DLG005-32_DL - Delta Lloyd Groep

C olumn
anita van der krol
Eeuwig eten
Wij willen leven en liefst lang. En wij niet alleen, dus
straks zijn we met negen miljard mensen. Om onze
planeet dan nog leefbaar te houden, moeten we
anders gaan denken over wat ‘lekker’ en ‘gezond’ is.
Dat begint met eiwitten. Nu is er bijna tien kilo plant­
aardig voedsel en dus veel ruimte, water en kunst­
mest nodig om één kilo rundvlees te produceren.
We kunnen veel efficiënter aan onze eiwitten komen,
via insecten bijvoorbeeld. Alleen krijgen de meeste
mensen de rillingen bij het idee die veelpotige mon­
stertjes op te eten. Maar die psychologische drempel
verdwijnt wanneer bron en vorm van elkaar vervreemd
raken. Dankzij 3D-printen kunnen we straks thuis
onze eigen proteïnerijke ‘bug-steak’ printen. En die
hoeft niet op een tor te lijken. Voor de kinderen kies je
gewoon de vorm van hun favoriete stripfiguur.
Ook zoet water wordt een schaars goed. Kijk op
­virtualwater.eu en je schrikt je een ongeluk. Voor de
productie van één hamburger is 2500 liter zoet
water nodig en voor een pot koffie 840 liter. Zilte
teelt kan uitkomst brengen. De zee als groentetuin,
waar zeewier en algen verbouwd worden. Maar ook
zilte kool en broccoli gedijen op brak water. Straks
kijken we niet meer op van een zeewierquiche of
zeekoolstamppot. Of van vers geoogste vis. Want de
toekomst van de visserij ligt in zeeboerderijen. Nu al
circuleren op internet futuristische ideeën over heel
grote, mobiele zeeboerderijen. Het zijn een soort
reuzenballonnen van een fijnmazig net, die onder
water meedeinen met de oceaan. In die ballon leven
de vissen bijna vrij, gevoed door de zee maar wel
efficiënt bij elkaar. Ze zijn al gevangen en de zee­
boeren hoeven ze alleen nog te verzamelen en op
te halen.
Liever je eigen eten verbouwen? Ook dat kan efficiënt
en gezond met je eigen mini-kitchenfarm. Oftewel:
een aquaponics-moestuin in je keuken, waarin jij de
vissen voert, de vissen de planten voeren en de plan­
ten het water voor de vissen zuiveren. Tegen etenstijd
oogst je een maaltje tomaten. Verser kan niet!
Over tomaten gesproken: als het aan het Nederlandse
bedrijf PlantLab ligt, zijn kassen straks verleden tijd.
Te inefficiënt. Dankzij een vinding van dit bedrijf wor­
den groenten en fruit straks dicht bij de consument
verbouwd in ruimten zonder daglicht, met lampen
die alleen het licht afgeven dat de planten nodig
hebben. Zo ontstaan nieuwe boeren, vissers, bakkers
en slagers die de natuur een handje helpen met
high-tech oplossingen.
‘De toekomst ligt in grote
mobiele zeeboerderijen
die meedeinen met
de ­oceaan’
Mocht het toch niet lukken om al die mensen te voe­
den met eten van onze aarde, dan gaan we gewoon
naar Mars. Uit Wagenings onderzoek is gebleken dat
op Martiaanse bodem planten kunnen groeien en
bloeien. De onderzoekers richten zich op de ontwik­
keling van gesloten kweeksystemen. Klein detail: de
telers en consumenten van die gewassen moeten
wel meeverhuizen!
mariËlle bordewijk
is food-designer en food-trendwatcher.
www.mariellebordewijk.nl
int e r vi e w
Het
grijze goud
T e k st: P h i l i p d r Ö g e B e e l d : ann e c l a i r e d e br e i j
Ze kochten massaal iPads,
e-Bikes, espressomachines
en serviceappartementen.
En gaven die producten dus
een krachtige wind in de rug.
Ouderen als aanjager van de
economie. Hoe bereik je
deze machtige doelgroep?
We vroegen het marketing­
expert Hans Kasper.
Zelf heeft hij nog 4,5 jaar te gaan tot zijn pensionering, maar
Hans Kasper denkt al veel langer na over hoe het bedrijfs­
leven ouderen moet benaderen. Als hoogleraar marketing
en marktonderzoek aan de Universiteit Maastricht is hij
gespecialiseerd in klantcontacten en dan vooral de interactie
tussen bedrijven en ouderen. Hij vindt dat Nederlandse
Delta L loy d M aga zin e , j u l i 2014 31
‘Niet iedereen boven de
65 is ineens hetzelfde’
ondernemingen op dat gebied kansen laten liggen in onze
vergrijzende samenleving. ‘Overal in het land zijn er steeds
minder jongeren en meer ouderen. In buitengebieden als
Limburg, Groningen en Twente trekken jongeren al jaren
weg en blijven voornamelijk senioren over. Je kunt als
bedrijfsleven ouderen niet negeren als je wilt overleven.’
Die doelgroep aanspreken met producten die ze aantrekkelijk vinden, is balanceren op het scherp van de snede.
Natuurlijk, senioren willen producten die juist nu, in deze
levensfase, handig zijn, het leven makkelijker en leuker
maken. Maar dat is iets anders dan producten die ‘ouderdom’
of ‘kwaaltjes’ als uitgangspunt nemen. Kasper: ‘Weet je welk
product een van de grootste hits van de afgelopen jaren was
onder ouderen? De tablet. Ouderen worden gezien als
­conservatief, verknocht aan het oude, risicomijdend. Maar
uit mijn onderzoek blijkt dat ze nieuwe dingen proberen als
ze maar het gevoel hebben dat ze daar iets mee kunnen.’ De
tablet is een uitstekend voorbeeld daarvan. Absoluut niet
bedoeld voor ouderen, maar toch een grote hit onder die
groep. ‘Je hoeft hem niet op te starten, de iconen zijn lekker
groot en hij werkt intuïtief. Geen ontwerper die aan die
doelgroep had gedacht bij de ontwikkeling van de iPad,
maar het werkt wel.’
Oud, maar niet out
Dat bedrijven ouderen vaak compleet vergeten als doelgroep,
is Kasper wel gewend. ‘In Nederland leven nu 2,5 miljoen
mensen die ouder zijn dan 65 en dat worden er 4,5 miljoen
in 2040. Toch blijven ze een ver-van-mijn-bedshow voor
veel productontwikkelaars en marketeers. Dat zijn namelijk
vaak jongeren tussen de 20 en 40. Die denken niet na over
deze doelgroep als ze een nieuw product in de markt zetten.
En als ze het al doen, dan slaan ze de plank geregeld vol­
komen mis. Zeker als zo’n marketeer bij wijze van spreken
extra hard gaat praten en tegen een oudere roept: dit product
is heel goed voor u. Voor dergelijk belerend gedrag zijn
32 De lta L loy d M aga zin e , j u l i 2014
ouderen allergisch. Een paar jaar geleden bedacht Vodafone
dat het een goed idee zou zijn om een mobiele telefoon in
de markt te zetten die vooral voor ouderen geschikt was.
Die kreeg dus extra grote knoppen en een groot display
vanwege de slechte ogen van de oudjes. Nou, dat werkte dus
niet. Ouderen willen best een mobiele telefoon gebruiken,
maar dan niet eentje die de uitstraling heeft dat hij voor
ouderen is gemaakt. Je kunt een product wel seniorvriendelijk maken, maar geef het geen foute uitstraling. Mensen
zijn oud, maar niet simpel.’
Ook marketingcampagnes gericht op ouderen hebben een
speciale aanpak nodig, volgens Kasper. Uit zijn onderzoek
blijkt bijvoorbeeld dat ouderen er een hekel aan hebben om
als senior te worden aangesproken. Iedereen wil oud worden,
niemand wil oud zijn. ‘Je kunt iemand vragen hoe oud hij is.
Laten we zeggen: 70 jaar. Dan kun je hem ook vragen hoe
oud hij zich voelt. De meeste mensen geven dan een leeftijd
aan die 7 tot 10 jaar jonger is, dus begin 60. Als je dan
vraagt hoe oud die persoon zou willen zijn, dan hoor je
meestal een leeftijd die nog eens 7 tot 10 jaar lager ligt,
dus begin 50.’
Wie iets aan iemand van 70 wil verkopen, moet modellen
laten zien van die wensleeftijd, stelt hij. Met vijftigers verkoop je aan zeventigers. En ook als ze wel 70 zijn, moeten
ze er jonger uitzien. ‘Jane Fonda is ook al in de 70, toch ziet
ze eruit als begin 60. Dat is dus een goed rolmodel. Mensen
willen zich met haar identificeren.’ ­Willen senioren niet
­liever een echte leeftijdgenoot zien? ‘Rationeel gezien
­misschien wel, maar bij identificatie gaat het om emotie.
We willen graag jonger zijn als we een bepaalde leeftijd
hebben bereikt, met reclame speel je op die wens in.’
Wens: Jane Fonda
Nog een stelregel voor het bedienen van de aantrekkelijke
ouderendoelgroep: ‘Speel in op behoeftes’, zegt Kasper.
­Volgens hem liggen er duidelijke kansen, als je maar je best
doet om deze groep te begrijpen. ‘Uit allerlei onderzoek
blijkt steeds weer dat ouderen heel veel betekenis hechten
aan zelfredzaamheid. Ze hebben een hekel aan afhankelijkDelta L loy d M aga zin e , j u l i 2014 33
‘Wil je overleven als bedrijf?
Richt je op ouderen’
Tennis voor tachtigers
Nu we steeds ouder worden, wordt de groep 65-plussers
ook groter en bovendien diverser. Kasper: ‘Je ziet enorme
verschillen. Sommige oudere ouderen willen graag kaarten
en keuvelen, die hoeven er niet meer zo nodig op uit. Jongere
ouderen hebben heel andere behoeftes, die willen uitstapjes
maken, musea bezoeken. Mensen ontmoeten.’ En er zijn
34 De lta L loy d M aga zin e , j u l i 2014
Ikigai
grote verschillen in koopkracht. Sommige mensen hebben
alleen AOW en een huurhuis, andere bezitten een afbetaalde
koopwoning en ontvangen een flink aanvullend pensioen.
‘En dan veranderen ouderen ook nog eens razendsnel.
­Mensen blijven veel langer vitaal dan dertig jaar geleden.
Ik hoorde laatst het verhaal van een internationaal tennistoernooi voor ouderen waar als hoogste leeftijdscategorie
niet meer 80 jaar en ouder gold, maar 85 jaar en ouder.’
Kortom: de oudere bestaat niet. Niet iedereen boven de 65
is ineens hetzelfde. Het advies van Kasper is dan ook
­simpel: wil je aan ouderen verkopen, verdiep je dan in
deze doelgroep. Probeer je voor te stellen dat je iets minder
kracht hebt in je vingers. Krijg je dat blikje dan nog open?
En als je ogen wat achteruitgaan, kun je dat priegelige
­formulier dan nog invullen?’ Maar vooral ook: ‘Als je niet
speciaal voor ouderen een product maakt, sluit ze dan niet
uit door het moeilijk voor ze te maken. Praat eens met ze,
dan hoor je vaak dingen die je je als jongere marketeer
niet had gerealiseerd.’ En die je kunnen helpen jouw product aantrekkelijk te maken voor een grote en financieel
draagkrachtige, dus zeer interessante doelgroep: op naar
het grijze goud.
Hans kaspers
is hoogleraar marketing aan de Universiteit Maastricht.
’s Morgens in de spiegel zie ik duidelijk dat ik de
­eeuwige jeugd niet gevonden heb, toch speel ik
avond aan avond vrolijk het gelijknamige theater­
programma waarin ik op zoek ga naar de weten­
schappelijke vorderingen op dat gebied. Tijdens de
show laat ik een foto zien van honderd jaar geleden.
Mijn overgrootouders staan nog voor hun paard en
wagen terwijl ik, als ik de mannen van Google kan
geloven, over dertig jaar mijn – nu al haperende –
geheugen kan back-uppen in de cloud. Een klein
rekensommetje leert mij dat die twee rimpelige
oudjes op de foto even oud zijn als ik nu.
De eeuwige jeugd is dichterbij dan we denken. Steve
Jobs stierf aan alvleesklierkanker terwijl wat whizz­
kids een paar straten verderop in Silicon Valley een
kunstmatige alvleesklier in elkaar knutselden.
Google wil het geheim van het eeuwige leven ont­
rafelen met Calico venture (solving death). En mijn
smartphone is nu al een verlengde van mijn geheugen;
‘Wormpjes? Kom maar
op met die spuit’
vroeger kende ik honderdvijftig telefoonnummers uit
mijn hoofd, nu ben ik blij als ik mijn pincode nog weet.
De telefoon is ook mijn bionische oog, wanneer ik de
kleine lettertjes van een Knorr-pakje niet kan lezen.
Ik neem een foto en vergroot de letters. Weten­
schappers gaan ervan uit dat het genetisch bepaald
is dat het ene dier ouder wordt dan het andere.
Wormpjes met een gemuteerd daf-2-gen leven twee
keer zolang. Nou, kom maar op met die spuit, ik wil
best honderdvijftig jaar oud worden en op mijn tach­
tigste nog vol in het leven staan.
Maar voorlopig moeten we het doen met onze eigen
genen en een gezonde levensstijl. Momenteel wordt
slechts een op de vijfduizend mensen honderd jaar
oud. Hun geheim? Bewegen, en wel op een natuur­
lijke manier: tuinieren, zwemmen, wandelen. Van
wandelen is bewezen dat het geestelijk verval tegen­
gaat. Ik wandel me een versuffing en het lijkt
­vooralsnog beter te werken dan alle veel te dure
superfoods die momenteel zo’n hype zijn. Het is
Nick van ormondt
heid of betutteling. Juist daar ligt een kans. V
­ erkoop goederen en diensten die mensen helpen om z­ elfstandig te blijven.’
Kasper verwijst naar zijn eigen tante, die vorig jaar is overleden. Ze was toen ver in de negentig. ‘Zij kreeg dan brieven
van verzekeraars of banken waarin stond: voor meer informatie, zie onze website. Dat was voor haar ­onmogelijk.’ Het
is onderdeel van een grotere trend, veel bedrijven hebben
de mogelijkheid om in contact te treden geminimaliseerd,
je moet de site maar bezoeken. ‘Maar mijn tante had helemaal geen internet, ze wilde gewoon iemand spreken. Als
je ouderen wilt helpen zelfstandig te blijven, is de eerste les
dat je ze service moet bieden, bijvoorbeeld in de vorm van
een mens aan de telefoon of de balie.’ Is dat niet duur?
­‘Misschien, maar deze doelgroep is bereid te betalen
voor dienstverlening en kwaliteit.’
En als je die oudere dan toch aan de balie hebt, zorg dan als
financiële instelling voor producten waar ze behoefte aan
hebben. ‘Ik heb een paar jaar geleden een sessie gedaan
met een groep 60-plussers en mensen van het Verbond van
­Verzekeraars. Wat wilden die senioren? Een mogelijkheid
om de waarde van hun huis te gebruiken om hun aanvullende ziektekosten te betalen bijvoorbeeld. Of een product
waarmee ze garant kunnen staan voor de aankoop van
huizen door kinderen en kleinkinderen – want dat vinden
ze belangrijk. En waar iedere oudere zich aan ergert: een
ziekte­kostenverzekering die ook bevallingen dekt. Moeten
we mensen die waarschijnlijk grootouders zijn daarmee
­lastig vallen?’
C olumn
inspirerend om te zien dat jongere generaties
bewuster met hun gezondheid omgaan. Er wordt
massaal gefitnest en menig Amsterdamse hipster
kweekt tarwegras op het balkon, smerig spul maar
het schijnt enorm gezond te zijn. Toch heeft geen
honderdjarige het ooit gedronken, denk ik.
Langetermijnverbintenissen en een sociaal netwerk
in goede en slechte tijden kunnen jaren aan je leven
toevoegen – en vooral leven aan je jaren. Maar een
réden om iedere ochtend wakker te worden, een
­ikigai zoals Japanners dat noemen, lijkt het beste mid­
del om een lang, gezond en gelukkig leven te leiden.
En dit dan... Als je als ouder mens in hoog aanzien
staat in je gemeenschap, krijg je er snel zes, zeven
jaar bij. Wat dat betreft is er nog veel te bereiken in
ons land.
Angela Groothuizen
is onder andere muziekcoach, zangeres en
­presentatrice. In haar nieuwste theater­
programma ‘Eeuwige jeugd’ verkent ze de
voors en tegens van die eeuwige jeugd.