au-verhaal met afbeelding

Twee vogels
Laura heeft twee vogels: een pauw en een kauw.
De pauw heeft mooie rode en blauwe veren. Daar is hij erg trots op.
De kauw is een beetje grauw. Hij heeft alleen maar grijze en zwarte
veren.
De pauw heet Paus, want hij loopt heel deftig. En hij doet vaak zijn best
om mooi te zijn. Dat doet de echte paus ook. Die loopt ook heel deftig.
En hij heeft ook altijd mooie kleren aan.
De kauw heet ome Paul want hij is een beetje dik. Net als de echte oom
Paul. Die is ook een beetje dik. Daarom noemt Laura haar kauw ome
Paul. Vind je dat flauw? De echte oom Paul vindt het gelukkig niet erg.
Laura staat altijd heel vroeg op. Voor dag en dauw, zegt mama wel eens.
Dan gaat ze gauw haar vogels eten geven. Want daarna moet ze naar
school.
Ome Paul krijgt zaadjes en korrels en wormen. In een bakje. Met één
klauw roert hij erin. De wormen eet hij rauw op. Hij kauwt niet maar slikt
ze zo door.
Paus lust geen wormen. En geen korrels. Daar is hij te deftig voor. Hij wil
warme rijst. Warme rijst met saus. En niet te heet. Dat luistert heel nauw.
Soms is het wél te heet. Dan brandt hij zijn snavel. ‘Au!’ krijst hij dan
boos. En dan wacht hij even. Tot het lauw is.
Als Laura pauze heeft, komt ze gauw even naar huis. Om haar pauw en
haar kauw dag te zeggen.
Laura is echt dol op haar twee vogels.