Vlamingen in de wachtrij van in wieg tot aan rusthuis:

Vlamingen in de wachtrij van in wieg tot aan rusthuis:
Tien wachtrijen zetten leven van Vlaming on hold
1. Jongeren wachten op een job
(bevoegd minister: Philippe Muyters (N-VA))
Vlaanderen telt in januari 2014 240.000 werklozen. In januari 2009 waren dat er 186.413 (een
toename met 53.587). Vooral de jeugdwerkloosheid steeg zorgwekkend. De voorbije vijf jaar
kwamen er 15.000 jonge werklozen bij in Vlaanderen.
Evolutie jeugdwerkloosheid, aantal niet werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar (Vlaams gewest maart
2008 - maart 2013)i
Het aantal jongeren dat werkt noch studeert, steeg van 7,5% in 2010 naar 10,8% in 2013. De
instrumenten die minister Muyters inzette om dit te verhelpen, zijn niet langer aangepast. Hij legde
de lat veel te laag en zelfs die magere doelstellingen haalde hij nietii.
Inloopstages
Werkinlevingstrajecten
Individuele beroepsopleidingen
1
Gerealiseerd
1501
1090
13.312
Gepland
4550
1275
15.500
Openstaande vacatures
Ondanks de aanhoudende crisis en het sterk groeiend aantal werklozen blijven steeds meer
vacatures langdurig openstaan. In 2010 werden ruim 80% van de vacatures binnen de vier maand
ingevuld, nu is dat aandeel gezakt tot 75%. Het aandeel vacatures dat langer dan een jaar niet
ingevuld raakt, verdubbelde van 2 tot 4%.
Verdeling van de vacatures in Vlaanderen naar ‘looptijd’iii
<4m
4m-1j
1j
2010
81,06
16,53
2,41
2011
77,82
19,32
2,86
2012
74,54
21,33
4,13
2013
75,19
20,30
4,51
Allochtonen
De veel te lage werkzaamheidsgraad bij allochtonen blijft een groot probleem. Veel allochtone
jongeren worden slachtoffer van het watervalsysteem. De discriminatie van allochtonen op de
arbeidsmarkt blijft voortduren. De N-VA-ministers bevoegd voor inburgering en tewerkstelling
(minister Bourgeois en minister Muyters) hebben daar weinig tot niets aan gedaan. De
samenwerking tussen de onthaalbureaus en de VDAB verloopt stroef. Bij de Vlaamse overheid
werken vandaag nog geen 4% allochtonen terwijl die toch 11% van de beroepsbevolking
vertegenwoordigen.
Wat Groen zou gedaan hebben




Groen pleit voor een duurzaam relancebeleid dat veel extra jobs oplevert (cf.
conceptnota Groen Industriebeleid)
Groen drong aan op een echt jongerenbanenplan: binnen de 4 maanden willen we elke
jonge werkzoekende een concreet aanbod garanderen van een stage, opleiding of werk.
Parlementslid Björn Rzoska pleitte voor intensievere begeleiding door VDAB, vooral voor
laaggeschoolde werkloze jongeren.
Parlementslid Bart Caron pleitte voor een veel actievere inzet van de VDAB in de
opleidingen en de toeleiding naar werk voor allochtonen
2. Wachten op een plaatsje voor mijn kind, voor mijn ouder, op een
woning of een aangepaste school
(bevoegde ministers : Jo Vandeurzen (CD&V), Pascal Smet (sp.a)
en Freya Van den Bossche (sp.a))
De wachtlijsten zijn in Vlaanderen de voorbije legislatuur fors aangegroeid:
2
Aantal wachtenden 2013
Wachtrijen kinderopvang
Scholenbouw
Wachtlijsten Woonzorgcentra
(rusthuizen) – aantal ouderen
Sociale Woningen
(unieke kandidaat huurders)
Zorgvragen mensen met een
handicap
Bijzondere jeugdzorg (alle
werkvormen) – aantal
opvangmogelijkheden voor
jongeren
NT 2 (Nederlands tweede taal)
Nood aan 44.000 plaatsen extra
tegen 2020iv
1.453 dossiers, 1976 aanvragen bij
AGIOn
3,2 miljard € nodigv
Wie in 2001 een aanvraag
indiende, kon pas in 2012
beginnen bouwen. Wie nu een
dossier indient, moet zo’n 20 jaar
wachten.
109.150 tot 162.629 vii
Aantal wachtenden
2008
1 537 dossiers voor een
geraamd bedrag aan
subsidies van 1,6
miljardvi
80.000 tot 100.000viii
107.351ix
78.000 (eind 2007)x
22.000 xi
15.897xii
4.428
1.103 opleidingsvragen bij Centra
voor Basiseducatie + Centra voor
Volwassenenonderwijs
In de zorg kwam minister Jo Vandeurzen pas tegen het einde van de legislatuur met structurele
oplossingen aandraven. In nieuwe decreten voor de gehandicaptensector, jeugdzorg en
kinderopvang beloofde de minister een oplossing tegen… 2020. Bovendien gaat de minister eerder
uit van een besparingsscenario dan van investeringen. Zonder nieuwe middelen voor
persoonsgebonden uitkeringen én aangepaste voorzieningen, zullen de noden niet kunnen opgelost
worden. Met de voorstellen van de minister worden de wachtlijsten aan het zicht onttrokken maar
de mensen blijven in de miserie zitten. De minister nijpt de sector van de zelfstandige kinderopvang
met extra regeldruk dood in plaats van die broodnodige initiatieven te steunen.
In het onderwijs blijft er een acuut gebrek aan nieuwe scholen. De demografische ontwikkeling is
nochtans al lange tijd bekend. Maar minister Pascal Smet kon elk jaar maar net op de valreep
voldoende plaatsen voorzien. Een structurele aanpak bleef uit. Het tekort aan kwalitatieve en
duurzame infrastructuur is structureel en heeft geleid tot steeds aangroeiende wachtlijsten.
Aanvragen die vandaag worden goedgekeurd, hebben meer dan tien jaar op de wachtlijst gestaan.
Voor het vrij gesubsidieerd onderwijs bedroeg de wachtlijst begin 2010 1,86 miljard euro. Per jaar
zou de behoefte voor het vrij gesubsidieerd onderwijs neerkomen op 250 miljoen subsidie per jaar
terwijl er bijvoorbeeld voor 2012 een kleine 140 miljoen beschikbaar was. Het patrimonium van het
gemeenschapsonderwijs onderhouden en tijdig vernieuwen, vergt dan weer een jaarlijks budget van
150 miljoen euro. Alles samengenomen heeft het gemeenschapsonderwijs op korte termijn nood aan
3
2 miljard euro. Vandaag ontvangt het jaarlijks een dotatie van ongeveer 50 miljoen euro. Eenzelfde
evolutie zien we bij het stedelijk en gemeentelijk Onderwijs. Het bedrag van de wachtlijst bedroeg in
2010 230,5 miljoen euro.
De Vlaamse regering beloofde in haar regeerakkoord tussen 2009 en 2020 43.000 extra sociale
huurwoningen te realiseren. Minister Van den Bossche schoof die doelstelling intussen al op naar
2023. In 2012 zaten we aan 153.597 sociale huurwoningen of 6.346 meer dan in 2009. De Vlaamse
regering haalt dus haar doelstelling van geen kanten, ook niet in 2023. Door de uitspraak van het
Grondwettelijk Hof over het grond- en pandendecreet loopt Vlaanderen nog meer vertraging op.
Eind 2012 wachtten volgens de rapportering van VRIND 2013 in Vlaanderen 107.351 unieke
kandidaat-huurders op een sociale woning. De doelstellingen van de regering liggen dus sowieso te
laag om aan de nood te voldoen. Bovendien ligt het tempo van de realisatie van die sociale woningen
veel te laag. En werd er logistiek knoeiwerk afgeleverd.
Wat Groen zou gedaan hebben






4
Parlementslid Mieke Vogels pleitte voor meer sociale woningen, ook in de grote steden.
Maar ook voor een betere ondersteuning op de private huurmarkt. Wie recht heeft op
een sociale woning maar door het te kort aan sociale woningen toch terecht moet op de
private huurmarkt, moet een huursubsidie krijgen die het verschil bijpast tussen de
huurprijs op de sociale en de huurprijs op private markt. Het is noodzakelijk om te
werken met richthuurprijzen. In een conceptnota over het nieuwe wonen werkte Vogels
concrete voorstellen uit om het recht op wonen te garanderen aan alle Vlamingen.
Parlementslid Mieke Vogels diende een concreet voorstel in voor buurtgerichte zorg. De
zorgvraag wil Groen meer opvangen door mensen thuis te omkaderen. Met lokale
dienstencentra die toegankelijk zijn voor alle buurtbewoners en die de zorgvragen
coördineren.
Fractieleider Elisabeth Meuleman diende eigen voorstellen in om het decreet
kinderopvang te amenderen zodat kinderopvang en kleuteronderwijs naadloos op
elkaar aansluiten. Parlementslid Mieke Vogels pleitte voor meer opvangplaatsen, maar
verdedigde ook met vuur de zelfstandige kinderopvang die dreigt te verdwijnen.
Inzake scholenbouw pleitte Groen voor kleine en lokaal verankerde PPS-projecten in
plaats van grootschalige die verschillende functies (school, crèche, sport, jeugdcentra)
combineren.
Wat gehandicaptenzorg betreft, is het decreet persoonsvolgende financiering dat
minister Vandeurzen te elfder ure voorlegt aan het parlement, geen alternatief voor het
decreet persoonsgebonden budget dat onder impuls van Groen werd goedgekeurd in
2001 . In een eigen conceptnota “Perspectief Nu” werkte parlementslid Mieke Vogels
een alternatief uit dat kiest om het budget voor zorg en ondersteuning aan de persoon
met een handicap en niet aan de voorziening uit te keren.
Parlementslid Bart Caron pleitte voor taalcursussen Nederlands op maat van de
deelnemers, van functioneel Nederlands op de werkvloer tot een hoog niveau voor
mensen die verder studeren of een opleiding willen volgen. Als mensen verplicht zijn een
taalcursus Nederlands te volgen, dan is het de plicht van de overheid om een toereikend
aanbod te voorzien.
3. Wachten op duurzame fiscaliteit
(bevoegde ministers: Kris Peeters (CD&V) en Philip Muyters (N-VA))
“Vergeleken met de overige landen zijn de inkomsten uit milieugerelateerde belastingen in
Vlaanderen nog steeds laag te noemen.” Dat is het besluit van een studie die de Vlaamse regering
zelf liet makenxiii.
Er werd een kleine stap in de goede richting gezet door een ecologische bijsturing van de BIV (de
belasting op de inverkeersstelling van wagens). Maar deze hervorming gebeurde met de handrem
op. De slimme kilometerheffing voor vrachtwagens werd doorgeschoven naar 2016. Rond
personenwagens werd enkel een proefproject opgezet in de GEN-zone.
Ook in het subsidiebeleid liet de Vlaamse regering het afweten. Rond de ecologiepremie werd een
flip-flopbeleid gevoerd. Veel bedrijven haakten af waardoor veel minder steun voor duurzame
investeringen werd verleend. Tussen 2010 en 2011 werd de steun voor ecologie-innovaties
gedecimeerd (van 120 naar 12 miljoen euro). De geleverde steun ging ook te weinig naar ‘top
runners’.
Wat Groen zou gedaan hebben


5
Parlementslid Hermes Sanctorum stelde bij de hervorming van de BIV voor om nog meer
rekening te houden met de ecoscore van de wagen (hogere belasting voor vervuilende
wagens – lagere voor propere wagens).
Groen pleitte voor een pakket bestaande uit de afschaffing van de vaste
verkeersbelastingen, meer investeringen in openbaar vervoer, een mobiliteitsbudget en
de invoering van slimme kilometerheffing voor vrachtwagens én personenwagens.

Voormalig fractieleider Filip Watteeuw pleitte voor een terugkeer naar het eerste
systeem van ecologiepremies dat veel betere resultaten boekte.
4. Wachten op betaalbare hernieuwbare energie
(bevoegd minister :Freya Van den Bossche (sp.a))
De uittredende regering deed de groei van hernieuwbare energie productie crashen. Enkele
ontnuchterende cijfers op een rij:




Installaties van zonnepanelen: van 82.000 (2011) naar 3.000 (2013)
Nieuwe windturbines: van 100 (2011) naar 25 (2013)
1250 jobs verloren in sector hernieuwbare energie in 2013 (Agoria)
Tegen 2020 moeten we van Europa 13% hernieuwbare energie halen. In
2012 zaten we op 4,5 %.
Het beleid van minister van Energie Freya Van den Bossche was hierbij geen hulp. Het energiebeleid
dat zij voerde, was instabiel en speelde soms paniekvoetbal, wat leidde tot een onzeker
investeringsklimaat. Het totaal gebrek aan ruimtelijke planning voor bijvoorbeeld windturbines,
gekoppeld aan een inefficiënt vergunningenbeleid, leidde ertoe dat we op dit punt achterop lopen
ten opzichte van andere landen. Minister Van den Bossche bouwde de steun voor hernieuwbare
energie af. Deels terecht omdat er vormen van oversubsidiëring gecreëerd waren en de prijzen van
zonnepanelen daalden. Maar de Vlaamse regering bouwde de steun te snel en te sterk af waardoor
de sector in een zware crisis verzeilde.
Ook inzake energiezuinige en –efficiënte woningen scoort Vlaanderen nog steeds slecht. De steun
voor energiebesparing in woningen bleef te mager. De federale beslissing om de energie-aftrek af te
schaffen, werd op Vlaams niveau onvoldoende gecompenseerd. In maart 2012 verhoogde minister
Van den Bossche de Vlaamse premies voor isolerende ramen en zonneboilers. In december 2013
besliste de minister de steun voor geïntegreerde isolatie (dak en muren samen) te verhogen. Voor de
bouw van nieuwe woningen werden de energieprestatienormen opgetrokken maar in feite volgde de
minister gewoon de markt. Globaal werd er veel te weinig ingespeeld op het elan in de bouwsector
zelf rond ecologisch bouwen en vernieuwen.
(VRIND 2013)
6
Het probleem van de energiearmoede raakt niet onder controle. Het aantal mensen met een budgetmeter blijft hoog. Ook het aantal gezinnen waar een stroombeperker geplaatst werd (max 10 amp)xiv.
Samenlevingsopbouw waarschuwt ervoor dat de cijfers van de VREG en de Sociale Staat van
Vlaanderen zelfs nog een grove onderschatting inhouden, gezien de overlevingsstrategieën van de
armste gezinnen.
Wat Groen zou gedaan hebben






Groen wilde meer continuïteit in de ondersteuning van hernieuwbare energie productie.
De steun voor zonnepanelen mocht verminderen maar dan op basis van goede afspraken
met de sector.
Parlementslid Hermes Sanctorum diende een decreet in dat een kader schept voor meer
windturbines op land (windplannen, regeling van vergoedingen, garanties voor
participatie van bewoners en gebruikers)
We stelden voor om de criteria groene stroom uit te zuiveren: geen steun voor
zogenaamde groene stroom uit verbrandingsovens of mega biomassa-installaties.
Parlementslid Mieke Vogels ijverde voor een gegarandeerde en toereikende levering van
de nutsvoorzieningen elektriciteit, gas en water.
Groen steldee een doortastend actieplan voor rond energiebesparing in woningen (naar
Brussels model : Alliantie Arbeid & Milieu). Hierbij willen we proactief de groep van
renoveerbare energetisch slechte woningen aanpakken en bijvoorbeeld ook alle
elektrische verwarmingen vervangen (niet de warmtepompen welteverstaan).
Groen stelde voor om één Vlaams Nutsbedrijf op te richten dat de hele stroomdistributie
omvat, wat kosten zou besparen voor de overheid én de consument.
5. Wachten in de file
(bevoegd minister : Hilde Crevits (CD&V))
Onder de regering Peeters II zijn de files in Vlaanderen toegenomen. Ten opzichte van 2007 is de
filezwaarte met 24 à 43% toegenomen in 2012, afhankelijk van het dagdeelxv.
7
De regering Peeters beloofde dat projecten sneller gerealiseerd zouden raken maar daar was weinig
van te merken. Bijna alle grote projecten zijn gestrand in uitzichtloze procedureslagen. De conclusies
van de commissies Berx en Sauwens worden maar met mondjesmaat omgezet. Bij de grote
aanslepende dossiers zoals dat van de Oosterweel, blijft men zondigen tegen de principes die in deze
commissies werden aangereikt. Eén van de belangrijkste besluiten (grondig overleg vooraf om later
conflicten te vermijden) wordt nog altijd miskend.
Ook van de beloofde omschakeling naar meer duurzame vervoerswijzen merken we te weinig.



Van de missing links in het waterwegennet zijn slechts 2 van de 18 projecten in
uitvoering.
Spookfietspaden: van de beloofde 1850 km nieuwe fietspaden werd 1300 km niet
aangelegd
Van de aangekondigde 16 km nieuwe tramlijnen, is hooguit 7,3 km gerealiseerd
Door de besparingen bij De Lijn, is nu een modal shift ingezet, maar dan in de verkeerde richting: het
aantal verplaatsingen met openbaar vervoer daalt opnieuw in vergelijking met het aantal
verplaatsingen met de wagen. Op vlak van personenverkeer verliest de Lijn voor het eerst passagiers.
Bovendien worden de tickets van De Lijn na indexering, opnieuw duurder. Terwijl aan het gratis
rijden van 65 plussers niet mag geraakt worden.
8
Wat Groen zou gedaan hebben




Projecten versnellen door meer inspraak te organiseren bij het begin van de procedure
zodat het in de volgende fases snel kan gaan.
Modal Shift: meer investeren in fietspaden, waterwegen en aanbod openbaar vervoer,
minder in nieuwe wegen en regionale luchthavens. In die zin dienden we ook een
bezwaar in op het Vlaams Mobiliteitsplan.
Noodplan om de files aan te pakken op de Antwerpse ring.
Herzien van het decreet basismobiliteit (afstand van 750 meter voor bushaltes niet
houdbaar) en gratis openbaar vervoer enkel voor wie het echt nodig heeft (laag
minimumtarief voor 65plussers, inkomensgebonden).
6. Wachten op beter onderwijs voor onze kinderen
(bevoegd minister: Pascal Smet (sp.a))
Het Vlaams onderwijs boette de afgelopen legislatuur aan kwaliteit in, ook voor de sterke leerlingen.
De resultaten van PISA 2012 liegen er niet om. Vergeleken met de vorige wiskunde-test in 2003 is
Vlaanderen sterk gezakt: met een verlies van 23 punten op de PISA-schaal behoort Vlaanderen tot de
grootste dalers.
De resultaten zijn vanuit verschillende oogpunten negatief:




Vlaanderen heeft zeer grote verschillen tussen de top en de onderkant. Het verschil tussen
percentiel 90 en percentiel 10 bedraagt 271 punten.
Vlaanderen heeft aanzienlijk minder toppresteerders: van één leerling op drie gaan we naar
één leerling op vier. Ook het aantal leerlingen dat het minimale basisniveau niet haalt, stijgt
gevoelig: 15.4% in 2012 ten opzichte van de 11.4% in 2003.
Over de gehele spreiding gaan de scores vergeleken met 2003 achteruit: op percentiel 90
(10% best presterenden) van 679 naar 663, op percentiel 75 van 631 naar 608, op percentiel
25 van 485 naar 460 en op percentiel 10 (10% minst presterenden) van 411 naar 391.
Ook voor leesvaardigheid en wetenschappen daalden de scores in Vlaanderen. Een daling
van 15 punten voor leesvaardigheid (518 in 2012) en voor wetenschappen een daling van 11
punten ten opzichte van 2006.
De laatste PISA-studie toonde eveneens dat de kloof tussen autochtonen en allochtonen in
Vlaanderen vergrootte terwijl we een verbetering zagen aan Franstalige kant.
Het aantal vroegtijdige schoolverlaters blijft verschrikkelijk hoog. Volgens de VIA-doelstellingen
moet de ongekwalificeerde uitstroom tegen 2020 gezakt zijn onder de 10 procent. Volgens een
studie in opdracht van de Vlaamse Regering door het Steunpunt Studie en Schoolloopbanen (SSL)
opgeleverd in 2013 bedraagt het huidige Vlaamse gemiddelde 13,9 % xvi. In Antwerpen blijkt liefst
26% van de jongeren de school te verlaten zonder een diploma. Ook bijna alle andere steden in
Vlaanderen zitten boven het gemiddelde. Hoewel minister Smet het terugdringen van de
ongekwalificeerde uitstroom beschouwde als een van de speerpunten van zijn beleid, is hij niet
verder gekomen dan de monitoring van het probleem.
9
De meeste onderwijsmaatregelen die aangekondigd werden in het regeerakkoord zijn niet
gerealiseerd. Uiteraard te beginnen met de hervorming van het secundair onderwijs. Het bleef
steken bij een masterplan dat door de meerderheidspartijen verschillend wordt uitgelegd.
Andere dossiers die de afgelopen vijf jaar niet afgewerkt geraakten: het lerarenloopbaanpact, het
deeltijds kunstonderwijs, de brede leefschool, het decreet schaalvergroting, de hervorming van het
volwassenonderwijs, de hervorming van de Centra voor Leerlingenbegeleiding, de aanpak van de
internaten en studietoelagen voor hoger beroepsonderwijs.
Het mentorschap voor beginnende leerkrachten werd afgeschaft terwijl het probleem van de
uitstroom van leerkrachten steeds groter wordt. Ook de proeftuinen en het Steunpunt Gelijke
Onderwijskansen werden drooggelegd, alsook de financiële impulsen om leerkrachten in Brussel aan
te trekken. Alle aankondigingen ten spijt is ook de automatische toekenning van de studietoelagen
nog altijd niet gerealiseerd.
Een lichtpunt zien we in de verbeterde omkadering voor het kleuteronderwijs, al werden de
werkingsmiddelen niet gelijk geschakeld met het lager onderwijs en blijven kleuters starten in veel te
grote instapklassen.
De Vlaamse regering blijft stellig beweren dat de investeringen in onderwijs de laatste vier jaar
werden verhoogd en verzwijgt op die manier dat in 2009, het eerste jaar van de legislatuur, maar
liefst 72 miljoen euro werd bespaard op onderwijs.
Wat Groen zou gedaan hebben
Fractieleidster Elisabeth Meuleman stelde tal van alternatieven voor, zoals:
 Versterking van het basisonderwijs: betere ondersteuning van directies en leerkrachten.
 Leerkrachten: versterking aanbod nascholing, herinvoering mentoruren, statuut voor de
beginnende leerkracht en een senior-statuut.
 Hervorming secundair onderwijs: een andere onderwijshervorming die de studiekeuze
uitstelt, en alle scholen meeneemt.
 Schooluitval: time-out-projecten versterken, innoveren met nieuwe vormen van ‘leren en
werken’, financiële beloning voor scholen die spijbelen terugdringen.
10



Scholenbouw: kleine en lokaal verankerde pps-projecten, meer samenwerking tussen
onderwijs en andere sectoren voor meer optimale benutting infrastructuur, sterkere rol
lokale besturen.
Uitbouw en versterking van de brede school.
taaltesting en taalvoorwaarden vervangen door positief integraal taalbeleid.
7.
Wachten op propere en gezonde lucht
(bevoegd minister: Joke Schauvliege (CD&V))
De lucht in Vlaanderen blijft ongezond, vooral in de steden en bij drukke wegen. Vlaanderen haalt de
Europese normen op vlak van fijn stof en stikstofoxiden niet en riskeert zware boetes in de toekomst.
Veel erger nog is de prijs die we daardoor betalen voor onze gezondheid. In het MIRA-rapport
berekende men dat elke Vlaming gemiddeld iets meer dan één gezond levensjaar verliest door
milieuvervuiling. De vervuiling met fijn stof draagt voor driekwart hiertoe bijxvii.
Zowel voor fijn stof als voor stikstofoxiden moest Vlaanderen een uitzondering vragen aan Europa.
Voor fijn stof werd die uitzondering al geweigerd. Ook voor stikstofoxiden zal dit het geval zijn.
Het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 kreeg een stevige onvoldoende van de vier strategische
adviesraden. Het plan wil de emissies in gebouwen, mobiliteit, landbouw en industrie met 5,4%
terugbrengen in 2020 in vergelijking met 2005. Dat terwijl de EU -15% vraagt en de
klimaatwetenschap -21% vooropstelt. Met dit plan stoten we nog altijd 10 miljoen ton
broeikasgassen te veel uitxviii.
11
Vlaanderen wil het verschil vooral goed maken door de aankoop van schone lucht. De Vlaamse
regering kocht voor 20 miljoen ton aan emissierechten in het buitenland. De kans dat men dan nog
gaat investeren in eigen inspanningen, wordt bijzonder klein. Daardoor missen we de kans om te
investeren in de omschakeling naar een koolstofarme economie die ook veel jobs oplevert.
Wat Groen zou gedaan hebben





In het kader van de zesde staatshervorming werd door de inbreng van de groenen de
wetgeving op de klimaatresponsabilisering ingevoerd die de gewesten zal belonen als ze
betere resultaten boeken inzake klimaatdoelstellingen.
Groen maakte een eigen klimaatplan op en stelde onder meer voor dat de Vlaamse
regering klimaatcontracten zou afsluiten met steden en gemeenten.
De groene fractie legde een conceptnota Nieuw Industrieel Beleid neer die de industrie
in Vlaanderen moet verankeren en verduurzamen.
Uitstoot door verkeer: zie punt mobiliteit: ecologische modulering van BIV en invoering
slimme kilometerheffing
Parlementslid Hermes Sanctorum diende een voorstel van decreet in om een kader te
scheppen voor lage-emissiezones in de steden. Al jaren wordt een proefproject
aangekondigd. Antwerpen en Gent zijn vragende partij. Maar er is nog steeds geen
regelgevend kader tot stand gekomen.
8. Wachten op meer groen en bossen
(bevoegde ministers: Joke Schauvliege (CD&V) en
Philippe Muyters (N-VA))
In het Verenigd Koninkrijk heeft men recent op een tragische manier ondervonden wat de gevolgen
kunnen zijn van te weinig bebossing en het volbouwen van overstromingsgebieden. In Vlaanderen
werd de voorbije jaren dezelfde fout gemaakt. Vlaanderen heeft de hoogste bebouwingsgraad in
heel Europa (27%). Elk jaar verdwijnt er meer dan 20 km2 aan open ruimte (natuur, groengebied,
landbouw).
12
Vlaanderen is ook een erg bosarme regio en toch verdwijnt er in Vlaanderen nog altijd meer bos dan
er bij komt. 62.000 hectare bos in Vlaanderen is volgens het Agentschap voor Natuur en Bos
zonevreemd, dat wil zeggen dat die bossen geen enkele bescherming genieten en van vandaag op
morgen kunnen gekapt worden. Bijna 21.000 hectare van die bossen is bijzonder waardevol. Het zijn
bossen die vaak honderden jaren oud zijnxix.
Spookbossen.
Minister Schauvliege pakte in 2013 uit met een heel nieuwe telmethode, de Boswijzer, een telling
van bomen met luchtfotografie. Ineens steeg de oppervlakte Vlaams bos spectaculair, tot 177.424 ha
in 2010 en 185.686 ha in 2013. Deze tellingen kwamen zwaar onder vuur te liggen. Bij nader
onderzoek gaat het om villaverkavelingen met veel bomen, bosranden, serres met tomatenplanten,
groen op rotondes of zelfs ophogingen met wat grasgroei.
Biodiversiteit
Ook inzake biodiversiteit staat Vlaanderen met rode kaken. 28% van de planten- en diersoorten in
Vlaanderen zijn met uitsterven bedreigd. In 2010 legde de Vlaamse regering op vraag van Europa de
instandhoudingsdoelstellingen vast voor soorten en habitats (woongebieden van soorten). Maar
voor de meeste van die doelstellingen scoren we nog heel slecht. Meer dan de helft van de soorten
(34 op 59) en driekwart van de habitats bevinden zich in een ongunstige staat van instandhouding.
Wat Groen zou gedaan hebben



13
Groen stelde voor om in het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen een
duurzaamheidsnorm voor ruimtegebruik op te nemen om zo de verdere verstening van
Vlaanderen tegen te gaan.
Parlementslid Dirk Peeters legde een voorstel van decreet neer om waardevolle bossen bij
decreet te beschermen zoals destijds gebeurde voor de duinen.
We pleitten voor een versnelde realisatie van stadsbossen en voor bescherming van
habitats, wat ook goed is voor groene jobs.
9. Wachten in armoede
(bevoegd minister: Ingrid Lieten (sp.a))
In 2011 bedroeg het armoederisico in Vlaanderen 9,8%xx. Dit betekent dat bijna één op tien
Vlamingen moet zien rond te komen met een inkomen dat lager is dan de armoededrempel van
1000 euro voor een alleenstaande of 2101 euro voor een koppel met twee kinderen. Voor
Vlaanderen komt dit neer op 610.000 personen die op basis van hun inkomen in armoede leven. Dat
aantal blijft de laatste jaren vrij stabiel.
In 2011 leefde 10% van de Vlaamse kinderen van 0 tot 17 jaar in een gezin met een
huishoudinkomen onder de armoederisicodrempel. Dat komt overeen met ongeveer 130.000
kinderenxxi.
Het beleid van minister Lieten faalde. Volgens de armoedebarometer bijgehouden door de
armoedeorganisaties (Decenniumdoelen 2017) blijft het Vlaams beleid overal ondermaats.
Minister Lieten voorzag middelen voor de lokale besturen maar veel te weinig. Daarnaast lanceerde
de minister een Kinderarmoedefonds. Wij delen de mening van specialisten als Bea Cantillon dat dit
een terugkeer is naar de sfeer van de liefdadigheid.
14
Wat Groen zou gedaan hebben



Inzetten op structurele maatregelen die gezinnen uit de armoede halen, bijv. op vlak van
tewerkstelling, huisvesting (maximumfactuur huur), schuldpreventie en –hulpverlening,
wegwerken energie-armoede, kinderopvang en lager onderwijs om kinderen met minder kansen
meer perspectief te geven.
Aandacht voor minimumlonen, verhoging basisuitkeringen (federaal).
Parlementslid Mieke Vogels klaagde bij herhaling de stilstand aan van het armoedebeleid. Ze
wees er op dat welzijnsbeleid vasthoudt aan recepten die enkel werken voor de blanke
middenklasse. Denk aan het aanmeldingssysteem voor ouders die zich moeten aanmelden voor
(inkomensgerelateerde) kinderopvang, de vereiste doktersbriefjes vanaf één dag afwezigheid in
de kinderopvang, de afwezigheid van enig beleid inzake de verkleuring van de ouderenzorg enz.
10. Er wachten de Vlaming nog heel wat schulden
(bevoegde ministers: Kris Peeters (CD&V) en Philip Muyters (N-VA))
Deze regering maakte niet alleen de foute keuzes, ze hypothekeerde heel zwaar de budgettaire
ruimte voor de volgende jaren. Dit gebeurde op twee manieren:
-
Nieuwe regelgeving die zware uitgaven zal vergen, zonder dat die begroot zijn
Stijgende schuldenberg buiten begroting, vooral uit de PPS-constructies
Peeters II besliste, aan de volgende regeringen om de factuur te betalen



15
Zo wil het decreet kinderopvang van minister Vandeurzen dat op 1 april 2014 van start gaat,
de lat gelijk leggen voor alle vormen van kinderopvang. Wat het kostenplaatje van deze
gelijkschakeling is, werd door de minister nooit uitgerekend. De koepels gewagen van een
kostprijs van 350 miljoen. In de begroting van 2014 is geen euro voorzien voor de uitvoering.
Nu al zien we het ene na het andere kinderdagverblijf dat de handdoek in de ring gooit.
Minister Vandeurzen legt ook een nieuwe financieringswijze voor voor de steun aan
personen met een handicap. Hij voert hiertoe een basisondersteuningsbudget in voor
personen met een lichtere zorgnood. Hoeveel dit kost werd niet berekend. Ingewijden
hebben berekeningen gemaakt van 300 miljoen. Er is geen euro voorzien, dat is de
verantwoordelijkheid van de volgende regering blijkbaar. Het parlement stemt een lege doos
en kan aan de personen met een lichtere handicap geen enkel perspectief geven. De minister
bespaarde ondertussen wel op de terugbetaling van het incontinentiemateriaal voor één van
de zwakste doelgroepen.
Voor het decreet landinrichting stelt de Inspectie Financiën uitdrukkelijk dat het decreet
‘belangrijke budgettaire verwachtingen creëert’ maar dat daartegenover slechts
“gelimiteerde budgetten” staan. Ook voor andere nieuwe milieudecreten (bijv. het decreet
omgevingsvergunning) is het compleet onduidelijk hoe bijv. lokale besturen in hun nieuwe
taken zullen ondersteund worden door de Vlaamse overheid.


Over een uitvoeringsbesluit voor het decreet Onroerend Erfgoed zei de Inspectie van
Financiën onlangs onder meer: “In voorgelegd dossier zijn de potentiele budgettaire
gevolgen voor de volgende begrotingsjaren totaal niet weergegeven. De Inspectie van
Financiën acht de budgettaire houdbaarheid van de nieuwe premieregeling geenszins
verzekerd.”
Ook voor het M-decreet ontbreken de broodnodige middelen om inclusief onderwijs,
conform het VN-verdrag, mogelijk te maken. Minister van onderwijs Pascal Smet zei in de
commissie letterlijk: “Het belangrijkste is dat we de Rubicon nu oversteken, het is dan aan de
volgende regering om indien nodig middelen te voorzien.” “Simulaties tonen aan dat
realisatie van het leerzorgdecreet (voorloper van het M-decreet) een investering van 65
miljoen bedraagt,” schreef Kathleen Helsen (CD&V) in 2010 in een persmededeling met als
titel ‘geen middelen + geen aanpassingen = geen leerzorg’
Oplopende kosten voor schuld en PPS ook doorgeschoven
De impliciete schuld – dat wil zeggen de kosten die worden doorgeschoven - zo stelt het Rekenhof in
zijn doorlichting van de Vlaamse begroting – bedraagt maar liefst 9,5 miljard. Dat komt door
toekomstige peperdure PPS projecten zoals de Oosterweel, of de dure DBFM scholenbouwoperatie,
maar ook doordat de regering heel wat beleidskredieten vastlegt zonder dat daar betaalkredieten
tegenover staan.
Vooral de PPS-constructies kunnen de belastringbetaler nog zuur opbreken. Volgens het laatste
verslag over de alternatieve financiering aan het Vlaams Parlement (januari 2014) wordt er voor een
investeringsbedrag van 9,961 miljard euro gewerkt met vormen van alternatieve financiering (vooral
PPS = publiek private samenwerking).
Het bedrag aan beschikbaarheidsvergoedingen dat moet betaald worden om die investering van
9,961 miljard euro mogelijk te maken, loopt de komende jaren geleidelijk op. Op kruissnelheid, eens
alle projecten opgeleverd en beschikbaar zijn en dus moeten vergoed worden via de Vlaamse
begroting, gaat het om een bedrag van 672,436 miljoen euro per jaar.
Concreet betekent dit dat de volgende Vlaamse regering tussen 2013 en 2019 enkel voor de reeds
geheel afgeronde projecten 2,4 miljard euro aan beschikbaarheidsvergoedingen zal moeten betalen.
Ook de regeringen daarna zullen soortgelijke bedragen moeten ophoesten. De termijnen van PPSprojecten lopen van 10 tot zelfs 30 jaar (2 tot 6 regeringen).
Al deze doorgeschoven kosten en schulden buiten begroting, relativeren enorm de claim van de
regering Peeters II dat ze haar begrotingsbeleid op orde heeft. Niets is minder waar.
Wat Groen zou gedaan hebben


16
Minder vitrine politiek enkel becijferde decreten indienen.
Meer projecten in de reguliere begroting (meerkost PPS vermijden).
i
Halfjaarlijkse Arbeidsmarktbalans VDAB.
VDAB, Halfjaarlijkse Arbeidsmarktbalans mei 2013 (met bijzondere aandacht voor jeugdwerkloosheid)
iii Schriftelijke vraag van Björn Rzoska aan Philippe Muyters – 19/12/2013
iv Studiedienst ABVV
v Parlementaire vraag Lode Vereeck, 3/10/2013
vi Jaarverslag Agion 2008
vii Onderzoeksbureau Ablecare en de vakgroep Verpleegkunde en Vroedkunde van de Universiteit Antwerpen, juni 2012
viii Extrapolatie studie dienst Welzijn Provincie Antwerpen, 2008
ix VRIND 2013
x VRIND 2009
xi Minister Jo Van Deurzen, Conceptnota Persoonsvolgende Financiering, 7 mei 2013
xii Vlaamse agentschap voor personen met een handicap : cijfers via Centrale Registratie, 2008 – was toen verdubbeling
t.o.v. 2003
xiii KUL, HIVA in opdracht van de VMM, Vergroening van het belastingstelsel in Vlaanderen, 2013
xiv
VREG, Statistieken 2012 m.b.t. huishoudelijke afnemers in het kader van de sociale openbaredienstverplichtingen
xv Bron: Cf. Pact 2020, Monitoring juni 2013 :
xvi
Antwoord van Pascal Smet op parlementaire vraag van Paul Delva, 24 juni 2013
xvii : MIRA Indicatorrapport 2012
xviii Bron: VITO, Ondersteuning bij de ontwikkeling van het Vlaams Klimaatbeleidsplan, juni 2012
xix Bron: bosbarometer BosPlus
xx
Bron : Armoedemonitor, 2013
xxi Bron: Pact 2020, Monitoring 2013
ii
17