Finish first the Bible lessons… Bezinning studiereis Finland april 2014 In de introductie van Finnish Lessons worden we er op gewezen dat we bij onderwijsvernieuwing rekening moeten houden met onze context en tradities. Het boek “geeft ons en inspireert ons tot nieuwe ideeën, tips en denkwijzen over hoe wij, vanuit onze Nederlandse context en cultuur, de komende jaren ons onderwijsaanbod tot een excellent niveau kunnen brengen.” In deze bezinning wil ik proberen de cultuur, context en tradities breder te trekken naar het bijzonder onderwijs. De Meerwaarde is immers een protestants christelijke school waar we ‘protestants christelijk onderwijs’ geven. Maar wat betekent dat dan precies? Ik hoop dat onderstaande stukken een aanzet geven tot bezinning en gesprek hierover… Ik heb gebruik gemaakt van allerlei bronnen om naast gevoed te worden door de Levende Woorden van de Bijbel ook aan het nadenken gezet te worden over het (christelijke) onderwijs van De Meerwaarde. Leestips Bijzonder Onderwijs, Christelijk geloof in de dagelijkse praktijk van basis- en voortgezet onderwijs, onder redactie van Ronald de Graaf, 2006 Zoetermeer Finnish Lessons, Wat Nederland kan leren van het Finse Onderwijs, Pasi Sahlberg, 2011 De Bijbel, geschreven door gewone mensen, geïnspireerd door een buitengewone God Maandag 21 april Christelijke Meerwaarde? Efeze 1 + Johannes 20 De Meerwaarde is een christelijke school. Dat communiceren we naar buiten. Dat is zichtbaar in het gebouw. Dat merken we aan de dagopeningen en de vieringen. Maar wat betekent dat voor ons onderwijs zelf? Voor een deel van onze collega’s is het genoeg om zich met elkaar en de leerlingen verbonden te weten door de gemeenschappelijke opdracht: onderwijzen en leren. Niets meer en niets minder. De school kan dan een christelijk onderwijsleer-verband worden genoemd. Het Evangelie heeft hier vooral betekenis voor het vormen van een particuliere levensbeschouwing. Die kan behulpzaam zijn bij het maken van verantwoorde keuzes in het eigen leven of in maatschappij en milieu… Maar toch... Wie op een school hoe dan ook met het Evangelie bezig is, loopt ‘het risico’ dat er ineens ‘brand uitbreekt’ Dan gebeurt er echt wat. ‘It happens’. Wow! Tijdens het een of andere voorval kan iemand in haar hart worden geraakt als door een vonk die van een houtvuur afspat. Pang! Misschien is het wel zeldzaam dat zoiets gebeurt. Misschien denken we wel dat het helemaal niet gebeurt. Eén ding is echter duidelijk: Alleen vuur kan vuur ontsteken! Waar God bezig is, daar gebeuren dingen. De Heilige Geest valt niet onder onze controle. Die ontsteekt eigen vuren ook zonder bemiddeling van mensen. Toch is het bijzonder om in de Bijbel te lezen hoe vaak juist gewone mensen worden ingezet als instument om ‘de ander’ te bereiken.Gewone mensen die zelf Jezus hebben leren kennen. Het is vandaag Pasen. Het feest van de opstanding van Jezus uit de dood. Wat een wonder! Wat een kracht. Hij leeft! Nu leert de Bijbel ons dat diezelfde kracht in ons werkzaam is... Efeze 1: 17-21 De Nieuwe Bijbelvertaling Groot Nieuws Bijbel 1996 17 Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen. 17 en smeek de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader aan wie alle eer toekomt, u de geest van wijsheid en inzicht te geven, zodat u hem echt leert kennen. 17 opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem, 18 Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen, 18 En ik vraag hem uw hart te verlichten. Dan zult u inzien wat u mag verwachten nu hij u geroepen heeft, en zult u begrijpen hoe rijk en groots de erfenis is die hij zal verdelen onder wie hem toebehoren, 18 namelijk verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen, 19 en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven. 19 en hoe allesovertreffend zijn macht is in ons die geloven. Die macht is dezelfde sterke kracht 19 en wat de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht, 20 Die macht was ook werkzaam in Christus toen God hem opwekte uit de dood en hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand, 20 die hij heeft ontplooid in Christus: hem heeft hij opgewekt uit de dood en hem heeft hij in de hemel de ereplaats gegeven aan zijn rechterzijde, 20 die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, 21 hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige. 21 hoog boven alle overheden, machten, krachten, heerschappijen en hoe ze ook maar genoemd worden, zowel in deze als in de komende tijd. 21 ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. Kunnen we dan verder gaan dan die gemeenschappelijke opdracht van onderwijzen en l eren? Kunnen we binnen onze school zelfs een vorm vinden van geloofsgemeenschap? Zouden we met die kracht van de Heilige Geest niet zelf dat vuur proberen te ontsteken en er geen brandstof voor willen aandragen door samen te verdiepen in het goede nieuws van de Bijbel? Dan blijft er hoe dan ook iets gloeien van geloof, hoop en liefde waar leerlingen aan vast kunnen klampen . Dat is toch de missie voor iedereen op een christelijke school..? Johannes windt er geen doekjes om als hij zijn doel omschrijft van het schrijven van het evangelie Herziene Statenvertaling Johannes 20: 30-31 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam. Als school zijn we geen kerk. We zijn leraren en geen dominees. Is het dan beter om een bescheiden onderwijs-leerverband te vormen waar zo nu en dan de vlammen uitslaan? Of kan er toch meer? Het vormen van zo’n geloofsgemeenschap moet niet nep zijn. Er is daaarvoor echte verbinding nodig met de leerlingen. Dat is ook nodig voor de rest van het onderwijs. Onderwijzen is immers opvoeden. Daarvoor is een persoonlijke leermeester (v/m) voor nodig. Een leerkracht die naast het delen van de kennis, er als mens toe doet. Iemand die bereid is zich kwetsbaar op te stellen en iets te delen van zijn/ haar (zoektocht) in het geloof. Wat heeft op deze 2e paasdag onze voorkeur? Dinsdag 22 april GOEDE wijn Marcus 2:21-22 + Mattheüs 13:52 Nieuwe tijden brengen nieuwe gewoontes en nieuwe ideeën. Voor veel mensen is dat het begin van een worsteling. “Wil ik mee met het nieuwe of wil ik liever dat het bij het oude blijft?” Wil je nieuwe wijn, of zeg je: de oude wijn is goed? Dat proces hebben we binnen De Meerwaarde ook geproefd en is nog steeds gaande. Marcus 2: 21-22 ‘Niemand verstelt een oude mantel met een lap die nog niet gekrompen is, want dan trekt de nieuwe lap de oude stof kapot en wordt de scheur nog groter. 22 Niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de zakken zelf. Jonge wijn hoort in nieuwe zakken.’ Jezus geeft zijn vaste tegenstanders in het Nieuwe Testament, joodse Schriftgeleerden, er hard van langs in deze gelijkenis. Hij gebruikt in de gelijkenis het beeld van wijn en de zakken waarin die destijds bewaard werd. Doe nieuwe wijn in oude zakken, en de zak scheurt, zegt Jezus. Voor jonge wijn zijn alleen nieuwe zakken goed genoeg. Nieuwe kleren maak je niet stuk om oude kleren op te lappen. Kortom: het nieuwe is beter. Doe je jonge wijn in oude zakken, dan zullen de zakken scheuren door het gisten van de jonge wijn. Als je alleen oude wijn hebt gedronken en deze is goed, dan hoef je de jonge wijn niet te proeven. Dit was waar de Farizeeën zich schuldig aan maakten. De Farizeeën volgden de wet, de oude wijn. Jezus kwam voor de zondaren en vertelde hen van de genade, de jonge wijn. De Farizeeën waren tevreden met de oude wijn, deze was goed. Ze nemen niet de moeite om de nieuwe wijn te proeven. Tegen de Farizeeën wil Jezus eigenlijk zeggen: "Kijk verder dan je neus lang is, stop met het strak naleven van de wet en volg mij." Laten we deze gelijkenis eens op een andere manier toepassen op De Meerwaarde. We zijn een weg ingeslagen met visie. Inmiddels hebben we een nieuw gebouw (zak) waar we les in geven, maar wat voor onderwijs (wijn) stoppen we daar in? Het is overigens maar de vraag in hoeverre we kunnen spreken van nieuwe wijn. Wat zeggen de woorden (ver)nieuw(end) onderwijs nog? Als we kijken naar de oude Joodse traditie die gebaseerd is op (in ieder geval oudtestamentisch) Bijbels denken, dan zien we dat de belangrijkste taak van de joodse school niet is om leerlingen te beoordelen, of te evalueren, maar om hen te stimuleren tot leren, zodat zij dit ook na hun schooltijd zullen blijven doen. De verantwoordelijkheid voor het permanente leren ligt bij de leerlingen en niet bij de instituten. In de diverse onderwijsmodellen ligt het accent niet op het onderwijzen door de leraar, maar op het leren door de leerling. In het Duits word dit lernen genoemd. Daarbij staat het samen leren en elkaar onderwijzen in de traditie centraal. Het doel van het lernen is dat de lerende een ‘gaaf’ mens wordt. Dat is iemand die in staat is te handelen op een manier waarvan hij weet dat deze goed is. ‘Gaaf’ is degene wiens binnenkant met zijn buitenkant overeenkomt. Een permanente leerling zal er steeds meer in slagen de kloof tussen theorie en praktijk, tussen weten en doen, te overbruggen. Leren moet dus leiden tot goed handelen. Dit houdt in: weten wat je doet, hoe je het doet en waarom je het doet. Het hoe en waarom is belangrijker dan het wat. Eigenlijk zien we hier een vorm van competentiegericht leren. Vandaag de dag zeggen we: leerlingen moeten leren omgaan met het geven en ontvangen van feedback. Steeds meer breekt het inzicht door dat het geven van cijfers zonder begeleidend commentaar nauwelijks lerend en stimulerend werkt. Bij permanent leren is het cijfer van veel minder belang dan de evaluatie/ feedback op je handelen. Laten we deze week in Finland ons niet blindstaren op termen als oude of nieuwe wijn. Laten we op zoek gaan naar goede wijn! Het moet er niet om gaan in hoeverre het onderwijs beproefd, oud(erwets), vernieuwend, experimenterend is, maar vooral wat er goed is voor onze leerlingen. Laten we wat dat betreft Matteus 13:52 toepassen: Hij zei hun: ‘Zo lijkt iedere Schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt.’ Ik ben benieuwd wat we tegen gaan komen PS De echte wijn in Finland is toch te duur… Woensdag 23 april Imitatio Dei Het hele Marcus evangelie We zitten met een groep medewerkers van De Meerwaarde in Finland. Wat nou als we elkaar de vraag zouden stellen: “Ben jij een goede of een slechte leraar?” Wat zou je dan antwoorden? En waarom zou je dat antwoorden? Niet welk antwoord je geeft op deze vraag is het belangrijkste. De vraag nodigt namelijk uit tot zelfreflectie! De kwaliteit van het antwoord zit in de tijd die je nodig hebt om over het antwoord na te denken... Wat maakt een docent namelijk tot een goede? Als we kijken naar onze leerlingen dan is krachtig onderwijs noodzakelijk. Wat de leerlingen leren moet betekenisvol zijn, het moet echt zijn, praktisch, toepasbaar… Een goede leraar treft leerlingen in het hart. De goede leraar heeft ook oog en ziel voor de jonge mens. Dat zijn allemaal prachtige termen, maar ik ben nog steeds op zoek naar het goede rolmodel… Hanan Alexander, pedagoog uit Haifa hield in najaar 2005 een lezing in Amsterdam. Hij sprak over het thema "God as a Teacher" Hij had de bijbel doorgespit in zijn zoektocht naar God als rolmodel van de ultieme leraar. Hij stelt dat als we de Bijbel als richtsnoer voor ons leven nemen, ons leven dan het imitatio Dei inhoudt. Als we dit “nadoen/ navolgen van God” in onze dagelijkse lespraktijk voor ogen houden, dan imiteren we de goede Leraar bij uitstek. Als ik lees over Jezus in de evangeliën, dan lees ik over Hem als de ultieme rabbi/ meester. Hij was een dynamische en verrassend effectieve leraar. Nooit vervelend, altijd stimulerend. Niet uit de hoogte of onpersoonlijk, maar altijd liefdevol betrokken op zijn gehoor, of dit nu grote groepen mensen waren of individuen. Hij bracht geen theologisch waarheden of boekkennis. Elk woord van hem was leven en leven gevend. Qua onderwijsmethodiek maakte Jezus gebruik van contrasten om de waarheid te vereenvoudigen, van concrete voorbeelden om het abstracte dichterbij te brengen en van symboliek en beeldspraak om moeilijke thema’s duidelijk te maken. Verder lees ik dat Jezus met zijn discipelen door het land trekt en leert. Leren vindt hier niet plaats in een gebouw en leren is niet gebonden aan leeftijd. Wat een voorbeeld. Wat een uitdaging. Wat een onmogelijke missie. Ik ben niet Jezus. Ik maak fouten genoeg. Ik ben niet de perfecte leraar. Maar… ik ga er wel voor! Bedenken, toepassen, evalueren, reflecteren, lezen, leren, een reis naar Finland… Op zo veel mogelijk plekken verbeteringen oppikken. En natuurlijk fouten maken… Leerlingen moeten naast kennis, namelijk regelmatig voorbeelden krijgen aangeboden van authentieke mensen in echte situaties… En in echte situaties worden wel eens fouten gemaakt. Waar haal jij jouw inspiratie? Wie is jouw voorbeeld? Laat je hieronder nog eens inspirerend door de ultieme Leraar… Marcus 1: 21-22 Ze gingen op weg naar Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schriftgeleerden. Marcus 4: 1-2 Weer ging hij naar het meer om de mensen te onderwijzen; er kwam een enorme menigte om hem heen staan. Daarom ging hij in de boot op het meer zitten, terwijl de menigte op de oever bleef staan. Hij onderwees hen uitvoerig en sprak hen toe in gelijkenissen. Marcus 6 : 1-2 1 Hij vertrok weer en ging naar zijn vaderstad, gevolgd door zijn leerlingen. Toen de sabbat was aangebroken, gaf hij onderricht in de synagoge, en vele toehoorders waren stomverbaasd en zeiden: ‘Waar haalt hij dat allemaal vandaan? Wat is dat voor wijsheid die hem gegeven is? En dan die wonderen die zijn handen tot stand brengen! Vs 6-7 Hij trok rond langs de dorpen in de omtrek en onderwees de mensen. Hij riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. vs 32-34 Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. Maar hun vertrek werd opgemerkt en velen hoorden ervan, en uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen. Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, (net als onze leerlingen wel eens blz. 217 Finnish Lessons) en hij onderwees hen langdurig Marcus 10: 1 Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. Donderdag 24 april Onderwijsdoelen Jesaja 50:4 De inhoud van ons onderwijs / curricula wordt in Nederland voorgeschreven. Cito en Slo dicteren wat onze onderwijsdoelen moeten zijn. Centraal voor de richting en inrichting van ons onderwijs zijn de zogenaamde eindtermen. Ergens hebben we ook een richtlijn nodig. Aan de andere kant zien we binnen ons onderwijs een trend dat een PTO/ PTA een knellend keurslijf dreigt te worden waar we aan vastzitten. Het lijkt dat we ons met z’n allen in de eerste plaats richten op efficiency. Worden de harde doelen qua cijfers bereikt? Terwijl onderwijs veel verder gaat of in ieder geval kan gaan. Gaat het in het onderwijs ook niet om de vorming van jonge mensen? Iemand stelde eens dat ook de Bijbel een boek is vol met onderwijsdoelen. Bevat dit boek echt essentiële richting-uitspraken voor de opzet van onze lessen? Laten we als voorbeeld een communicatieve competentie voor het vak Nederlands van Cito bekijken: - De kandidaat kan de inhoud van een zaak voor een doelgroep adequaat presenteren - De kandidaat kan een inhoudelijke bijdrage leveren aan een gesprek Duidelijke omschreven doelen. Doelen die ook voor onze leerlingen belangrijk zijn in de praktijk. Maar wat de profeet Jesaja zegt over de communicatieve competentie geeft een hele andere dimensie: Nbv Groot nieuws HSV Nbg 51 God, de H E E R , gaf mij een vaardige tong, waarmee ik de moedeloze kan opbeuren. God, de Heer, gaf mij een vaardige tong, om op te beuren wie de moed verloren. De Heere HEERE gaf Mij een tong van een die onderwijs ontving, zodat Ik weet met de vermoeide een woord op de juiste tijd te spreken. De Here HERE heeft mij als een leerling leren spreken om met het woord de moede te kunnen ondersteunen. Elke ochtend wekt hij mijn oor, zodat het toegerust is om aandachtig te horen. Elke ochtend wekt hij mij met zijn woord. Hij fluistert het mij in, en ik luister, aandachtig als een leerling. Hij wekt Mij elke morgen, Hij wekt Mij het oor, zodat Ik hoor als zij die onderwijs ontvangen. Hij wekt elke morgen, Hij wekt mij het oor, opdat ik hore zoals leerlingen doen. Een heel ander doel op communicatief gebied dan Cito heeft gesteld: “Laat mij als een leerling leren spreken om met woorden medemensen die moe zijn te kunnen ondersteunen” Communicatieve vaardigheden in ethisch perspectief... De draagwijdte van deze doelbepaling is grenzeloos. Want hoeveel leerlingen zijn er niet moe en mat, door het leven getekend, zo jong als ze zijn. Wat hebben we als mensen elkaar nodig om goede woorden te spreken. Hieronder staan de verschillen nog even op een rij: - Cito Plat onderwijs/ efficiency first Toetsbare mens die in de economie zijn flexibele rol speelt en permanent te leren valt. - - Jesaja Adequaat handelen als mens tegenover de medemens die moe is… bemoedigen Rechtvaardig onderwijs gaat voor efficiency Als wij binnen ons onderwijs doelen opstellen, moet het dan slechts gaan om functionalisme? Of gaat dat binnen De Meerwaarde verder? Moet/ mag de bijbel richting geven voor de opzet van onze lessen? Het heeft een meerwaarde als we onze competenties in dienst laten staan van de medemens. Wie talent wil ontwikkelen, doet dat immers met het oog op deze medemens. Vrijdag 25 april Naast vaardigheden en kennis Vorming Fillipenzen 4: 4-9 Maandag zijn we begonnen met een reis naar Finland. Een reis waarin we naast het onderzoeken van allerlei onderwijsvormen, konden nadenken over het christelijke aspect van De Meerwaarde. Maandag werd daarbij de vraag gesteld: ‘Gaan we voor een geloofsgemeenschap of richten we ons vooral op de gemeenschappelijke opdracht van onderwijzen en leren? Vroege generaties van christenen ontwikkelden geen specifieke christelijke vorm van onderwijs. Wel legde men eigen inhoudelijke accenten bij het nastreven van de paideia of ‘vorming’ van de jonge generatie. Het doel van paideia is niet het aanleren van vaardigheden en kennis. Het stelt mensen in staat om het ware doel van hun leven te bereiken. Als we kijken naar het onderwijs in Nederland dan vormen we jongeren niet zoveel in morele zin, maar wij helpen hen slechts effectief handelend op te treden en succes te hebben in het leven. Diepere vragen komen niet veel aan de orde: vragen naar het achterliggende mensbeeld, morele fundering en het doel van het onderwijs en de vraag naar God en zijn wil voor de mens. Onze hedendaagse cultuur respecteert nauwelijks tradities die worden doorgegeven. Mede onder invloed van de media en de commercie wisselen leerlingen dagelijks even vlot van merk en mening als van ringtone. Doordat ze zich gretig blootstellen aan al die prikkels, leven ze weel breed, maar niet diep. En al gauw klinkt het: wat heb ík eraan? De paideia-vorming daarentegen is juist bedoeld als karaktervorming. Ze richt zich op onderwijs zoals verwoord in Filippenzen 4: Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden.Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn. Het is van belang te blijven beseffen dat christelijk onderwijs in principe een gemeenschappelijke zaak is, iets wat docenten en leerlingen samen delen en waaraan ze samen vorm geven. Dit betekent dat naast de individuele leerroutes die leerlingen in de toekomst zullen gaan lopen, zij toch ook betrokken zijn bij gemeenschappelijke elementen. Juist het christelijke leren, vieren en dienen kunnen van die elementen zijn waarin leerlingen samen met docenten het christelijke geloof wordt gedeeld en verdiept. Voor de toekomst van het christelijke onderwijs is het belangrijk dat er aandacht blijft voor morele vorming; voor een gemeenschappelijke bron – de Bijbel - en voor veel contacturen met de docent als identificatiefiguur en voorbeeld. Daartoe is het belangrijk dat de leraar zelf navolger is en blijft van de grote Leraar waar we woensdag van gehoord hebben: Jezus Christus.
© Copyright 2025 ExpyDoc