Boem - Basisschool Oostelijke Eilanden

BOEM
juli 2014
vijf en twintigste jaargang, nummer 313
Inhoud van deze BOEM





Formatie 2014-2015
Jaarplanner 2014-2015 (herhaald bericht)
Mededelingen van de tussenschoolse opvang (herhaald bericht)
De nieuwe rekenmethode De Wereld in getallen
Veilig leren lezen, de gebruikte methode in de groepen 3
Formatie 2014-2015
groep
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
1/ 2A
1/ 2B
1/ 2C
1/ 2D
1/ 2E
1/ 2F
1/ 2G
Liesbet v.d. Berg
Anneke Roth
Lisette van Schaik
Karen Okkema
Corinne v. Staalduinen
Janneke van Beek
Marianne Hoed
Anneke Roth
Leontine v.Weerdenburg
Lisette van Schaik
Karen Okkema
Corinne v. Staalduinen
Janneke van Beek
Marjolijn Rokebrand
Liesbet v.d. Berg
Leontine v.Weerdenburg
Elske Neus
Karen Okkema
Corinne v. Staalduinen
Janneke van Beek
Marjolijn Rokebrand
Liesbet v.d. Berg
Leontine v.Weerdenburg
Elske Neus
Karen Okkema
Rommy Kempenaar
Lisette van Schaik
Marjolijn Rokebrand
Liesbet v.d. Berg
Leontine v.Weerdenburg
Elske Neus
Lisette van Schaik
Corinne v. Staalduinen
Janneke van Beek
Marjolijn Rokebrand
groep
3A
3B
3C
4A
4B
4/5
MAANDAG
Danielle Michels
Marleen v.d. Pol
Sacha Houben
Dorine Hurenkamp
Lingly Muller
Annelies Fennis
DINSDAG
Gerda Lansen
Marleen v.d. Pol
Sacha Houben
Dorine Hurenkamp
Maaike Hoogland
Annelies Fennis
DONDERDAG
Danielle Michels
Marleen v.d. Pol
Sacha Houben
Dorine Hurenkamp
Lingly
Merel Witteveen
VRIJDAG
Danielle Michels
Marleen v.d. Pol
Sacha Houben
Dorine Hurenkamp
Lingly
Merel Witteveen
5A
Maaike Hoogland
Janine de Vries
WOENSDAG
Danielle Michels
Marleen v.d. Pol
Sacha Houben
Dorine Hurenkamp
Lingly
Annelies Fennis
Merel Witteveen
Janine de Vries
Janine de Vries
Janine de Vries
groep
6A
6B
6C
7A
7B
8A
8B
MAANDAG
Ingrid de Haan
Dorine Frederiks
Laura Nelissen
Lot Kooijman
Tessa Franssen
Petra Oortgijsen
Paulien Vos
DINSDAG
Ingrid de Haan
Jean Himpers
Laura Nelissen
Tania Spaans
Tessa Franssen
Petra Oortgijsen
Margriet Berger
WOENSDAG
Ingrid de Haan
Jean Himpers
Laura Nelissen
Tania Spaans
Tessa Franssen
Dorine Frederiks
Margriet Berger
DONDERDAG
Susanne v.d. Werf
Jean Himpers
Laura Nelissen
Tania Spaans
Tessa Franssen
Petra Oortgijsen
Margriet Berger of
Paulien Vos
VRIJDAG
Susanne v.d. Werf
Jean Himpers
Laura Nelissen
Tania Spaans
Frieda Ysebaert
Petra Oortgijsen
Paulien Vos
Overige functies en taken
Siebe Hentzepeter
Karin Kroon
Afke Hartland
Ineke Terpstra
Ingrid de Haan
Lot Kooijman
Gaelle Germain
Corinne van Staalduinen
Janine de Vries
Leontine v.Weerdenburg
Anneke van Giessen
Annelie van es
Rommy Kempenaar
Pia van Til
Norman Megens
Directeur
Administratie
Coördinator onderbouw
Coördinator middenbouw
Coördinator bovenbouw
Coördinator ICT
Coördinator T.S.O. en ouderkamer
Coördinator kunst en cultuur
Intern begeleider
(Deels) afwezig wegens ziekte en/of
re-integratie
Marion Akkerman
Gerda Lansen
Dorine Frederiks
Intern begeleider
Gymnastiekleraar
Boem 312
Pagina 1
Gymrooster 2014-2015 (kan in de loop v.h. schooljaar gewijzigd worden)
08.30-09.15
09.15-10.00
10.00-10.45
10.45-11.30
gr. 8A
gr. 8B
gr. 6B
gr. 6A
12.45-13.30
13.30-14.15
14.15-15.00
gr. 6C
gr. 5A
gr. 7A
08.30-09.30
Maandag
Petra Oortgijsen
Paulien Vos
Dorine Frederiks
Ingrid de Haan
gr. 3A
gr. 3B
gr. 3C
gr. 4/5
Dinsdag
Gerda Lansen
Marleen van der Pol
Sacha Houben
Annelies Fennis
gr. 4B
gr. 4A
gr. 7B
gr. 4B
Laura Nelissen
Maaike Hoogland
Lot Kooijman
Donderdag
Lingly Muller
08.30-09.15
Maaike Hoogland
Dorine Hurenkamp
Tessa Franssen
Vrijdag
gr. 3B Marleen van der Pol
09.30-10.30
gr. 4A
Dorine Hurenkamp
09.15-10.00
10.00-10.45
gr. 3A Danielle Michels
gr. 7A Tania Spaans
10.30-11.30
gr. 6C
Laura Nelissen
10.45-11.30
gr. 7B Frieda Ysebaert
12.45-13.30
13.30-14.15
gr. 6B
gr. 6A
Jean Himpers
Susanne van der Werf
12.45-13.30
13.30-14.15
14.15-15.00
gr. 8B
Margriet Berger
14.15-15.00
gr.3C Sacha Houben
gr. 4/5
Merel Witteveen
en/of gr. 5 Janine de Vries
Zwemuur
gr.8A
Petra Oortgijsen
Afscheid en de komst van een nieuwe collega
Sigrid Winkelhuis verlaat de BOE. Zij gaat verhuizen naar Lochem. Wij wensen haar heel veel succes en bedanken Sigrid voor
haar inzet en betrokkenheid.
Susanne van der Werf komt m.i.v. 5 september op de BOE. Zij gaat les geven in groep 6A
Tussenschoolse opvang (overblijf)
Registratie van deelname
De kinderen die overblijven moeten aangemeld zijn.
Wij verzoeken u een aanmeldingsformulier in te vullen en voor 1 september 2014 te retourneren.
Mochten in het nieuw schooljaar wijzigingen optreden kunt u ze doorgeven via de wijzigingsformulier
De formulieren kunt u vinden en retourneren bij de schooladministratie.
De formulieren zijn ook op de website te vinden www.boe-amsterdam.nl
Betaling
Betalen van de overblijf kan op een aantal manieren:
Voor losse dagen krijgen de ouders twee keer per jaar een factuur.
Voor vaste dagen kunt u kiezen uit twee mogelijkheden.
1 termijn betaaldatum 1-09-2014
10 termijnen betaaldata 1-09, 1-10, 1-11, 1-12, 1-01, 1-02, 1-03, 1-04, 1-05, 1-06
x per week
4 dagen
3 dagen
2 dagen
1 dag
1 termijn
400
300
200
100
10 termijnen
40
30
20
10
€ 2.50 per keer voor termijnbetalingen
€ 2.80 per keer voor losse dagen
Voor vaste termijnen sturen wij geen factuur
Om de betaling van de overblijfkrachten te kunnen waarborgen dient vooraf betaald te worden op de eerste van de maand.
Betaling kan alleen via de bankrekening. Op deze manier is er geen contant geld op school en kunnen alle betalingen digitaal
gecontroleerd worden.
Rekeningnummer
NL89 RABO 0143 9378 20
Ten name van
Basisschool Oostelijke Eilanden
Onder vermelding van naam en groep van het kind en de termijn waarvoor betaald wordt.
Boem 312
Pagina 2
Let goed op voor hoeveel dagen u uw kind aanmeld.
i.v.m. personeel inzet kunnen wij geen terugbetaling doen.
Wij verzoeken ouders om geen eigen berekening te maken. Bij twijfel kunt u contact opnemen met de TSO
administratie/coördinator.
Ouders met vragen
Ouders die vragen hebben of klachten willen bespreken kunnen contact opnemen met de TSO coördinator, Gaelle Germain, op
maandag en vrijdag tussen 8.30 uur en 10.30 uur in de ouderkamer en/of per mail via [email protected].
Mocht u desondanks niet tevreden zijn dan kunt u een afspraak maken met de directie.
Gevonden voorwerpen
Het schooljaar is bijna voorbij en wij zitten weer met zakken vol gevonden voorwerpen. Wij bewaren deze spullen uiterlijk tot
het begin van de zomervakantie en direct daarna gaan de spullen naar de daar voor bestemde bakken. Dus mist u een
kledingstuk van uw kind kom dan alsnog snel kijken.
Mediatheeknieuws
Beste ouders,
kinderen die elke dag minstens een kwartier lezen of voorgelezen worden, vergroten hun woordenschat. Kinderen die ook in de
vakantie elke dag lezen, behouden hun AVI-niveau.
Blijf van de zomer lekker met je kind doorlezen!
Lidmaatschap van de OBA, de bibliotheek, is voor kinderen t/m 18 jaar gratis.
Als je een I-pad hebt, is het handig de app Vakantiebieb te downloaden. Daarop staan allerlei leuke boeken.
Via de App Store en via Google Play Store is deze app gratis te downloaden.
Meer informatie vinden jullie op www.vakantiebieb.nl
Mochten jullie thuis boeken hebben liggen die populair zijn bij kinderen, maar waar jullie eigen kinderen niet meer naar om
kijken, zouden jullie die aan de mediatheek willen schenken?
Dat zou heel fijn zijn.
Mocht je zin en tijd hebben een ochtend per week van half 9 tot half 10 in de mediatheek te werken, meld je dan aan bij Karin
Kroon, Paulien (7B) of Lingly (4B).
Fijne zomer!
De Mediatheekcommissie
Boem 312
Pagina 3
Jaarplanner 2014-2015
WK
In de loop van het schooljaar kunnen er wijzigingen optreden.
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
THEMA STUDIEDAG 1
KINDEREN ZIJN VRIJ
34
18-08-2014
22-08-2014
35
25.08.2013
29.08.2014
36
01.09.2013
05.09.2014
37
08.09.2013
12.09.2014
38
15.09.2013
19.09.2014
39
22.09.2013
26.09.2014
40
29.09.2013
03.10.2014
41
06.10.2013
10.10.2014
DEZE WEEK START
GESPREKKEN. DEZE AVOND TOT
20.30 UUR
42
13.10.2013
17.10.2014
HERFST VAKANTIE
ALGEMENE OUDERAVOND
GR 3-4-7-8 19-20.30 UUR
ALGEMENE OUDERAVOND
GR 1-2-5-6 19-20.30 UUR
GMR VERGADERING
MR VERGADERING
START KINDERBOEKENWEEK
THEMA FEEST
VOORLEESWEDSTRIJD GR.6-8
VOORLEESFINALE VAN DE
VOORLEESKAMPIOEN BOE
HERFSTVAKANTIE
HERFSTVAKANTIE
SCHOOLFOTOGRAAF
SCHOOLFOTOGRAAF
HERFSTVAKANTIE
HERFSTVAKANTIE
43
20.10.2013
24.10.2014
THEMA STUDIEDAG 2
KINDEREN ZIJN VRIJ
44
27.10.2013
31.11.2014
SCHOOLFOTOGRAAF
45
03.11.2013
07.11.2014
46
10.11.2014
14.11.2013
47
17.11.2014
21.11.2013
(G)MR VERGADERING
48
24.11.2012
28.11.2014
(G)MR VERGADERING
49
01.12.2013
05.12.2014
50
08.12.2014
12.12.2014
51
15.12.2014
19.12.2014
52
22.12.2014
26.12.2014
KERSTVAKANTIE
1
29.12.2014
02.01.2015
2
05.01.2015
09.01.2015
KERSTVAKANTIE
THEMA STUDIEDAG 3
KINDEREN ZIJN VRIJ
3
12.01.2015
16.01.2013
4
19.01.2015
23.01.2015
MR VERGADERING
5
26.01.2015
30.01.2015
GMR VERGADERING
6
02.02.2015
06.02.2015
7
09.02.2015
13.02.2015
8
16.02.2015
20.02.2015
OUDERGESPREKSAVOND TOT
20.30 UUR
9
23.02.2015
27.02.2015
VOORJAARSVAKANTIE
10
02.03.2015
06.03.2015
11
09.03.2015
13.03.2015
12
16.03.2015
20.03.2015
13
23.03.2015
27.03.2015
14
30.03.2015
03.04.2015
15
06.04.2015
10.04.2015
16
13.04.2015
17.04.2015
MR VERGADERING
17
20.04.2015
24.04.2015
CITO EINDTOETS GROEP 8
CITO EINDTOETS GROEP 8
CITO EINDTOETS GROEP 8
THEMA STUDIEDAG
KINDEREN ZIJN VRIJ
18
27.04.2015
01.05.2015
MEIVAKANTIE
MEI VAKANTIE
MEI VAKANTIE
MEIVAKANTIE
MEIVAKANTIE
19
04.05.2015
08.05.2015
MEIVAKANTIE
MEIVAKANTIE
MEIVAKANTIE
MEIVAKANTIE
20
11.05.2015
15.05.2015
MEIVAKANTIE
HEMELVAART
KINDEREN ZIJN VRIJ
SINTERKLAASFEEST TOT
12.30 UUR. DE KINDEREN ZIJN
DAARNA VRIJ.
ADVIESGESPREKKEN GROEP 8
KERSTDINER 18-19 UUR
INLOOP UUR TOT 9.30 UUR
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
KERSTVAKANTIE
PORTFOLIO MEE NAAR HUIS
START OUDERGESPREKKEN
THEMA STUDIEDAG 4
KINDEREN ZIJN VRIJ
VOORJAARSVAKANTIE
VOORJAARSVAKANTIE
MR VERGADERING
STUDIEDAG PERSONEEL OOADA
KINDEREN ZIJN VRIJ
GOEDE VRIJDAG
KINDEREN ZIJN VRIJ
2DE PAASDAG
KINDEREN ZIJN VRIJ
22.05.2015
22
25.05.2015
29.05.2015
2DE PINKSTERDAG
KINDEREN ZIJN VRIJ
MR VERGADERING
23
01.06.2015
06.06.2015
AVOND4DAAGSE
AVOND4DAAGSE
24
08.06.2015
12.06.2015
25
15.06.2015
19.06.2015
26
22.06.2015
26.06.2015
03.07.2015
28
06.07.2015
16.08.2015
KINDEREN ZIJN VRIJ
GMR VERGADERING EN
MINISYMPOSIUM
18.05.2015
29.06.2015
VOORJAARSVAKANTIE
GMR VERGADERING
21
27
VOORJAARSVAKANTIE
AVOND4DAAGSE
AVOND4DAAGSE
PORTFOLIO MEE NAAR HUIS
DEZE WEEK
OUDERGESPREKKEN
VANAVOND TOT 20.30 UUR
ZOMERVAKANTIE
MR VERGADERING
GMR VERGADERING
ZOMERVAKANTIE
DOORSCHUIFUURTJE 8.30-9.30
UUR
DOOR DE BOGEN GROEP 8 UUR
’S MIDDAGS ZOMERFEEST
ZOMERVAKANTIE
LAATSTE SCHOOLDAG
STUDIEDAG KINDEREN VRIJ
ZOMERVAKANTIE
ZOMERVAKANTIE
Boem 312
Pagina 4
Nieuwe rekenmethode De Wereld in getallen voor de groepen 3 t/m 8
De rekenmethode Rekenrijk wordt na de zomervakantie vervangen. De nieuwe methode De Wereld in getallen (WIG) wordt
geleidelijk ingevoerd. Komend schooljaar tot en met groep 6 en de volgende jaren groep 7 en dan groep 8.
Om u een indruk te geven hoe deze methode is samengesteld krijgt u hieronder een samenvatting.
Inleiding
Referentieniveaus
Om de prestaties van leerlingen op het gebied van taal en rekenen te verhogen zijn door het ministerie van OCW
referentieniveaus vastgesteld. Deze geven aan wat kinderen moeten kennen en kunnen. Daarnaast zorgen de referentieniveaus
voor een betere aansluiting van het basisonderwijs op het vervolgonderwijs. Het geheel aan referentieniveaus wordt het
referentiekader genoemd. De rekenmethode De Wereld in getallen sluit hierbij aan.
De eerdere kerndoelen hebben slechts een aanbodverplichting. De nieuwe referentieniveaus hebben een opbrengstverplichting:
de kinderen moeten de beschreven kennis en vaardigheden dus echt beheersen. De referentieniveaus helpen ook de beheersing
van taal en rekenen beter toetsbaar te maken, zodat het prestatieniveau per leerling goed zichtbaar is. Dit levert een goede basis
voor opbrengstgericht werken in het onderwijs.
Over 1F en 1S
Voor rekenen in het basisonderwijs gelden twee niveaus: 1S (streefniveau) en 1F (fundamenteel niveau). Het ministerie heeft
bepaald dat bij rekenen 75% van de kinderen niveau 1S moet behalen aan het eind van het basisonderwijs (ambitie).
Kinderen op 1S-niveau stromen uit naar VWO, HAVO en VMBO gemengde en theoretische leerweg.
Als de leerkracht en andere betrokken vaststellen dat bepaalde kinderen niveau 1S niet aankunnen, dan volstaat niveau 1F. deze
kinderen krijgen minder leerstof en werken met eenvoudigere doelen. Het ministerie stelt voor rekenen als eis dat 85% van de
kinderen niveau 1F moet behalen (ambitie). Kinderen op dit niveau stromen uit naar de kader- en beroepsgerichte leerwegen in
het VMBO.
De Wereld in getallen, de methode
De referentieniveaus zijn zichtbaar verwerkt in de methode Wereld in getallen.
Groep 3,4,en 5.
De basisstof ** moet door alle kinderen in deze groepen worden beheerst. Sommige kinderen hebben extra rekentijd en extra
instructie nodig om het tempo van hun klasgenootjes te kunnen volgen. Tot eind groep 5 hebben de sterren nog geen directe
relatie met de officiële referentieniveaus. Een kind, dat in groep 4 opgaven op * niveau maakt, stroomt dus niet automatisch uit
op 1F-niveau aan het eind van de basisschool. Het sterrenniveau in de groep 3, 4 en 5 zorgt voor aan balans tussen uitdaging en
succeservaring. Het is dan ook goed om kinderen, die makkelijk een hoger niveau aankunnen, daartoe uit te dagen.
Groep 6
Groep 6 is het overgangsjaar tussen de methodedifferentiatie om de groep bijeen te houden en de differentiatie op basis van de
referentieniveaus. In deze groep gaan de niveaus meer uiteenlopen en worden de verschillen tussen leerlingen groter. Nu wordt
duidelijk welk referentieniveau de kinderen aankunnen.
Voor sommige rekenzwakke kinderen is het verstandig om te kiezen voor het minimumniveau *.
Deze kinderen kunnen in groep 6, met behulp van verlengde instructie nog wel enkele opgaven op het basisniveau ** maken.
Maar vanaf groep 7 gaan de niveaus in de leerstof sterk uiteenlopen. Pas als een kind duidelijk niet meer mee kan op het
basisniveau, dan moet het uitstroomperspectief 1S worden losgelaten.
Het kind werkt vervolgens gericht toe naar het eindniveau 1F.
Het plaatsen van een kind op het minimumniveau is altijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de leerkracht, intern
begeleider, directie en ouder.
Groep 7 en 8
Het streven is uiteraard om alle kinderen op een zo hoog mogelijk niveau te laten uitstromen. Dit betekent in groep 7 en 8 het
volgende:
Minimumniveau *
Werkt toe naar het 1F-niveau eind kinderen die op het minimumniveau werken krijgen na de reguliere instructie verlengde
instructie vanuit het bijwerkboek. Daarna maken zij minimaal de * opdrachten en * weektaak.
Basisniveau **
Werkt toe naar het 1S-niveau eind basisschool. Deze kinderen maken na de instructie minimaal de ** opdrachten en de **
Weektaak.
Boem 312
Pagina 5
Plusniveau ***
Werkt toe naar het niveau 1S+ eind basisschool. Kinderen op het plusniveau gaan na de instructie aan de slag met de *** en
*** opdrachten en weektaak en werken door in het groene pluswerkboek.
Routeboekje
Er zijn soms kinderen in de bovenbouw (groep 6-8) die zelfs moeite hebben met de * minimumroute. Het SLO, nationaal
expertisecentrum leerplanontwikkeling, hebben gekeken welke leerstof uit de methode, die bij de 1F-doelen past, deze kinderen
wel en niet moeten maken en beheersen, en wat ze mogen overslaan. Vanaf groep 6 zijn sommige rekenonderdelen namelijk
minder belangrijk. Andere onderdelen zijn juist heel belangrijk, omdat kinderen er in hum latere dagelijks leven veel mee te
maken krijgen. Bijvoorbeeld meten, omgaan met tijdsduur en werken met percentages. Als deze kinderen de route in het 1Frouteboekje volgen kunnen ze lastige stof overslaan en meer tijd besteden aan belangrijke
Leesmethode Veilig Leren Lezen (VLL) voor de groepen 3
Bij de start in groep 3 kennen veel kinderen al behoorlijk wat letters. Voor een groot deel is dat te danken aan de kleutergroepen
waarin kinderen ruimschoots kennismaken met verhalen, woorden en letters. Het ene kind pikt die kennis sneller op dan het
andere. Vandaar dat er in VLL veel aandacht wordt besteed aan zowel risicolezers als vlotte lezers. Door een goede didactische
aanpak en materiaalkeuze behouden alle leerlingen tocht het gevoel samen één groep te vormen.
Opbouw
Alle aandacht gaat uit naar het systematisch verkennen van de eigenschappen van letters en klanken en het oefenen van nieuwe
letters in woorden met zoveel mogelijk combinaties van bekende letters. Dat zorgt voor betere automatisering van de tekenklankkoppelingen. Zo komen leerlingen sneller tot het vlot lezen van woorden, zinnetjes en korte teksten. Bovendien bevordert
de duidelijke koppeling met spelling het proces van aanvankelijk lezen. Naast technisch lezen en spellen schenkt de methode VVL
veel aandacht aan begrijpend lezen, mondelinge taal, woordenschat maar ook aan leesplezier en creatief schrijven. Zo wordt in
groep 3 een fundament gelegd voor hun taal-leesontwikkeling.
De methode begint met kern Start, daarna volgen kern 1 t/m 11 en het schooljaar eindigt met kern Afsluiting. Het totale
programma beslaat 34 schoolweken, exclusief kern Afsluiting.
Elke kern wordt afgesloten met twee facultatieve herhalings- en toetsdagen.
In de tijdsbesteding per dag volgen we het advies van de PO-raad. Per week besteedt de leerkracht ongeveer 480 minuten aan
VLL. De hoeveelheid tijd die aan lezen wordt besteed is zeer bepalend voor de leeropbrengst.
Differentiatie
Met VLL kan de leerkracht inspelen op de niveauverschillen binnen de groep. De methode werkt met twee leerlijnen (maanlijn
en zonlijn) en drie aanpakken (maan, zon, ster).
 Maan: leerlingen met een normale leesontwikkeling volgen de leerlijn maan.
 Ster: leerlingen met een moeizame leesontwikkeling volgen eveneens de maanlijn, maar krijgen extra aandacht in de
vorm van preteaching, verlengde instructie en begeleide oefening.
 Zon: met leerlingen die beschikken over een volledige letterkennis, kan de leerkracht een ‘zongroep’ vormen. Aan het
eind van kern Start bepaalt de leerkracht door toetsing welke leerlingen de leerlijn zon gaan volgen. Naast volledige
letterkennis vragen we van deze leerlingen ook een vlotte beheersing van de letters en het voldoende vlot kunnen lezen
van klankzuivere woorden met een medeklinker-klinker-medeklinker structuur. Bovendien is het belangrijk dat zij
zelfstandig kunnen werken. Leerlingen die de zonlijn volgen, werken veelal in leesboekjes en werkboekjes met leerstof
op een hoger niveau.
Samen lezen is belangrijk en werkt motiverend. In kern 1 t/m 6 zijn er samenleesteksten opgenomen in de leesboekjes. Dit zorgt
ervoor dat de zongroep betrokken blijft bij het onderwijs dat de andere kinderen krijgen, terwijl er toch voldoende uitdaging
krijgen in leermaterialen op hun eigen niveau.
Van één nieuwe letter naar nieuwe woorden
Om correct en vlot te kunnen lezen, is een sterke verbinding tussen letters en klanken cruciaal. De klank van het
structureerwoord is hierbij het startpunt. Elk nieuw structureerwoord bevat slechts één nieuwe klank/letter. De rest van het
woord bestaat uit klanken en letters die al bekend zijn. Door in de structuurwoorden een letter te vervangen of weg te laten,
ontstaan weer nieuwe woorden. Door gebruik te maken van overeenkomsten en verschillen tussen woorden en geoefende
lettercombinaties systematisch in nieuwe woorden te herhalen, krijgen leerlingen inzicht in de ‘structuur’ van woorden. Dit
inzicht kunnen ze toepassen bij het lezen en spellen van nieuwe woorden.
Voorbeeld
Start
ik
Kern 1 kip
Kern 2 maan
Kern 3 doos
Kern 4 wip
Kern 5 jeuk
Kern 6 mug
kim
aap
pet
doek
zon
ziek
saus
sim
raak
meet
zee
zak
lijm
muis
rem
been
ijs
bus
hout
duif
vis
boot
haar
jas
vuur
geit
Boem 312
Pagina 6
Werkboekje Start
In kern Start werken alle leerlingen in hetzelfde werkboekje. Hierin wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen de maanlijn en
zonlijn. Het werkboekje is bedoeld om de leerlingen kennis te laten maken met de werkwijze en materialen van VVL. Ze maken
oefeningen op hun eigen niveau, maar er is ook ruimte voor differentiatie. Bovendien bieden de opdrachten in het werkboekje
mogelijkheden om de verschillen tussen leerlingen te observeren. Aan het eind van kern Start wordt aan de hand van toetsing
bepaald welke leerlingen geschikt zijn voor het volgen van de zonlijn.
Veilig & Vlot
Er is steeds één Veilig & vlotboekje per kern en er is een maan- en zonversie. Aan elke aangeleerde letter worden in Veilig & vlot
in totaal zes pagina’s besteed.
 Inslijpen nieuwe letter
 Automatiseringspagina (lezen op tempo), woordrijtjes van woorden met letters die al bekend zijn en enkele zinnen.
 Herhaalpagina, woordrijtjes en tekst waarin woorden voorkomen met letters die de leerlingen al kennen, inclusief de
nieuwe letter.
 Automatiserings-transferpagina, deze pagina is bedoeld om te zien of kinderen ook nieuwe woorden met bekende
woorddelen op tempo kunnen lezen. Op deze pagina staan woordrijtjes en tekst, waarin (nieuwe) woorden voorkomen
die zijn samengesteld uit eerder geoefende woorddelen.
 Extra herhaalpagina, tekst met woorden met bekende letters, inclusief de nieuwe letter.
 Snuffelpagina, woordrijtjes en zinnen die uitdaging bieden met datgene wat geleerd is, o.a. het lezen van
clusterwoorden of een tekst met clusterwoorden.
Leesvoorkeur
Als beginnende lezer moeten kinderen van alle soorten boeken en schrijfstijlen kunnen proeven. Alleen op die manier
ontwikkelen zij hun leesvoorkeur optimaal. En als ze eenmaal de smaak te pakken hebben dan zijn ze niet meer te stoppen. De
beste stimulans om te lezen, is plezier in lezen!
Opbrengstgericht werken
De methode VVL geeft de leerkracht de mogelijkheid de toetsgegevens systematisch te analyseren en die te gebruiken om elk
kind optimale leerresultaten te laten behalen.
Wat leert uw kind in de kernen?
Kern 1: ik - maan - roos - vis
In deze kern leert uw kind: Letters: m - r - v - i - s - aa - p – e. Woorden: ik - maan - roos - vis - sok – aan – pen - en
Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind uit met hun klank, dus niet met de
alfabetnaam van de letters. Uw kind zegt dus mmmmm en rrrrr in plaats van 'em' en 'er'. Het is heel belangrijk dat u dat ook
doet!
Kern 2: teen - een - neus - buik - oog
In deze kern leert uw kind: Letters: t – n – b – oo – ee
Woorden: teen - een - neus - buik - oog
De letters i - m - r - v - s – aa - p – e zijn bekende letters geworden. De letters t – ee - n – b – oo komen daarbij met behulp van de
woorden: teen, een, neus, buik, oog. Deze woorden passen bij het thema: ‘Mijn lijf’. Uw kind krijgt deze woorden aangeboden
met behulp van een verhaal dat verteld wordt aan de hand van een reuzenboek. In dat verhaal moeten 2 kinderen naar
zwemles, maar door een ongelukje komen ze daar niet terecht.
Kern 3: doos-poes-koek-ijs
In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij - z
Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep. Herhaling van de letters van kern 1 en 2
Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden aan de hand van een verhaal uit een reuzenboek. In dit verhaal vinden
kinderen in een wensdoos telkens een nieuwe verrassing. Het thema van deze kern is ‘Wat zit erin?’
Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut
In deze kern leert uw kind: Letters: h - w - o - a - u
Woorden: huis, weg, bos, tak, hut
De letters i - m - r - v - s – aa - p – e - t – ee - n – b – oo zijn bekende letters geworden.
De nieuwe woorden en letters worden aangeboden aan de hand van een verhaal over oma die met kinderen naar het bos gaat
en verdwaalt. Het thema van kern 4 is: ‘ waar ben ik’. Dit thema heeft veel mogelijkheden om rondom ‘woonomgeving‘ of
bijvoorbeeld verkeer allerlei activiteiten te doen. Ook ‘het bos’ kan als thema gekozen worden.
Kern 5: reus-jas-riem-bijl
In deze kern leert uw kind: Letters: eu - j - ie - l - ou - uu
Woorden: reus, jas, riem, bijl, hout, vuur
Uw kind kent inmiddels al heel wat letters. De komende weken komen daar nieuwe letters bij: de eu van reus, de j van jas, de ie
van riem, de l van bijl, de ou van hout en de uu van vuur.
Boem 312
Pagina 7
Het thema van deze kern is ‘sprookjes’ of ‘verhalen en vertellingen’. De nieuwe woorden worden aangeboden in een sprookje
over een reus, of in een verhaal over een verhalenverteller die verhalen vertelt over Sinterklaas, kerst of over de winter.
Kern 6: geit-pauw-duif-ei
In deze kern leert uw kind: Letters: g - ui - au - f - ei
Woorden: geit, pauw, duif, ei
Alle letters compleet.
In kern 6 leert uw kind de laatste nieuwe letters. Op het eind van deze kern zijn 34 letters aan de orde geweest. Het zijn
lettertekens voor alle 34 klanken die in eenvoudige woorden met de combinatie medeklinker-klinker-medeklinker voorkomen.
Ook woorden met klinker-medeklinker (uit) of medeklinker–klinker (kei) kunnen kunnen worden gelezen.
De nieuwe woorden en letters worden aangeboden aan de hand van het voorleesverhaal, behorend bij het thema ‘Wat komt er
uit een ei?’.
Kern 7: sch-woorden en ng-woorden
In deze kern leert uw kind: Letters: hoofdletters
Woorden: 'sch'-woorden, woorden met de 'ng'-klank
Alle letters compleet.
In de kernen 1 tot en met 6 heeft uw kind alle letters geleerd. In principe kan het nu eenvoudige eenlettergrepige woorden
lezen. Alleen moet het herkennen van woorden nu nog worden versneld en geautomatiseerd. In de kernen 7 tot en met 12 leert
uw kind woorden lezen die wat moeilijker zijn. Dit zijn de lastige eenlettergrepige woorden zoals kist, drop, hond, slang, bank,
springt, meeuw, ja, zo en woorden van 2 en 3 lettergrepen. Ook oefent uw kind om niet meer spellend te lezen. Die lastige
eenlettergrepige woorden worden niet allemaal tegelijkertijd aangeboden en geoefend. Ze zijn verdeeld over verschillende
kernen.
Kern 8: bank - licht
In deze kern leert uw kind: Woorden: bank en licht
Woorden met 2 medeklinkers vooraan (zoals 'zwaan') en achteraan (bijvoorbeeld 'kast') komen uitgebreid aan bod. Daarnaast
oefent uw kind met samenstellingen: Ook leert uw kind woorden met een open klinker achteraan lezen, bijvoorbeeld: 'ga', 'zo'
en 'nu' Bovendien leren de kinderen in kern 8 de nk van bank en de ch van licht.
Kern 9: bedoel - verhaal - gezin
Dit leert uw kind in deze kern: Uw kind maakt kennis met steeds meer nieuwe lettercombinaties. Aai, ooi, oei komen voor in
eenvoudige woorden als ‘kraai’, ‘kooi’, ‘groei’.
Het thema van deze kern is: ‘Hé, hoe kan dat?’ Kinderen gaan aan de slag met allerlei onderzoekjes en proefjes. In deze kern
maakt uw kind ook al kennis met tweelettergrepige woorden: vijver, bakker, kasten, balkon, poedel’. Het zijn nog woorden
zonder open lettergreep. Ook komen woorden aan de orde zoals: ‘bedoel’, ‘verhaal’, ‘gezin’.
Kern 10: moeder-geluk-eerlijk
In deze kern leert uw kind: vooral woorden met 2 lettergrepen
Uw kind leert hoe woorden als 'moe-der', 'ge-luk', 'eer-lijk', 'bui-ten', 'ver-haal', 'schat-tig', 'schui-ven', 'be-doel' en 'hel-ling'
worden gelezen. Het ontdekt en leest lettergrepen, die ook wel 'stukjes van woorden' worden genoemd. De leesmoeilijkheden
breiden zich uit. Woorden met ieuw, eeuw en uw worden geoefend, woorden als plant en straat komen aan de orde.
Kern 11: vragen, prachtig en appelmoes
In deze kern leert uw kind: Woorden met 2 en 3 lettergrepen
In kern 11 wordt verder geoefend met woorden waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is, maar nu beginnen de woorden met
een cluster. Het gaat om woorden als: vragen, spelen, schotel, sturen. Ook komen tweelettergrepige woorden voor die eindigen op ‘lijk’, ‘tig, of
‘ing’, zoals moeilijk, prachtig, koning. En er wordt een begin gemaakt met eenvoudige drielettergrepige woorden zoals appelmoes, vuilnisbak
en blokkendoos.
Kern 12: de basis is gelegd
In deze laatste kern: Is de basis voor vlot leren lezen gelegd. Kinderen zijn begonnen met het leren van letters, het lezen van
eenvoudige eenlettergrepige woorden en zijn gegroeid naar het lezen van meerlettergrepige woorden.
Kinderen kunnen nu verder werken aan het verbeteren van hun leesvaardigheid tot het niveau waarop wij als volwassenen
lezen. Die weg naar het uiteindelijke leesniveau is opgedeeld in stappen, die herkenbaar zijn als avi-niveaus.
Aan het einde van groep 3 zijn de meeste kinderen in staat om teksten te lezen op het niveau van avi E3.
Help uw kind met leren lezen
‘Op school lukt het niet zo met vlot leren lezen. De juf heeft gevraagd om thuis met mijn kind te lezen. Hoe kan ik ervoor zorgen
dat deze thuisoefeningen plezierig blijven verlopen?’
 Frustraties vermijden
 Zorg ervoor dat samen lezen geen opgave wordt. Doe het iedere dag op een vast tijdstip en niet meer dan een
kwartiertje per keer. Zo weet uw kind precies waar het aan toe is.
Boem 312
Pagina 8


Probeer gevoelens van onmacht te vermijden. Nadrukkelijk wijzen op fouten en aansporingen om beter je best te doen
werken vaak averechts. Liever helpen, als het niet meteen lukt, dan uw kind laten ploeteren om er zelf achter te komen
wat er staat.
Houd contact met de juf of meester. Vraag om oefenstof die al behandeld is, zodat uw kind herhaalt wat op school al is
aangeboden. Dat bevordert het gevoel bij uw kind dat u samenwerkt met school aan het beter leren lezen.
‘Voor-koor-zelf’
En goede manier om te helpen is volgens een vast, herkenbaar schema. ‘Voor-koor-zelf’ is een beproefde manier die op veel
scholen wordt toegepast.



Voor: Lees dat wat geoefend moet worden eerst voor. Doe dat niet te vlug en niet te langzaam. Zeg tegen uw kind dat
het mee moet kijken naar de woorden of het stukje tekst, terwijl u voorleest.
Koor: Ga vervolgens samen hardop lezen. Niet te veel ineens, niet meer dan 12 woorden of 4 zinnetjes. Richt u met het
tempo naar uw kind, maar ga niet té langzaam. ‘Duw’ uw kind een beetje, door een fractie sneller te lezen dan het zelf
doet. Merkt u dat het nog erg moeizaam gaat, lees dan nog een paar keer samen hardop dezelfde woorden of zinnen,
totdat u merkt dat het beter gaat.
Zelf: Laat uw kind nu zelf de woorden of zinnen hardop lezen. Prijs het als het goed gaat. Laat uw kind niet te lang zelf
proberen als het er niet uit komt. Vermijd uitdrukkingen als: ‘Dat staat er niet, kijk eens goed!’ Beter is het om het
woord waarover uw kind struikelt, rustig vóór te zeggen en het meteen daarna zelf te laten lezen: ‘Er staat .... Nu jij’.
Blijft het erg moeizaam gaan, lees dan eerst nog een keer alle woorden of zinnen samen hardop, voordat uw kind weer
zelf gaat lezen. Sluit af met de vraag welke woorden of zinnen uw kind zou kiezen om nog eens te lezen. Grote kans dat
die goed gelezen worden. U eindigt dan met een positief gevoel.
Voorlezen
Een fijne afsluiting van de hele oefensessie is een stukje voorlezen. Laat uw kind een voorleesboek uitkiezen en spreek een vast
aantal bladzijden af om per keer voor te lezen. Vergeet niet om over het verhaal te praten met uw kind. Niet om te controleren
of het wel geluisterd heeft, maar om stil te staan bij wat naar aanleiding van het verhaal in het hoofd van uw kind is opgekomen.
Stel daarbij vragen als:
 ‘Zou jij zoiets mee willen maken?’
 ‘Wie vind je het leukst/liefst/onaardigst in het verhaal?’
 ‘Wie zou een vriend/vriendin van jou kunnen zijn?’
Dergelijke vragen doen een beroep op leesbeleving en zullen uw kind wellicht stimuleren om zelf verhalen te willen lezen. En dat
is belangrijk, immers, kinderen die veel lezen in boeken en ander leesmateriaal dat ze zelf gekozen hebben, gaan ook beter
lezen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: je beleeft er plezier aan en je leesvaardigheid groeit.
Allemaal een fijne vakantie, rust lekker uit en we zien elkaar weer op dinsdag 19 augustus.
Boem 312
Pagina 9