Wat is Motorische Remedial Teaching ? Motorisch remedial teaching is vanuit pedagogisch perspectief niets anders dan een vorm van remedial teaching. Het is een tijdelijke hulp om een kind zo snel mogelijk weer mee te laten functioneren in de klas. Daar waar de draagkracht van een leerkracht overschreden wordt en de hulpvraag van een kind onbeantwoord blijft, moet deze extra hulp ingeschakeld worden. Hulpvragen op motorisch gebied kunnen beantwoord worden door een MRT-er. De MRT-er zal buiten de gymlessen extra oefenen met het kind. Met mijn MRT trainingen richt ik mij op het stimuleren van de rijping van het zenuwstelsel en het laten samenwerken van de hersenhelften. Hierdoor wordt bewegen en leren gemakkelijker voor een kind. Dit heeft ook effect op de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind, omdat het zelfvertrouwen groeit als het kind minder geconfronteerd wordt met zijn beperkingen. Motorische problemen kunnen belemmeringen geven in de thuissituatie, maar ook op school. Ook kan de hulpvraag bij deze vorm van MRT bij ouders of anderen vandaan komen en niet alleen bij de leerkracht. Bij de volgende symptomen is er mogelijk sprake van problemen met de sensomotorische ontwikkeling: • Gebrek aan ruimtelijk inzicht • Regelmatig stoten of vallen • Langzaam lezen of niet begrijpen wat het leest • Problemen met spelling (omkeren van getallen, letters of woorden) • Overmoedig gedrag of juist bewegingsschuwheid • Op de tenen lopen • Slecht kunnen slapen • Snel afgeleid zijn door beeld of geluid • Gebrek aan zelfvertrouwen • Schrijfproblemen (onleesbaar handschrift of fouten tijdens overschrijfwerk) • Coördinatieproblemen • Gebrek aan concentratie en niet stil kunnen zitten. • Niet kunnen stoppen met praten of geluiden maken. • Het niet kunnen onthouden van simpele instructies. • Slechte oog-hand-coördinatie. • Bedplassen. • Een hekel aan nauwsluitende kleding. • Niet graag aangeraakt willen worden. ©MRT praktijk C.J. van Persie ~ www.mrtpraktijk.nl ~ Tel : 06-13488732 Deze kinderen kunnen gescreend worden en als blijkt dat er sprake is van een motorische achterstand, kunnen ze goed geholpen worden door de trainingen. De training De MRT-trainingen worden gegeven in kleine groepjes en zijn wekelijks 45 minuten. Ook moeten de kinderen dagelijks thuis een kwartiertje oefenen. Het is wenselijk dat een ouder of verzorger bij de trainingen aanwezig is, zodat de kinderen beter begeleid en geholpen kunnen worden bij het oefenen thuis. Trainingen in groepsverband geven de beste resultaten. Het is fijn als kinderen niet altijd zelf voorop hoeven te gaan met de oefeningen en af en toe even een time-out kunnen nemen. Dit laat ik soms bewust even toe, omdat het voor deze kinderen een enorme inspanning vraagt om zo geconfronteerd te worden met vaardigheden die niet vanzelf gaan. De kinderen worden goed in de gaten gehouden en op het moment dat ze het weer aankunnen, gestimuleerd om weer verder te gaan. Ook de ervaring dat het kind niet de enige is die bepaalde oefeningen moeilijk vindt is erg positief. Tijdens de trainingen worden allerlei klapspelletjes en andere fysieke oefeningen gedaan om de problemen te verminderen of weg te nemen. Kinderen ervaren de trainingen als een leuke gym- of spelletjesles, terwijl ze eigenlijk heel hard werken aan hun ontwikkeling en nieuwe vaardigheden aanleren. Voorbeelden van wat we oefenen zijn: • Lichaamsbesef ( benoemen en aanwijzen van lichaamsdelen) • Ruimtelijke oriëntatie ( afstanden inschatten, de plaats van jezelf in de ruimte weten, gevoel voor ritme, begrippenkennis zoals: links/rechts, boven/onder ) • Evenwicht ( goed afrollen van de voeten, pedalo-rijden enz.) • Grove motoriek (huppelen, hinkelen,kruipen, springen) • Fijne motoriek (schrijfoefeningen, vingerspelletjes enz.) • Spiergevoel (hoe hard/zacht moet ik drukken) • Oog-hand-coördinatie (spelletjes met ballen) • Logisch denken (allerlei puzzel en bouwspelletjes) • Reactie, concentratie en geheugenspelletjes. Ook wordt gewerkt aan het rijpen van het zenuwstelsel door de primitieve reflexen onder controle te brengen. Meer hierover onder het stuk over INFP. Het is heel belangrijk, dat u probeert zo weinig mogelijk lessen te missen en elke dag de oefeningen goed te herhalen. De lengte van het traject is afhankelijk van de ©MRT praktijk C.J. van Persie ~ www.mrtpraktijk.nl ~ Tel : 06-13488732 mogelijkheden van het kind en het oefenen thuis. Meestal merk je al na 6 weken tot 3 maanden dat de kinderen rustiger worden. Na 3 maanden tot een half jaar wordt er steeds meer vooruitgang zichtbaar. Gemiddeld duren de trainingen een jaar tot anderhalf jaar. Voor een blijvend resultaat is veel herhaling nodig om de vaardigheden goed in te slijpen. Hoe ouder een kind is, hoe meer moeite het moet doen om te veranderen. Gelukkig vinden alle kinderen het heerlijk om de trainingen bij te wonen en zodra ze merken dat ze op gaan knappen, worden ze ook steeds enthousiaster om te oefenen. Misschien is het handig om pen en papier mee te nemen, zodat u ideeën op kan schrijven waardoor uw kind gevarieerd kan oefenen thuis en zo gemotiveerd blijft. Hieronder een overzicht van de motorische ontwikkeling. Als kinderen naar groep 3 gaan moeten ze motorisch klaar zijn om te gaan schrijven. Ze moeten dan symmetrisch zijn geweest en in de lateralisatiefase zitten. Overzicht van de motorische ontwikkeling: Slurffase 0 - 3 jaar; • • • • • Kinderen bewegen asymmetrisch; De slurffase kenmerkt zich door slurfbewegingen. Dit zijn antagonistische bewegingen. Deze vinden plaats op basis van spanning en ontspanning, zoals bijv. het bewegen van een slang. Als de ene hand een vuist maakt, spreiden de vingers van de andere hand zich. Een bal wordt altijd schuin weggegooid. Er is nog geen controle over de bewegingen. Relaties tot de omgeving zijn sterk emotioneel bepaald, niet cognitief. De kinderen zijn in deze periode egocentrisch, dwingend en hebben een sterke eigen wil. In deze fase wordt de taal concreet aangeleerd. De primaire en de secundaire woordgestalte ontstaat. De primaire woordgestalte is begrip van de dingen om je heen, terwijl je dit nog niet kan verbaliseren. De secundaire woordgestalte is begrip van de dingen om je heen, terwijl je het ook kan verbaliseren Gedragsmatig is het kind in deze fase nog niet in staat om oorzaak en gevolg en hun samenhang te begrijpen (het kind moet eerst grijpen voordat hij kan begrijpen). Er moet ingecalculeerd worden dat er voortdurend correctie nodig is. Het is ook belangrijk dat het kind in deze fase ruimtebesef krijgt. ©MRT praktijk C.J. van Persie ~ www.mrtpraktijk.nl ~ Tel : 06-13488732 Symmetriefase 3 - 6 jaar; • • • • • • • • • Kinderen bewegen symmetrisch. De symmetriefase kenmerkt zich door het symmetrisch meebewegen van de andere lichaamszijde in spiegelbeeld. De bewegingen van de linker en rechter lichaamshelft zijn elkaars spiegelbeeld. Dit hangt nauw samen met de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel en met de balkontwikkeling tussen de beide grote hersenhelften. Binnen de symmetrie krijgen de primaire en de secundaire woordgestalten inhoud door het tweehandig grijpen naar de dingen om hen heen. Een kind weet dan hoe iets voelt en wat voor vorm het heeft. Hoe meer informatie een kind over een voorwerp heeft hoe beter het kan onthouden wat het is. Door symmetrie krijgt iets inhoud en ga je begrijpend leren In de symmetrie worden ook auditieve waarneming en de ruimtelijke beleving respectievelijk oriëntatie geoefend. Het kunnen hanteren van begrippen is een basis voor ruimtelijke oriëntatie. Wanneer een kind niet weet wat buigen en strekken is, wat open en dicht doen is, kan het nooit een bal pakken en hem op tijd los laten om te werpen. Het kind oefent in deze fase zijn gezichtsmimiek. Wanneer een kind zijn mond niet kan zetten naar de letter die er uit moet komen, gaat hij onduidelijk spreken. Het kind leert in deze fase ook geluiden herkennen en interpreteren. Alle zintuigen moeten aan bod kunnen komen, dus tast- en voelspelletjes kunnen in deze fase worden aangereikt. Dit stimuleert de proprioceptieve waarneming of spiergevoel. Bij moeilijke bewegingen bewegen het bovenlichaam en/of de mond veel mee. Bewegingen zijn groot en impulsief. Lateralisatiefase 6– 8 jaar; De lateralisatiefase kenmerkt zich doordat de duim van de voorkeurshand de functie overneemt van de andere hand: oppositie van de duim. • In deze fase is het kind in staat fijne motorische handelingen uit te voeren zoals schrijven. Het kind is nu in staat bewegingen te laten plaatsvinden vanuit de pols en de vingers in plaats van uit de hele arm. • De handen werken in deze fase wel samen, maar ze maken een verschillende beweging. M.a.w. je gaat een steun- en werkhand ontwikkelen. Voor de benen is dat ook zo. • Kinderen moeten nu weten wat links en rechts is. • ©MRT praktijk C.J. van Persie ~ www.mrtpraktijk.nl ~ Tel : 06-13488732
© Copyright 2024 ExpyDoc