LEERWERKBOEK 3 DEEL A De Taalbende 3 Leerwerkboek deel A Plantyn Ontwerp binnenwerk: Crius Group Opmaak binnenwerk: PPMP Prepress Ontwerp en opmaak cover: The Line, Handmade Monsters Illustraties: Helga Bontinck, Jan Bosschaert, Yoeri Sleghers, Madeleine Van der Raad, Johan Verheyen Illustratieverantwoording: Fotolia.com: , arquiplay77, arsdigital, Beboy, benbro, brongkie, designfgb, designfgb, Georgios Kollidas, gmg9130, Ingrampublishing - www.photaki.com, kaktus2536, kanvag, Kelpfish, Kiam Soon Jong, koya79, mariesacha, Monkey Business, oconner, Patryk Kosmider, rgvc, skala, storm, Subbotina Anna, tassel78, Tiler84, viperagp Corbis, Imageglobe, iStockphoto, Reporters, Wikipedia, Wikipedia:Pieter Delicaat Plantyn Motstraat 32, 2800 Mechelen T 015 36 36 36 F 015 36 36 37 [email protected] www.plantyn.com Dit boek werd gedrukt op papier van verantwoorde herkomst. NUR 191 © Plantyn nv, Mechelen, België Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgeverij Plantyn heeft alle redelijke inspanningen geleverd om de houders van intellectuele rechten op het materiaal dat in dit leermiddel wordt gebruikt, te identificeren, te contacteren en te honoreren. Mocht u ondanks de zorg die daaraan is besteed, van oordeel zijn toch rechten op dit materiaal te kunnen laten gelden, dan kunt u contact opnemen met uitgeverij Plantyn. ISBN 978-90-301-3928-7 20228/1 D2014/0032/0180 Thema 1 De boefjes LES 1 Een toffe bende! DIT KAN IK AL! Ik kan heel goed luisteren naar de juf of meester. Oefening 1 De bende • • 4 Noteer de namen van de vijf clubleden in het midden van het blad. Noteer het nummer van de vraag in een van de zes vakken en schrijf het antwoord bij de vraag. Oefening 2 Afspraken zijn belangrijk! • • • Vul het afsprakenrijmpje aan. Probeer het gedicht aan te vullen. Bedenk zelf enkele zinnen. • Kies uit: Een vriendelijk en beleefd kind zes maakt iedereen . Wie werkt met plezier goed is altijd welkom hier . Zwijgen als het moet, dan gaat het leren overal . Oortjes open, luister goed of je weet niet hoe het blij . Ik maak mijn werk en leer mijn les, liever een TIEN dan een ! moet goedgezind prinses DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik kan personages en bepaalde informatie uit een beluisterde tekst halen. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen 5 LES 2 Wegwijs met boodschappen DIT KAN IK AL! Ik kan het communicatieschema lezen en begrijpen. Oefening 1 Vul het communicatieschema aan Vul in. Communicatie: Altijd en overal! waarmee? boodschap waarom? hoe? wat? waarover? wie? schrijver zender aan wie? ontvanger spreker luisteraar waar? wanneer? © De Taalbende (4-6) 6 lezer Oefening 2 Spreker en luisteraar Vul in. • ‘Hebben jullie gisteren ook die spannende politiefilm op tv gezien?’ luisteraar: spreker: bedoeling spreker: • ‘Ik heb met mijn nieuwe zweefvliegtuigje gespeeld.’ luisteraar: spreker: bedoeling spreker: • ‘Aan de sterretjes in jouw ogen te merken was er ook wel wat bloot te zien.’ luisteraar: spreker: bedoeling spreker: • ‘Pas op, Broes!’ spreker: luisteraar: bedoeling spreker: • ‘Met balletjes!’ spreker: luisteraar: bedoeling spreker: Oefening 3 Schrijver en lezer • • Kijk naar de boeken. Vul in. schrijver: schrijver: lezer: lezer: bedoeling van de schrijver: bedoeling van de schrijver: 7 schrijver: lezer: bedoeling van de schrijver: schrijver: lezer: bedoeling van de schrijver: schrijver: lezer: bedoeling van de schrijver: schrijver: lezer: bedoeling van de schrijver: DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik kan de bedoeling van een boodschap achterhalen. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 8 ik makkelijk volgen LES 4 Rarara, wie weet het? DIT KAN IK AL! Ik kan de kaft van een boek bekijken en afleiden waarover het gaat. Oefening 1 Wat zou er in dit boek staan? Noteer waarover jij denkt dat dit boek zal gaan. Ik denk dat dit boek gaat over Ik denk dat dit boek gaat over Ik denk dat dit boek gaat over Ik denk dat dit boek gaat over 9 Ik denk dat dit boek gaat over Ik denk dat dit boek gaat over Ik denk dat dit boek gaat over Ik denk dat dit boek gaat over DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik kan de titel en de kaft van een boek bekijken en bedenken waarover het boek kan gaan. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 10 ik makkelijk volgen LES 6 Oog in oog met de smokkelaars DIT KAN IK AL! Ik kan met behulp van de juf een woordspin opbouwen. Oefening 1 Wat is de boodschap? De titel? Het thema? Kruis aan. De tekstsoort (de bedoeling van de schrijver) Het teksttype (de boodschap) Informatief (je krijgt informatie) Leestekst, fantasie, verzonnen Ontspannend Weettekst, zakelijk Activerend (je moet iets gaan doen) 11 Oefening 2 Een woordspin Vul de woordspin aan. spannend DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik kan zeggen wat de tekstsoort is. Ik kan zeggen wat het teksttype is. Ik kan een woordspin verder uitbouwen. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 12 ik makkelijk volgen LES 9 X Een Titelschooldag in China DIT DIT KAN KAN IK IK AL! AL! Ik kan de infinitief herkennen. Ik kan een tekst lezen. Ik kan de termen ‘stam’ en ‘uitgang’ gebruiken. Ik kan tegenwoordige tijd en verleden tijd onderscheiden. Oefening 1 Dit is Chinees voor mij! • Lees mee. Gebruik je woordenboek als je een werkwoord niet begrijpt. • Luister hoe de leerkracht hardop denkt. In het Groene Boekje vind je de hoofdtijden van een werkwoord. Een schooldag in China Voor de lessen • Zingen en groeten • Gymnastiek Tijdens de lessen • Chinees lezen en schrijven • Wiskunde • Muziek • Oogoefeningen Na de lessen • Schaakles • Werken Naar school gaan in China is heel anders dan naar school gaan in België. Wat er voor, tijdens en na de lessen gebeurt, is heel anders dan bij ons. alinea 1 1 alinea 2 Voor de lessen De school begint in China tussen 7 en 8 uur. Ze eindigt tussen 4 en 5 uur. In veel scholen moet je een uniform dragen. Er is niet in ieder dorp een school. Daarom moeten kinderen soms 5 ver stappen om er te geraken. Als ze aankomen, gaat de hele school samen zingen. Ze zingen over hoe goed hun land en hun leraren zijn. Daarbij steken ze hun arm omhoog als groet. Ondertussen hijsen ze de vlag van China. Als ze uitgezongen zijn, begint er een soort van marsmuziek. De hele school krijgt dan een kwartier gymnastiek op de maat van de muziek. 13 alinea 3 10 15 20 alinea 4 Tijdens de lessen Na het ochtendritueel gaan de leerlingen naar de klas. Ze buigen voor de leraar en gaan zitten. Het moet muisstil zijn tot de meester of juf zegt dat ze mogen spreken. Daarna beginnen de lessen. De kinderen leren Chinees lezen en schrijven. Dat is heel moeilijk. In China hebben ze immers geen 26 letters, zoals in ons alfabet, maar heel veel tekens. Als de kinderen aan de lagere school afstuderen, kennen ze er drieduizend. Om een boek goed te kunnen lezen, moeten ze er vijfduizend kennen! Ze leren ook veel muziek en wiskunde. Twee keer per dag zijn er oogoefeningen. Dat doen ze om de ogen te ontspannen. De kinderen kijken omhoog en omlaag, naar links en naar rechts. Ze masseren ook de huid rond hun ogen. Intussen klinkt er rustige muziek. Na de lessen Na school gaan sommige leerlingen naar de schaakles. Dat is een belangrijke denksport in China. Andere kinderen moeten naar huis om te gaan werken. Ze moeten theeblaadjes plukken of op het rijstveld helpen. Bron: Zahavit Shalev & Penny Smith, Jouw school - mijn school, Forte, 2008. DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Door vragen bij een tekst te stellen, kan ik hem makkelijker begrijpen (onder begeleiding). Door goed naar de foto’s bij een tekst te kijken, kan ik hem makkelijker begrijpen (onder begeleiding). Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 14 ik makkelijk volgen LES 13 Een Chinese klas DIT KAN IK AL! Ik kan woorden ordenen volgens personen, dieren, planten of dingen. Een eigennaam begint altijd met een hoofdletter! Oefening 1 Wat een brave klas! • • • Kijk naar de foto. Benoem wat je ziet. Noteer onder de foto wat je ziet. Ik zie: 15 Oefening 2 Woorden ordenen Schrijf de woorden van oefening 1 in de juiste kolom. naam voor een persoon naam voor een ding naam voor een dier naam voor een plant Oefening 3 Geld pikken? Schrijf de woorden van de tekening in de juiste kolom. wolk boom vogel geit roos hek gras kip geldbeugel jongen traan meisje naam voor een persoon 16 naam voor een ding naam voor een dier naam voor een plant Oefening 4 Boefjes in de klas! • • Lees de tekst. Kleur de eigennamen groen. Zedong, Kian en Runzi kregen gisteren straf. Zedong had zijn geld voor de schoolreis vergeten. Daarom had hij het van Lia gepikt. Kian had zijn geld ook vergeten. Hij duwde Nuo op de grond en pakte haar geld af. Runzi had wel geld bij zich, maar hij vond Zedong en Kian stoer. Hij jatte het geld van Wing. Juf Ping stond op de speelplaats. Ze was heel kwaad. Ze noemde de jongens boefjes en stuurde hen naar Kiona, de directrice. Voor straf moeten de drie boefjes twee weken lang alle dieren op school verzorgen: Jena de vis van meester Wong, Sia de schoolkip, Zan de schoolgeit en Sao, de slang van juf Wen. Er wordt ook een brief naar hun ouders gestuurd. Zij moeten naar school komen om te praten. Oefening 5 Boze ouders • • • Onderstreep de namen voor personen. Vervang de namen voor personen door Chinese eigennamen. Bedenk er zelf of kies Chinese namen uit het boevenmasker. Zedong zei: ‘Papa is heel boos. Mama moest huilen. Zus praat niet meer tegen mij.’ Kian zei: ‘Oma kwam achter me aan met haar slof.’ Runzi vertelde: ‘Deze week ben ik bij papa. Ik krijg twee weken geen zakgeld van hem. Mijn stiefmama stuurde me zonder eten naar bed.’ Silke Sien Jens Kaat Dong Feng Bo Ling Jing Zedong zei: ‘ Rong Kang Jan Ning is heel boos. Wan moest huilen. praat niet meer tegen mij.’ Kian zei: ‘ kwam achter me aan met haar slof.’ Runzi vertelde: ‘Deze week ben ik bij van hem. . Ik krijg twee weken geen zakgeld stuurde me zonder eten naar bed.’ 17 Oefening 6 Boefjes met spijt • • • Lees de tekst. Doorstreep de Chinese eigennamen. Schrijf boven de Chinese eigennamen, eigennamen die je bij ons hoort. Zedong heeft veel spijt van wat hij deed. Hij is met juf Ping naar Lia en haar ouders gegaan. Hij bood zijn excuses aan. Kian heeft ook spijt. Hij kocht met zijn eigen zakgeld een roos voor Nuo en haar ouders. Runzi wil het niet goedmaken met Wing en haar ouders. Hij voelt zich stoer. Oefening 7 Chinese namen verzinnen Vul de zinnen aan met een zelfverzonnen Chinese eigennaam. • Achter boefje Zedong zit . • Voor boefje Runzi zit . • Boefje Kian zit naast . • We mogen hem niet meer boefje noemen van onze juf . DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Een eigennaam geeft een unieke naam aan een persoon of een dier. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 18 ik makkelijk volgen LES 15 Ik ben agent! DIT KAN IK AL! Ik kan zeggen hoe iemand eruitziet. Oefening 1 Hoe ziet bandiet 1 eruit? Noteer de uiterlijke kenmerken. • • • • • • • • • 19 Oefening 2 Je eigen bandiet Omkring de uiterlijke kenmerken die bij jouw bandiet passen. man – vrouw lange, zwarte haren – kaal – bruine haren – blonde haren – kort, rood haar witte baard – blos op de wangen – oorbel in rechteroor blauwe ogen – groene ogen – bruine ogen smalle neus – kleine neus – één tand uit dunne lippen – kleine oren – grote oren muts – zwart hoedje jeansbroek – korte, rode rok – grijze broek beige jas – groene trui met rode bollen – geel trainingspak – zwarte jas – witte trui bruine schoenen – zwarte schoenen – rode laarzen – witte schoenen Oefening 3 Bandiet ... • Bespreek in groep goed wat jullie gaan opschrijven. • Noteer daarna de uiterlijke kenmerken. • • • • • • • • • • 20 Oefening 4 Het overleg • • Kijk naar de onderstaande gespreksregels. Spreek dan om de beurt in je groep. 1 2 3 4 Denk dat je een echte agent bent. Gebruik je fantasie om het overleg te openen. Vergeet niet te vertellen waarom je denkt/vermoedt dat je bandiet de overval heeft gepleegd. Vraag aan je collega’s om je bandiet te helpen zoeken. Waarom zou een bandiet een overval plegen? Omdat hij geld nodig heeft. Omdat hij het gewoon leuk vindt. Om mee te doen met zijn vrienden. DIT DIT HEB HEB IK IK VANDAAG VANDAAG GELEERD! GELEERD! Ik kan een omschrijving van uiterlijke kenmerken geven. Ik kan de hoofdtijden van werkwoorden van Engelse herkomst gebruiken. Ik kan mijn beschrijving aanpassen nadat ik ze met andere leerlingen besproken heb. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon ik makkelijk volgen 21 LES 16 Woord voor woord zinnen maken DIT KAN IK AL! Ik kan een zin herkennen. Ik weet dat zinnen met een hoofdletter beginnen. Dit weet je vast nog: In een zin doet iets of iemand iets. Dat is helemaal niet niets. Je let op bij het begin en vergeet het leesteken niet aan het einde van de zin. Oefening 1 Een mengelmoes van kaartjes Kleur de zinnen. De streke n van Ste mijn bengel de Ben Boef kraakt l grappig . el. kluis razendsn tapult een nieuwe ka muizenis sen de kleine cel we dag een bewolkte, grau Miesje muis trekt f zijn hee n artikel over In de krant staat ee hard aan de poez enstaart. schelmenstreken g. nappin een vreemde onts piraat Oefening 2 Dit verzinnen we zelf Noteer hieronder de zinnen die jullie samen verzonnen aan de hand van de kaartjes. • • • • 22 • je trek bellet Oefening 3 Je gelooft je oren niet! • Lees het artikel uit De Boevenkrant. • Geef elke zin een andere kleur. DE BOEVENKRANT Wie kneep in de billen van de juf? Miesje Muis is van alle markten thuis Rakker Ratje houdt van karamellen. Elke dag eet hij wel een vol zakje op. Vandaag had hij echter dat tikkeltje pech. Een van de karamellen bleef kleven aan de rok van de juf. Om toch maar geen van zijn snoepjes verloren te laten gaan, greep Ratje dus pardoes naar de karamellenbillen van de juf. Je raadt vast wat de juf toen deed … Miesje Muis gaat op bezoek bij oma. Het is al een tijdje geleden dat ze er was. Oma wil haar dus verrassen met heerlijke pannenkoeken. Alle benodigdheden staan al klaar. Nu wil Miesje oma wel een poets bakken en ze wisselt de suikerpot met zout. Wat Miesje niet wist, was dat de pannenkoeken haar verrassing waren, dus eet ze nu wat minder smakelijk! Oefening 4 De gaten opvullen Bedenk zelf een passend deel bij elke zin. • De dief had de buit verstopt (waar?). • Daarvoor gebruikte de dief (wat?). • Hij deed dat (wanneer?). • (wie?) kon de buit zo zeker niet vinden. • (wie?) zijn jongens. • De jongens houden van (wat?). • spelen ze in de tuin (wanneer?). • sproeien ze de zonnebloemen (waarmee?). 23 Oefening 5 Benieuwd wie dit kan?! • • • • • Lees het artikel uit De Boevenkrant. Kleur over wie of wat het gaat groen. Kleur wat er gebeurt blauw. Kleur wanneer het gebeurt geel. Kleur waarmee het gebeurt rood. DE BOEVENKRANT Wie kent Pippi Langkous niet? Nat, maar niet door de regen Tommy en Annika wonen naast Villa Kakelbont. Villa Kakelbont staat al een tijdje leeg. Tommy en Annika kunnen zich zelfs niet herinneren of er ooit iemand woonde. Op een dag ontmoeten ze een meisje dat zegt dat ze in Villa Kakelbont woont. Pippi heet ze, Pippilotta Victualia ... Langkous. Tommy en Annika vinden haar het allerleukste meisje dat ze ooit ontmoet hebben, maar Pippi Langkous is zeker ook een gek meisje. Pippi heeft rode vlechten, ze draagt twee verschillende kousen, ze heeft een aap die meneer Nilsson heet en ze rijdt op Witje, haar paard. Stef Schavuit wou eens een grapje uithalen. Vanochtend kwam hij dan ook extra vroeg naar school. Hij had niet alleen zijn boekentas bij zich. Hij had ook een emmer vast. Die emmer vulde hij met water. Hij zette hem boven op de deur. Toen de meester binnenkwam, zag je het al gebeuren … DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik kan mooie zinnen vormen en vertellen: • over wie of wat het gaat; • wat er gebeurt; • wanneer het gebeurt; • waarmee het gebeurt. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 24 ik makkelijk volgen LES 18 Met woorden aan de gang DIT KAN IK AL! Ik kan de woordenschatwoorden benoemen. Oefening 1 Groepswerk Vul in. • Je bedenkt een zin met een woordenschatwoord. Schrijf de zin hier op: • De langste zin met dit woord: • Je doet dit ook voor een tweede woord. Schrijf je zin hier op: • De langste zin met dit woord: • Je kunt dit ook met een derde woord. Toon maar even: • De langste zin met dit woord: 25 Oefening 2 Gestolen woorden • • • Enkele boefjes hebben onze woordenschatwoorden gestolen. Kun jij ze bij de juiste betekenis zetten? Vul het juiste woordenschatwoord in het kruiswoordraadsel in. 1 wegkomen uit de gevangenis of bij gevaar 2 ijzeren ringen die om de pols van een gevangene worden gedaan 3 gebouw waar misdadigers opgesloten zitten 4 afbeelding van een gezocht persoon 5 vorkvormig stokje met een elastiekje waarmee je steentjes hard kunt wegschieten 6 stiekem iets de grens over brengen 7 achternagaan en proberen te vangen 8 dat wat iemand veroverd heeft 9 kamertje in een gevangenis 10 stevige, metalen kist waarin je waardevolle spullen bewaart 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Welke politieagent heeft de boefjes gevangen? Kijk naar het woord onder de pijl. DIT HEB IK VANDAAG GELEERD! Ik kan een juiste omschrijving van een nieuw woord geven. Ik kan met woorden een mooie zin vormen. Opmerkingen Tijdens deze les voelde ik mij Tijdens deze les kon 26 ik makkelijk volgen
© Copyright 2024 ExpyDoc