Economie Noord-Nederland groeit pas weer in 2015

Regiovisie Noord-Nederland
ING Economisch Bureau
Economie Noord-Nederland
groeit pas weer in 2015
Vooruitzichten export en arbeidsmarkt
somberder dan gemiddeld
Ook 2014 zal nog een krimpjaar zijn voor de economie van de noordelijke provincies, in tegenstelling tot de landelijke economie. Pas in 2015 groeien
de drie noordelijke provincies weer, maar op een
lager niveau dan nationaal. Het warme weer van
begin dit jaar is vanwege de dominantie van de
aardgassector slecht voor de groeicijfers in Groningen. Voor het gehele jaar wordt een krimp van ruim
3% verwacht. Echter ook in de andere provincies
blijft sprake van krimp. Dit komt enerzijds door de
niet sterk vertegenwoordigde groothandel en transportsector - aanjagers van de economische groei en anderzijds de oververtegenwoordiging van de
stagnerende publieke sector en de slinkende zorgsector. Ook de hogere werkloosheid in het noorden
speelt een rol, omdat de hierdoor achterblijvende
consumptieve bestedingen de economische opleving in het noorden nog sterker drukt dan gemiddeld in Nederland. De economische achteruitgang
is in Friesland en Drenthe met ongeveer 0,2% dit
jaar minimaal, maar ook hier krimpen enkele subregio’s krimpen al jaren op rij. De economie van
Delfzijl en omgeving daalt al sinds 2007 en is ruim
5% in omvang afgenomen.
1. Het herstel van de economie zet dit jaar in. Gaan
ondernemers in Noord-Nederland daar al wat van
merken?
In mindere mate en later dan in de rest van Nederland. Echter, langzaam maar zeker komt er een einde aan een in de
meeste noordelijke regio’s langdurige periodes van krimp.
Het Nederlandse BBP is in 2012 en 2013 twee jaar op rij gedaald met circa 1% en 2009 en 2010 waren ook slechte jaren.
We zijn in Nederland met z’n allen sinds eind 2008 een stukje
minder rijk geworden. Maar dit jaar lijkt houdbaar economisch herstel zich eindelijk in te zetten. Toch is de verwachte
groei voor de Nederlandse economie met 0,5% in 2014 nog
erg beperkt en blijven de effecten van de mindere conjunctuur merkbaar. Mede hierdoor houdt ING Economisch Bureau ook voor 2015 rekening met een geringe economische
groei (1,3%).
De belangrijkste stimulans komt in 2014 van de export, maar
dit is ook het jaar dat bedrijven weer langzaam meer gaan
investeren (tabel 1).Ondernemers die met het buitenland
handelen of zaken doen met exporterende bedrijven merken
waarschijnlijk al een verbetering. De consumptie blijft ook dit
jaar nog terugvallen (-0,5%) en zal na zes jaren van krimp (de
minimale plus van 2010 kwam uitsluitend door aardgasconsumptie) pas in 2015 voorzichtig weer iets groeien (+0,7%).
Winkeliers en andere vooral op consumenten gerichte sectoren zullen daarom nog weinig van het herstel merken.
In Noord-Nederland is in 2014 nog sprake van krimp, in 2015
worden eindelijk weer zwarte cijfers geschreven (figuur 1).
Figuur 1 Economische groeiverwachtingen 2014 en
(2015) in Groningen, Friesland en Drenthe
Groningen
Friesland
-3,4% (+2,1%)
-0,2% (+0,8%)
Drenthe
-0,3% (+0,6%)
Bron: ING Economisch Bureau
Publieke sector oververtegenwoordigd in noorden
De economie van Noord-Nederland kent een totale omvang
van ruim € 50 mrd, circa 10% van de nationale economie. De
delfstoffenwinning is zeer dominant in de provincie Groningen. 34% van de toegevoegde waarde wordt door deze sector gerealiseerd. In heel Nederland is dit 3%.Als we de productiewaarde van het Groningse gas buiten beschouwing
laten, is de Friese economie iets groter dan de Groningse.
Tabel 1 Raming Nederlandse economie (% groei joj)
2013
2014
2015
-0,8
0,5
1,3
Economische groei (BBP)
-2,1
-0,5
0,7
Particuliere consumptie
-0,2
0,4
-0,1
Overheidsconsumptie*
-4,8
3,4
2,1
Bedrijfsinvesteringen
1,4
2,2
3,6
Uitvoer
Tabel 2 Stand van de economie in 2013 vergeleken
met het pre-crisisniveau van 2008
Bron: ING Economisch Bureau *inclusief zorg **percentage van beroepsbevolking, CBS definitie
Zuidwest-Friesland
Wat in het noorden ook opvalt is de oververtegenwoordiging
van de publieke sector, inclusief zorg. Groothandel en logistiek, samen met de industrie vaak aanjagers van economische groei vanwege de exportgerichtheid, blijven juist achter. De sector industrie is wel goed vertegenwoordigd, conform het Nederlandse gemiddelde. Als we de energiebedrijven hierbij betrekken, dan is er zelfs sprake van een duidelijke oververtegenwoordiging.
2. Hoe staan de verschillende deelregio’s in NoordNederland er precies voor?
Matig, zeker ten opzichte van het pre-crisis niveau. In een
regio als Delfzijl is 5% van de economische waarde verdwenen, in Friesland, Noord-Drenthe en Delfzijl verdubbelden de
werkloosheidspercentages en in Oost-Groningen daalde de
gemiddelde huizenprijs met 21% (tabel 2).
De landelijke economie startte in het eerste kwartaal van
2014 met een 1,4% krimp ten opzichte van een jaar geleden
slecht, een gevolg vooral van de warme winter. Er is fors
minder aardgas afgenomen en dat drukte zowel de consumptiecijfers (-2,0% jaar-op-jaar) als de export. Mede hierdoor wordt voor de noordelijke provincies een lichte krimp
verwacht, terwijl de Nederlandse economie dit jaar licht
groeit (0,5%). Pas in 2015 kan de regionale economie profiteren van aantrekkende export en investeringen. De economische groei zal – behoudens voor gasregio overig Groningen
(stad Groningen en Eemshaven) – echter lager zijn dan nationaal (1,3%) (figuur 1).
Dit jaar is de krimp vanwege de gasinvloeden het grootst in
de provincie Groningen (-3,4%). Ook Friesland en Drenthe
krijgen echter nog met een kleine krimp te maken (circa
0,2%). In Drenthe en Friesland voorkomen de in gang gezette
bezuinigingen in de publieke en zorgsector dat de provinciale economie al in 2014 uit de rode cijfers komt. De in deze
provincies sterk gefundeerde elektrotechnische en voedingsmiddelenindustrie zijn als exportgerichte sectoren wel
de groeimotoren die de economie in de loop van dit jaar
weer bij de hand zullen nemen.
Enkele subregio’s krimpen al jaren op rij, Delfzijl en omgeving zelfs al acht jaar. Dit impliceert dat de economie ruim
5% kleiner is dan in 2008 (tabel 2). In de meeste Friese en
Drentse regio’s is totale krimp in de periode 2008-2013 overigens minder groot dan in Nederland als geheel.
Economische krimp
Oost-Groningen
Delfzijl en omgeving
Overig Groningen
Noord-Friesland
Zuidoost-Friesland
Noord-Drenthe
Zuidoost-Drenthe
Zuidwest-Drenthe
NEDERLAND
Lagere huizenprijzen Toename werkloosheids-
2013 t.o.v. 2008
2013 t.o.v. 2008
percentage 2008 → 2013
-2,0%
-5,0%
-2,9%
-1,8%
-2,7%
-2,1%
-0,9%
-2,3%
-2,9%
-2,9%
-20,9%
-11,3%
-13,1%
-15,2%
-18,0%
-16,7%
-12,3%
-15,4%
-17,4%
-15,4%
5,8% → 8,5%
5,6% → 11,1%
6,1% → 9,8%
4,5% → 10,2%
3,4% → 8,1%
3,9% → 8,6%
3,9% → 7,9%
5,6% → 7,8%
4,9% → 9,1%
3,8% → 8,3%
Bron: CBS en NVM. Bewerking ING Economisch Bureau.
Voor 2014 wordt alleen voor zuidelijk Friesland en ZuidwestDrenthe groei voorzien, van 0,7% resp. 0,3%. De enige regio
die in 2013 groeide was overig Groningen. De 3,5% vorig
jaar valt echter weg tegen de voor dit deelgebied voor dit
jaar voorziene krimp van 3,7%.
3. Dit jaar komt de groei opnieuw vooral van de export.
Kunnen ondernemers in de regio hiervan profiteren?
Minder dan gemiddeld in Nederland. De noordelijke provincies hebben een exportwaarde van circa € 23 mrd. Dit is landelijk een aandeel van slechts 7%. De goederenuitvoer vertegenwoordigt in Drenthe 24%, in Groningen 22% en in Friesland 19% (Nederland: 21%). Voor hen is het belangrijk dat de
export, na de beperkte groei in 2013, verder aantrekt. Voor
2014 wordt een toename van het volume van de buitenlandse
handel van ruim 2% verwacht, gevolgd door een verdere
groei van 3,6% in 2015. Met name industrie, groothandel en
transport & logistiek profiteren van de stijgende uitvoer. De
laatste twee sectoren zijn echter in het noorden minder sterk
vertegenwoordigd dan elders in ons land. Ook de Groningse
aardgasexport zal vanwege de warme Europese winter en
lente tegenvallen. Positieve uitzondering voor 2014 en de
jaren erna is de export van agrarische producten, met voorop die van zuivelproducten naar China.
Noord-Nederland heeft exportspecialisatie in agrarische sector, food industrie, gas en kunstvezels
Het Groningse aandeel in de nationale goederenexportwaarde is bijna 5%. Driekwart van de regionale export bestaat uit minerale brandstoffen. Dankzij de uitvoer van aardgas kent Groningen wel het hoogste aandeel van goederenuitvoer in de regionale economie van alle provincies. Er is
sprake van een sterke concentratie van de uitvoer naar buurland Duitsland (36%). Dit is het hoogste percentage van alle
provincies, maar dit geldt ook voor de export naar België,
Italië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Genoemde vijf
landen zijn goed voor liefst 86% van de export. De uitvoer is
dus eenzijdig qua product, maar bovendien weinig gespreid
wat betreft bestemming.
Friesland kent het op één na laagste exportaandeel (1,3%)
en de geringste exportgerichtheid van bedrijven (1 op de 11
bedrijven). Wel is de Friese uitvoer van alle provincies het
meest verspreid over de diverse exportlanden. De uitvoerwaarde is in 2013 bovendien sterk gestegen en dit is vooral
te danken aan de sterke vraag naar zuivelproducten vanuit
Azië. Het relatief kleine Friesland scoort met de uitvoerwaarde van zowel landbouw als de voedingsmiddelenindustrie
ook in Europa hoog (16e resp. 28e van de 256 regio’s).
Drenthe heeft het laagste exportaandeel (1,2%) van alle
provincies. Toch is uitvoer voor deze provincie van grote
betekenis. Het aandeel van de goederenuitvoer in de provinciale economie (22%) ligt ook een fractie boven het landelijke
gemiddelde. Binnen Europa noteert de exportwaarde van de
landbouw in de provincie een hoge positie (33e van de 256
regio’s), maar op subsector niveau is de sterk op uitvoer gerichte kunstvezelindustrie ook toonaangevend.
Figuur 2 Bestemmingen export Noord-Nederland
25%
31%
Duitsland
België
Italië
Frankrijk
2%
VK
9%
VS
10%
13%
Rest van de wereld
10%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, cijfers 2012
4. De Nederlandse arbeidsmarkt lijkt nog niet te herstellen. Wat zijn hiervoor de regionale vooruitzichten?
Qua werkloosheid scoort Noord-Nederland vanouds hoger
dan het Nederlandse gemiddelde. De verschillen tussen de
regio´s zijn echter groot. In Groningen was de werkloosheid
in 2013 9,6%, in Friesland 9,3% en in Drenthe zelfs lager dan
het nationale gemiddelde van 8,3%. In de regio´s Delfzijl en
omgeving en Noord-Friesland bedroeg de werkloosheid
vorig jaar al meer dan 10%, in Noord- en Zuidoost-Drenthe
bleef deze onder de 8%.
In het noorden was de gemiddelde werkloosheid vorig jaar
9,1%, in Nederland 8,3%. Dit verschil van 0,8%-punt was er
ook in 2011 en 2012. Tot en met 2010 was het verschil echter
groter. De langjarige trend is dus positief, in die zin dat de
verschillen kleiner worden. Dit komt door een langzamerhand evenwichtiger productiestructuur en een stap voor stap
beter opgeleide beroepsbevolking. Met de terugkeer van de
recessie in 2012 en 2013 is de positieve tendens helaas stopgezet, vooral in Groningen. De oorzaak hiervoor is het banenverlies in de zorg- en publieke sector. Deze in Groningen
bovenmatig vertegenwoordigde sectoren krimpen in 2014 in
economische omvang èn in arbeidsvolume. Bezuinigingen op
de welzijnszorg en de nieuwe Participatiewet tikken hard aan
in het noorden.
ING verwacht dat de gemiddelde werkloosheid in 2014 nationaal oploopt naar 9%, in Groningen naar 11%, in Friesland
10% en in Drenthe 9%. In de daaropvolgende jaren zullen bij
blijvend herstel de werkloosheidspercentages weer langzaam opschuiven naar het Nederlandse gemiddelde.
5. De komende jaren blijven uitdagend voor noordelijke ondernemers. Hoe blijft de economie gezond?
De kansen liggen vooral in de sectoren agro(food) en energie, zeker als de mogelijkheden tot natuurlijke kruisbestuiving van deze sectoren met de chemie nog beter worden
benut, met name in de vorm van biobased producten zoals
kunststoffen. Het begin is er. Het actieplan voor de versterking van de chemische industrie in de Eemsdelta is in maart
gepresenteerd. Het Rijk en bedrijven komen met een gezamenlijke investeringsbijdrage van € 60 mln. Dit om na het
faillissement van Aldel verdere afkalving en verlies aan
werkgelegenheid in de chemie te voorkomen. Structuurversterkende maatregelen vanuit Den Haag in deze sector of in
de kansrijke agrarische en de energiesector zijn echter niet
voldoende. Belangrijk is ook dat zowel ondernemers als de
beroepsbevolking nog meer initiatieven ontplooien en hun
grenzen durven te verleggen. Inwoners zonder baan en de
toekomstige beroepsbevolking zullen in hun zoektocht naar
werk een groter gebied bestrijken. Naast de stad Groningen,
zijn Assen, de Friese steden, maar ook het Duitse OostFriesland net over de grens kansrijke gebieden als je een
baan wilt vinden. Voor ondernemers zijn er kansen door
slimme samenwerkingsverbanden aan te gaan met bedrijven
uit andere sectoren en met de kennisinstellingen in de stad
Groningen. Twintig jaar geleden stelden spin-offs en start-ups
in universiteitssteden weinig voor. Nu zijn steden zoals Groningen kennisclusters, waar lokale overheden, bedrijven en
universiteiten nauw samenwerken.
De rol van de Rijksuniversiteit Groningen is cruciaal voor een
toekomstige boost van de economische groei. Nog meer
marktgerichtheid, internationale oriëntatie en samenwerking
met andere onderwijsinstellingen dan uit onderstaande voorbeelden blijkt, is daarbij wenselijk.
 De start van een University College stimuleert het kwaliteitsniveau van het wetenschappelijk onderwijs.
 Voor het 400-jarig jubileum gaan medewerkers van de
RUG lesgeven op basis- en middelbare scholen. Dat zou
een jaarlijkse gewoonte kunnen worden.
 Bij de universiteit staan al bijna 300 studenten uit China
ingeschreven. Wat helpt is dat de RUG in de top 100 van
de beste universiteiten ter wereld staat. Ze komen af op
onze goede onderzoeksfaciliteiten en het project Healthy
Ageing, het speerpunt van het UMCG. Door de forse milieuvervuiling aldaar heeft China veel baat bij duurzame
energie. De Energy Academy Europe biedt hiervoor de
benodigde kennis.
Meer weten?
Kijk op ING.nl/zakelijk
Of bel met
Henk van den Brink
Regio-econoom
Noord-Nederland
020 56 39 506
Jaco Koopmans
Rayondirecteur MKB
Groningen-Assen
06 52 32 14 53
Gert-Jan Winkeler
Rayondirecteur MKB
Friesland
06 23 14 43 12
G
Jan Willem van den Berg
Rayondirecteur MKB
Zuid-Drenthe-IJsselvecht
06 50 26 32 51
Klaas Jan Hutten
Cees Hendriks
Districtsdirecteur Grootbedrijf Regiodirecteur Instellingen
Noord-Nederland
Noord Oost Nederland
06 54 36 77 46
06 55 74 64 10
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen?
Ga naar ING.nl/kennis
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van
de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen
in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door
hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V.
Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of
compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch
één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of
schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming
van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd
bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
De tekst is afgesloten op 3 juni 2014.