TAALBOEK VAN DE MAAND ‘EEN LEUKE EN NUTTIGE VERZAMELING’ SEPTEMBER 2014 Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase eerste editie Een leuke en nuttige verzameling Een column in krant of tijdschrift lees ik vrijwel altijd, maar bundelingen van dat soort stukjes ben ik – op een enkele uitzondering na – altijd voorbijgelopen. Zo’n stukje is leuk, maar een heel boek vol leukheid? Die boekjes van Paulien Cornelisse heb ik dus ook altijd – ondanks hun plaats op de bestsellerlijsten – op de stapel in de winkel laten liggen. Tot vorige week. Ik had een cadeautje nodig en kocht de bundeling van haar beide boekjes: Taal is zeg maar echt mijn ding & En dan nog iets. Maar ik heb het uiteindelijk aan mezelf gegeven. Want ik begon te bladeren en te lezen en bleef bladeren en lezen. Die stukjes zijn niet zomaar leuk, ze zijn interessant en ze worden zelfs interessanter als je door blijft lezen. Cornelisse is een geweldige taalobservator, met een scherp oog voor wat – meestal korte tijd – in de mode is. De ‘wow-factor’ of het ‘wow-gevoel’ bijvoorbeeld. Ze schrijft er aardig over, maar ik hoor het eigenlijk nooit meer. Kan natuurlijk ook komen doordat deze woorden, volgens Cornelisse, vooral gebruikt worden door mensen die ook last hebben van een ‘buikgevoel’ en ‘kippenvelmomenten’. En zulke mensen kom ik misschien wel te weinig tegen. Of ik luister te weinig radio en kijk te weinig tv. Want daar haalt ze toch wel veel van haar waarnemingen vandaan. Maar ze haalt ze ook uit het alledaagse leven: hoe moeilijk het is om een telefoongesprek te beëindigen (‘Oké, maar ik moet nu echt ... ja, dag ...! Dag ...! Ja, dag ...! DAG!’ Elke keer dat je ‘dag’ zegt, zeg je het ietsje hoger en harder. Pas als het ‘dag’ een hysterische frequentie heeft gekregen, valt het kwartje en volgt uiteindelijk het finale ‘dag’ (p. 346). En daar staat weer tegenover de observatie dat in televisieseries alle telefoongesprekken eindigen zonder afsluiting: de hoorn wordt neergelegd, de uitknop wordt ingedrukt. Opvallend is ook haar gevoel voor de logica of, beter, de onlogica van de taal. Wat moet je antwoorden op de vraag ‘Moet jij geen taart?’ De logica zegt dat het antwoord ‘ja’ moet zijn, maar het gevolg is dan dat je juist krijgt wat je niet wilt (p. 384). Soms is zo’n stukje heel kort: ‘Ja, ik zal me daar ...’ en boven die uitspraak staat dan alleen maar ‘Waar?’ Hebt u er weleens bij stilgestaan dat een ‘brevet van onvermogen’ juist helemaal niet bestaat? Een diploma krijg je toch niet voor iets wat je niet kunt? (p. 391). Meestal zijn haar waarnemingen zo scherp, dat je haar onmiddellijk gelijk moet geven. Maar soms heb ik mijn twijfels. Bijvoorbeeld: de uitspraak ‘Wie denkt dat het daar een saaie boel is, die heeft het mis’. Volgens Cornelisse zorgt die uitspraak ervoor dat je precies het omgekeerde denkt van wat de bedoeling is. Om zo’n uitspraak hangt het aura van de jongerenwerker, denkt ze; iets waar niemand zin in heeft toch aantrekkelijk proberen te maken. Zal wel. Een mooie waarneming is die over ‘Subtiel opscheppen’ (p. 54): daarvoor worden vaak de woorden ‘toevallig’ en ‘een beetje’ gebruikt: ‘Een hoogleraar neurobiologie zei op de radio: “Nou, neurobiologie, daar heb ik toevallig wel een beetje verstand van ...”’ Of wat bijvoorbeeld voetbaltrainers doen: verkleinwoorden gebruiken: ‘Kijk, voetbal is natuurlijk een heel leuk spelletje.’ Juist omdat hij het zo noemt, wordt hij zelf meer serieus genomen, volgens Cornelisse. Daar staat weer tegenover een geestig stukje over verkleinwoorden (p. 310) naar aanleiding van haar kat die ze een stoere naam wilde geven terwijl de dierenarts alleen maar verkleinwoorden gebruikt. Prachtige observaties over het gebruik van het woordje ‘wij’ (p. 155). Paulien Cornelisse onderscheidt zestien manieren van wij-denken, maar zegt er meteen bij: ‘er zijn vast nog meer foute vormen van “wij”, verzamel die zelf en discussieer erover met andere individuen’ en dat is een prima suggestie: heel veel van deze stukjes zijn een prima aanleiding voor een kort gesprekje over taal en taalgebruik in de klas. Altijd leuk, en altijd nuttig. © THIEMEMEULENHOFF, 2014 1 TAALBOEK VAN DE MAAND ‘EEN LEUKE EN NUTTIGE VERZAMELING’ SEPTEMBER 2014 Dat vond ik ook van het stukje over non-argumenten waarmee je toch heel goed een discussie kunt beëindigen. Maar hoe ik ook blader, ik kan het niet terugvinden. En het mooie register helpt ook al niet. Maar ach, dit is immers zo’n boek waarin je blijft bladeren? Ik kom het dus vast wel weer tegen. En u ook, hoop ik. Aanbevolen! Paulien Cornelisse: Taal is zeg maar echt mijn ding & En dan nog iets Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam / Antwerpen, 2014 ISBN 978 90 450 2740 1 © THIEMEMEULENHOFF, 2014 2
© Copyright 2024 ExpyDoc