POS 2011 Passend Onderwijs in de gemeente Soest werkdocument POS 2011, werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 1 Wetgeving 1.1 Nieuwe wet: 2011 1.2 Terugblik op “ontwikkeling in den lande” 1.3 Regiovorming 2 Regio Eemland en Regioverband 2.1 Samenwerkingsverbanden 2.1.1. NIS 2.1.2. PC Eemland 2.1.3. WSNS 3001 2.1.3.1. Van der Hucht 2.2 Passend Onderwijs Soest 2011 2.3 Stuurgroep Passend Onderwijs Soest – Soesterberg (POS 2011) 2.4 Organisaties 2.4.1 De Daniëlschool 2.4.2 V.O. 2.4.3 WEC – REC 2.4.4 Diensten binnen de gemeente Soest en Regio 2.4.5 CJG Soest 2.4.6 Samenwerkingsverbanden NIS en PC Eemland 2.4.7 Zorg Advies Team 2.4.7 Ouderplatforms POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 2 3. Actiepunten 3.1 Negen Kernuitspraken 3.2 Klein innovatief project 3.3 Keuze van een zorgprofiel instrument 3.4 Afstemming en handelingsgericht werken 4. Communicatie naar verschillende geledingen 4.1 Personeel 4.2 Centraal punt en coördinatie 5. POS 2011 en financiën 5.1 Personeel 5.2 Materieel POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 3 Voorwoord In 2008 heeft het Kernconvent in Soest het initiatief genomen om de activiteiten rond Passend Onderwijs in de gemeente Soest – Soesterberg te stroomlijnen. Daarvoor werd een werkgroep in het leven geroepen. Hierin hebben de vier algemeen directeuren (Openbaar onderwijs, Protestants Christelijk onderwijs, Rooms Katholiek onderwijs en de Van der Huchtstichting) zitting, alsmede interne begeleiders, de gemeente en vertegenwoordigers van de Samenwerkingsverbanden. De werkgroep komt ongeveer vijf keer per jaar bij elkaar om gerichte stappen te zetten naar een passend onderwijs voor basisschoolleerlingen in Soest en Soesterberg. De werkgroep heeft de werknaam POS 2011 gekregen. Dit staat voor Passend Onderwijs Soest. De toevoeging 2011 duidt op het oorspronkelijk aangekondigde jaar waarin volgens het ministerie Passend Onderwijs gerealiseerd zou moeten zijn. Inmiddels heeft het Ministerie haar ambities bijgesteld, waardoor de inwerkingtreding van de bijpassende wet niet eerder dan 2012 -2013 te verwachten is. In de visie van de werkgroep wordt onder passend onderwijs verstaan: POS 2011 wil voor ieder kind uit onze Gemeente tussen 0 en 12 jaar een ononderbroken ontwikkelingsproces realiseren. POS 2011 wil voor ieder kind uit onze Gemeente tussen 12 en 23 jaar actief meewerken om een ononderbroken ontwikkelingsproces te realiseren. POS 2011 wil voor ieder kind kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden in een veilige, kindvriendelijke omgeving waar aandacht is voor het welbevinden van het kind en respect en waardering voor elkaar . POS 2011 biedt ieder kind in de directe woonomgeving, bij voorkeur binnen de gemeentegrenzen, POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 4 een passend onderwijs arrangement en wil dit realiseren door samenwerking en afstemming in de al bestaande projecten en door krachtenbundeling met de relevante partners. Wij sluiten aan bij het regionale netwerk Passend Onderwijs Eemland, waarin wij onderdeel zijn van het door de minister voor vijf jaar toegekende Experiment Passend Onderwijs Eemland over de periode 2009 -2013. In het voorliggende document wordt verder ingegaan op de werkgroep, haar intenties en de koers die werkenderwijs wordt uitgezet. Namens de werkgroep POS 2011 Bart Sonnenberg, voorzitter POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 5 Wetgeving 1.1 Nieuwe Wet >2011 De verklaring van Salamanca is een zeer gezaghebbend document op onderwijsgebied dat wereldwijd werd vastgesteld. De verklaring werd voor Europa geratificeerd tijdens het Verdrag van Parijs in 1994 en namens Nederland ondertekend door minister J.Ritzen. De Salamanca Verkaring van de Unesco verklaart onder andere dat: • Ieder kind fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te ontwikkelen • Opleidingen moeten worden ontworpen en onderwijsprogramma’s ingevoerd, die rekening houden met de unieke eigenschappen en leerbehoeften van de kinderen • Allen met speciale leerbehoeften toegang moeten hebben tot reguliere scholen welke hen opnemen in een kindgericht pedagogisch klimaat dat in staat is aan hun behoeften tegemoet te komen Sinds 1998 en 2003 kennen we in Nederland een wettelijke systematiek voor leerlingen met extra zorgvragen: de Wet op het Primair Onderwijs, de wet Voortgezet Onderwijs, de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de Wet op de Expertise Centra. Het geheel kent een ingewikkelde wet- en regelgeving die ook nogal verschilt in de 4 wetten. Er wordt gewerkt met budgetfinancieringen, open eind financiering en gemengde modellen. Ook zijn er verschillen in het omgaan voor wat betreft de verantwoordelijkheid. Veel kinderen vallen daardoor tussen wal en het schip omdat het in bepaalde situaties niet helder is wie er verantwoordelijk is voor een passend onderwijstraject. In haar beleidsnotitie “Vernieuwing zorgstructuren in het funderend onderwijs “(september 2005) introduceerde de minister het begrip “zorgplicht”. Hieronder wordt verstaan: Ieder schoolbestuur heeft de verantwoordelijkheid een passend onderwijszorg-arrangement aan te bieden aan iedere leerling die zich bij een school van dat schoolbestuur aanmeldt of bij een school van dat bestuur is ingeschreven. Als een school een bepaald arrangement niet in huis heeft, moet het bestuur van die school in samenwerking met besturen die dit arrangement wel kunnen aanbieden zorgen dat de leerling dat onderwijsarrangement aangeboden krijgt, met een gemotiveerde doorverwijzing. In een herziene nota (september 2006) werd overeenstemming bereikt over: Passend onderwijs als wettelijke resultaatverplichting van schoolbesturen • Noodzakelijke afstemming met externen (vooral gemeenten en Bureaus Jeugdzorg) • Het uitgaan van bestaande (samenwerkings)structuren • Lokale/regionale ruimte om een eigen traject te kunnen ontwikkelen POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 6 • OCW zorgt voor aanpassing van wet- en regelgeving en de experimentenwet om ruimte bieden • De draagkracht van de scholen dient versterkt te worden Gezien de complexiteit van de beoogde wettelijke uitwerking, en de wens van het veld om “zorgplicht van onderop” vorm te geven, is gekozen voor een lerende aanpak met experimenten en veldinitiatieven. In de beleidsbrief van staatssecretaris Dijksma (juni 2007) komt naar voren dat gekozen wordt voor een regionale aanpak. Het samenwerkingsverband (SWV) VO – SVO wordt daarbij als werkregio gehanteerd, waarbij de keus van het VO zeker niet bedoeld is als verplichte regio, maat eerder beschouwd wordt als oriëntatiepunt. De regionale aanpak heeft als doelstellingen: • Bezien of men kan komen tot een dekkend geheel van samenwerkende schoolbesturen uit PO, VO, (V)SO en het liefst ook MBO. • Onderzoek doen naar de mogelijkheid om via de regio de deelname aan en bekostiging van speciale voorzieningen vast te stellen Om de ontwikkeling van “onder – op” te stimuleren wordt het werken met startsubsidies, experimenten en veldinitiatieven bevorderd. In de Tweede Kamer is veel steun voor de algemene doelstellingen (geen kind tussen wal en schip), maar de Kamerleden willen wel steeds goed geïnformeerd worden over de invoering. Als “go or not go” moment werd ingestoken op eind 2009. De wetgeving zal mede op grond van ervaringen ingevuld worden. Voor de tussentijdse evaluaties en voor nadere advisering is een evaluatie en adviescollege ingericht onder voorzitterschap van mw. Ursie Lambrechts. Op 1 september 2010 stuurde de toen demissionaire minister van onderwijs, de heer Rouvoet, een brief gestuurd naar de Tweede Kamer waarin hij aangaf nog niet klaar te zijn met de tussenrapportage. Dit zou in het najaar van 2010 worden verwacht. Inmiddels is het Kabinet Rutte van start gegaan en heeft nog geen rapportage geleverd. De verwachting is dat in de tussenrapportage meer gezegd gaat worden over de referentiekaders en de uitwerking van de zorgplicht. Wat is de overheid van plan met het passend onderwijs aan leerlingen met een zorgbehoefte? Het kabinet wil het huidige stelsel van passend onderwijs aan leerlingen die extra zorg nodig hebben herzien. Het nieuwe stelsel passend onderwijs moet zo goed mogelijk onderwijs bieden aan kinderen met een extra zorgbehoefte. Voorwaarden hiervoor zijn een zorgplicht voor scholen, betrokken ouders, bekwame docenten en goede samenwerking tussen scholen, jeugdzorg en gemeenten. Tijdstraject wetgeving passend onderwijs Het gaat om voorgenomen beleid. De inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer en publicatie in het Staatsblad. Naar verwachting zal het wetsvoorstel voor het passend onderwijs eind augustus aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het is de bedoeling dat het nieuwe stelsel passend onderwijs op 1 augustus 2012 in werking treedt. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 7 Zorgplicht scholen Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen een zorgplicht. Dit betekent dat de school verplicht is uw kind dat extra zorg nodig heeft, een zo goed mogelijke plek in het onderwijs aan te bieden. De rugzak wordt afgeschaft, maar daar staat tegenover dat een deel van het budget voor zorgleerlingen rechtstreeks naar de schoolbesturen gaat. Hierdoor kunnen de samenwerkingsverbanden meer maatwerk bieden aan leerlingen. Door de regio-indeling is het mogelijk dat een kind zo dicht mogelijk bij huis passend onderwijs krijgt. Dat kan op de school van inschrijving zijn, op een andere school als daar de begeleiding van het kind beter georganiseerd kan worden, of op een school voor speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs blijft dus bestaan en wordt verbeterd. Niet elke gewone school hoeft alle kinderen op te vangen. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Daarvoor gaan gewone scholen en scholen voor speciaal onderwijs samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Het geld kan efficiënter en effectiever in de speciale of gewone klas worden ingezet omdat het budget voor passend onderwijs voortaan rechtstreeks naar de samenwerkende scholen gaat. Betrokkenheid ouders bij passend onderwijs Een ouder hoeft niet zelf alle scholen af op zoek naar een plek voor hun kind. De zorgplicht betekent ook dat er goed rekening wordt gehouden met de zorgbehoefte van het kind, met de wensen van de ouders en hun voorkeuren en met de mogelijkheden van de school. Tevens krijgt de ouders een wettelijk recht op ondersteuning en deskundig advies bij het beoordelen van het aanbod van de school voor hun kind. Nadat een leerling tot de school is toegelaten, stelt de school als dat nodig is in overleg met de ouders een ontwikkelingsplan op. Hierin staat wat nodig is aan extra zorg in het onderwijs zorg en/of opvoed- en groeiondersteuning. De school overlegt regelmatig met de ouders over de vorderingen en de geboden begeleiding. Bekwame docenten voor passend onderwijs Docenten en schoolleiders moeten hun deskundigheid verbeteren en zo nodig uitbreiden. De kwaliteit van pabo’s en lerarenopleidingen wordt verbeterd. Het is de bedoeling dat iedere student die vanaf 2016 afstudeert, voldoet aan de wettelijk deskundigheidseisen. Dat betekent dat zij goed moeten kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen. Samenwerking scholen, jeugdzorg en gemeenten bij passend onderwijs Om zo goed mogelijk passend onderwijs te kunnen bieden werken scholen samen in regionaal ingedeelde samenwerkingsverbanden. Een samenwerkingsverband kan ervoor kiezen dat sommige scholen zich specialiseren in bepaalde zorgbehoeften. De samenwerking tussen jeugdzorg, onderwijs en gemeente maakt het mogelijk passend onderwijs en passende opvoed- en opgroeiondersteuning voor kind en gezin te bieden. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 8 1.2 Toelichting op “ontwikkelingen in den lande” In ons omringende landen wordt al op grotere schaal gewerkt met inclusief onderwijs. Op verschillende plaatsen in ons land wordt –soms al enkele jaren- gewerkt aan de uitgangspunten van Passend Onderwijs. Dit gebeurt vaak aan de hand van thema’s. In de regio Midden-Brabant wordt gewerkt aan de hand van het thema: variatie en flexibiliteit. Hier wil men meer mogelijkheden kunnen aanbieden dan het huidige aanbod: regulier of speciaal. Verschillende vormgevingen zoals een special class, een tijdelijke voorziening als rebound of een auti – klas worden gehanteerd. Een aantal schoolbesturen werkt met het thema: Thuisnabij onderwijs. Dit wordt vertaald met: “geen kind de wijk uit”. Hoofddoel hierbij is om te komen tot een integrale aanpak van het zorg- en onderwijsaanbod voor kinderen die behoefte hebben aan zorg. In het PO (zoals in Zwolle en Openbaar Onderwijs in Almere) wordt gewerkt met enkele scholen voor full inclusion. In verschillende regio’s wordt al gewerkt volgens de één-loket situatie. Men heeft dan advisering, ondersteuning, diagnostisering en advisering onder één dak gebracht. In Weert stelt men zich tot doel om alle Permanente Commissies Leerlingenzorg (PCL’s) van zowel primair onderwijs als voortgezet onderwijs en de overleggen van de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) te verbinden tot een gezamenlijk overleg. Hierbij zijn ook Bureau Jeugdzorg en andere partijen vertegenwoordigd. Op deze wijze geeft men ouders een kind een passend antwoord over wonen, vrije tijd, onderwijs en ondersteunende trajectbegeleiding voor de school- en zorgloopbaan. 1.3 Regiovorming Er is gekozen voor een regionale aanpak. Het samenwerkingsverband VO in onze regio is het uitgangspunt: regio Eemland. Het algemeen doel van de aanpassing van de zorg voor de leerling in en om de school is passend onderwijs voor iedere leerling. (Plan van Aanpak, experiment Eemland blz.6). Kernpunten in de ontwikkeling van passend onderwijs zijn: 1. Regionale netwerk 2. Samenwerkingsafspraken 3. Werken aan een inhoudelijke agenda die inhoudt: gezamenlijke visie/missie op passend onderwijs het realiseren van een transparante onderwijs- en zorgstructuur die uitgaat van doorlopende leer-,ontwikkeling- en zorglijnen verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie van de leerlingenzorg 4. Dit alles vanuit het beginsel dat het onderwijs- en ondersteuningspersoneel de basis vormt van passend onderwijs en dat hun betrokkenheid essentieel is voor het welslagen van de beoogde activiteiten (betrokkenheid van personeel). 5. En het beginsel dat ouders beter in positie dienen te zijn bij beslissingen over het onderwijs en de eventuele zorg aan hun kinderen. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 9 2 Regio Eemland en Regioverband De Regio Eemland is op zich een overzichtelijk en afgebakend geheel. Ook voor het ministerie voor OC&W is ons gebied een ideaal gebied voor een experiment. Een deelexperiment draagt de naam “Passend Onderwijs Soest 2011” (POS2011) en ontplooit activiteiten in Soest en Soesterberg. Het streven is en blijft om de activiteiten passend te maken in het regioplan. De RK scholen en de scholen voor openbaar onderwijs zijn verbonden aan het Samenwerkingsverband NIS. De protestants christelijke scholen vallen onder het Samenwerkingsverband PC Eemland. De van de Huchtscholen maken deel uit van WSNS 3001. De schoolbesturen voeren al intensief overleg in het Besturenoverleg. De Algemeen Directeuren hebben intensief overleg in het kernconvent (KC). Binnen de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) overleggen de schoolbesturen met de gemeente. Dit mondt vaak uit in werkgroepen. In het kader van POS2011 is het Zorgplatform ontstaan. 2.1 De Samenwerkingsverbanden Binnen de gemeente Soest functioneren vier samenwerkingsverbanden die bijna alle scholen omsluiten. De RK scholen en Openbare scholen vallen onder NIS. De protestants-christelijke scholen zijn verenigd in het PC Eemland. De drie bijzonder neutrale scholen maken deel uit van WSNS 3001. De Daniëlschool, een school voor Reformatorisch onderwijs participeert in een landelijk Samenwerkingsverband. In de in POS2011 geformuleerde kernuitspraken wordt aangeven dat het wenselijk is dat alle scholen in onze gemeente zullen participeren in de ontwikkeling. De drie Van der Huchtscholen streven naar deelname aan het experiment. De Daniëlschool zal niet participeren,maar wil wel geïnformeerd blijven. De Interne Begeleider wordt altijd uitgenodigd voor de bijeenkomsten van de Interne Begeleiders. Zij zal zo mogelijk ook deelnemen. Hieronder worden de scholen genoemd die deelnemen aan POS2011. 2.1.1 NIS Openbaar Onderwijs Soest: DeBuut De Egelantier Prins Willem Alexander Rooms Katholiek: Soest: Daltonschool De Driesprong De Achtbaan De Wegwijzer Ludgerusschool Montessorischool Soesterberg: De Startbaan Soesterberg: Sint Carolusschool POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 10 2.1.2 PC Eemland Protestants – Christelijk Onderwijs: Soest: Soesterberg: Da Costaschool De Postiljon De Bron De Insingerschool Professor J. Waterinkschool De Werveling 2.1.3 WSNS 3001 DeStichting vd. Huchtscholen Soest: 1e Van der Huchtschool (Paulus Potterlaan) 2e Van der Huchtschool (Overhees) 3e Van der Huchtschool (Valeriaan) 2.1.4 Van der Hucht De hieronder genoemde drie bijzonder neutrale scholen horen onder WSNS verband in Hilversum. Zij hebben de wens uitgesproken om mee te doen in Soest. De Interne Begeleiders nemen al deel aan het centrale overleg. De scholen zijn: Eerste Van der Huchtschool (Paulus Potter) Tweede Van der Huchtschool (Overhees) Derde Van der Huchtschool (Valeriaan) 2.2 Passend Onderwijs Soest 2011 In 2008 is op het Kernconvent in het kader van POS 2011 een negental uitspraken gedaan. In april 2011 is daar een tiende richtinggevende uitspraak aan toegevoegd. Deze richtinggevende uitspraken zetten een stevige ambitie nee. Tien kern uitspraken • Het belang van het kind gaat boven het belang van de organisatie; • Voor ieder kind wonend in de gemeente Soest wordt binnen de gemeente onderwijs • • • • • • • • geboden; Eerst de inhoud van POS 2011, dan de vorm; Iedere school heeft een duidelijk zorgprofiel; Voor iedere leerling met een hulpvraag is een passend arrangement; Verwijzing bij een arrangement is gebaseerd op het zorgprofiel en niet in eerste instantie op de organisatie of de identiteit; Wij beschouwen NIS en PC Eemland als één samenwerkingsverband; De schoolbesturen van Soest werken samen als een netwerkorganisatie; De schoolbesturen van Soest formuleren samen de zorgbehoeften. Leerkrachten werken handelingsgericht en gaan in hun benadering van kinderen uit van kansen en mogelijkheden. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 11 In 2007 is vanuit de Lokaal Educatieve Agenda de werkgroep Zorgplatform ingesteld. Participanten zijn de schoolbesturen en de gemeente. De Gemeente heeft de opdracht een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in te richten met als insteek: Eén loket en een schakel met een Zorg Advies Team. Ook de schoolbesturen willen zich inzetten voor meer eenheid in zorgaanbod en verhoging van de kwaliteit van de zorg. De zorg voor de leerling noopt tot intensieve samenwerking tussen schoolbesturen en gemeente. Denk hierbij aan zaken als maatschappelijk werk en de leerplichtambtenaar. In de werkgroep Zorgplatform komt de gemeenschappelijkheid tot uiting. 2.3 Stuurgroep Passend Onderwijs Soest – Soesterberg (POS 2011) In 2008 is door schoolbesturen en gemeente het initiatief genomen om de stuurgroep POS 2011 op te richten. In deze stuurgroep hebben managers, interne begeleiders en gemeente zitting. De groep komt 5 tot 6 keer per jaar bij elkaar om gerichte stappen te zetten om passend onderwijs voor de leerlingen in Soest – Soesterberg gestalte te geven. Het genoemde jaartal 2011 heeft betrekking op het door het Ministerie aangekondigde realisatiejaar. Inmiddels is de planning drastisch bijgesteld. In de visie van de stuurgroep wordt de visie op passend onderwijs als volgt gedefinieerd: POS 2011wil voor ieder kind uit onze Gemeente tussen 0 en 12 jaar een ononderbroken ontwikkelingsproces realiseren. POS 2011 wil voor ieder kind uit onze Gemeente tussen 12 en 23 jaar actief meewerken om een ononderbroken ontwikkelingsproces te realiseren. POS 2011 wil voor ieder kind kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden in een veilige, kindvriendelijke omgeving waar aandacht is voor het welbevinden van het kind en respect en waardering voor elkaar . POS 2011 biedt ieder kind in de directe woonomgeving, bij voorkeur binnen de gemeentegrenzen, een passend onderwijs arrangement en wil dit realiseren door samenwerking en afstemming in de al bestaande projecten en door krachtenbundeling met de relevante partners. POS 2011 sluit aan bij het regionale netwerk Passend Onderwijs Eemland, waarin we onderdeel zijn van het door de minister voor 5 jaar toegekende Experiment Passend Onderwijs Eemland, voor de periode 2009 – 2013. 2.4 Organisaties Met de in de voorgaande paragrafen genoemde organisaties dekken we niet het hele onderwijs en de gerelateerde zorg af. Met de in de volgende paragrafen genoemde organisaties zullen we in het komende proces ook intensief moeten samenwerken. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 12 2.4.1 De Daniel school De Daniel school kent als reformatorische school een wsns verband dat de regio overstijgt en midden Nederland beslaat. De directeur van de school neemt deel aan het kernconvent en blijft op deze wijze goed geïnformeerd over het verloop van het proces. Verder is het een goede zaak dat de ib-er uitgenodigd wordt voor de bijeenkomsten voor Interne begeleiders van het POS. 2.4.2 VO Het Griftland is de school voor Voortgezet Onderwijs binnen de Gemeente Soest. De rector van deze school is lid van het Kern Convent en blijft op deze wijze vanuit de eerste hand goed op de hoogte van het verloop van het proces. Verder ontmoeten het basis- en voortgezet onderwijs elkaar in het halfjaarlijkse BAVO overleg en in het Besturenoverleg met de gemeente. Op deze wijze volgt het Voortgezet onderwijs de activiteiten en ontwikkelingen van de basisscholen. 2.4.3 WEC -> REC Soest heeft in REC 2/4 instelling De Lasenberg (school voor voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen). De directeur van deze school is regelmatig deelnemer aan het Kern Convent. Daarnaast de Professor Fritz Redlschool (school voor langdurig zieke kinderen tussen 6 en 12 jaar). In Soesterberg is de Dokter CP van Leersum school in REC 4 (voor ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek). Het is het voornemen van de Werkgroep om de samenwerking met de Lasenberg te intensiveren. Gedacht wordt over mogelijkheden om de Lasenberg leerlingen met gedragsproblemen op te laten vangen of ambulant te laten begeleiden. 2.4.4 Diensten binnen de Gemeente Soest en Regio De contacten met de verschillende zorg- en welzijnsorganisaties in Soest en de regio lopen via het CJG. Te denken valt daarbij aan de GGD, buurtnetwerk, maatschappelijk werk, e.d. 2.4.5 CJG Soest In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan de oprichting van een Centrum voor Jeugd en Gezin in Soest. Daarvoor zijn met alle mogelijke aanpalende organisaties (kernpartners) afspraken gemaakt. De besturen van primair onderwijs in Soest zijn kernpartner. Op de website www.cjgsoest.nl staan de activiteiten en werkwijze van het CJG beschreven. Het CJG heeft als insteek: één loket functie. Het loket is momenteel gedurende twee ochtenden en een middag geopend. Het CJG is telefonisch iedere dag bereikbaar. Voor de scholen is Liesbeth Wansink dagelijks bereikbaar als professioneel contactpersoon. Het POS 2011 is in de klankbordgroep vertegenwoordigd. 2.4.6 Samenwerkingsverbanden NIS en PC Eemland De twee samenwerkingsverbanden NIS en PC Eemland zijn vergevorderd met hun fusieplannen. Al enige tijd wordt samengewerkt alsof de fusie al heeft plaatsgevonden. De verwachting is dat de daadwerkelijke fusie in 2012 zal plaatsvinden. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 13 2.4.7 Zorg Advies Team In het voorjaar van 2010 zijn de samenwerkingsverbanden gestart met een gezamenlijk Zorg Advies Team (ZAT). De drie Van der Huchtscholen maken geen deel uit van een van de genoemde Samenwerkingsverbanden, maar nemen wel deel aan Passend Onderwijs Soest 2011. De drie scholen worden in Soest gezien als volwaardige partner in de gezamenlijke weg naar Passend Onderwijs. Het ZAT van PC Eemland (en NIS) is een vakkundig en multidisciplinair team dat signalen beoordeelt en zo snel mogelijk de juiste hulp of ondersteuning inschakelt voor de jeugdige, de ouders en de leerkrachten opdat de afstemming op de onderwijsbehoeften van het kind kan worden geoptimaliseerd. Daarnaast houdt het zich bezig met hoogwaardige mulitidisciplinaire probleemtaxatie en de voorbereiding van de integrale indicatiestelling bij complexe problematiek voor verwijzing van jeugdzorg en speciaal (basis) onderwijs. In het ZAT participeren: • Schoolmaatschappelijk werkers • Medewerkers vanuit Bureau Jeugdzorg • Jeugdarts van de GG & GD • Consultatie en op afroep beschikbaar van medewerker van REC 1 Bartimeus • Medewerker vanuit de dienst ambulante begeleiding van REC 2 Auris • Medewerker vanuit de dienst ambulante begeleiding van REC 3 Reactys • Medewerker vanuit de dienst ambulante begeleiding van REC4 • Medewerker van Eduniek • Psycholoog • Intern begeleider als vertegenwoordiger van het basisonderwijs • Trajectbegeleiders • Medewerker van Jong Centraal • Op afroep…… Het Zat wil volgens een vast model te werk gaan. Handelinsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek vormen de basis van werken. De uitgangspunten hierbij zijn o.a.: • De leerkracht doet ertoe. Hij/zij concretiseert effectief adaptief onderwijs en levert • • • • • • daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van kinderen. De onderwijsbehoeften van kinderen staan centraal. Wat heeft het kind nodig om een bepaald doel te behalen/ en hoe kan de leerkracht de leerling daarbij zo goed mogelijk ondersteunen? Een transactioneel kader: het gaat niet alleen om het kind, maar om het kind in interactie en wisselwerking met zijn omgeving. Het gaat om deze leerling in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school en van deze ouders. Positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn van groot belang. Naast problematische aspecten zijn deze nodig om de situatie op school goed te begrijpen en om een succesvol plan van aanpak te kunnen maken. Samenwerking tussen leerkracht, kind en ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk. Dit vergt constructieve communicatie tussen de betrokkenen. Samen zoeken ze naar oplossingen. Doelgericht werken: er worden korte en lang termijn doelen voor leren, werkhouding, en sociaal emotioneel functioneren geformuleerd en geëvalueerd in een cyclus van planmatig handelen. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. Het is betrokkenen duidelijk hoe er gewerkt wordt en waarom. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 14 en wanneer. Er is openheid over wat er gedaan is en wat de plannen zijn. (transparantie) Het ZAT werkt planmatig, via een jaarrooster. Dit rooster is openbaar en te vinden op de website. Het ZAT is dus een multidisciplinair team, waarbij instellingen die zorg en ondersteuning bieden aan kinderen en hun ouders aansluiten bij de zorg die door de basisscholen wordt geboden. Het ZAT is bovenschools georganiseerd en sluit aan bij de zorg van de Weer Samen Naar School Verbanden PC Eemland en NIS. Het ZAT zorgt voor een snelle aansluiting van het lokale (jeugd)zorgaanbod bij de plaats waar vroegtijdig, snel en goed gesignaleerd kan worden of zich belemmeringen voordoen in de ontwikkeling van kinderen. Scholen kunnen vroegtijdig signalen herkennen die er op wijzen dat extra zorg of hulpverlening nodig is. Het ZAT zorgt ervoor dat deze signalen snel en vakkundig beoordeeld worden en dat zo snel mogelijk de juiste hulp of ondersteuning wordt ingeschakeld voor het kind, de ouders en de leerkrachten. Daarmee vervult het ZAT al de nodige activiteiten dei behoren tot de vijf gemeentelijke taken in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (W.M.O.) op prestatieveld 2. Deze taken zijn: 1. Vroegsignalering 2. Advies en informatie geven aan jeugdigen, ouders en scholen 3. Bieden van licht pedagogische hulp (zoals schoolmaatschappelijk werk, opvoedingsondersteuning) 4. Toeleiding naar zorgaanbod, zoals maatschappelijke dienstverlening, welzijnswerk 5. Coördinatie van zorg Het CJG is volop bezig een sluitende zorgstructuur te ontwikkelen. 2.4.8 Ouderplatforms In de ministeriële nota worden ouderplatforms expliciet genoemd. Het is belangrijk dat de betrokkenheid van ouders bij de school wordt geïntensiveerd. Bij de vraag wie waarover beslist bij extra zorg voor een leerling, gaat het er niet alleen om wat er wettelijk is vastgesteld. Uitgangspunt is dat ouders en school samen verantwoordelijk zijn voor een optimale ontwikkeling van het kind, waarbij ieder vanuit de eigen rol zijn kennis en ervaring inbrengt. Bij de komst van Passend Onderwijs vindt aanscherping plaats van dit ouderperspectief en professioneel perspectief. De zorg van ouders is om onderwijs te vinden dat het best past bij hun opvoedingsideaal. Bij kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zullen de vragen van ouders explicieter zijn. Op basis van de keuzes die de ouders maken is het aan de professionals om het best passende onderwijsaanbod te bieden. Ouders dienen de beschikking te hebben over een punt waar zij terecht kunnen voor hun vragen, een Ouderplatform. Om dit op te richten kan gedacht worden aan de volgende zaken: • Starten met een informeel netwerk van ouders dat als klankbord fungeert voor de • • • • werkgroep POS2011 en stimuleert dat ouders op alle niveaus betrokken zijn bij de inrichting van Passend Onderwijs in Soest-Soesterberg. Scholen, schoolbesturen hebben een belangrijke taak in de informatieverstrekking aan hun ouders en (G)MR en. De term partnerschap dient nader uitgewerkt te worden. Een gezamenlijk informatiebulletin (zie 4.3.3.) Ook hierbij weer expliciet aandacht voor blijvende afstemming in de regio. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 15 3 Actiepunten In de afgelopen tijd is er al veel gesproken over Passend Onderwijs in Soest-Soesterberg in het Kern Convent. Met de formulering van de negen kernuitspraken en de bijeenkomst in de Molen (november 2008) is het traject daadwerkelijk van start gegaan. Een belangrijk punt dat aandacht vroeg bij de bijeenkomst in de Molen is het creëren van draagvlak bij de leerkrachten op de scholen. Tevens werd afgesproken dat het belangrijk is dat alle deelnemende scholen eenzelfde instrument gebruiken om hun zorgprofiel te bepalen. In april 2009 werd een studiedag voor alle medewerkers georganiseerd. Dit was de officiële aftrap voor Passend Onderwijs Soest waarbij alle medewerkers werden geïnformeerd over de inhoud van het project en een aantal voorgenomen acties. Het accent lag op de presentatie van het instrument voor vaststelling van het zorgprofiel: April. 3.1 De tien Kernuitspraken De tien kernuitspraken (3.2) zijn leidraad in de uitwerking van de visie. 3.2 Klein innovatief project In het schooljaar 2010 – 2011 is op enkele scholen gestart met een klein innovatief project. Hiermee wil POS 2011 ervaring opdoen met het werken met een zorgarrangement. De projecten verlopen nog moeizaam. De lopende projecten zullen op de voet gevolgd worden en na afloop geëvalueerd. 3.3 Keuze zorgprofielinstrument Alle scholen hebben in het schooljaar 2010-2011 een intensieve sessie gevolgd met In school, een instituut dat het zorgprofielinstrument April heeft geïntroduceerd. Na evaluatie van de resultaten bleek dat nog aanvullende gegevens noodzakelijk zijn om de resultaten beter te kunnen interpreteren. In de loop van het schooljaar 2011-2012 zullen de betreffende gegevens vanuit alle scholen gehaald worden en in de al aanwezige rapportages verwerkt worden. Hierna kan een analyse van het zorgprofiel gemaakt worden per school, per bestuur en voor alle scholen van POS 2011 gezamenlijk. 3.4 Handelingsgericht werken in relatie met afstemming Handelingsgericht werken vereist van leerkrachten een omslag in denken, kijken, praten en handelen. Er wordt uitgegaan van onderwijsbehoeften, positieve factoren (kansen) en mogelijkheden. Leerkrachten werken in het vervolg handelingsgericht, gericht op bruikbare en haalbare adviezen. Vanuit het groepsplan (standaardaanpak) werken groepjes leerlingen (eventueel met aanpassingen) aan groepsdoelen van het basisaanbod. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 16 4 Communicatie naar verschillende geledingen In het communicatieplan moeten we ons richten op het personeel, de besturen en de medezeggenschapsorganen. Daarnaast is de gemeente en de Regio Eemland een duidelijke partner. Er is een website opgezet waarop betrokkenen (ouders, personeel) alle informatie op elk gewild moment terug kunnen lezen. Deze is sinds maart 2009 operationeel. 4.1 Personeel De belangrijkste pijler in dit traject is het personeel dat met dag in dag uit met de kinderen bezig is. Zij moeten het gevoel hebben POS 2011 handen en voeten te kunnen geven. Een opdracht aan de voortrekkers van POS 2011 is het creëren van draagvlak bij het personeel. Hierop moet goed ingezet worden. Tijdens de startmiddag is hieraan veel aandacht besteed. 4.2 Centraal punt voor coördinatie Voor POS 2011 is een centraal punt ingericht, dat bemand wordt door een ambtelijk secretaris voor coördinatie. Hiervoor is Theo ’t Hoen aangesteld. Tot zijn taken horen o.a.: uitschrijven en notuleren van de vergaderingen van POS 2011 en het schrijven van het werkdocument POS 2011. 5 POS 2011 Financieel Organisaties kunnen niet functioneren zonder materiële of personele kosten. In dit hoofdstuk een overzicht van beide onderdelen. 5.1 Personeel POS 2011 heeft zelf geen personeel in dienst, maar kan wel medewerkers inzetten voor activiteiten. De belanghebbende besturen verrekenen de lasten onderling. De coördinator werkt een dag in de week voor POS2011. Loonkosten ongeveer € 10.000,00 Er zullen voor dit experiment kosten gemaakt worden voor studiedagen voor leerkrachten en begeleiders. Dekking uit: • Via experiment uit de regio • Samenwerkingsverband • Eigen besturen 5.2 Materieel POS 2011 heeft geen bezit maar moet toch gebruik kunnen maken van faciliteiten, zoals vergaderruimtes, nieuwsbrieven en website. Deze kosten zullen door de belanghebbende besturen onderling verrekend worden. POS 2011 , werkdocument, laatst bijgesteld juni 2011 17
© Copyright 2025 ExpyDoc