Lees hier verder - De Oosterpoort

De hoogtevrees blijft
Huub van der Lubbe: 'Spelen voor de
mensen, ik vind dat fijn.'
foto patrick post
interview| Met elke nieuwe plaat
wordt Huub van der Lubbe ouder,
wijzer, maar beslist niet cynischer.
Vrijdag verschijnt de vijftiende De
Dijk: 'Allemansplein'.
JORIS BELGERS
Soms voelt het podium als een
hoge berg. "En dan kun je diep
vallen. Twee weken terug speelden
we in Bloemendaal. Wat echt nooit
gebeurt, gebeurde toen. Direct na
het begin begon het ongelofelijk te
zoemen. En dus na één nummer,
hohoho, stoppen jongens. Onze
roadies, gekwalificeerde jongens,
dachten dat ze het probleem
hadden gevonden. Doorspelen dus.
Maar het was niet opgelost. Je zag
het aan de mensen in de zaal."
Huub van der Lubbe wist het zeker.
"Dit is het. Hier in Bloemendaal. Ik
loop nu het podium af, ik loop zo de
duinen in, en dan was dit het
allerlaatste optreden van De Dijk.
Dit is het dus. Klaar."
de wereld, elk detail wordt
onnoemelijk belangrijk. "Het is een
donker gat. Je sluit de rest buiten.
En dan is er alleen maar wat je
brengt: het repertoire dat je in jaren
hebt opgebouwd."
waren van het paradijs. Maar als je
ouder wordt, zie je dat het
ontelbaar veel stappen zijn. Alleen
moeten die stappen wel allemaal
gezet worden om de boel leefbaar
te houden."
"Iedereen die op het toneel staat
zal het je vertellen. Wanneer je op
het podium merkt dat je de
verkeerde schoenen aan hebt.
Jongen, je kunt dan helemaal... Ik
heb dat wel eens gelezen over Bob
Dylan; die raakte helemaal
geobsedeerd door zijn schoenen,
voor hij verder speelde moest er
een roadie naar het hotel om het
juiste paar te halen."
"Als je realistischer wordt, maakt
dat je niet meteen cynisch. Ik zeg
ook aan het eind van het liedje, dat
als ik nog eens de keus zou
hebben, ik het zo weer zou doen."
Nee, wennen doen optredens nooit.
Ook nu niet, na meer dan dertig
jaar aan concerten. Ook niet, nu
het zeventiende studioalbum,
'Allemansplein', van De Dijk in de
winkels ligt. Het openingsnummer
heet 'Alles komt goed'. Een vrolijk
nummer, samen met Thomas
Acda, het optimisme spat ervan af.
Maar dat wil Van der Lubbe wel
even nuanceren: "Veertig jaar
geleden dacht ik: alles komt goed.
Iedereen is redelijk, iedereen in de
wereld wil het beste voor zichzelf.
Dan kan het niet anders dan goed
komen. Nu denk ik, nou, er is niet
één waarheid waaraan je je kunt
vasthouden. Het is een stuk
gecompliceerder."
"Maar ik wens daar niet sadder
over te worden! Natuurlijk zit in alle
ellende die je nu in de wereld ziet
alle grond voor cynisme. Maar ik
weiger dat te worden. Dan gaat het
echt hard bergafwaarts, dan
verdwijnt er iets essentieels
menselijks."
Naïef
Goed, hij legde het uit aan het
publiek. De crew ging aan de slag.
Na een kwartier was het probleem
verholpen. En kon de band verder.
Maar de 61-jarige zanger van De
Dijk was er echt even van overtuigd
dat dit het einde was.
Tijdens een optreden is het podium
© Trouw
Allemansplein is naast de titel van
de nieuwe plaat ook het
sleutelnummer, vindt Van der
Lubbe. Over idealisme, desillusie,
naïviteit. "Ik, wij, we waren
misschien een beetje naïef over
hoe de wereld in elkaar zat. Dat we
twee of drie stappen verwijderd
woensdag 01 oktober 2014
De vorige plaat van De Dijk heette
'Scherp de zeis' (2011). Moeilijk los
te zien van de dood. Van der
Lubbe's jongere broer Harald
overleed in 2008. Solomon Burke
overleed in 2010, vlak na samen
met De Dijk te hebben opgenomen.
Van der Lubbe's vrouw versloeg
borstkanker, tot tweemaal toe.
"Toen ik twintig was vond ik het een
onverdraaglijk idee dat je op een
zeker moment dood zou gaan. Dat
het afgelopen zou zijn. Nu ben ik
61 en denk ik af en toe: het is wel
goed. Ik heb er meer vrede mee.
Sterker nog, het is maar goed dat
het straks afgelopen is. Want je
moet er toch niet aan denken dat
het allemaal eeuwig zo door gaat."
Van der Lubbe praat bedachtzaam,
laat tussen zinnen peinzende stiltes
vallen. Hij frutselt wat met de
manchetknopen van zijn jasje, dan
gebaart hij met zijn grote handen
om zijn woorden kracht bij te
zetten.
"Ik ben gewoon wat ouder. Weer
ouder dan bij die vorige. Waar de
dood toen nog een vijand was,
begint die nu toch een kameraad te
worden. Het kwelt me veel minder
dan het vroeger deed."
"Maar ik wil nog lang niet dood, ik
vind het nog veel te leuk. Het klinkt
misschien een beetje gratuit, ik ben
gezond, maar ik heb me altijd
verzet tegen die cultuur die hier in
het Westen heerst. Dat we honderd
procent gelukkig moeten zijn. Vanaf
je geboorte totdat je, omringd door
familie, op je 120ste je laatste
adem uitblaast. Mijn streven is wel
Pagina 15 (1)
degelijk om gelukkig te zijn, alleen
weet ik uit ervaring dat je daar
maar ten dele zeggenschap over
hebt. Het is ook je lot. Dat kan op
hele idiote momenten toeslaan.
Dus koester je geluk. En als het af
en toe slecht gaat, is dat niet erg.
Het wapent je. Het maakt je
sterker."
Meer dan dertig jaar speelt De Dijk
al samen. Soms nemen ze een
jaartje pauze, om zich op dingen te
richten waar ze anders niet aan
toekomen. Dat houdt het fris. Maar
De Dijk blijft roepen.
"Het is een fijne band. Alle zangers
willen zo'n band hebben! Wie wil
nou niet drie, vier keer in de week
voor een volle zaal spelen? Dat is
een muzikantendroom. En elk jaar
gaat het weer beter en makkelijker.
We hebben een publiek dat komt,
en blijft terugkomen. Dat is ook
heel bijzonder."
Hij is even stil. Dan: "Ik zal niet
zeggen dat ik in het verleden nooit
heb getwijfeld. Maar als er
ontwikkeling in zit, blijft het
opwindend. Deze cd hadden we
tien jaar geleden niet kunnen
maken. Ik noem dat ontwikkeling.
Een bandje is op zijn best als je
met nieuwe dingen bezig bent. Als
die flow er is, kun je dat blijven
doen tot je 85ste." Daarover gaat
het laatste nummer van de cd,
'Overal en nergens'.
"Daar komt natuurlijk bij dat het
inmiddels mijn werk is geworden en
dat ik er mijn geld mee verdien. Het
schrijven zou ik net zo goed in
teruggetrokken vorm kunnen doen,
zonder me ooit in het openbaar te
manifesteren. Maar dat hoort niet.
Misschien ooit, als ik nóg ouder
ben. Spelen voor de mensen, ik
vind dat fijn."
"Het zal in de familie zitten. Mijn
vader ontmoette mijn moeder bij
het amateurtoneel. Ik heb mijn
vader een paar keer zien spelen,
en dan had ik altijd: waauw, paa,
zoals je nu bent! Zo moet je de hele
tijd zijn! Er straalde iets in hem, wat
hij in het gewone leven minder had.
Dat is misschien precies het
verschil tussen Huub op het
podium, en Huub op straat."
Natuurlijk is er nog wel eens die
angst. Hoogtevrees, vanaf dat
podium. Elke avond kan de laatste
zijn. Maar vooralsnog gaat De Dijk
gewoon lekker door.
Allemansplein van De Dijk ligt
komende vrijdag, 3 oktober, in de
winkel.
Gelukkig
Onderweg, met zijn bandje, dan is
Van der Lubbe gelukkig. En vooral
op het podium. "Misschien ben ik
op het podium juist mezelf. En op
straat een bedachtzame vorm
daarvan. Het is alsof ik daarbuiten
me aan het prepareren ben voor
dat podium. Daar ben ik heel
gelukkig. Daarvoor doe je het."
En het is nog altijd bevrijdend. "Ik
doe het om aan mezelf op de een
of andere manier te bewijzen dat ik
er ben. Zo van: zie je wel! Het zal
wel met vroeger van doen hebben.
Met dat ik altijd maar dacht dat ik
niet gezien werd. Dat ik er niet was.
Dat ik niet bestond."
© Trouw
woensdag 01 oktober 2014
Pagina 15 (2)