i\ . . '. , I a? /)I \t,..> i iy RIJKSDIENST , VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS SMEDINGHUIS ' L E L Y S T A D 818L101'klZE~ I -. - R I ~ K S D I E N S -\/C)CR ~ oe IJSSELMEE~PSLD~RS Werkdocument 1975-572 Bbw ELEKTRISCHE MODELVORMING VAN TWEE-COMPONENTIGE GRONDWATERSTROMING ing. . I .Ardon ing. D. Eenkhoorn Samenvatting Dankzij de analogie tussen elektrische stroming in een geleider (Ohm) en de stroming van water door een poreus medium (Darcy), kunnen grondwaterbewegingen bestudeerd worden in elektrische modellen. Voor het analyseren van twee-componentige grendwaterstroming (zout-en zoet water) is het nodig om voorzieningen in het model te treffen voor de overgang tussen de verschillende vloeistoffen. In dit verslag is een methode uitgewerkt waarbij de overgangsgrens tussen de vloeistoffen gesimuleerd'wordt door een capaciteitsbarrizre. c - codering van schakelelementen capaciteit gravitatie elektrische stroomsterkte - elektrische stroomdichtheid - doorlaatfactor - druk t.0.v. atmosferische druk debiet elektrische-spanning - filtersnelheid - cozrdinaten in orthagonaal assenstelsel - horizontaal oppervlak van een beschouwd gebiedje - effectieve porisngehalte soortelijke weerstand :soortelijke massa stijghoogte . - z indices I II - zoet - zout ! Inleiding Elektrisch modelonderzoek wordt op vele gebieden toegepas't, zoals bij : - warmtetechniek 1 - elektrostatica - magnetisme - hydrologie Elektrische modelvorming is mogelijk doordat:d basiswetten in de verschillende disciplines aan elkaar verwant zijn. In de genoemde ajsciplines speelt de vergelijking van Laplace een belangrijke rol. Tevens kunnen'de diffusie-vergelijking en de vergelijking van Poisson van belang zijn: Voor elektrische~modelvormingvan vloeistofstroming in eenporeus medium, zijn de volgende yergelijkingen van belang: . . - de wet van Ohm I;-+ - de wet van Darcy - v = - k . . . vY Toepassing van het continuiteitsprincipe op bovenstaande formules levert Laplace-vergelijkingen op: Danlczij de analogie tussen bovenstaande formules (Fraanje, 1972; Verruit, 1970) is elektrische modelvorming van grondwaterstroming mogelijk. Voor elektrische modelvorming zijn een aantal technieken ontwikkeld (Fraanje, 1972; Karplus, 1958) waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende weerstandsmedia, .zeals: - elektroliet - plaatvormige geleider - weerstands-netwerk Bij grondwaterstroming kan menook situaties aantreffen, waarbij vloeistoffen met verschillende dichtheden voorkomen, zoals zoet en zout water. Voor deze meer-componentige grondwaterstroming zijn er nauwelijks modeltechnieken aanwezig. Josselin de Jong heeft een systeem beschreven (1970), waarbij de grens tussen de verschillende vloeistoffen voor- , gesteld wordt door een stroom- of potentiaalbarriZre.,Bijdit systeem is het niet mogelijk om de vloeistofgrens in het model te verplaatsen, omdat de voorwaarde voor de'ver~laatsingvan de grens niet direct uit het model is te destilleren.Bij een dynamisch model is het echter noodzakelijk dat de vloeistofgrens (zoet-zoutgrens) in het model verplaatst kan worden. In dit artikel wordt nu een methode besproken, waarbij de zoetzoutgrens voorgesteld wordt door een capaciteitsbarri0re. Deze capaciteitsbarrisre kan bij een netwerkmodel verplaatstworden door middel van elektronische schakelelementen. De voorwaarde voor de positie van .de zoet-zoutgrens is af te leiden van de spanning over de capaciteitsbarrisre. Systemen met zoet en zout grondwater Door het verschil in dichtheid bij tweecomponentige grondwaterstroming, zal er een scheiding van de vloeistoffen optreden. In het geval van zoet en zout grondwater, zal het zoete water zich boven het zoute water bevinden. De overgang tussen zoet en zout is in de meeste gevallen vrij abrupt. Hierdoor is het mogel;jk om een scheidingsvlak tussen de vloeistoffen aan te nemen. Het systeem met zoet en zout grondwater kan geanafyseerd worden aan de hand van fig. 1. In deze figuur is.een bodempakket met zoet en zout grondwater afgebeeld. +. Z Fig. 1. Bodempakket met zoet en zout grondwater.. . 1 ref. niveau verzadigd met zoet grondwater . grens tussen ZOet en zout grondwater / / verzadigd zout grondwater met , u H PI1 De stijghoogte in deze figuur is als volgt gedefinieerd: Hierbij is z de verticale cosrdinaat t.0.v. het referentieniveau. ~ o o rhet verschil in dichtheid van de vloeistoffen, treedt er, op de zoet-zoutgrens, een stijghoogtesprong op. Voor een punt A op de z,oet-zoutgrens (A I aan de zoete zijde en AI1aan de zoute zijde) geldt ,771. Omdat . =AI = zA11 - ?AI - P~~~ en A P is de stijghoogtesprong te schrijven als: A = Z = Uit de vergelijkingen 2 en 3 isvoor de i-cosrdinaat van de zoetzoutgrens af te leiden: I , . Voor ziet en zout water is de term .pII/pI 2 l , 0 2 . In fig. 1 is het referentieniveau zodanig gekozen dat de stijghoogte in het zoute water zeer klein is..Hierdoor is ifAII<<( (P II en kan de term pII/pI in formule 5 op 66n gesteld worden. beze benadering is essentieel bij de modelvorming. Toepassing van deze benadering in formule 5 levert: YAI) ' it' formule 6 blijkt dat de z-cob;rdinaat van de zoet-ioutgrens evenredig is met de stijghoogtesprong op deze grens. Bij een dynamisch' systeem zal de zoet-zoutgrens zich verplaatsen. Ten gevolge van die verplaatsing zal er stroming van en naar de grens plaatsvinden. Voor de stkoming, ten gevolge-van de verticale verplaatsing geldt : .T De stroming van en naar de grens is dus evenredig metlde afgeleide van de stijghoogtesprong. Vertaalt men formule 7 naar een elektrisch systeem, dan moet de stroom van en naar de grens evenredig zijn met de afgeleide van de spanningssprong over die grens. Bij een condensator komt een dergelijk verschijnsel voor. Voor een condensator geldt namelijk: ... Bij een condensator is dus de stroom van en naar de condensator evenredig met de afgeleide van de spanning over de condensator. Hierdoor is het mogelijk om een stukje van de zoet-zoutgrens voor te stellen door een condensator. De hele zoet-zoutgrens kan dan voorgesteld worden door een rij condensatoren, of we1 een capaciteitsbarrisre. De simulatie van de zoet-zoutgrens d.m.v. een capaciteitsbarrisre is te-vergelijken met de simulatie van .berging aan een vrij oppervlak. Bij bergingsverschijnselen is er een freatisch vlak in beweging. Door de beweging van het freatisch vlak wordt er stroming van en naar het freatisch vlak veroorzaakt. Deze stroming wordt in een elektrisch model ook m.b.v. een capaciteitslaag gesimuleerd (Fraanje, 1972). .Bij de zoet-zoutgrens wordt de stijghoogtesprong en de stroming . nagebootst door de,capaciteitsbarrisre. De verplaatsing van de grens zelf en daarmee de verandering in de geometrische situatie, wordt echter niet nagebootst. Hiervoor moet de capaciteitsbarrisre in het model verplaatst worden. De spanning over de capaciteitsbarrisre in het model, is analoog met de stijghoogtesprong op de zoet-zoutgrens. Deze stijghoogtesprong is evenredig met de z-coErdinaat van de zoet-zoutgrens (formule 6). Dus is in het elektrisch model, de spanning over de capaciteitsbarii5re evenredig met de z-coordinaat van die barrlsre. Hiermee is de voorwaarde voor de positie-.ende verplaatsing van degrens verkregen. In situaties waar de verplaatsing van de zoet-zoutgrens relatief klein is, is het eventueel mogelijk om de grens d.m.v.een starre capaciteitsbarri&-e te simuleren. Netwerkmodel In een netwerkmodel kan een condensatorlaag ingebouwd worden, die door schakelelementen verplaatsbaar is. Als schakelelementen kunnen elektronische schakelaars toegepasf worden, die opgebouwd zijn uit mos-f ets en als gektegreerde schakelingen,verkrijgbaar zijn. In fig. 2 is te zien hoe de capaciteitsbarrisre verplaatst kan worden in een 66n-dimensionaal-(ko1om)model. De condensator C wordt op de gewenste positie in de kolom geschakeld, door de betreffende en de bijbehorende b- en c-schakelaars te a-schakelaar te openen . , sluiten. Fig. 2. I-dimensionaal netwerk. Fig. 3. 2-dimensionaal netwerk. Een twee-dimensionaal netwerk kan verkregen worden door kolommen te koppelen d.m.v. horizontale weerstanden zoals in fig. 3. De horizontale verbindingsweerstanden moeten ontkoppeld kunnen worden, om direct contact tussen het zoete en het zoute systeem, in het model, te voorkomen. De ontkoppeling kan plaatsvinden door elektronische schakelelementen (zie fig. 3). Literatuur Fraanje, M.J., Vloeistofmechanica 3 , ~msterdam/Brussel,Agon Elzevier, 1972. de Josselin de Jong, G., Singularity distribution $or the analysis o'f multiple fluid flow through poreus media. Journal of geophysical research, November 1970. Karplus, W.J., Analogsimulation, solution. of fieldproblems, New York. Mc. Graw-Hill Book Cy, 1958. Verruit, A., Theory of groundwater flow, London/Basingstoke. Macmillan and Co L.T.D., 1970.
© Copyright 2024 ExpyDoc