Download

HANDLEIDING VVW 2010
Inleiding
Postbus 20952
2500 EZ Den Haag
Datum
25 augustus 2014
De ‘vernieuwde’ Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 bestaat uit enkel een
werkomschrijving/bestek (beschrijving van het te realiseren werk) met daarin
opgenomen, slechts die algemene voorwaarden, welke noodzakelijk zijn om een
werk met een beperkt uitvoeringsrisico beheerst (en met minimale
beheersinspanning) te realiseren.
- In de Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 worden enkel Technische
Bepalingen van toepassing verklaard.
- In de Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 worden geen administratieve
Voorwaarden van toepassing verklaard overeenkomstig de UAV 2012, de
UAV-GC 2005 of de Rijksvastgoedbedrijf Standaard besteksbepalingen (RS)
- De administratieve voorwaarden opgenomen in de Verkorte Voorwaarden voor
Werken 2010 zijn enkel gebaseerd op het BW: Boek 7, Titel 12 (aanneming van
werk).
- Variabele factoren zoals “Beperkingen ten aanzien de toegang en het gebruik
van het werkterrein” worden middels bijlagen (b.v. documenten klant)
toegevoegd.
Dit met als doel om tot een daadwerkelijke reductie van administratieve lasten te
komen en de inspanning om de Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 “up to
date” te houden tot een minimum te beperken.
De Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 zijn gebaseerd op toepassing bij
bouw-, verbouw- en renovatie projecten in hoofdaanneming met een beperkt
uitvoeringsrisico.
Onder beperkt uitvoeringsrisico dient te worden verstaan:
- geen aanwijzing dat de klant zijn uitvraag wezenlijk zal herzien;
- alle eisen geformuleerd zijn;
- geen ‘mogelijke’ eisen, optionele eisen of eisen waarvan de mogelijkheid van
realisatie ter discussie staat; (bestekswijziging c.q. meerwerk)
- geen project met coördinatie verplichting voor (markt) partijen;
- geen oplevering in delen van het werk;
- geen werkzaamheden aan cruciale (b.v. beveiliging) systemen waarbij een
integrale beproeving noodzakelijk is;
- geen noodzaak om, door de aard van de opdracht, de in de Verkorte
Voorwaarden voor Werken 2010 opgenomen algemene voorwaarden aan te
passen, aan te vullen en/of te wijzigen.
Indien niet wordt voldaan aan bovenstaande eisen, en/of het voorschrijven van
uitgebreide procedures noodzakelijk wordt geacht, kan niet meer worden
gesproken over een minimaal uitvoeringsrisico.
Deze opdrachten dienen middels een “volledig” bestek/contract, gebaseerd op de
UAV 2012 inclusief RS of UAV-GC 2005, te worden gerealiseerd.
De Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 worden alleen herzien, voor zover en
indien:

de wet- en regelgeving wijzigingen hebben ondergaan.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 1 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
De Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 zijn tot stand gekomen met
medewerking van:
Datum
25 augustus 2014
Rijksvastgoedbedrijf
De Directie Transacties en Ontwikkeling
De Directie Bestuur & Bedrijfsvoering, afdeling Juridisch Advies
Eindredactie:
P.L.J. van der Zouw (Rijksvastgoedbedrijf)
S.A. Brands LL.B (Stichting STABU)
Opmerkingen op de Verkorte Voorwaarden Werken 2010 gaarne per e-mail
zenden aan:
Rijksvastgoedbedrijf
Directie Transacties en Ontwikkeling, afdeling Inkoop en Contractmanagement,
sectie Contractvorming en Inkoop
De heer P.L.J. van der Zouw
Postbus 20952
2500 EZ Den Haag
E:mail: [email protected]
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 2 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
Algemeen
De bepalingen van de Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 dienen één op
één in het projectbestek te worden opgenomen. Bij keuzeposten dient
(projectafhankelijk) een keuze te worden gemaakt uit de aangeboden
mogelijkheden.
Datum
25 augustus 2014
Bestekken geschreven in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) dienen van
geen andere omslag te zijn voorzien dan een omslag (schutblad) in RVB huisstijl.
Deze omslagen zijn verkrijgbaar via de RVB projectbevoegde in wiens opdracht
het bestek wordt samengesteld.
Algemene richtlijnen voor de bestekschrijver
Versie van de Verkorte Voorwaarden Werken 2010
De bestekschrijver dient de vigerende versie van de Verkorte Voorwaarden voor
Werken 2010 toe te passen (te downloaden van www.stabu.org). Het toepassen
van een verouderde versie van de Verkorde Voorwaarden 2010 of zelfs het
toepassen van de VVW 2006 leidt tot zowel technisch als juridisch ernstige
problemen. Deze voorwaarden zijn achterhaald en dienen niet meer toegepast te
worden.
Normen, voorschriften en richtlijnen
Bij het samenstellen van bouwstof- en resultaatspecificaties dient de
bestekschrijver (in deze volgorde) gebruik te maken van:
1. Beoordelingsrichtlijnen (gecertificeerde producten en processen);
2. Normen en daarmee vergelijkbare publicaties (zoals CUR aanbevelingen e.d.);
3. Bouwstof-/productspecificaties.
Nederlandse (of nationale) merk-/fabrikantnamen, certificaten, normen en
technische specificaties
In het kader van de Aanbestedingswet 2012, waar de overheid en dus het
Rijksvastgoedbedrijf zich aan moet conformeren, (uitgewerkt in het
Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW 2012), is het bij zowel Europese als
nationale aanbestedingen niet toegestaan om te verwijzen naar een nationale
norm, technische goedkeuring dan wel technische specificaties inzake het
ontwerpen, berekenen en uitvoeren van werken. Dit is slechts toegestaan bij het
ontbreken van Europese normen waarbij iedere verwijzing vergezeld moet
gaan van de woorden ”of gelijkwaardig”.
Tevens stelt artikel 2.76 lid 5 van de Aanbestedingswet 2012 het volgende:
“Een aanbestedende dienst verwijst in de technische specificaties niet
naar een bepaald fabricaat, een bepaalde herkomst of een bijzondere werkwijze,
een merk, keurmerk of certificaat betreffende duurzaamheid, milieu of
dierenwelzijn, dan wel gebaseerd op sociale overwegingen, een octrooi of een
type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde
ondernemingen of bepaalde producten worden bevooroordeeld of uitgesloten,
tenzij dit door het voorwerp van de overheidsopdracht gerechtvaardigd is”
Het Aanbestedingsreglement Werken 2012 stelt per aanbestedingsprocedure het
volgende:
“De aanbesteder maakt in de technische specificaties geen melding van een
bepaald fabricaat, een bepaalde herkomst of een bijzondere werkwijze, noch van
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 3 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
een verwijzing naar een merk, keurmerk of certificaat betreffende
duurzaamheid, milieu of dierenwelzijn, dan wel gebaseerd op sociale
overwegingen, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde
productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden
bevooroordeeld of uitgesloten.”
Datum
25 augustus 2014
Dit resulteert in de verplichting dat in bestekken die worden aanbesteed door het
Rijksvastgoedbedrijf bij iedere noodzakelijke verwijzing zoals hier bedoeld,
dient te worden vermeld “of gelijkwaardig”.
Onder de Aanbestedingswet 2012 en het ARW 2012 dient een bouwstof waarbij
melding wordt gemaakt, van een bepaald fabricaat, merk e.d., vergezeld te gaan
van de woorden “of gelijkwaardig”. In plaats van de woorden “of gelijkwaardig”
dient in principe het woord “zoals” te worden gelezen.
Het is mogelijk, als men op geen andere wijze duidelijk kan maken wat men wil,
om dus wel een fabricaat, merk e.d. te benoemen maar niet te eisen, ofwel een
bouwstof (product) welke bijvoorbeeld hetzelfde kan of van overeenkomstige
kwaliteit is.
Alleen wanneer het noodzakelijk is dat er daadwerkelijk een fabricaat, merk e.d.
moet worden voorgeschreven (bv. sloten uitbreiding PI) is dit, mits ontwijfelbaar
gemotiveerd in de aanbestedingsstukken, toegestaan.
Waarbij alleen bij deze specifieke bouwstoffen de tekst niet wordt vergezeld van
de tekst “of gelijkwaardig”!
100% Duurzaam inkopen Rijksoverheid
Het kabinet heeft in het beleidsprogramma 2007 - 2011 de doelstelling
geformuleerd dat het Rijk vanaf 2010 voor 100% duurzaam inkoopt.
100% duurzaam inkopen betekent voor de Rijksgebouwendienst/het
Rijksvastgoedbedrijf dat zij vanaf 1 januari 2010 in alle aanbestedingen en
inkopen van de voor de Rgd/het RVB relevante productgroepen, de opgestelde
duurzaamheideisen opneemt en er daarmee voor zorgt dat het resultaat van de
inkoop voldoet aan deze eisen. Het gaat hierbij om de minimumeisen aan het
product en contractbepalingen.
De contractbepalingen en de minimumeisen, welke betrekking hebben op de
uitvoering, zijn opgenomen in de VVW 2010. De overige minimumeisen zijn
vastgelegd in het bij het project behorende programma van eisen en de bijlagen.
Conform de opdracht voor deze (bestek)fase dienen de betreffende eisen in het
bestek (bestekboek en tekeningen) te worden uitgewerkt.
Precontractuele bepalingen (selectie- en gunningcriteria bij aanbestedingen)
Precontractuele bepalingen als maatschappelijke, technische, organisatorische en
financieel-economische eisen waaraan een inschrijver moet voldoen, alsmede de
gegevens die moeten worden overlegd om in aanmerking te kunnen komen voor
de opdracht van het werk, worden uitsluitend in de uitnodiging tot inschrijving
opgenomen.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 4 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
Bijlagen bij het bestek
De navolgende modelformulieren en andere documenten dienen (indien van
toepassing) als bijlage bij het bestek te worden gevoegd en als zodanig te zijn
vermeld in het “Overzicht bijlagen” op de voorbladen van het bestek:
-
-
Datum
25 augustus 2014
Veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan);
Model garantieverklaring voor een onderdeel;
Model afroep(bank)garantie;
Norm voor Technisch Revisietekenwerk; (te downloaden bij www.rgd.nl
onder ”Publicaties”, “Regeling Revisietekeningen”;)
RVB Standaard technische bepalingen; (te downloaden bij
http://www.stabu.org/diensten/bestekteksten/rijksgebouwendienst-vvw2010)
Model Verantwoordingsformulier Social return VVW 2010;
Beperkingen ten aanzien van de toegang en het gebruik van het
werkterrein.
De voornoemde bijlagen voor de VVW 2010 (tenzij anders vermeld)
kunnen worden gedownload op:
http://www.stabu.org/diensten/bestekteksten/rijksgebouwendienst-vvw2010.
BESTEKOMSLAG
De bestekomslagen uitvoeren in RVB huisstijl. De omslagen zijn verkrijgbaar via
de RVB projectbevoegde in wiens opdracht het bestek wordt samengesteld.
In het venster van de RVB bestekomslag op het voorblad zichtbaar vermelden:
BESTEK
Ten behoeve van de (renovatie) bouw van .....
(omschrijving van het gebouw)
Projectnummer: .....
(RVB projectnummer)
Datum: .....
(de officiële uitgavedatum van het bestek)
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 5 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
TITELPAGINA
Opdrachtgever
Hier de volledige naam-, RVB-directie-, vestigingsadres-, postadres-, emailadres-, telefoon- en faxgegevens van de projectbevoegde
vertegenwoordiger van de opdrachtgever vermelden.
Bij adresgegevens van Rijksvastgoedbedrijf onderdelen die beschikken
over een intern postcodenummer dit intern postcodenummer vermelden.
Datum
25 augustus 2014
Directie
Met de directie in VVW 2010 wordt niet de directie volgens de UAV
bedoeld, daar op de VVW 2010 er geen administratieve voorwaarden van
toepassing zijn. En er dus geen specifieke directiewerkzaamheden en
verplichtingen zijn vastgelegd. De werkzaamheden en bevoegdheden van
de directievoerder van een VVW 2010 bestek dienen projectspecifiek te
worden overeengekomen.
De als samengestelde aanduiding voorkomende vermelding van bv.
“Directie Transacties en Ontwikkeling” of “Directie Vastgoedbeheer” duidt
op het Rijksvastgoedbedrijf dienstonderdeel.
Adviseur(s)
Indien het noodzakelijk is dat een adviseur of architect, naast de
Directievoerder, beslissingsbevoegdheid (bindende afspraken) heeft ten
behoeve van het project, dienen de gegevens van de natuurlijke of
rechtspersoon in het bestek te worden vermeld.
Paginanummering
Opdrachtgever en aannemer behoren in het bezit te zijn van eenduidige
en complete documenten die de overeenkomst vormen. Conform het ARW
2012 wordt bij opdracht een gewaarmerkt exemplaar van de
contractstukken aan de aannemer toegezonden.
Om ervoor zorg te dragen dat de overeenkomst wordt gesloten op basis
van eenduidige en complete documenten worden de documenten voorzien
van zogenaamde identificatiegegevens. Als onderdeel van de identificatie
van het bestekboek als contractdocument op deze pagina in de invultekst
het aantal genummerde pagina’s en alle niet-genummerde pagina’s (zoals
bestekomslag) aangeven. De titelpagina en inhoudsopgaven pagina's
apart vermelden.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 6 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
BIJLAGEN
Het bestek omvat “de voor het werk geldende voorwaarden en de
beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het
werk geldende technische bepalingen, de nota van inlichtingen en het
proces-verbaal van aanwijzing."
Datum
25 augustus 2014
Onder “Bijlagen” dienen de (werk)tekeningen, de beperkingen ten aanzien
van de toegang en het gebruik van het werkterrein en andere documenten
te worden vermeld, welke worden toegevoegd aan het bestek.
Het V&G-plan ontwerpfase en het V&G-dossier maken deel uit van het
bestek.
Bijlagen en andere documenten behorend bij de nota van inlichtingen
dienen ook in de nota te worden vermeld.
Bijlagen dienen eenduidig in het “Overzicht bijlagen” te worden vermeld
met datum, eventueel (versie)nummer en titel. Als datum van een
document dient vermeld te worden de dag waarop het betreffende
document als zijnde gereed wordt beschouwd. Men dient er voor te zorgen
dat de datum aanduidingen consistent zijn (bijvoorbeeld: een document
met een bepaalde datum kan geen verwijzing bevatten naar documenten
met een latere datum).
In geval er sprake is van een openbare (Europese) aanbesteding dient het
bestek aan de aanbestedingsvoorwaarden die voortvloeien uit de
Aanbestedingswet 2012, de Gids Proportionaliteit en het ARW 2012 te
voldoen.
Aangezien het overnemen of interpreteren van terrein- en
bodemgegevens de kans op het ontstaan van onjuistheden en
tegenstrijdigheden vergroot, wordt aanbevolen te verwijzen naar als
bijlage bij het bestek te voegen documenten.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 7 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
EINDPAGINA
DE BESTEKSTUKKEN DIENEN TE WORDEN GEWAARMERKT VOLGENS DE
INSTRUCTIES VAN DE OPDRACHTGEVER (RIJKSVASTGOEDBEDRIJF).
Datum
25 augustus 2014
Te waarmerken bestekstukken overeenkomstig de gevolgde ARW 2012
procedure het:
inschrijvingsbiljet;
het bestek;
de nota van inlichtingen;
het proces-verbaal van aanwijzing.
Van bovengenoemde bestekstukken dienen ten minste 2 exemplaren te
worden gewaarmerkt.
Te weten:
van elk één exemplaar t.b.v. de projectbevoegde (opdrachtgever);
van elk één exemplaar t.b.v. de aannemer (opdrachtnemer).
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 8 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
ALGEMENE TOELICHTING OP DE VOOR HET WERK GELDENDE BEPALINGEN.
INFORMATIE-OVERDRACHT
Datum
25 augustus 2014
Toelichting
Het vervaardigen van tekeningen, berekeningen en andere documenten
door de aannemer is afhankelijk van hetgeen daaromtrent in de van
toepassing zijnde voorschriften is bepaald en hetgeen is overeengekomen
ten aanzien van de taakverdeling tussen de opdrachtgever/directie met de
aannemer.
Bovenstaande gegevens en stukken dienen per project en per onderdeel
door de ontwerpende partij aan de opdrachtgever/directie te worden
verstrekt.
De opdrachtgever dient ervoor te zorgen dat de aannemer tijdig kan
beschikken “over de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke
toestemmingen, die voor de opzet van het werk volgens het bestek
vereist zijn” en "over de benodigde tekeningen en andere gegevens".
De opdrachtgever/directie zorgt daarom voor het aanleveren van
bescheiden, alsmede voor het verstrekken van de daartoe benodigde
gegevens aan de aannemer.
Indien een (Europees erkende) BRL is voorgeschreven, voldoen
bouwstoffen/-producten respectievelijk processen middels het te
verstrekken certificaat aan de (in de BRL genoemde) prestatie-eisen
volgens het Bouwbesluit.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 9 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
1
BESCHRIJVING VAN HET WERK; GEGEVENS
11
Algemeen
11.1
Algemene beschrijving
01.
Toelichting:
Algemene omschrijving van het werk
Invultekst algemeen
Als situering de straat en plaatsnaam vermelden.
Als omschrijving van het werk vermelden:
Datum
25 augustus 2014
“De nieuwbouw (verbouw, restauratie, sloop enz.) van …
(het gerechtsgebouw, de penitentiaire inrichting, het
belastinggebouw, het rijkskantorengebouw enz.).”
>>>
Bepaling 11.1-01 altijd in het projectbestek opnemen.
11.2
Locatie
01.
Toelichting:
Tot de locatiegegevens behoren ook de kadastrale gegevens indien
noodzakelijk.
>>>
Bepaling 11.2-02 altijd in het projectbestek opnemen.
11.3
Algemene gegevens
01.
Werkterrein
Toelichting:
Het oppervlak van het werkterrein dient eenduidig (op tekening) te
worden aangegeven. De bepaling is van belang in verband met het fysiek
afbakenen van het gebied dat de aannemer mag gebruiken om het werk
uit te voeren.
Indien er geen werkterrein wordt aangewezen of als de aannemer hiervan
geen gebruik wil maken is het gebruik van een ander werkterrein voor
rekening van de aannemer.
Indien het werkterrein na oplevering, in de oorspronkelijke staat moet
worden teruggebracht, dient dit in het bestek te worden vermeld.
Het correct definiëren van het werkterrein is van belang voor het juiste
gebruik van de bepalingen onder 23.4-01 van de VVW 2010 (Beperkingen
ten aanzien van werkterrein bij verschillende projecten).
>>>
Bepaling 11.3-01 altijd in het projectbestek opnemen.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 10 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
02.
Rooilijn
Toelichting:
Alleen door het op deze wijze doen vastleggen van de rooilijn (gemeente,
kadaster) kan absolute zekerheid worden verkregen omtrent de juiste
ligging daarvan.
>>>
Datum
25 augustus 2014
Bepaling 11.3-02 indien niet van toepassing N.V.T. invullen.
03.
Peil
Toelichting:
In geval van nieuwbouw, verbouw, restauratie, renovatie en plaatselijk
sloopwerk de absolute peilhoogte vaststellen. Afhankelijk van het project
kan gebruik worden gemaakt van de eerste of de tweede keuzetekst.
>>>
Bepaling 11.3-03 altijd in het projectbestek opnemen.
12
Documenten
12.1
Tekeningen
>>>
Bepaling 12.1 altijd in het projectbestek opnemen.
12.2
Bijlagen
Toelichting:
Van toepassing zijnde formulieren en documenten als bijlage bij het
bestek toevoegen en in het "Overzicht bijlagen" in het bestek vermelden.
"12.2 bijlagen" kan en dient aangevuld te worden met andere van
toepassing zijnde projectspecifieke formulieren en documenten.
>>>
Bepaling 12.2 altijd in het projectbestek opnemen.
13
Aanduidingen, begripsbepalingen
Toelichting:
In VVW 2010 zijn de volgende begripsbepalingen opgenomen, te weten:








>>>
het Werk;
Werkterrein;
Dag
Werkdag
Projectbevoegde;
Directie
Aannemer
Installateur;
(13.1)
(13.2-01 en 13.2-02)
(13.3-01)
(13.3-02)
(13.4-01)
(13.5-01)
(13.6-01)
(13.7-01)
Bepaling 13.1 t/m 13.7 altijd en ongewijzigd in het projectbestek
opnemen.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 11 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
2.
21.
21.1
ALGEMENE VOORWAARDEN
Voor het werk geldende voorwaarden en voorschriften
Van toepassing zijnde voorwaarden
LET OP: HET GAAT HIER OM DE TECHNISCHE BEPALINGEN ER WORDEN
GEEN ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN VAN TOEPASSING VERKLAARD.
Toelichting:
De STABU Standaard Technische Bepalingen zoals deze zijn opgenomen in
de STABU Standaard 2012 zijn van toepassing. De RVB Standaard
Technische Bepalingen vullen deze voorwaarden aan.
Hierin zijn ten behoeve van het bestek technische voorwaarden
bijeengebracht die het Rijksvastgoedbedrijf noodzakelijk acht.
>>>
Bepaling 21.1-01 t/m -03 altijd letterlijk in het projectbestek opnemen.
Datum
25 augustus 2014
LET OP: 21.1 LID 04 BETREFT GEEN TECHNISCHE BEPALING MAAR
HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
Toelichting:
De regeling correspondeert met artikel 3.19.2 ARW 2012. De gelding van
de regeling zal in geschillen tussen Nederlandse ondernemingen wel
worden aangenomen, ook wanneer de regeling niet ook in het bestek is
opgenomen (gewoonterecht; bestendig gebruik in de sector, etc.) maar dit
sluit niet geheel uit dat een ondernemer die niet volledig op de hoogte is
van de Nederlandse mores (aannemer Europese lidstaat) met succes kan
betogen dat zo'n regeling tenminste ook deel uit moet gaan maken van de
aannemingsovereenkomst zelf.
Artikel 3.19.2 ARW 2012 luidt: “Tenzij de aanbesteder in de aankondiging
anders bepaalt, zijn twee of meer ondernemers die gezamenlijk
inschrijven hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van alle uit de
overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.
>>>
Bepaling 21.1 lid 04 altijd opnemen tenzij het RVB aangeeft dat dit artikel
achterwege moet blijven.
22.
22.1
Voor het werk geldende bepalingen
Directie
LET OP: DIT IS NIET DIRECTIE UAV. DIRECTIEVOERING DIE
VOORTVLOEIT UIT DE UAV IS HIER NIET VAN TOEPASSING
Toelichting:
De directie vertegenwoordigt de opdrachtgever c.q. projectbevoegde in
alle zaken betreffende het werk en treedt namens de
opdrachtgever/projectbevoegde op. Het benoemen van een directie dient
uiterlijk in de opdrachtbrief aan de aannemer te worden meegedeeld.
>>>
Bepaling 22.1-01 altijd opnemen in het bestek.
22.2
Verplichtingen van de opdrachtgever
>>>
Bepaling 22.2-01 altijd opnemen in het bestek.
22.3
Verplichtingen van de aannemer
Toelichting:
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 12 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
De voorwaarden opgenomen in de leden 01 t/m 10 van deze bepaling
zijn de minimale voorwaarden noodzakelijk ten aanzien van de
verplichting van de aannemer. Deze leden vloeien voort uit het BW
(aanneming van werk). Derhalve zijn geen andere voorwaarden op dit
bestek van toepassing en/of mag deze bepaling niet worden gewijzigd,
aangevuld of uitgebreid.
Indien de opdrachtgever gebruik wil maken van, bepaling 22.3-06,
voorgeschreven onderaannemer(s), dienen deze in bepaling 22.3-06a te
worden genoemd.
>>>
Bepaling 22.2-01 t/m -10 altijd ongewijzigd opnemen in het bestek.
>>>
Bepaling 22.03-06a in het bestek opnemen indien de opdrachtgever
gebruik maakt van voorgeschreven onderaannemer(s).
Datum
25 augustus 2014
11.
Toelichting:
Door maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten (MVOO) te
stimuleren, kan het Rijksvastgoedbedrijf bedrijven een drijfveer geven om
op maatschappelijke verantwoorde wijze te ondernemen.
In het kader van scholing en werkgelegenheid van personen met een
vergrote afstand tot de arbeidsmarkt (geen reclassering) neemt de
Rijksoverheid bij inkopen en aanbestedingen "social return" als
contractvoorwaarde op.
Deze maatregel houdt in dat het Rijksvastgoedbedrijf, bij aanbestedingen
van werken en diensten met een loonsom hoger dan € 250.000,00
(waarbij mag worden gerekend met het gegeven dat 30% van geraamde
aannemingssom de loonkosten vertegenwoordigen, waardoor de discussie
m.b.t. de inzet van onderaannemers wordt vermeden en een eenduidige
eis is geformuleerd waaraan moet worden voldaan en sancties aan kunnen
worden gerelateerd), in het contract opneemt dat de aannemer ten
behoeve van de uitvoering van de opdracht, ook personen met een
vergrote afstand tot de arbeidsmarkt moet inzetten.
Het bijbehorende verantwoordingsformulier social return dient als bijlage
bij het bestek te worden gevoegd.
>>>
Bepaling 22.3-11 altijd in het projectbestek opnemen indien de loonsom
(30% van de aanneemsom) meer dan 250.000 euro bedraagt.
22.4
Uitvoeringsduur, oplevering
01.
>>>
Bepaling 22.4-01 ongewijzigd opnemen in het bestek.
02.
Toelichting:
Bepaling 22.4-02 alleen opnemen indien de werkzaamheden op het
werkterrein en/of de bouwplaats bijvoorbeeld bij verbouw of restauratie,
als gevolg van het toegankelijk/beschikbaar zijn van het object, niet
eerder kan plaatsvinden dan een vastgestelde datum. In dat geval deze
bepaling opnemen.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 13 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
Bijvoorbeeld, werkzaamheden bestaan uit het aanbrengen van een
dakraam, maar het gebouw is niet eerder toegankelijk dan een
maand na de opdracht. De aannemer kan wel beginnen met het
maken van het dakraam, dus het werk is begonnen zoals bedoeld in
bepaling 22.4-01 aanvang voor het werk, maar er wordt een latere
datum overeengekomen voor het plaatsen (lees aanvang
werkzaamheden op het werkterrein).
>>>
Datum
25 augustus 2014
Bepaling 22.4-02 op aangeven van de projectbevoegde van het
Rijksvastgoedbedrijf, datum of N.V.T. in het bestek opnemen.
03.
Toelichting:
Bij het gebruik van de VVW 2010 kan alleen maar een opleverdatum
worden overeengekomen. Een opleveringstermijn is voor VVW 2010 niet
toegestaan.
>>>
Bepaling 22.4-03 altijd in het projectbestek opnemen.
22.5
Onderhoudstermijn
01.
Toelichting:
De duur van de onderhoudstermijn is conform de vigerende versie van de
Rijksgebouwendienst Handleiding overdracht tussen Projecten en Beheer 1
jaar, tenzij de projectbevoegde van het Rijksvastgoedbedrijf anders
bepaalt.
>>>
Bepaling 22.5-01 altijd ongewijzigd in het bestek opnemen en de van
toepassing zijnde periode invullen.
02.
Toelichting:
In aanvulling op de onderhoudstermijn, bepaling 22.5-01, kan het
noodzakelijk zijn dat de aannemer aan installaties
onderhoudswerkzaamheden dient uit te voeren, conform de voorschriften
van de fabrikant/leverancier en wel zodanig dat aan de voorwaarden tot
garantie van de fabrikant-leveranciersgarantie voldaan wordt, zodat de
RVB het recht op deze garantie blijft behouden.
De in de vigerende versie van de Rijksgebouwendienst Handleiding
overdracht tussen (Beheer), Projecten en Beheer genoemde,
projectspecifiek gemaakte, documenten toevoegen in overleg met de
projectbevoegde. De projectbevoegde kan zorg dragen voor de benodigde
(model)documenten.
>>>
Bepaling 22.5-02 altijd ongewijzigd in het bestek opnemen.
22.6
Aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering
>>>
Bepaling 22.6-01 t/m -03 altijd ongewijzigd in het projectbestek
opnemen.
22.7
Verwerking van bouwstoffen
01.
Toelichting:
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 14 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
Het kabinet heeft in juni 2004 bepaald dat overheden die hout
inkopen zoveel mogelijk duurzaam hout moeten inkopen. Op 24 juni
2004 heeft het voormalig ministerie van VROM de Nederlandse criteria
voor duurzaam hout vastgesteld en aan de Tweede Kamer gezonden.
Deze criteria hebben betrekking op houtcertificatiesystemen en
behandelen duurzaam bosbeheer, de handelsketen en de inrichting van
een certificatiesysteem. Een onafhankelijke toetsingscommissie inkoop
hout (TPAC: Timber Procurement Assessment Committee) toetst in
opdracht van de Rijksoverheid, welke certificatiesystemen aan de
criteria voldoen.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen AgentschapNL)
heeft op basis hiervan criteria (minimumeisen) geformuleerd voor de
inkoop van duurzaam geproduceerd hout. Overheidsinkopers dienen deze
te hanteren bij aanbestedingen en bij de inkoop van hout en producten
waarin de grondstof hout is verwerkt.
Op basis van deze criteria zijn door vertegenwoordigers van Stichting
Probos en de Rijksoverheid t.w. de Rijksgebouwendienst (huidige
Rijksvastgoedbedrijf), Rijkswaterstaat, Dienst Vastgoed Defensie en de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen AgentschapNL),
standaard (besteks)bepalingen voor de STABU- en RAW-systematiek
opgesteld, welke in de bestekken van toepassing verklaart dienen te
worden.
Vanaf 2 juni 2014 accepteert staatssecretaris Wilma Mansveld van
Infrastructuur en Milieu ook het Maleisische certificatiesysteem voor
duurzaam hout MTCS (Malaysian Timber Certification Scheme) voor twee
jaar in het rijksinkoopbeleid.
De komende twee jaar kan hout worden ingekocht indien kan worden
aangetoond dat wordt voldaan aan ten minste 7 van de 9 principes voor
duurzaam bosbeheer zoals die zijn vastgelegd in TPAS.
>>>
Bepaling 22.7-01 en -02 altijd ongewijzigd in het projectbestek opnemen .
22.8
Keuring van bouwstoffen
Toelichting:
De bouwstoffen die door de opdrachtgever gekeurd zullen worden,
dienen deze in hoofdstuk 3, "technische omschrijving van het werk", te
worden vermeld.
Voor de overige bouwstoffen is de aannemer verantwoordelijk voor de
hoedanigheid en de geschiktheid van de bouwstoffen.
>>>
Bepaling 22.8-01 altijd ongewijzigd in het projectbestek opnemen.
22.9
Oude bouwstoffen
Toelichting:
De uit het werk komende oude bouwstoffen blijven eigendom van de
opdrachtgever (Milieuwetgeving). Deze dienen te worden weggevoerd
door de aannemer naar een erkende bewerkings- verwerkings- of
eindverwerkingsinstelling. Indien er bouwstoffen/-producten eigendom
worden van de aannemer dienen deze te worden benoemd middels deze
bepaling en zodanig gehandeld.
HANDLEIDING VVW 2010
Datum
25 augustus 2014
Pagina 15 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
LET OP: DAN BIJ DEZE BOUWSTOFFEN/-PRODUCTEN NIET VERMELDEN
"NIET VAN WAARDE VOOR DE OPDRACHTGEVER".
>>>
22.10
Bepaling 22.9-01 en -02 altijd ongewijzigd in het bestek opnemen.
Garantie voor een onderdeel
01.
Toelichting:
De aanbevolen garantietermijnen, gerekend vanaf het gereedkomen of de
levering van het gegarandeerde onderdeel tot aan de datum van
oplevering en in aansluiting daarop gedurende:
Datum
25 augustus 2014
Systeembekledingen 10 jaar
Kozijnen, ramen en deuren (staal) 5 jaar
Kozijnen, ramen en deuren (aluminium) 5 jaar
Kozijnen, ramen en deuren (kunststof) 5 jaar
Dakbedekkingen 10 jaar
Beglazing (meerbladig-/veiligheidsglas) 10 jaar
Voegvulling staffelgarantie 100% tot 5 jaar, 15% tot 10 jaar
Gevelschermen (zonwering, rolluiken) 3 jaar
Tegelwerk (gelijmd) 3 jaar
Dekvloeren 3 jaar
Vloerbedekking 3 jaar
Plafond- en wandsystemen 5 jaar
Schilderwerk (buitenwerk lak-/muurverf) 5 jaar
Schilderwerk (buitenwerk vochtregulerend) 3 jaar
Schilderwerk (vernis/vochtregulerende transparante
afwerking) 2 jaar
Schilderwerk (binnenschilderwerk) 5 jaar
Elektronische voorschakel apparaten 5 jaar
Voor mogelijkheid tot het naleveren van componenten en software voor
een levering of een onderdeel kan geen garantie in de zin van deze
bepaling worden bedongen. Hiervoor dienen producteisen te worden
opgenomen in de technische eisen.
De aangegeven onderdelen vormen een algemene richtlijn, de exacte
(projectgebonden) invulling van deze bepaling dient te worden vastgesteld
in overleg met de Projectbevoegde van het Rijksvastgoedbedrijf.
De garantie voor een onderdeel dient zorgvuldig te worden toegepast, als
van een onderdeel de bouwstoffen worden voorgeschreven kan in principe
alleen garantie worden gegeven op “vakmanschap” en dit valt onder de
aansprakelijk van de aannemer voor een “verborgen gebrek” (en
nauwlettend toezicht) waarbij de verantwoording van aannemer is beperkt
tot 5 jaar na oplevering of na de onderhoudstermijnen en voor totale
ongeschiktheid c.q. instorten 10 jaar (verhouding
garantieperiode/aansprakelijkheidsduur aannemer en product).
Door het voorschrijven van gecertificeerde producten zal een gebrek dat
zich voordoet na uitwendige en visuele beoordeling en goedkeuring door
de directie worden aangemerkt als een gebrek.
Het RVB verlangt in principe in alle gevallen een garantie van de
aannemer en maakt geen gebruik van de mogelijke garantie, voor een
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 16 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
onderdeel van het werk die door een onderaannemer of leverancier wordt
geboden.
Onder “te garanderen door”, dient altijd de naam van de aannemer te zijn
ingevuld die garant staat voor het goed functioneren van het onderdeel.
>>>
Bepaling 22.10-01 te garanderen onderdelen in het bestek opnemen.
>>>
Bepaling 22.10-02 altijd ongewijzigd in het bestek opnemen.
22.11
Betaling
Toelichting:
De VVW 2010 kent een betalingsregeling van één termijn na oplevering
van het werk of in termijnen met afroep(bank)garantie.
De overwaarderegeling (op elke termijn wordt 5% ingehouden) wordt niet
meer toegepast daar dit bij een faillissement slechts een schijnzekerheid
biedt. Indien zich dat voordoet zal de curator deze inhouding opeisen als
gevolg van het gegeven dat de aannemer betaald moet worden, hetgeen
de aannemer "ontwijfelbaar toekomt". Dit in tegenstelling tot een
afroep(bank)garantie.
Datum
25 augustus 2014
01
>>>
Bepaling 22.11-01 opnemen in het bestek indien voor betaling in één
termijn na oplevering wordt gekozen.
01.
Toelichting:
Het aantal betalingstermijnen en het bedrag van de termijnen behoort
zodanig te zijn vastgesteld, dat de aannemer het werk kan financieren
zonder onnodig hoog renteverlies.
Als richtlijn kan worden aangenomen dat bij een aannemingssom van
circa € 5.000.000,-- incl. BTW de grootte van de termijnen circa 5% van
de aannemingssom bedraagt en de grootte van een termijn ca. €
250.000,-- is.
>>>
Bepaling 22.11-01 opnemen in het bestek indien er voor betaling in
termijnen wordt gekozen.
02.
Toelichting:
>>>
Bepaling 22.12-02 altijd opnemen in het bestek.
22.12
Kortingen
01.
Toelichting:
Het kortingsbedrag dient te zijn afgestemd op de mogelijke schade, welke
de opdrachtgever en klant/gebruiker (voortgang bedrijfsproces,
extra/alternatieve huisvestingskosten en inventaris huisvesting) kan lijden
als gevolg van een te late oplevering. Als ondergrens voor het
kortingsbedrag geldt 0,05‰ van de aannemingssom met een minimum
van € 70,-- en als bovengrens geldt 15% van de aannemingssom.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 17 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
>>>
Bepaling 22.12-01 altijd opnemen in het bestek. Het bedrag van de
korting moet zijn afgestemd op de werkelijk door opdrachtgever te lijden
schade. Invulling geschiedt op aanwijzing van de projectbevoegde van het
Rijksvastgoedbedrijf in overleg met RVB/Vastgoedbeheer en de klant.
HANDLEIDING VVW 2010
Datum
25 augustus 2014
Pagina 18 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
22.13
Zekerheidsstelling
01.
Toelichting:
De aannemer moet een zekerheid stellen, groot 5% van de
aannemingssom inclusief BTW. Dit mag middels een bankgarantie of
afroepgarantie bij een verzekering.
Bij de afroep(bank)garantie blokkeert een bank een deel van het
vermogen van de aannemer of indien bij een verzekering betaalt de
aannemer een premie overeenkomstig 5% van de aan aannemingssom,
waarbij de bank of verzekeraar zich verplicht op eerste aanzegging van de
opdrachtgever tot betaling van het gegarandeerde bedrag over te gaan.
De afroep(bank)garantie zal gelden voor de gehele duur van het werk tot
en met de beëindiging van een eventuele onderhoudstermijn en nadat de
aannemer aan al zijn verplichtingen heeft voldaan.
De opdrachtgever kan een beroep doen op de afgegeven
afroep(bank)garantie, indien de aannemer niet in staat is het werk te
voltooien, bijvoorbeeld door overlijden en/of faillissement. Het
gegarandeerde bedrag wordt dan gebruikt om de kosten te dekken voor
het aantrekken van een andere aannemer.
Het aanhouden van de garantieverklaring als pressiemiddel indien de
aannemer nalaat om zijn verplichtingen na te komen, heeft als enig effect
dat zijn kredietwaardigheid om andere opdrachten aan te nemen
vermindert. Indien niet binnen 10 werkdagen nadat het werk is
opgedragen deze afroep(bank)garantie is ontvangen, zal de
opdrachtgever 5% van de aannemingssom van de 1e termijn inhouden
(indien deze termijn niet gelijk is aan of meer bedraagt dan 5% van de
aanneemsom, dan zal het restant van de 2e termijn worden ingehouden).
Deze inhouding duurt tot de aannemer alsnog aan zijn verplichting m.b.t.
het leveren van de zekerheidstelling heeft voldaan. Op deze inhouding (is
dus niet ingehouden overwaarde) heeft de aannemer geen recht op wat
hem "ontwijfelbaar toekomt", daar hij in gebreke is gebleven. (zie ook
toelichting bij bepaling 22.11)
>>>
Bepaling 22.13-01 altijd ongewijzigd opnemen indien er betaalt wordt in
termijnen.
22.14
Verzekering
Toelichting:
Een algemene stelregel van de overheid is een terughoudend
verzekeringsbeleid.
Dit ligt ten grondslag aan het feit dat o.a. overheidsgebouwen in beginsel
niet verzekerd zijn, de premie voor het totale gebouwenbestand overtreft
namelijk het risico.
In de praktijk zal de aannemer na opdracht in de meeste gevallen
voorstellen gebruik te mogen maken van zijn doorlopende CARverzekering, overigens biedt een CAR-verzekering geen “all risk” dekking,
de aannemer dient zijn CAR-verzekering project specifiek aan te vullen
met de benodigde “clausules” (aanvullende “CAR-verzekeringen”).
De z.g. brand/storm-verzekering volgens de bepalingen van de
Nederlandse Beurs-brandpolis, heeft voor het RVB geen toegevoegde
waarde daar de “brandverzekeraars” zijn overeengekomen, dat bij een
HANDLEIDING VVW 2010
Datum
25 augustus 2014
Pagina 19 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
brandschade hoger dan € 500.000,-, de (brand)verzekering van de
gedupeerde deze schade overneemt en daar overheidsgebouwen niet
verzekerd zijn tegen brand is bovenstaand bedrag het maximum wat zal
worden uitgekeerd (het Rijk heeft geen verzekering die de schade
overneemt).
Om bovenstaande reden (Rijksoverheid verzekert zich niet) wordt ook het
verhalen van de “restschade” op de aannemer, in het kader van
redelijkheid en billijkheid, maar beperkt mogelijk en wordt om deze reden
een brand/storm-verzekering niet meer geëist.
Daar echter de aannemers veelal de door hem nodig geachte polissen aan
het RVB voorlegt ter verificatie, met de vraag of deze voldoen aan de
eisen overeenkomstig de voorwaarden, heeft de Rgd/het RVB in
samenwerking met Stichting STABU en de verzekeringsbranche
minimumeisen opgesteld voor een CAR-verzekering met secties, welke
dienen te worden opgenomen in de projectbestekken.
Datum
25 augustus 2014
Het RVB verplicht de aannemer wel om bij werkzaamheden in of bij
bestaande rijksgebouwen een WA-verzekering af te sluiten.
Let wel, het RVB doet hierin afstand van zijn rechten op het meerdere,
m.a.w. de dekking wordt beperkt per schadegeval (hoogte is vastgesteld
in overleg met de verzekeringsbranche), maar dit geldt alleen voor de
aansprakelijkheid van de aannemer jegens het RVB en niet de
aansprakelijkheid van de aannemer jegens derden.
Waarbij de aannemer zal bedingen dat ingeval van schade, de uitkering
van de schadepenningen ter zake van de risico's en interesten waarvoor
verzekering is voorgeschreven, inclusief omzetbelasting, worden
uitgekeerd aan de Staat der Nederlanden (Rijksvastgoedbedrijf) als
verzekerde of, middels een akte van cessie waarbij het vorderingsrecht op
naam wordt overgedragen van de aannemer naar de Staat der
Nederlanden / Rijksvastgoedbedrijf.
>>>
Bepaling 22.14-01 altijd ongewijzigd in het bestek opnemen.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 20 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
22.15
Geschillen
01.
>>>
Bepaling 22.15-01 altijd ongewijzigd in het bestek opnemen.
23.
23.1
Overige algemene voorwaarden
Werkzaamheden met toestemming van de opdrachtgever
01.
Toelichting:
Onder deze werkzaamheden worden verstaan alle werkzaamheden die
gedurende de uitvoeringstermijn, in opdracht van de opdrachtgever c.q.
gebruiker op het werk c.q. werkterrein, door andere partijen dan de
aannemer worden uitgevoerd. Indien deze werkzaamheden tijdens de
uitvoeringstermijn door andere partijen, in deze bepaling vermelden.(bv.
door nutsbedrijven, bewaarders P.I., schoonmakers, beveiliging etc.)
>>>
Bepaling 23.01-01 in het projectbestek opnemen indien van toepassing.
23.2
Leerling bouwplaats
01.
Toelichting:
In een stimuleringsovereenkomst, in 1992 ondertekend door
vertegenwoordigers van de Bouw- en Houtbond FNV, de Hout- en
Bouwbond CNV, het Algemeen Verbond Bouwbedrijf en het (toenmalig)
Ministerie van VROM, is tot doel gesteld het leerlingbouwplaatsenbeleid
actief te ondersteunen. Met het creëren van leerlingbouwplaatsen wordt
een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan opleiding en ontwikkeling op
bouwvakgebied.
Fundeon heeft aandacht voor de volgende aspecten:
aanwezigheid van timmer-, metsel- en/of tegelwerken;
duur betreffende leerlingwerkzaamheden (liefst 4 tot 6 maanden);
de aannemer een gecertificeerd leerbedrijf is of de bereidheid heeft
zich te certificeren (een ruim percentage van de aannemers die in
opdracht van de Directie Projecten werken zijn gecertificeerd);
beschikbaarheid leermeesters in dienst.
>>>
Bepaling 23.2-01 altijd ongewijzigd in het projectbestek opnemen.
23.3
Arbeidsomstandighedenbesluit
Toelichting:
Opnemen indien de verplichtingen voortvloeiende uit het
Arbeidsomstandighedenbesluit op het werk van toepassing zijn.
Een Veiligheids- en Gezondheidsplan is verplicht indien het werk risicovol
is (gevaar van bedelving, vastraken of vallen, blootstellen aan chemische
en biologische stoffen, ioniserende straling, werkzaamheden nabij
hoogspanningskabels, verdrinkingsgevaar, graven putten en
ondergrondse- en tunnelwerken, werken met duikuitrusting of onder/overdruk, gebruik van springstoffen en montage of demontage van zware
geprefabriceerde elementen) of een kennisgeving verplicht is. De
kennisgeving is verplicht indien de geraamde duur van het bouwwerk
meer dan 30 mensdagen beslaat en op die bouwplaats op enig moment
meer dan 20 werknemers tegelijkertijd werken, of: indien de geraamde
HANDLEIDING VVW 2010
Datum
25 augustus 2014
Pagina 21 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
duur van het werk meer dan 500 mensdagen beslaat (geraamde
aannemingssom groter dan € 350.000,00).
>>>
Bepaling 23.3-01 t/m -03 altijd ongewijzigd opnemen in het bestek indien
een van de onder "23.3 Toelichting” omschreven situaties zich voordoet.
23.4
Beperkingen ten aanzien van werkterrein
01.
Toelichting:
De toegang tot werkterreinen en de speciale geldende voorschriften zoals
die gelden voor PI's, musea, defensieterreinen e.d. worden niet meer
standaard in VVW 2010 opgenomen i.v.m. de wisselende eisen van de
gebruikers. Hiertoe dienen de regels van de betreffende gebruikers ten
aanzien van de toegang en het gebruik van het werkterrein als bijlage bij
het bestek te worden gevoegd.
>>>
Bepaling 23.4-01 altijd opnemen in het bestek bijlage op aanwijzing van
de projectbevoegde van het Rijksvastgoedbedrijf.
23.5
Communicatie
01.
Toelichting:
De voorwaarden opgenomen in de leden 01 t/m 03 van deze bepaling
betreffen de minimale beheers- c.q. administratieve inspanningen
noodzakelijk ten aanzien van de vastlegging tussen de opdrachtgever c.q.
directie en de aannemer. De frequentie en aanvullen van de
minimumeisen is ter beoordeling van de directie.
>>>
Bepaling 23.5-01 t/m -03 altijd ongewijzigd opnemen in het bestek
opnemen.
Datum
25 augustus 2014
04.
Toelichting:
Deze bepaling regelt de bevoegdheid van de aannemer met betrekking tot
de publiciteit over het werk.
>>>
Bepaling 23.5-04 altijd ongewijzigd opnemen in het bestek opnemen.
23.6
Naleven Wet Arbeid Vreemdelingen
Toelichting:
De Wet arbeid vreemdelingen (Wav) geeft aan op welke wijze
vreemdelingen toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. In deze
wet worden regels gesteld waaraan werkgevers moeten voldoen indien zij
door vreemdelingen arbeid laten verrichten. In de wet wordt onder een
werkgever verstaan degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of
bedrijf een ander arbeid laat verrichten en de natuurlijke persoon die een
ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten.
Het werkgeverschap is in de zin van de Wav ruimer dan de
civielrechtelijke definitie van een werkgever. De ruime omschrijving van
het werkgeverschap in de Wav brengt mee dat een persoon die arbeid
verricht meer dan één werkgever kan hebben. Te denken valt aan een
situatie waarin een persoon door tussenkomst van een bedrijf wordt
ingezet voor het uitvoeren van werkzaamheden bij een ander bedrijf, dit is
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 22 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
bijvoorbeeld het geval bij het in- en uitlenen van arbeidskrachten en bij
uitbesteding en aanneming van werk.
Het brede werkgeversbegrip houdt dus in dat ook een werkgever die via
intermediairs zoals uitzendbureaus en loonbedrijven personeel inhuurt,
werkgever is in de zin van de Wav.
De werkgever die inhuurt, is ervoor verantwoordelijk dat de persoon die
voor hem werkt een tewerkstellingsvergunning heeft, tenzij de
intermediair hier al over beschikt. Een opdrachtgever die het werk via een
(onder)aannemer uitbesteedt, wordt eveneens aangemerkt als werkgever
in de zin van de Wav, voor de werkzaamheden die de (onder)aannemer
door een vreemdeling laat verrichten.
(Uitzendbureaus, loonbedrijven, aannemers en onderaannemers vallen
onder het brede werkgeversbegrip van de Wav).
Datum
25 augustus 2014
In bovengenoemde situaties is dus iedere werkgever, van
(hoofd)opdrachtgever tot (onder)aannemer, van uitzendbureau tot
inlener, verantwoordelijk voor de juiste naleving van de wettelijke
verplichtingen en kan aan iedere werkgever een boete worden opgelegd
als ergens in de keten van werkgevers de wet wordt overtreden.
Indien een overtreding aan een werkgever niet of in mindere mate
verweten kan worden, kan een boete achterwege blijven of gematigd
worden. Voor de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid zijn alle
relevante feiten en omstandigheden van het geval bepalend. Daarnaast is
de wijze waarop en de mate waarin de opdrachtgever of andere
werkgevers ten behoeve van wie het werk wordt uitgevoerd, op de juiste
naleving van de wet- en regelgeving toeziet, van belang. Voor de invulling
van de eigen verantwoordelijkheid zullen alle werkgevers in de keten,
opdrachtgever en aannemer, maar ook een uitzendbureau, inlener en alle
overige werkgevers betrokken bij de uitvoering, onderling afspraken
moeten maken over de juiste naleving van de regelgeving. Ook zal
gedurende de uitvoering van het werk, een opdrachtgever zich - met
regelmaat – ervan moeten vergewissen dat het bedrijf dat hij voor de
uitvoering van het werk heeft ingeschakeld, zich inzet om te voldoen aan
de eisen die de Wav stelt.
De Rijksgebouwendienst/het Rijksvastgoedbedrijf heeft daartoe met
Rijkswaterstaat en de Inspectie SZW in een interdepartementaal overleg
maatregelen opgesteld welke zijn gericht op het vermijden van in strijd
zijn met de Wav, zonder als Rijksgebouwendienst/Rijksvastgoedbedrijf in
een oneigenlijke rol te geraken. Deze maatregelen, geformuleerd middels
een besteksartikel, dienen in de bestekken te worden opgenomen onder
de administratieve voorwaarden.
>>>
Bepaling 23.6-01 t/m -05 altijd ongewijzigd opnemen in het
projectbestek.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 23 van 24
HANDLEIDING VVW 2010
24.
24.1
Door de aannemer te verstrekken gegevens
Werkdocumenten revisie- c.q. as-built-tekeningen
>>>
Bepaling 24.1-01 t/m -02 altijd ongewijzigd opnemen in het
projectbestek.
24.2
Aanlevering digitale
>>>
Bepaling 24.2-01 altijd ongewijzigd opnemen in het projectbestek.
24.3
Informatie-overdracht algemeen
>>>
Bepaling 24.3-01 t/m -02 altijd ongewijzigd opnemen in het
projectbestek.
Datum
25 augustus 2014
24.3-03 Toelichting:
Ten behoeve van het toekomstig onderhoud door directie Beheer dient de
aannemer een Object Elementen Lijst (OEL) op te stellen. Hiertoe dient
het gebouw te worden doorlopen op aanwezige elementen. Deze opname
dient te worden gedaan door een gespecialiseerd bedrijf volgens de
Rgd/BOEI®- systematiek. De Rijksgebouwendienst/het
Rijksvastgoedbedrijf, directie Beheer, heeft ten behoeve hiervan
overeenkomsten met diverse specialistische bedrijven afgesloten.
De aannemer dient een door directie Beheer ( middels de objectmanager,
via de projectmanager) aangewezen specialistisch bedrijf, als aangewezen
onderaannemer, deze opname te laten uitvoeren en wel na de oplevering
in de onderhoudstermijn. Dit gespecialiseerd bedrijf dient te worden
benoemd in bepaling 22.3 lid 06a onder vermelding van "opname Object
Elementen Lijst (OEL)".
Let op: indien er geen onderhoudstermijn (bepaling 22.5-01) is
opgenomen, is deze bepaling niet van toepassing.
>>>
Bepaling 24.3-03 indien van toepassing altijd opnemen.
3.
Technische omschrijving van het werk
In dit hoofdstuk dient de bestekschrijver de eisen op te nemen met
betrekking tot de te realiseren werkzaamheden.
HANDLEIDING VVW 2010
Pagina 24 van 24