verbinden met je spirituele ideaal?
(Uit Jos van der Brug, ‘Leven tussen verleden en toekomst’, in Annemarie van der Meer,
Levenswerk. Stuurmanskunst in de levensloop, Zeist 1993, bladzijde 46-49).