Ontleden - De Klimroos

Ontleden
Hoe vind je de:
persoonsvorm (*): Is altijd een werkwoord. Maak de zin vragend. De persoonsvorm staat in de
vraagzin vooraan.
Piet (loopt *)naar school.
(Bij vraagzinnen het onderwerp veranderen van enkelvoud in meervoud of andersom. De
persoonsvorm verandert dan mee.)
werkwoordelijk gezegde (*)+{ }: De persoonsvorm met de andere werkwoorden in de zin.
Piet ( is *) naar school { gelopen}.
Piet ( zal *) naar school { moeten lopen}.
onderwerp ( ): Stel de vraag: Wie + gezegde?
( Piet ) ( loopt *) naar school. ( Wie loopt naar school ?)
lijdend voorwerp
: Stel de vraag : wat + gezegde + onderwerp ?
( Piet ) ( heeft *) oma een bos bloemen { gegeven }. Wat heeft Piet gegeven?
meewerkend voorwerp
: Stel de vraag : Aan wie ( of voor wie ) + gezegde + onderwerp +
lijdend voorwerp ?
( Piet ) ( heeft *) oma een bos bloemen { gegeven}.
Aan wie heeft Piet een bos bloemen gegeven?
bepaling van tijd : Stel de vraag : Wanneer ? of Hoe lang ?
Piet gaat over drie weken op vakantie.
bepaling van plaats : Waar ? of Waarheen ?
Piet gaat in januari naar Duitsland.