Duurzaamheidsstrategie Drechtsteden

Duurzaamheidsstrategie Drechtsteden Milieu, economie en mensen in balans 1)
Inleiding: Tussenresultaten van het energieprogramma Drechtsteden: De Drechtstedengemeenten hebben een gezamenlijke routekaart opgesteld, waarin de ambities zijn vertaald naar concrete projecten:  Inwoners konden onlangs inschrijven voor een inkoopactie zonnepanelen: in de eerste ronde zijn 796 systemen met in totaal 7960 zonnepanelen geplaatst, ook de tweede ronde loopt voorspoedig.  Zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen; naast dat gemeenten zelf voortvarend aan de slag zijn gegaan om het goede voorbeeld te geven ligt er een regionaal voorstel om via de Energiecoöperatie Dordrecht zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen verder uit te rollen.  Inwoners kunnen een energiescan laten uitvoeren in hun huis. Inmiddels zijn er ruim 100 scans uitgevoerd. De eerste maatregelen zijn uitgevoerd in Hendrik‐Ido‐Ambacht.  Energiebesparing bij grootverbruikers en branches waaronder zorginstellingen, supermarkten en voortgezet onderwijs. De Omgevingsdienst Zuid‐Holland Zuid begeleidt dit.  Bij 9 gemeentelijke gebouwen zijn energieonderzoeken uitgevoerd. De gemeenten gaan hier mee aan de gang onder begeleiding en toeziend oog van de Omgevingsdienst Zuid‐Holland Zuid.  Bedrijvennetwerk Maatschappelijk Duurzaam Ondernemen; inmiddels zijn 35 bedrijven lid.  De kansen voor Wind zijn verkend. Naast de locaties uit de Nota Wervelender zijn andere (door gemeenten aangedragen) locaties onderzocht.  Deelname aan het Programmabureau Warmte/Koude Zuid‐
Holland; het Warmtenet wordt gerealiseerd in Dordrecht; in Alblasserdam wordt bij Nedstaal onderzocht of restwarmte beschikbaar.  Duurzame mobiliteit: Beter Benutten en Lean en Green, in samenwerking met partners. De mobiliteitsregisseur is gestart in de regio.
De Drechtsteden hebben de afgelopen jaren op het terrein van duurzaamheid veel succesvolle activiteiten ontwikkeld, vooral op het gebied van energie. Deels hebben we dat als overheid zelf gedaan dankzij goede samenwerking tussen de Drechtstedengemeenten, de Omgevingsdienst Zuid‐Holland Zuid, NMC‐Weizigt en bureau Drechtsteden, en deels samen met partners uit de samenleving. Door deze samenwerking hebben we meer bereikt. We willen hier op voortbouwen, met aandacht voor de verdeling van (meervoudig) lokale en regionale taken. We willen duurzaamheid bij het opstellen van het nieuwe regionale Meerjarenprogramma een stap verder brengen en het integraal onderdeel laten zijn van het denken en doen van de gemeenten en de partners in de Drechtsteden. Duurzaamheid is dan niet langer iets bijzonders, of iets wat er bijkomt en wat apart georganiseerd moet worden, maar iets dat vanzelfsprekend is in de afwegingen die iedereen in de Drechtsteden dagelijks maakt. Die slag wordt ook gemaakt bij bovenregionale ontwikkelingen, waaronder in de Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad en in de Visie Ruimte en Mobiliteit voor de provincie. Duurzaamheid wordt daarbij benaderd vanuit de 3P gedachte: “People, Planet en Profit”. Dit betekent dat oplossingen pas echt duurzaam zijn, als de drie invalshoeken met elkaar in balans zijn: milieu, economie en mensen. We hebben daarbij 2 dingen te doen: ‐ De samenleving faciliteren op duurzame ontwikkelingen, want daar zit de energie die we kunnen benutten/versterken (hoofdstuk 4), ‐ onze eigen organisaties (in)richten, want de overheid krijgt een andere rol. Niet minder stevig, maar vooral anders (hoofdstuk 5). 2)
Trends Wat zijn de trends en uitdagingen? Governance en samenleving: ‐ Gemeenten moeten steeds meer doen met steeds minder middelen. We zullen meer gebruik moeten maken van de (financierings)kracht in de samenleving. Daarvoor hebben we slimmere vormen van sturing nodig, waarbij governance de overhand krijgt boven government. De overheid moet inzetten op de dynamiek en het leervermogen in de samenleving en sturen op toegevoegde waarde en innovatie. Hoe maken we het vanzelfsprekend dat partijen met voorstellen bij de gemeente kunnen komen, én zijn we duidelijk over de kaders waarbinnen wij daar aan meewerken. ‐ Burgers (en bedrijven) verenigen zich meer en meer om weer de regie te krijgen over hun eigen omgeving1. Ze doen het zelf en beschikken zelf over de competenties om ambities waar te maken. Of het nu gaat om groene energie, stadslandbouw of het verbinden van lokale economie en duurzaamheid. Duurzaamheid wordt op die manier een bindmiddel in de samenleving. ‐ We verdienen als gemeenten geen geld meer aan locatieontwikkelingen, en kijken daarom weer kritisch naar de meerwaarde van iedere ontwikkeling waar we medewerking aan verlenen. Er was een sterke focus op grootschalige en planmatige projecten met een verdienmodel “bij verkoop”. Nu zijn kleinschalige projecten met een verdienmodel “tijdens het gebruik” beter financierbaar. Verdienmodellen worden anders opgebouwd. Als investeringen zich binnen een aantal jaren terugverdienen doordat exploitatieuitgaven dalen, kan het toch de moeite waard zijn om te investeren. De eigenaar/investeerder en gebruiker hebben elkaar nodig om ontwikkelingen te kunnen financieren. Economie en welvaart: ‐ Toegang tot grondstoffen is van grote invloed op de geopolitieke verhoudingen. De beste manier om je van grondstoffen te verzekeren, is door die in kringloop te brengen. Dat kan door energiebesparing, opwekking van duurzame energie, gebruik van natuurlijke grondstoffen voor industriële processen (biobased economie), en een circulaire economie2 waarin producten zodanig ontworpen worden dat deze uit volledig herbruikbare biologische en technische grondstoffen bestaan. Daardoor verbeterd onze grondstoffenpositie en verminderd onze afhankelijkheid van fossiele import die kwetsbaar is voor speculatie, prijsschommelingen, schaarste en geopolitiek. ‐ Duurzaamheid daagt bedrijven en ingenieurs uit om te innoveren en met nieuwe waardevolle oplossingen3 te komen. ‐ Duurzaamheid is een groeimarkt4,5 waar momenteel nog veel ontwikkeling in plaatsvindt. Er komt meer aandacht voor de wijze van productie (materiaalgebruik, arbeidsomstandigheden) en voor maatschappelijke kosten en baten, als aanvulling op louter financiële afwegingen. Kennis, kunde en kassa. We gaan er ons geld, onze welvaart mee verdienen. De trends zullen periodiek geijkt worden. 1
Energieke samenleving, Planbureau voor de Leefomgeving http://www.mvonederland.nl/circulaire‐economie 3
Blauwe economie, Gunter Pauli 4
Vergroenen en verdienen, Planbureau voor de Leefomgeving 5
Towards the circular economie, McKinsey 2
3)
Wat is duurzaamheid (PPP)? Duurzaamheid is de langdurige balans tussen People (mens), Planet (natuur en milieu) en Profit (economie). We willen een veerkrachtige samenleving met: ‐ robuuste economische ontwikkeling, ‐ een goed woon‐ en leefklimaat, ‐ een sociaal rechtvaardige samenleving. We willen daarom dat onze programma’s, projecten en medewerking aan initiatieven van meerwaarde zijn voor de regio, toekomstbestendig zijn, en onze concurrentiepositie als regio vergroten. De afgelopen periode hebben we de focus gelegd op de Planet‐kant van duurzaamheid. Het is belangrijk om die te verbreden naar de People‐kant. De verbinding met Profit is dat duurzaamheid niet duurder, maar slimmer is! In onderstaande tabel hebben we dat door vertaald naar kwaliteiten6. De balans tussen People, Planet en Profit is essentiëel voor de doorontwikkeling van de Drechtsteden. We benoemen positieve en negatieve effecten en nemen die bij besluitvorming integraal mee. 6
Deze doorvertaling is ontwikkeld door Telos, Universitair kenniscentrum voor duurzame ontwikkeling 4)
Organisatie en integratie Hoewel organisaties, bedrijven en burgers de hoofdrol spelen (zie volgende hoofdstuk), willen wij vanuit de overheid integrale besluiten nemen. Hoe gaan we dat organiseren? 4.1) Bestuurlijk: We kunnen integrale besluitvorming versterken door: ‐ In de in de format voor bestuurlijke voorstellen een paragraaf toe te voegen: ‘consequenties voor de PPP balans’. ‐ PPP als leidraad te nemen bij het nieuw op te stellen regionaal meerjarenprogramma Drechtsteden. ‐ De organisatorische verbinding tussen programma’s te versterken door aandacht voor integrale opdrachtverstrekking vanuit de netwerk MT’s. ‐ Kansen voor lokale samenhang geografisch zichtbaar te maken door projecten op een dynamische kaart te zetten. ‐ Balans te houden tussen onderdelen waar we de kracht van de regio benutten (regionale delegatie), en onderdelen vanuit lokale betrokkenheid en verantwoordelijkheid van gemeenten (meervoudig lokaal en lokaal). De duurzaamheidsstrategie kan ook door gemeenten worden vastgesteld. ‐ Borgen, monitoren en bijsturen, bijvoorbeeld door een ISO 26000 zelfscan voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. 4.2) Inhoudelijk: We gaan duurzaamheid integraal meenemen in het nieuw op te stellen rMJP. Hieronder zijn een aantal mogelijke kansen benoemd. Bij de uitwerking zal bekeken worden welke onderwerpen regionaal zijn en welke onderwerpen (meervoudig) lokaal zijn. People Er komen veel veranderingen vanwege de 3 decentralisaties van de AWBZ naar de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), de Participatiewet en de jeugdzorg. 1. Duurzaamheid als stimulans voor gezamenlijkheid en zelfredzaamheid (sociaal) 2. Ruileconomie (sociaal) 3. Woningverbetering van huurwoningen en koopwoningen. Juist kwetsbare groepen hebben vaak een hoog aandeel aan energiekosten in hun woonlasten en soms vochtige en tochtige woningen. (wonen) Planet 4. Milieubeleidsplan als input voor projecten (milieu) Profit 5. Benut wat er al is: Opwekking van duurzame energie, benutten van restwarmte, afval en reststromen (ruimtelijke ordening, milieu, economie) 6. Beleg verantwoordelijkheid voor interne duurzaamheid, met dekking vanuit besparing op energiekosten (bedrijfsvoering, financiën) 7. Hoe wegen we maatschappelijke belangen integraal af bij projecten en ontwikkelingen? Verbreding van grondexploitatie naar gemeentelijke exploitatie naar maatschappelijke kosten‐baten (stedelijke ontwikkeling) 8. Energiebesparing en duurzaam ondernemen als stimulans voor lokale werkgelegenheid. Door producten duurzaam te ontwerpen is besparing mogelijk op energie en afval. (arbeidsmarktbeleid, milieu, economie) 9. Duurzaamheid als stimulans voor innovatie en valorisatie van kennis en kunde (ROM‐D, topsectorenbeleid) 10.Tijdelijk benutten van leegstaande kantoren en braakliggende gronden (economie, gemeentelijk vastgoed) 11.Voor monumenten zijn energiebesparing en een goed binnenklimaat de sleutel voor behoud van de (vastgoed)waarde en toekomstig gebruik (wonen) 12.Duurzame mobiliteit en verbeteren van de bereikbaarheid door verschuiving van de modal split van goederenvervoer over water/spoor/weg (mobiliteit) 13.Biobased economie: een economie waarin gewassen en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie worden ingezet voor niet‐voedseltoepassingen. Een economie dus waarin deze groene grondstoffen ofwel biomassa worden toegepast als materialen, chemicaliën, transportbrandstoffen en energie (elektriciteit en warmte). Deze onderwerpen zijn niet uitputtend, maar benoemen nu actuele en relevante duurzaamheidsverbindingen. Deze kansen zijn bovendien een uitnodiging aan de samenleving om mee te bouwen aan oplossingen. 4.3) Ambitie energie‐ grond en hulpstoffen: Bij de uitwerking willen we voor het onderdeel energie de huidige ambitie7 vasthouden: 2% energiebesparing per jaar en 20% duurzame energie in 2020. We willen het uitvoeringsplan laten aansluiten bij het Energieakkoord. Voor het onderdeel grond‐ en hulpstoffen willen we lokale circulaire producten in het zonnetje zetten. 7
Gemeenten kunnen hogere ambities stellen, zoals Dordrecht energieneutraal in 2050. 5)
Verbinding met de samenleving Hoe maken we het vanzelfsprekend dat burgers en bedrijven bij de gemeente met voorstellen kunnen komen, én zijn we duidelijk over de kaders waarbinnen wij daar aan meewerken? De regierol van de overheid is niet meer vanzelfsprekend. Duurzaamheid gaat daarbij ook over het vermogen om het onverwachte te omarmen. Dat vraagt een kader stellende, uitnodigende, verbindende en faciliterende rol van de gemeente en vertrouwen in de kracht, kwaliteit en redelijkheid van haar burgers. We gaan dat doen door: ‐ Verbeelden en inspireren: Strategische doelen en voorbeelden van mogelijke initiatieven in een dynamische ideeënwaaier of idealenkompas, waar de gemeenten en regio graag initiatieven voor willen ontvangen. ‐ Spelregels: Benut bestaande organisatiestructuren: Vraag en antwoord voor eenvoudige vragen, bedrijvenloketten en ROM‐D voor bedrijven en gebiedsmanagers voor burgers. Zorg dat kansrijke initiatieven een verbinder als aanspreekpunt krijgen. Geef aan wat initiatieven wel en niet van gemeenten kunnen verwachten (transparantie, non‐discriminatie, geen subsidieloket). Geef aan hoe we met initiatieven omgaan en benoem mijlpalen (idee  verkenning  uitwerking  realisatie  gebruik  vernieuwing) ‐ Uitnodigen: Organiseer een campagne en/of prijsvraag. Er zijn drie niveaus van faciliteren te onderscheiden, oplopend van relatief gemakkelijk te implementeren maatregelen tot acties die meer tijd en geld kosten. ‐ In de basis kan de gemeente een aantal dingen regelen in de eigen organisatie. Onderdeel hiervan is de integratie van duurzaamheid in allerlei relevant beleid. Goede interne afstemming en heldere informatievoorziening, waardoor burgers niet ‘verdwalen’ tussen afdelingen. Geef informatie op regionale en gemeentelijke websites. ‐ Een tweede niveau is het organiseren van beweging. Dit kan door zelf campagne te voeren of door lokale koplopers uit te nodigen om hun enthousiasme en kennis te delen met anderen. Door te organiseren dat vragers en aanbieder elkaar ontmoeten wordt zaken doen bevorderd. Bijvoorbeeld een etalage van lokale en duurzame producten voor burgers en bedrijven. ‐ Het derde niveau is verleiding. Dit kan gaan om subsidiering van de uitvoering of het aanbieden van goedkope leningen. Dit niveau zal doorgaans niet meer door de gemeente of regio worden ingevuld. We hoeven dat niet allemaal zelf te doen. We zoeken een samenspel, waarbij betrokkenen hun natuurlijke rol innemen en elkaar aanvullen en versterken: regio en gemeenten (ROM‐D, bedrijvenloketten, gebiedsmanagers, burgerloketten, Omgevingsdienst Zuid‐Holland‐Zuid), Weizigt, de Hooizolder, Bedrijvennetwerk MVO Drechtsteden, Duurzaamheidsfabriek, Energie Coöperatie Dordrecht, bedrijven, werkgeversorganisaties, woningcorporaties, burgers, burgerinitiatieven en anderen die zich voor de samenleving inzetten. 6)
Uitwerking Parallel aan deze notitie wordt ook bij de Drechtstedengemeenten besluitvorming ingezet over de duurzaamheidsstrategie. Het is belangrijk dat de regionale en (meervoudig) lokale aanpak in samenhang worden opgesteld. Een groot deel van de uitvoering zal naar verwachting vallen onder de meervoudig lokale programmering (2e ring). Afstemming hierover verloopt via de Netwerk MT’s. De beoogde rol van de regio is om duurzaamheid integraal mee te nemen bij aan de regio gedelegeerde verantwoordelijkheden (4e ring), en gemeenten te faciliteren bij het uitwerken van het uitvoeringsplan (3e ring). Het op te stellen uitvoeringsplan zal mede worden gevoed door de verkiezingsuitslagen, gemeentelijke ambities voor duurzaamheid en consultaties van partijen. Het uitwerkingsplan geeft invulling aan de organisatie van integrale besluitvorming (hoofdstuk 4), verbinding met initiatieven uit de samenleving (hoofdstuk 5) en een dynamische duurzaamheidsagenda. Bij de dynamische duurzaamheidsagenda zullen we focussen op projecten die bijdragen aan kringloop van energie, grondstoffen, water en groen, en daarbij de PPP balans meenemen. We gaan partners, burgers en bedrijven betrekken en laten bijdragen aan de duurzaamheidsagenda. Iedereen mag daar aan bijdragen, op idee‐ of projectniveau. De agenda wordt een mix van regionale projecten, meervoudig lokale projecten en gemeentelijke projecten, projecten met en door partners en projecten met en door burgers en bedrijven. De agenda wordt een mix van concrete korte termijn projecten en minder goed zichtbare lange termijn projecten. We maken daardoor zichtbaar wie vanuit diversiteit bijdragen aan een gezamenlijke ambitie, waarbij mogelijkheden worden geschapen om te experimenteren. We inspireren elkaar aan om resultaten te bereiken die we uitdragen en waar we samen trots op kunnen zijn. 7)
Voorstel voor besluitpunten 1. Vaststellen van de duurzaamheidsstrategie. 2. In gezamenlijkheid met de gemeenten een uitvoeringsplan en basis voor dynamische duurzaamheidsagenda op te stellen met regionale, meervoudig lokale en gemeentelijke onderdelen. 3. In regionale startdocumenten zichtbare aandacht schenken aan de balans tussen People, Planet en Profit (bijvoorbeeld door aan de format voor bestuurlijke voorstellen een paragraaf met consequenties voor de PPP balans toe te voegen of de bestaande paragraaf ‘consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties’ daarvoor te benutten). 4. De integrale balans tussen People, Planet en Profit toe te passen als kader voor het nieuw op te stellen regionaal Meerjarenprogramma en mee te nemen in het overdrachtsdocument voor het rMJP.