Vragen/opmerkingen aanbieders nav de concept

Vragen/opmerkingen aanbieders n.a.v. de concept Deelovereenkomsten Maatwerk Begeleiding ISD Bollenstreek/gemeente
Katwijk periode 27 augustus tot 20 september 2014
#
Vraag
In de notulen van augustus 2014 lezen we het volgende:
•Voor overgangsklanten: systeem van Awbz overnemen en een
korting hanteren van 15% op de bruto Nza-tarieven 2014
•Voor nieuwe klanten: vereenvoudigd systeem met
samengevoegde producten (zie onder bijlage) met een korting van
25% op de bruto Nza-tarieven 2014.
In verband met de gestelde kortingpercentages de volgende
vragen:
a. Welke invloed heeft het toerekenen van de overhead gemeente
op deze korting; meer specifiek hoeveel geld wordt besteed voor
gemeentelijke uitvoering van de WMO?
b. Bij welke vermindering van de hierboven genoemde
percentages is sprake van een zachte landing? De percentages
wijken nogal behoorlijk af van de staatssecretaris heeft beloofd of
vergissen we ons?
c. Wat zijn de aanbestedingskosten tot nu toe? En hoe hoog
worden de kosten met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
wanneer de aanbesteding is afgerond en hoe verhouden zich deze
kosten met de eerder gemaakte begroting voor de aanbesteding?
d. Het eerst stellen van een integrale korting van 27% voor
iedereen, daarna door een ‘foutje’ in de budgetten een ander
voorstel maken, lijkt iets weg te hebben van eerst hoog inzetten
(veroorzaak schrikeffect) om vervolgens met een aangepast
voorstel te komen, waardoor men gezien het eerste voorstel
sneller geneigd is om dit te accepteren. Graag uw visie terzake en
een onderbouwing van de totstandkoming van de percentages
Antwoord
a. Wij zien het belang van beantwoording van deze vraag niet. De vraag gaat
meer specifiek over het besteden van geld voor gemeentelijke uitvoering van
de WMO, de huidige wetgeving. De aanbesteding heeft daar echter geen
betrekking hebben, deze betreft namelijk de Wmo 2015. Een nieuwe wet
waar nog geen concrete gegevens over de daadwerkelijke bestedingsgraad
met betrekking tot de gemeentelijke uitvoering voor zijn. Verder ontgaat ons
de relevantie van de gemaakte koppeling tussen ‘toerekenen van overhead
gemeente’ enerzijds en ‘hoeveel geld besteed wordt’ anderzijds in het licht
van deze aanbesteding. Wij adviseren om de algemene uitgangspunten, als
opgenomen in de COB-overeenkomst, er in deze nog eens goed op na te
lezen. Zo gewenst dan wel nodig geacht, kan de vraag en de bedoeling
daarvan nog eens nader toegelicht worden.
b. De ‘zachte landing’ en de daaraan gekoppelde percentages zijn afkomstig
van de staatssecretaris en niet van de ISD Bollenstreek/gemeente Katwijk. De
ISD Bollenstreek en de gemeente Katwijk zullen het moeten doen met de door
het Rijk beschikbaar gestelde middelen. De nu voorgestelde percentages zijn
ingegeven vanuit de beschikbare middelen en de financiële mogelijkheden die
de ISD Bollenstreek en de gemeente Katwijk, onder de huidige gegeven
omstandigheden, zien om van daaruit te starten met de gewenste en
noodzakelijke (financiële) hervorming van het zorgstelsel. Voor door anderen
genoemde percentages in het kader van een ‘zachte landing’ voelen de ISD
Bollenstreek en de gemeente Katwijk zich niet verantwoordelijk.
c. Het belang van deze vraag in het kader van dit aanbestedingstraject ontgaat
ons ook, net als bij vraag a.. Deze vraag is niet aanbestedingsrelevant. Wij zien
dan ook geen reden om daar op te antwoorden.
d. Wij gaan hier uit van een opmerking en niet van een vraag. De opmerking
achten wij van insinuerende aard en laten wij voor rekening van de steller. Wij
e. welke invloed kan het besluit van de minister/staatssecretaris
hebben om de kritiek van de Algemene Rekenkamer over de
verantwoordingproblematiek over te nemen op de voorgenomen
percentages van 15/25? Meer specifiek in hoeverre draagt dit het
voorgenomen besluit bij aan het mitigeren van de percentages.
Maatwerkvoorziening Begeleiding
Artikel 5.1 “aanbieders kunnen met inachtneming van een
opzegtermijn van 12 maanden opzeggen.”
Wat is daar de reden van? 12 maanden is erg lang, is het niet
belangrijker dat cliënten goed overgedragen wordt en dat een
voorwaarde, waarbij de 12 maanden naar 1 of 2 maanden kunnen
(als de aanbieder binnen die 2 maanden een goede overdracht kan
realiseren).?
Artikel 5.2 waarom moet personeel overgenomen worden? het
lijkt mij verder aan de organisatie zelf om dat te bepalen, mijns
inziens moet het alleen gaan over de cliënten die goed
overgenomen wordt. Organisatie zaken erom heen is verder aan
de organisatie zelf. (ook al mag het een wens van de gemeente
zijn). Dat zou ik graag verandert zien.
Bijlage 2 maatwerkvoorziening begeleiding
1.3 aandachtsgebieden
Ik mis daar een paar belangrijke aandachtsgebieden zoals
begeleiding bij het leren zelfstandig wonen; begeleiding bij het
voorkomen van terugval in oud gedrag zoals verslaving en
crimineel gedrag; het oefenen van geleerde zaken binnen
behandeling in de praktijk. Deze 3 aandachtsgebieden zou ik graag
toegevoegd zien.
2.2 “beoordeling van de hulpvraag vindt plaats in een brede
context” Wat wordt er bedoelt met een brede context?
2.3 “de gemeente kan informatie opvragen zoals informatie bij
aanbieders.”
-Hoe wordt er omgegaan met privacy, welke formele concrete
hebben geen behoefte om hier verder op in te gaan.
e. niet duidelijk wat hiermee wordt bedoeld
Artikel 5.1
Deze tekst is niet nieuw ten opzichte van eerdere versies en hier heeft al een
reactietermijn op voor gelegen. Zie o.a. het ‘Verslag fysieke overlegtafel’ van
10 juli 2014 en ‘Vragen aanbieders en antwoorden Deelovereenkomst
maatwerk’ van 23 juli 2014. Wel is de opzegtermijn opgehoogd van 6 naar 12
maanden.
Artikel 5.2
Deze tekst is ook niet nieuw ten opzichte van eerdere versies en hier heeft al
een reactietermijn op voor gelegen. Zie o.a. het ‘Verslag fysieke overlegtafel’
van 10 juli 2014 en ‘Vragen aanbieders en antwoorden Deelovereenkomst
maatwerk’ van 23 juli 2014. Inhoudelijk is dit artikel niet gewijzigd.
Overigens betreft dit een wettelijke verplichting (artikel 2.6.5. Wmo 2015).
1.3 aandachtsgebieden
Ook dit onderwerp heeft in het eerdere traject al de nodige aandacht
gekregen/kunnen krijgen. Zie in dit verband eveneens het ‘Verslag fysieke
overlegtafel’ van 10 juli 2014 en ‘Vragen aanbieders en antwoorden
Deelovereenkomst maatwerk’ van 23 juli 2014 (met name beantwoording van
vraag B12). Wij zien geen redenen om in dit stadium hier nog veranderingen
aan te brengen. Eventueel kan dit in een latere fase, als daar in de toekomst
noodzaak voor blijkt te zijn. Overigens is bij 1.3 geen sprake van een limitatieve lijst, maar wordt daar een beeld gegeven van de diverse mogelijkheden
om het gewenste resultaat te (kunnen) bereiken.
2.2 Brede context
De hulpvraag dient niet beoordeeld te worden op de vraag sec, maar wordt in
een bredere context bezien en integraal benaderd (ook de eventuele ‘vraag
achter de vraag’). Het is de bedoeling om in het Arrangement de totale
behoefte van de klant mee te nemen met betrekking tot diens maatschappe-
documenten zijn hierover ontwikkeld?
-aan wie moet een aanbieder informatie geven, wenselijk is dat dit
alleen gelezen wordt door professionals met een beroepscode en
niet door gemeenteambtenaren.
-Is het niet zo dat cliënten in een ongezonde
afhankelijkheidspositie zitten?, de gemeente is degene die geld
heeft en dus bepaalt of iemand in zorg komt, dat maakt dat de
client geen keuze heeft om ook te besluiten als cliënt dat de
gemeente de informatie van cliënt niet mag ontvangen. (het gaat
vaak om medische en behandel informatie in eindverslagen die
niet altijd geheel noodzakelijk zijn).
(Een oplossing o.a. zou zijn beperkte alleen noodzakelijke
informatie op hoofdlijnen, dus geen formele eindverslagen.)
2.11 e: “verplichting tot de voortgangsrapportage”. Aan wie wordt
deze verstrekt, ook hierin vind ik het wenselijk een verschil te zien
tussen een ambtenaar of een medewerker met een beroepscode.
“eindrapportage” als instelling wordt van elke cliënttraject een
eindrapportage gemaakt. Ik vind het niet wenselijk dat dit soort
informatie bij de gemeente terecht komt in het kader van de
privacy van de cliënt.
-Voorstel, summiere terugkoppeling op hoofdlijnen en alleen aan
een medewerker met een beroepscode
3.5 “aanbieders melden incidenten bij de gemeente” wat wordt er
bedoelt met incidenten?
5.11a “de ingangsdatum is de start van het intakegesprek tussen
aanbieder en cliënt”. Maar wie betaald dan het gesprek van de
aanbieder met cliënt bij de gemeente? Of is dat het intakegesprek?
5.11b “bij beëindiging van voorziening wordt binnen 2 werkdagen
een bericht aan de gemeente gestuurd”. Ik zou dit graag zien als 2
weken. 2 dagen is niet werkbaar. Medewerkers moeten ruimte
krijgen situaties met leidinggevende te bespreken, of dat cliënt zich
kan bedenken etc.
lijke participatie.
2.3 Informatie opvragen
De klant is wettelijk verplicht om de informatie te verstrekken, die nodig is
voor een juiste beoordeling van zijn aanvraag. Daarnaast zijn ook bepaalde
andere organisaties en/of personen wettelijk verplicht om informatie te
geven. In deze zal door de ISD Bollenstreek en de gemeente Katwijk gehandeld worden conform de wettelijke voorschriften, inclusief de voorschriften
op het gebied van de privacy. Van organisaties en personen, waar mee
samengewerkt wordt, wordt hetzelfde verwacht (zie in deze bijvoorbeeld ook
bepaling 3.2 van het concept). Er zijn vanuit de ISD Bollenstreek en de
gemeente Katwijk op dit punt geen concrete documenten ontwikkeld, de
noodzaak wordt daar vooralsnog ook niet van ingezien.
Voor zover de informatie-uitwisseling op basis van wettelijke bepalingen
en/of beroepscodes slechts binnen een bepaalde kring mag gebeuren, zal dit
ook het geval zijn. Op dit punt worden de hiervoor opgestelde (dwingende)
voorschriften gevolgd. De door steller uitgesproken verdergaande
‘wenselijkheid’ wordt niet gevolgd, omdat de gemeente en haar ambtenaren
met betrekking tot informatie-uitwisseling de gevoeligheid daarvan en de
daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden voldoende kent (waaronder
geheimhoudingsplicht).
Door de ISD Bollenstreek en de gemeente Katwijk zal dié informatie worden
verzameld en opgevraagd, die nodig is om tot een juiste besluitvorming te
kunnen komen met betrekking tot de hulpvraag van de klant. Niet meer maar
ook niet minder. Het is dus aan hen om in de concrete situatie te bepalen
welke informatie in dat kader minimaal nodig is.
2.11 Voortgangsrapportage
De voortgangsrapportage c.q. eindrapportage wordt geleverd aan de
opdrachtgever, in casu de ISD Bollenstreek dan wel de gemeente Katwijk. Ook
hier geldt dat in beginsel de opdrachtgever bepaalt welke informatie
benodigd is en aan wie die verstrekt moet worden. En ook hier geldt dat de
gemeente en haar ambtenaren zich in deze terdege bewust zijn van hun
verantwoordelijkheden en daar zorgvuldig en prudent mee omgaan. Het
voorstel van steller wordt in deze dan ook niet gevolgd.
Vragen/ opmerkingen aanbieders periode 14 – 27 augustus
Het antwoord op vraag 1 vind ik nog te algemeen. Op welke wijze
besluit het indicatiebesluit dan de indicatieduur.
Antwoord van vraag 4. Een gedeelte van onze cliëntenpopulatie
komt niet trouw op zijn afspraken, dit is nu precies inherent aan
hun problematiek. Dat vraagt soms juist een lange adem. De
aanpak die bij antwoord 4 wordt voorgeschreven past niet bij een
gedeelte van de doelgroep. Stoppen met het bieden van zorg op
dat moment kan de problematiek alleen maar doen verergeren,
met uiteindelijke meer financiële gevolgen voor de gemeente.
Graag zou ik hier aanpassingen in willen.
3.5 Incidenten
Incidenten betreffen voorvallen, die niet algemeen gebruikelijk zijn. Het is in
eerste instantie aan de aanbieder om te beoordelen of in een voorkomend
geval er sprake is van een incident. Zo nodig kan daarover contact zijn met de
opdrachtgever. Mogelijk kan in de toekomst, als daar noodzaak voor blijkt te
zijn, gezamenlijk een overzichtslijst voor worden opgesteld Maar dat blijft dan
een niet-limitatieve lijst, omdat ‘incidenten’ – zoals gesteld – niet algemeen
gebruikelijk zijn en daarmee ook niet altijd vooraf definieerbaar. Wikipedia
omschrijft ‘Incident (ICT)’ bijvoorbeeld als volgt: ‘een verstoring in de dienstverlening waardoor de te verwachten service in zijn geheel of gedeeltelijk is
verdwenen of dreigt te verminderen’. Dit lijkt ons in deze wel een aardige
definitie.
5.11a Start facturatie Maatwerkvoorziening
In deze bepaling wordt terugverwezen naar bepaling 2.10. Het (eventuele)
gesprek in het kader van bepaling 2.10 vindt plaats tussen ISD Bollenstreek/
gemeente Katwijk, de klant en de aanbieder. Er is op dit punt in onze beleving
geen apart gesprek (meer) tussen aanbieder en ISD Bollenstreek/gemeente
Katwijk.
5.11b Beëindiging facturatie Maatwerkvoorziening
Bij beëindiging van een Maatwerkvoorziening ligt het voor de hand om de
opdrachtgever (ISD Bollenstreek/gemeente Katwijk) zo snel mogelijk op de
hoogte te stellen van de beëindiging. Een termijn van uiterlijk 2 werkdagen
lijkt ons redelijk. Een termijn van 2 weken vinden wij niet acceptabel.
Indicatieduur
Bepaling 2.6 geeft aan dat de doorlooptijd van de Begeleiding beperkt is en
dat het Besluit daarover een termijn geeft. Het is aan de opdrachtgever (ISD
Bollenstreek/gemeente Katwijk) om op basis van het verrichte onderzoek en
het daaruit voortvloeiende Arrangement een (weloverwogen) Besluit te
nemen, inclusief de termijnstelling voor een eventuele Maatwerkvoorziening
Begeleiding. Opdrachtgever neemt dit Besluit vanuit de verantwoordelijkheid
die de Wmo 2015 bij hem neerlegt, te weten ‘zorg dragen voor de
maatschappelijke ondersteuning, inclusief de kwaliteit en de continuiteit’
(daarvan)' (artikel 2.1.1 Wmo 2015). Mocht de doorlooptijd volgens
Aanbieder niet correct zijn, dan staat het Aanbieder uiteraard alijd vrij om dit
eventueel kenbaar te maken bij opdrachtgever.
Niet verschijnen klant
In deze verwijzen wij naar bepaling 5.11 onder b. en c. van het nieuwe
concept. Hiermee proberen wij te voorzien in (hopelijk ´incidentele´) gevallen
waarbij klanten eventueel niet aan hun verplichtingen voldoen. Het is zaak om
als Aanbieder en opdrachtgever, via de ‘signaalfunctie’ van de definitieve dan
wel tijdelijke beëindiging van de Maatwerkvoorziening, gezamenlijk in beeld
te hebben wat door de betreffende klant de beste aanpak is. Verlenging van
de doorlooptijd in combinatie met tijdelijke ‘bevriezing’ van de facturatiemogelijkheid zou daarbij een van de opties kunnen zijn. Dit zal dus in onze
ogen ad hoc praktisch en pragmatisch opgelost moeten (kunnen) worden.
Katwijk/Lisse/20092014