12.11.2014 18. n ANTWERPEN NOORD woensdag 12 november 2014 Boerenkrijg Wars van alle herdenkingen van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, werd een beetje tegendraads in Sint-Job en Brecht de Boerenkrijg herdacht. Een 25-tal Vlaamsgezinden zong liederen en stapte ruim twee uur achter een witte vlag met een rood kruis erop door de heide om net als de boeren in 1798 een sluikmis in een afgelegen boerderij te volgen. dienst communicatie ANTWERPEN NOORD.19n woensdag 12 november 2014 Pater Herman Dupré Achter een vlag twee uur stappen over de Brechtse Heide, in het pikkedonker. Enkel twee olielampen worden meegedragen, want 220 jaar geleden moesten de boeren ook in het donker over de hei naar de sluikmis stappen. Foto W&F “Mijn familie in Geel was slachtoffer repressie” Herman Dupré. Foto W&F # “Ssst, anders pakken de Fransen ons” Sint-Job, Essen Hij heeft nog met de zoon van toondichter Armand Preud’homme in de klas gezeten. Pater Herman Dupré (81) steekt zijn Vlaamsgezindheid niet weg. Hij is norbertijn van Tongerlo, maar woont al lang in Essen. Pater Dupré is een buitenbeentje. 00 Een kruisje heeft hij nooit gedra- Vlaamsgezinden herdenken boerenopstand uit 1798 Sint-Job, Brecht V olgens de meeste historici is de Boerenkrijg, een Zuid-Nederlandse boerenopstand uit 1798 gericht tegen de Franse bezetting, een voetnoot in onze geschiedenis. Maar zeg dat niet tegen Albert Leenaerts. Daarom startte hij in 1999 met de herdenkingen. 00 Op 12 oktober 1798 kwam de Vlaamse en Brabantse boerenbevolking, de brigands, in opstand tegen de Franse bezetter, de sansculotten. “Zonder de minste inspraak moesten de Vlaamse boeren ineens taksen betalen aan de Fransen”, vertelt Albert Leenaerts uit Schoten. “Ze mochten hun geloof niet meer beleven. De kunstschatten van onze kerken en kloosters werden geconfisqueerd. Priesters die de eed van trouw aan de Franse grondwet niet wilden afleggen werden weggevoerd. Jongemannen tussen twintig en vijfentwintig moesten massaal dienst nemen in het Frans leger.” Begin 1799 was de Boerenkrijg neergeslagen. Het aantal doden wordt geschat tussen vijfduizend en tienduizend, wat miniem is tegenover de tientallen miljoenen uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. “En toch vind ik het onrechtvaardig dat de helden van de Boerenkrijg niet op 11 november worden herdacht.” Jaar na jaar legt Leenaerts - in het begin verkleed als boer - met een Vlaamse vlag een krans op 11 november vlak na middernacht aan het monument voor de gesneuvelden in Schoten. “Maar die wordt altijd weggepakt. Toen in 1998 de herdenking van tweehonderd jaar Boerenkrijg nauwelijks weerklank vond, ben ik het jaar erop gestart met de herdenking. Eerst in Schilde, nadien hier op de Brechtse Heide.” De plaats van afspraak is het dui- “Brigands kregen van onze abdij dakgoten om tot kogels te smelten.” pater herMan dupré voorganger sluiKdienst venlokaal in de Ontspanningslaan in Sint-Job om 19.30u. We maken er kennis met pater Herman Dupré (81) van de abdij van Tongerlo, die straks rond 23u de mis zal opdragen in een oude koestal in hoeve De Hoge Schouw. “Het gaat om een eeuwenoude hoeve, waar mogelijk vroeger echt sluikmissen gehouden werden”, zegt de pater. “De Boerenkrijg heeft zich hier voor een groot stuk in de Kempen afgespeeld. En ook qua timing is 10 november geen toevallige keuze, want dan was de opstand op haar hoogtepunt.” “Dat ik zelf van de abdij van Tongerlo ben, is evenmin toeval. Onze abdij heeft een actieve rol gespeeld tijdens de Boerenkrijg. Zo hebben de brigands de loden dakgoten en regenpijpen van de abdij van de paters gekregen, om ze te versmelten tot kogels. Onze abdij is in het bezit van een replica van Het Laatste Avondmaal van Da Vinci van acht bij vier meter. De paters hebben dat schilderij in 1798 verstopt bij een notaris in Herselt om het te vrijwaren van het Frans leger.” Het is al ruim 21u wanneer onze voettocht start, want eerst wordt nog een uur gezongen. Het is aardedonker. Een vrouw die enkele maanden geleden haar voet gebroken heeft onder een bakfiets, moet al na honderd meter terug naar het duivenlokaal hinken, omdat ze op de oneffen ondergrond niet voortgeraakt. Ze zal met de auto naar de hoeve rijden, net als de pater en nog enkele bejaarden. “Voke, waarom draagt gij een vlag van het Rode Kruis mee?”, vraagt een kleinzoon van Albert Leenaerts onbevangen. “Dat is geen vlag van het Rode Kruis, maar een van de vlaggen van de Boerenkrijg. Het rood kruis op de witte achtergrond verwijst naar de Habsburgers.” Aan de school Kristus Koning steken we over naar de Brechtse Heide, die eigenlijk vooral uit bos en wei bestaat. Het is er stikdonker. Enkel twee olielampen worden meegedragen. De kinderen die meegaan, vinden het geweldig om elkaar onderweg te laten schrikken. “Ssst, straks horen de Fransen ons”, zegt Albert. Kranen Luyckx in Brecht heeft speciaal op vraag van de Boerenkrijgherdenkers haar lichten gedoofd die normaal over de Brechtse Heide schijnen. “Daar, een glimworm”, wijst Albert. “Of nee, een chipsworm”, als het de glinstering van een leeg zakje chips blijkt te zijn. Als we rond 23u aan hoeve De Hoge Schouw aankomen, valt de koude pas echt in onze nek. “Ik heb twee pullovers aangetrokken”, had pater Dupré vertelt in het duivenlokaal, en dat is geen luxe. Hoewel er fluwelen kussentjes op de troggen van de koeien liggen, is de gevoelstemperatuur in de stal tegen het vriespunt. Onbegrijpelijk genoeg zit er één man in een wit polohemdje met korte mouwen. “Geert zweet als een rund als hij gewandeld heeft.” De adem van pater Dupré geeft wolkjes. Onder een afgebrokkeld oud zwaluwnest zitten we vervolgens tot middernacht in de sluikmis, die opgedragen wordt aan Frans Luyckx, de in september overleden boer van De Hoge Schouw. Even na middernacht staan we aan een vuurkorf met een beker chocomelk. Het is 11 november. Of Albert nog zijn krans gaat leggen? Hij knipoogt. “Benieuwd of die van N-VA hem laten liggen.” Kristin Matthyssen Albert Leenaerts met zijn Boerenkrijgvlag. Foto’s W&F # Ook de bullterriër Paco mag mee. gen, vertelt hij. “Als ze aan mijn manier van doen niet merken dat ik pater ben, dan hapert er iets aan mij”, zegt hij. “In de abdij hebben wij een wit habijt, maar ook dat draag ik nooit. De broeder-kleermaker sprak me onlangs aan. “Zeg, raar maar waar, er is iemand binnengekomen met juist dezelfde maat als u. Moet ik een nieuw habijt maken of mag ik dat van u geven?” Ik heb hem gezegd dat hij dat van mij mag doorgeven.” Pater Herman Dupré was lange tijd parochiepriester in Essen. Hij woont er nu nog steeds. “Maar ik heb wel de abdij nodig, als geestelijke en psychologische ruggengraat.” Dat pater Dupré voorging in de sluikmis bij de Boerenkrijgherdenking, valt niet te verwonderen. Hij doet ook mee de missen tijdens de IJzerwake. “Ik ben afkomstig van Geel, waar er aan de hoofdkerk nog een herdenkingssteen voor de Boerenkrijg is. De leuze van de brigands was Voor outer en heerd, wat Voor altaar en haard betekent, of voor kerk en gezin. Mensen mochten hun geloof en eigenheid niet meer beleven.” Vroeger deed Dupré mee de voettocht over de heide. “Ik herinner me nog die keer dat mijn zaklamp in een plas slijk was gevallen. Iedereen begon mee in dat slijk te zoeken. Tot mijn gsm ineens ging en ik in mijn borstzak tastte. Daar stak mijn zaklamp ook in. Toen was ik toch een beetje beschaamd.” Herman Dupré komt uit een Vlaamsgezind nest. “Mijn vader heeft vijf jaar vastgezeten na de oorlog, omdat hij een ‘zwarte’ was. Als kind van twaalf heb ik de repressie meegemaakt. Mijn moeder bleef achter met twee kleine kinderen. Mijn eigen tweelingbroer en een jonger broertje waren al gestorven. Elke veertien dagen mochten wij vader in de gevangenis bezoeken. Hij zat op verschillende plaatsen vast, maar toch vooral in Beringen. Daar moest hij in de mijn werken. Tot ze zijn boekhoudkundige kwaliteiten ontdekten en daar gebruik van maakten.” Levenslange opsluiting “Mijn moeder vond werk in een schoenwinkel in Antwerpen. Mijn broer en ik werden toen opgevangen door onze grootouders. Vader was tot levenslange opsluiting veroordeeld, onder meer voor wapendracht tegen het vaderland. Hij had een revolver omdat mijn grootvader een bank had en hij geld naar kleine gehuchtjes moest brengen. Ze hadden vader voor verklikking aangegeven, maar ik denk niet dat hij onnoemelijke dingen heeft gedaan, en een verklikker was hij niet. Toen hij na vijf jaar vrijkwam, heeft de hoofdman van de Witte Brigade van Geel hem uitgenodigd. Hij deed vader beloven om één keer per jaar met zijn gezin naar hem te komen in Geel, want zelf moesten wij naar Antwerpen verhuizen toen vader vrijkwam. Hij mocht niet in Geel blijven. In elk geval: dat wij ieder jaar naar de hoofdman van de Witte Brigade mochten, sterkt mij in de overtuiging dat vader veel te zwaar gestraft is geweest.” “Het meemaken van die repressie heeft een ongelooflijke verbondenheid gecreëerd die ik tot vandaag voel. Ik voel mij op en top Vlaming. Momenteel is er een Schot in de abdij die mij begrijpt, omdat een deel van Schotland datzelfde onafhankelijheidsstreven doormaakt.” KMa Liedjes zingen bij de ‘vlag van het Rode Kruis’. Foto W&F # “Ik ben zelf boer geweest” Dirk Van Dijck (46) uit Wuustwezel zorgde voor de olielampen tijdens de Boerenkrijgherdenking. “Ik ben zelf tot mijn 31ste melkveehouder geweest, dus ik voel me wel verwant met die boeren van 1798. De Vlaam se strijd is nog niet gedaan.” Dirk komt uit een gezin dat niet met politiek bezig was. “Mijn ouders boerden in Loenhout, en landbouwers zijn meestal niet politiek ac tief. Ik weet niet hoe dat Vlaams gevoel gegroeid is bij mij. Een ‘trigger’ was zeker mijn legertijd. Normaal moe ten kazernes tweetalig zijn, maar in het Belgisch leger is dat zeker niet het geval.” Dirk Van Dijck woonde ook een tijdje in Rijkevorsel, waar hij actief was in de Vlaamse Kring en de cultuur raad. “Daar in de cultuurraad werkte ik mee aan de 11 novemberherdenkingen. Ik ga nu al een tijdje mee met deze Boerenkrijgherdenking. Het doet me iets om hetzelfde te ervaren als wat onze voorvaderen mee gemaakt hebben, toen ze in het donker over de hei naar afgelegen boerderijen stapten om samen hun geloof te kunnen beleven.” KMa ll Het is ijskoud in de oude koestal waar de mis wordt opgedragen. Foto KMa De koeientroggen zijn omgetoverd tot kerkbanken. Foto KMa De zaklamp is eigenlijk verboden. thulleplein terecht. Onvervalste volkscafés die één voor één de deuren slui ten, ook Volkegem ontsnapt niet aan deze trend. ‘Zowat vijftig jaar geleden telde Vol kegem nog twaalf cafés’, ver telt Volkegemnaar Hubert Van Audenaerde. ‘Het was de periode toen ik als bierhande laar aan de slag was. In 1979 kocht ik café Den Obus en in 1998 werd ik eigenaar van ca fé Au Petit Pont. Op het einde Volkegem nog twaalf dorpscafés van de jaren negentig waren in Volkegem al veel cafés ver dwenen. We hadden toen ook nog de cafés Transvaal en 't Roosje en dat was het.’ ‘Het café Au Petit Pont heeft in elk geval een geschiedenis van ruim honderd jaar achter de rug. De naam refereert naar het brugje dat destijds biljarten en voor de spaar kas.’ Wateroverlast ‘Maar Au Petit Pont kwam ook meermaals in het nieuws door de wateroverlast aan de voet van de Volkegemberg. Het café is verscheidene ke ren onder water gelopen. Toen ik acht jaar geleden met pensioen ging, heb ik beide cafés verhuurd aan het Dran denaerde nog niet zoveel kwijt. ‘In de plaats komt een mooi project dat ook de naam ‘Au Petit Pont’ zal dragen. Het nog enige resterende café Den Obus in Volkegem doen we evenwel nooit van de hand. Dat café ligt ons heel na aan het hart. Het café werd tijdens de Eerste Wereldoor log verwoest door een obus, vandaar de naam van het ca fé.’ hij. ‘Het huis is één van de wo ningen die vooruitspringen. Of anders gezegd, op de oude rooi lijn staan. Het is de bedoeling om het huis op termijn te slo pen en de vrijgekomen bouw grond te verkavelen volgens de nieuwe rooilijn. We wilden de ze gelegenheid aangrijpen om een signaal te geven dat een veiliger doorgang op Kapellen dries prioritair is voor deze drukke gewestweg.’ (pdx) Geen straatverlichting voor kinderdagverblijf BRAKEL Het gemeentebe stuur voorziet voor de nog aan te leggen verbindings weg TirseDriehoekstraat geen openbare verlichting. CD&V en NVA onthielden zich bij die beslissing in de gemeenteraad. ‘Op de nieuw aan te leggen verbindingsweg tussen de par king Tirse en de Driehoeks traat moet in straatverlichting voorzien worden’, reageert Noel Morreels (CD&V). ‘Op die weg zijn de Broeders van Liefde naast de basisschool een kinderdagverblijf aan het bouwen. Ouders die hun kinde ren 's morgens vroeg brengen of 's avonds ophalen, moeten dit met een veilig gevoel kun nen doen. Daarenboven zullen in de nabije toekomst op die weg nieuwe woningen opge trokken worden en dan moet toch verlichting geplaatst wor den. Ik heb het ook moeilijk met het feit dat het kinderdag verblijf geen verlichting krijgt en de nieuwe Finse piste waar ook geen bewoning is wel. Maar laat duidelijk zijn dat ik er niet tegen de verlich ting van die piste ben.’ ‘Volgens ons plan rationeel energiegebruik schakelen we het licht uit in onbewoonde straten’, zegt schepen van Openbare Werken Sabine Hoeckman (Open VLD). ‘Een kinderdagverblijf is voor ons geen bewoning. Niemand blijft er overnachten. Wel of geen verlichting in die straat was het onderwerp van discussie. Het argument dat kinderen die weg zullen nemen houdt geen steek. Dan zouden we alle stra ten van de schoolroutekaart moeten verlichten.’ Werfbezoek ‘Indien er later bewoning komt, zal er waarschijnlijk wel openbare verlichting komen. De situatie blijft overigens be spreekbaar. Graag zou ik een werfbezoek brengen om het dossier beter te kunnen in schatten. Misschien wensen de Broeders van Liefde zelf voor verlichting te zorgen. Zij vroe gen tot dusver niet om openba re verlichting te plaatsen.’ Noel Morreels klaagt de onveiligheid aan langs de weg naar het nieuwe kinderdagverblijf. Foto: edp Coördinerend directeur kin deropvang Broeders van Lief de, Viviane Lauwers, vreest voor de veiligheid van de kin deren en de ouders. ‘Een straat met fietsende kinderen en ex tra verkeer door ouders die kleine kinderen brengen of af halen vereist openbare verlich ting om de veiligheid van de weggebruikers te garanderen’, zegt Lauwers. (edp)
© Copyright 2024 ExpyDoc