Docentenhandleiding Mijn Stad!

DOCENTENHANDLEIDING
1
Mijn Stad!
Amsterdam Museum
KORTE INFORMATIE
Onderwerp: Amsterdam
Doelgroep: Groep 5-6, Amsterdamse basisscholen
Vakgebieden: Oriëntatie op jezelf en de wereld
Nederlands
Kunstzinnige oriëntatie
Omvang: Les in de klas - ca. 1 uur
Bezoek Amsterdam Museum - ca. 1 uur
2
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
blz.
4
2.
Algemene informatie 5
3.
Programma in het Amsterdam Museum
6
4.
Lessen in de klas 7
5.
Combinatie aanbod Mijn Stad! editie Nieuw-West 14
6.
Doelstellingen 13
Colofon
• Uitgave: Team publiek en educatie, Amsterdam Museum
• Samenstelling: Amsterdam Museum, beeldende
opdrachten door Merel Nip, plattegrondspel door Grrr Medialab Amsterdam
• Vormgeving: Amsterdam Museum (Edo Mulder)
• Met dank aan: Huizingaschool, basisschool Het Gein en openbare basisschool
De Corantijn
© Amsterdam Museum, november 2014
3
1INLEIDING
 
 
Het programma Mijn Stad! geeft op een speelse manier inzicht in de geschiedenis en
ontwikkeling van de stad Amsterdam.
Mijn Stad! is ontwikkeld voor leerlingen van groep 5 en 6, specifiek voor leerlingen in
de stad Amsterdam (maar ook geschikt voor leerlingen buiten de stadsgrenzen) en
sluit aan bij de kerndoelen voor het basisonderwijs.
In het Amsterdam Museum nemen museumdocenten leerlingen mee op stap door de
geschiedenis van Amsterdam. Doe-, zoek- en kijkopdrachten staan centraal. Kunnen
leerlingen iets herkennen op de alleroudste kaart van Amsterdam? Hoe is de stad
gegroeid, leg zelf de grachten op de juiste volgorde en waar ligt jouw school?
Het bezoek aan het museum staat op zichzelf, maar kan worden uitgebreid met een
beeldende les in de klas of het maken van een mini-tentoonstelling.
Zit je school in Amsterdam Nieuw-West, dan kun je het programma uitbreiden met
een bezoek aan de eigen buurt. Hiervoor werken we samen met het Van Eesteren­
museum.
Wij wensen jullie en de leerlingen veel plezier met de uitvoering van dit programma!
Team publiek en educatie
Amsterdam Museum
4
2
ALGEMENE INFORMATIE
Tarief en reserveren
Het actuele onderwijstarief vind je op www.amsterdammuseum.nl. Het onderwijstarief
is per 15 leerlingen en inclusief de begeleiding van een museumdocent en de entree
van het museum. Het museumbezoek duurt 1 uur.
Reserveren graag minimaal twee weken van tevoren via het reserveringsformulier op
www.amsterdammuseum.nl of per email: [email protected]. Telefonisch is boekingen bereikbaar op 020-5231730 van ma t/m vrij tussen 13.00–17.00
uur.
NB Annulering van een gereserveerd bezoek kan tot uiterlijk één week voor de
afgesproken datum, tegen betaling van € 11,50 administratiekosten. Bij latere
afzegging wordt het hele bedrag in rekening gebracht.
Adres
Schoolgroepen melden zich vóór hun bezoek bij de centrale kassa. Deze is te bereiken
via Kalverstraat 92 en Sint Luciënsteeg 27.
Openingstijden
Dagelijks
10.00-17.00 uur
Bereikbaarheid
Vanaf station Amsterdam CS: 12 minuten lopen via Damrak, Dam en Kalverstraat.
Tram 1, 2, 4, 5, 9, 16, 24 en 25: halte Spui. Eigen bussen kunnen stoppen op de Nieuwezijds Voorburgwal (geen parkeerplaats).
Huisregels museumbezoek
Wij verwachten een actieve houding van de leerkracht(en) en de begeleiders om het
bezoek prettig te laten verlopen. Wil je daarom van tevoren de leerlingen én de begeleiders op de hoogte stellen van onze huisregels?
1.
2.
3.
4.
5.
5
Je blijft als docent verantwoordelijk voor het gedrag van de leerlingen.
De objecten in het museum mogen niet worden aangeraakt.
Vertel de leerlingen ook waarom dit niet mag.
Er mag niet worden geschreeuwd of gerend.
Op de zalen mag niet worden gegeten, gedronken of gerookt.
Ook kauwgom is niet toegestaan.
Op de zalen moeten mobiele telefoons op stil gezet worden.
3 PROGRAMMA IN HET AMSTERDAM MUSEUM
(Tijdsduur: ca. 1 uur)
Wat moet je doen ter voorbereiding?
• Zorg voor minimaal twee begeleiders (ouders en/of collega’s) per 15 leerlingen.
• Breng leerlingen en begeleiders op de hoogte van het bezoek en vertel ze de
huisregels.
• Heb je de beeldende les als voorbereidende les gedaan, speld dan bij de leerlingen hun zelfgemaakte huis-button op.
• Boek de cultuurbus (voor scholen in Amsterdam) of zorg voor een goede reisplan
ning. We verwachten dat de groep op het afgesproken tijdstip aanwezig is in het museum.
Het museumbezoek
In het museum word je in de centrale hal ontvangen door twee museumdocenten.
Hier hangen we de jassen en de tassen op. De museumdocenten vertellen wat we
gaan doen het komende uur en leggen de huisregels uit. Indien de rekening niet per
factuur wordt voldaan betaalt de leerkracht bij de kassa.
De groep gaat uiteen in twee kleinere groepen, elk met een eigen museumdocent.
Beide groepen doen hetzelfde programma maar in een andere volgorde.
Tijdens de museumles leren leerlingen de stad (waar zij wonen) beter kennen. Ze
weten aan het einde hoe oud de stad is, hoe de stad is gegroeid en waarom de stad
ontstond op deze plek. We willen graag dat leerlingen een actieve houding aannemen
en daarom is het programma in het museum afwisselend; zo bekijken we een filmpje
over de groeikaart, zoeken we onze eigen school en buurt op een megagrote plattegrond en leggen we zelf de grachten in de juiste volgorde. Om alle leerlingen zo veel
mogelijk aan te spreken hebben we verschillende soorten objecten opgenomen in de
museumles zoals: de oudste plattegrond van de stad en prachtige schilderijen maar
ook een modern stadsgezicht en wat zeggen souvenirs van nu over de stad?
De museumdocenten zorgen ervoor dat alle leerlingen aan bod komen en hebben
aandacht voor taal. Tijdens de museumles zijn er vraaggesprekken en mogelijk nieuwe
woorden (stadswapen, centrum, grachtengordel, stadsuitbreiding en fotocollage)
koppelen we aan een activiteit of een beeld. Maar bovenal vinden we het museumbezoek geslaagd wanneer leerlingen een leuke tijd hebben gehad in het museum.
Tip
Tijdens de museumles wordt de Dam bekeken op schilderijen en op kaarten. Een
bezoekje aan de Dam is gemakkelijk te combineren met een bezoek aan het museum,
het is op vijf minuten loopafstand.
6
4 LESSEN IN DE KLAS
(Tijdsduur: ca. 1 uur)
Uitbreiding van het programma Mijn Stad!
Het bezoek aan het Amsterdam Museum kan op zichzelf staan, maar je kunt het
programma uitbreiden met lessen in de klas.
Er zijn twee beeldende opdrachten uitgewerkt. Deze zijn zeer geschikt als voorbereidende les. De lessen gaan over hun eigen huis en zo verbreden leerlingen hun
horizon: van huis, naar wijk, naar de stad waarin ze wonen.
De lessuggestie voor het maken van een mini-tentoonstelling kan goed gebruikt
worden als verwerkingsles. Zo kan het een eindresultaat zijn van een projectweek
Amsterdam. Vanzelfsprekend ben je er als leerkracht geheel vrij in hoe en of je de
beeldende lessen en het maken van een mini-tentoonstelling in de klas inzet.
Beeldende opdracht
Waskrijt of verf
Tijdens de beeldende opdracht maken leerlingen hun eigen huis-button. Je hebt de
keuze tussen twee verschillende manieren om het huis te laten maken: waskrijt (a) of
verf (b). Op de volgende pagina’s staan de twee varianten beschreven. Je kunt kiezen
welke je wilt gebruiken.
Doel van de beeldende les
De leerlingen zijn zich er van bewust dat een buurt bestaat uit verschillende huizen en
dat vele huizen samen - verschillende buurten bij elkaar - een stad kunnen vormen. De
les stimuleert het denken over de vorm en de bijzondere eigenschappen van het eigen
huis en de verschillen tussen huizen in de stad Amsterdam.
Leerdoelen
• Leerlingen zijn zich bewust van de bijzonderheden en kenmerken van hun eigen huis
• Leerlingen kunnen bijzonderheden en kenmerken beeldend weergeven op het platte vlak
• Leerlingen kunnen onderscheid maken tussen grote
vormen en details
• Leerlingen kunnen werken met waskrijt, kraspen en
kleurpotlood combineren
7
A
BEELDENDE OPDRACHT
MIJN HUIS - WASKRIJT
Uitleg van de opdracht
Iedere leerling tekent met waskrijt de voorkant van zijn eigen huis op karton.
Met een kraspen en kleurpotlood worden details aangebracht. Als het huis af is wordt
er een button van gemaakt door het huis uit te knippen en er met plakband een veiligheidsspeld achter te plakken. Voor het museumbezoek spelden de leerlingen de
huizen op.
Benodigde materialen
Te verzamelen door de school:
• Per leerling:
wit waterafstotend karton 14 ½ cm x 21 cm (karton met tenminste
één gladde zijde)
waskrijt
kraspen of open gebogen paperclip
kleurpotloden
schaar
veiligheidsspeld
stukje plakband
oude krant om tafel mee af te dekken
• Per klas:
optioneel: oud laken of prikbord om de huizen na afloop op te spelden &
tepresenteren in de klas
Voorbereiding door leerkracht
• Knip of snij het karton op maat
• Verzamel de overige materialen
Werkwijze
Hieronder staat stap voor stap beschreven hoe de opdracht wordt uitgevoerd.
1 Inleiding
• Vertel over het museumprogramma Mijn stad!. In het museum zullen leerlingen
ontdekken hoe de stad Amsterdam ontstaan en gegroeid is. Van te voren maken
zij hun eigen huis.
• Leg uit dat het de bedoeling is dat iedereen de voorkant van zijn eigen huis
gaat tekenen.
• Leg uit dat eerst het huis zelf en de grote vormen en lijnen van het huis, zoals de
ramen en het dak, met waskrijt worden getekend en ingekleurd. Pas daarna worden
de kleinere vormen (details) zoals brievenbussen en deurbellen en patronen, zoals
steentjes en dakpannen in het waskrijt gekrast en met kleurpotlood ingekleurd.
2 Het huis en de grote vormen
• Leg uit hoe het huis met waskrijt wordt getekend en ingekleurd. Alléén het huis
wordt getekend, niet de ruimte eromheen.
• De leerlingen tekenen met waskrijt de grote vormen en lijnen van het huis en kleu-
ren deze helemaal in, zodat er binnen de contouren van het huis geen wit karton meer is te zien.
8
3 De kleine vormen
• Leg uit hoe je met de prikpen of de paperclip kleine vormen (details) en/of patro-
nen in het waskrijt krast.
• De leerlingen krassen de details en/of patronen in het waskrijt en kleuren deze in met kleurpotlood en waskrijt.
4 Huis uitknippen
• De leerlingen knippen hun huis uit langs de randen van het huis.
5 Afwerking
• Met plakband wordt een veiligheidsspeld op de achterkant van het huis bevestigd.
• De leerlingen schrijven hun naam, groep en de naam van de school op de achter-
kant.
• De leerlingen spelden hun huis op zichzelf of op het laken of het prikbord in de klas.
6 Afsluiting
• Bespreek de gemaakte huizen klassikaal.
Wat valt de leerlingen op? Zijn er grote verschillen? Wat zijn leuke vondsten?
Wat vertelt het ene huis en wat het andere, als je ze met elkaar vergelijkt? Waar komt
dat door? Wat valt op als je naar alle huizen samen kijkt? Vinden de leerlingen hun
huis goed gelukt?
7 Vervolg
• Vertel dat tijdens het museumbezoek iedereen zijn huis zal opspelden.
• Vertel dat het Amsterdam Museum over Amsterdam gaat, de leerlingen zullen zien hoe de stad gegroeid is in de loop van de tijd.
Extra
• Ramen en deuren kunnen worden opengeprikt of geknipt.
• Met stof kunnen gordijnen worden gemaakt, met andere materialen plantjes, de spijlen van een balkon etc.
• Maak een kopie van de klassenfoto en plak de gezichtjes achter de ramen.
• Je kunt met de leerlingen op een oud laken een plattegrond tekenen of schilderen
met daarop de school en de wegen rondom de school van bovenaf gezien. Als het
laken droog is speldt u met de leerlingen hun huizen op de plattegrond; daar waar
de huizen staan ten opzichte van de school.
9
A
BEELDENDE OPDRACHT
MIJN HUIS - VERF
Uitleg van de opdracht
Elke leerling schildert een stuk karton helemaal vol met plakkaatverf in één kleur, de
kleur van zijn huis. Als de verf droog is worden de randen van het huis en de grotere
vormen met een nat kwastje ‘weggewassen’. De witte lijnen en vlakken die ontstaan
worden ingekleurd met ecoline. Vervolgens worden met een viltstift details aangebracht. Als het huis af is wordt er een button van gemaakt door het huis uit te knippen
en er met plakband een veiligheidsspeld achter te plakken. Voor het museumbezoek
spelden de leerlingen de huizen op.
Benodigde materialen
Te verzamelen door de school:
• Per leerling:
wit waterafstotend karton 14 ½ cm x 21 cm (karton met tenminste één gladde zijde)
potje water en stevig kwastje
keukenrolvellen
viltstiften
schaar
veiligheidsspeld
stukje plakband
oude krant om tafel mee af te dekken
• Per tafelgroep:
potjes met verschillende kleuren ecoline en een kwast
• Per klas:
plakkaatverf: ‘huiskleuren’ zoals zwart, bruin, roodbruin, grijs, oranje
aantal grote platte kwasten
optioneel: oud laken of prikbord om de huizen na afloop op te spelden en te
presenteren in de klas
Voorbereiding door leerkracht
• Knip of snij het karton op maat
• Verzamel de overige materialen
Voorbereiding door de leerlingen
Voordat u aan de uitwerking van de opdracht begint hebben de leerlingen elk een
stuk karton helemaal in één kleur - de kleur van hun huis - geschilderd. Om de opdracht te beginnen moet de verf droog zijn.
10
Werkwijze
Hieronder staat stap voor stap beschreven hoe de opdracht wordt uitgevoerd.
1 Inleiding
• Vertel over het museumprogramma Mijn Stad!. In het museum zullen leerlingen
ontdekken hoe de stad Amsterdam ontstaan en gegroeid is. Van te voren maken
zij hun eigen huis.
• Leg uit dat het de bedoeling is dat iedereen zijn eigen huis van voren gaat tekenen.
• Leg uit dat de leerlingen eerst moeten bedenken welke kleur hun huis heeft. Eerst
vullen zij het vel met deze kleur. Daarna halen ze lijnen en vlakken weg met een
natte kwast. Ze kleuren deze stukken in met ecoline, tot slot vullen zij details
in met viltstift.
2 Het huis en de grote vormen
• Leg uit hoe het wegwassen van de verf werkt. Door met een natte kwast over de
verf te gaan lost de verf op. Op deze manier kun je lijnen en vlakken tekenen. Door
op de natte tekening te deppen met een prop keukenpapier komen de lijnen en
vlakken tevoorschijn.
• De leerlingen tekenen de voorkant van hun huis door de verf weg te wassen.
Alléén het huis wordt getekend, niet de ruimte eromheen.
Plakkaatverf op karton
gewassen tekening
3 Inkleuren
• De plekken waar het witte karton tevoorschijn is gekomen kan worden
ingekleurd met ecoline. Het teveel aan ecoline wordt met keukenrol
weg gedept. 4 Kleine vormen
• Als de tekening droog is kunnen met vilstift kleine vormen zoals een
brievenbus of plantenbak worden ingetekend.
details tekenen met vilstift
11
4 Huis uitknippen
• De leerlingen knippen hun huis uit langs de randen van het huis.
5 Afwerking
• Met plakband wordt een veiligheidsspeld op de achterkant van het huis bevestigd.
• De leerlingen schrijven hun naam, groep en de naam van de school op de achterkant.
• De leerlingen spelden hun huis op zichzelf of op het laken of het prikbord in de klas.
6 Afsluiting
• Bespreek de gemaakte huizen klassikaal.
Wat valt de leerlingen op? Zijn er grote verschillen? Wat zijn leuke vondsten?
Wat vertelt het ene huis en wat het andere, als je ze met elkaar vergelijkt? Waar komt dat door? Wat valt op als je naar alle huizen samen kijkt? Vinden de leerlingen hun huis goed gelukt?
7 Vervolg
• Vertel dat tijdens het museumbezoek iedereen zijn huis zal opspelden.
• Vertel dat het Amsterdam Museum over Amsterdam gaat, de leerlingen
zullen zien hoe de stad gegroeid is in de loop van de tijd.
Extra
• Ramen en deuren kunnen worden open geprikt of geknipt.
• Met stof kunnen gordijnen worden gemaakt, met andere materialen plantjes,
de spijlen van een balkon etc.
• Maak een kopie van de klassenfoto en plak de gezichtjes achter de ramen.
• U kunt met de leerlingen op een oud laken een plattegrond tekenen of schilderen met
daarop de school en de wegen rondom de school van bovenaf gezien. Als het laken
droog is spelt u met de leerlingen hun huizen op de plattegrond; daar waar de huizen
staan ten opzichte van de school.
12
LESSUGGESTIE MINI-TENTOONSTELLING
Wat is een mini-tentoonstelling?
Een mini-tentoonstelling is een presentatie op school waar eindproducten van
leerlingen zijn te zien die te maken hebben met het onderwerp Mijn Stad!.
Wanneer je gebruik maakt van de toolkit, beschik je over een stappenplan en
blanco presentatiematerialen zoals: een openingsposter en tekstbordjes.
De toolkit museumklas kun je gratis downloaden via:
www.amsterdammuseum.nl > onderwijs > basisonderwijs > digitaal aanbod >
museumklas.
Wat laat je zien op de mini-tentoonstelling?
Vanzelfsprekend kun je de eindresultaten van de beeldende opdracht presenteren,
maar ook:
• foto’s van de buurt, gemaakt door leerlingen,
• een zelfgemaakte plattegrond van de stad of van de eigen buurt,
• voorwerpen met daarop het stadswapen van Amsterdam (of zelf gemaakt),
• een luisterhoek met liedjes over Amsterdam,
• etc.
13
5
COMBINATIEAANBOD MIJN STAD!
EDITIE NIEUW-WEST
Het is mogelijk om het programma ‘Mijn Stad!’ te combineren met de editie NieuwWest. Het programma is speciaal ontwikkeld om op een speelse manier inzicht te
geven in de omvang, geschiedenis en ontwikkeling van Amsterdam Nieuw-West.
Leerlingen ontdekken de geschiedenis van hun eigen buurt in Amsterdam! In en rond
het Van Eesterenmuseum ga je samen met een museumdocent op ontdekkingstocht
door de buurt. Kijk goed! Hoe is jouw deel van de stad bedacht? Hoe zag het er
vroeger uit? En wat zie je nu?
Kijk voor meer informatie en docentenhandleidingen op www.amsterdammuseum.nl
en www.vaneesterenmuseum.nl of bel naar boekingen 020-5231730.
14
6DOELSTELLINGEN
Leerdoelen Mijn Stad!
Leerlingen:
-
worden zich bewust van de groei en de opbouw van de stad,
-
plaatsen hun eigen buurt in het grotere geheel van de stad,
-
kijken anders naar hun eigen omgeving,
-
leren naar plattegronden kijken en elementen herkennen,
-
kunnen Amsterdam vanuit historisch perspectief bekijken,
-
leren dat ze objecten in een museum als bron kunnen gebruiken,
-
verrijken hun woordenschat,
-
werken het thema Amsterdam op een beeldende manier uit (bij de beeldende opdracht zijn specifieke leerdoelen geformuleerd).
Verder is het onderwijsprogramma afgestemd op de meest recente kerndoelen voor
het basisonderwijs.
Nederlands
1.
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens
die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
2. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Oriëntatie op jezelf en de wereld
50. De leerlingen leren omgaan met kaart [en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld].
51. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen
en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
53. De leerlingen leren over de belangrijke historische [personen] en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis [en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis].
Kunstzinnige oriëntatie
54. De leerlingen leren beelden, taal, [muziek, spel en beweging] te gebruiken,
om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communice-
ren.
55. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
15