Ondergrond Van beleidsplannen naar uitvoeringsprojecten in de ondergrond “Onder welke condities wilt u investeren in ondergrondprojecten?” Ondergrondse kansen worden benut als er sprake is van financierbare business cases. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zoutwinning of bodemenergieprojecten. Toch blijven er kansen onbenut. Veel ondergrondprojecten zijn lastig financierbaar. Dit terwijl ze een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken rondom ruimte, water en energie. Door: Lidwien Besselink, Lex Roukens en Astrid Slegers Over de auteurs: Ir. L.A.M. Besselink, managing partner Triple Bridge Drs. L. Roukens, partner Triple Bridge A. Slegers, projectleider Ondergrond Uitvoeringsprogramma bodemconvenant project en de bijdrage vanuit de betrokken partijen, publiek of privaat (zie figuur 1). De financiële haalbaarheid en risico’s liggen daarbij ook heel verschillend. INLEIDING Steeds meer provincies en gemeenten formuleren beleid voor de ondergrond, ook het Rijk is bezig met het opstellen van een Structuurvisie voor de Ondergrond (STRONG). Met een visie of beleidsnota ben je er uiteraard nog niet. De komende convenantperiode is het de uitdaging om van beleidsplannen naar concrete uitvoeringsprojecten te komen. Bestuurders geven aan dat ondergrondprojecten passen binnen een lange termijnvisie op een duurzame en competitieve samenleving. Echter, het rondkrijgen van de business case inclusief de financiering blijkt voor ondergrondprojecten vaak lastig realiseerbaar in de praktijk. In opdracht van het Uitvoeringsprogramma (UP) Bodemconvenant is daarom een onderzoek uitgevoerd naar de financierbaarheid van ondergrondprojecten. Hierbij is een aanpak gekozen waarbij ‘van buiten naar binnen’ is gekeken. Er zijn interviews gehouden met stakeholders zowel binnen als buiten het werkveld ondergrond. Zo is er gesproken met banken, pensioenfondsen, fondsbeheerders, drinkwaterleidingbedrijven, energienetwerkbeheerders en andere betrokkenen en initiatiefnemers voor ondergrondprojecten. Hierbij was de centrale vraag: ‘Onder welke condities wilt u investeren in ondergrondprojecten?’ Daarnaast zijn pilotprojecten geanalyseerd, waarvan de kritische succes- en faalfactoren zijn bepaald. Ook zijn de mogelijke financieringsconstructies op een rij gezet. FIGUUR 1: POSITIONERING ONDERGRONDPROJECTEN: PUBLIEK-PRIVAAT VERSUS HARDE-ZACHTE BATEN. Voor projecten in het bovenste deel van de figuur geldt dat ze op basis van een Kosten-batenanalyse haalbaar zijn; er is een sluitende business case te maken. Voor de projecten in het onderste deel van de figuur geldt dat er een ‘onrendabele top’ aanwezig is. Als deze projecten vanuit andere belangen (milieu, leefbaarheid, duurzaamheid, MVO) wenselijk zijn, moet de ‘onrendabele top’ vanuit andere financieringsbronnen worden gefinancierd. ONDERGRONDPROJECTEN IN 3 VERHALEN Op hoofdlijnen zijn er drie typen ondergrondprojecten te onderscheiden: Opvallend is het brede scala aan projecten dat in de ondergrond speelt, in feite vergelijkbaar met bovengrondse projecten. Kenmerkende verschillen zijn de harde en zachte baten van het I Ondergrond als bron voor grondstoffen Veel ondergrondprojecten zijn gebaseerd op de winning van bodem nummer 5 | oktober 2014 21 Ondergrond grondstoffen: zand, grind, (drink)water, warmte en koude, olie en gas. Ook de bodem als basis voor (duurzame) landbouw valt binnen deze categorie. Binnen deze projecten is overwegend sprake van inzet van ‘proven technology’. Harde baten worden gerealiseerd via de verkoop (eventueel na een bewerkingsstap) van de grondstof. Business cases voor deze projecten inclusief de financiering zijn veelal realiseerbaar vanuit de markt. Aandachtspunten zijn de mogelijke effecten (negatieve baten) van deze projecten op de lange termijn en de wijze waarop financiering van eventuele schade ook op de lange termijn is geregeld. II Ondergrond binnen de transitie naar duurzame energie De ondergrond heeft potentie voor de winning en opslag van duurzame energie. De verwachting is dat de rol van de ondergrond hierin zal toenemen, met name vanwege doelstellingen voor verduurzaming van onze energieproductie. De stand van de techniek loopt hierbij van bewezen technieken als warmte-koude opslag, tot in Nederland niet of beperkt toegepaste technieken zoals ultradiepe geothermie en de opslag van perslucht of waterstofgas, als middel om energieoverschotten tijdelijk op te slaan. De ontwikkeling van dit type ondergrondprojecten kent een fase die niet volledig financierbaar is vanuit de markt. De eerste haalbaarheidsonderzoeken zijn financierbaar met eigen inzet en middelen van partijen in combinatie met subsidies vanuit de overheid. Maar de drempel naar het uitvoeren van een pilot en de daadwerkelijke realisatie is vanuit financieringsoogpunt vaak te hoog. De lastige financiering hangt samen met de stand van de techniek. De toe te passen techieken zijn vaak nog niet of nauwelijks toegepast binnen Nederland. Gevolg hiervan is dat er sprake is van technische en operationele risico’s, die samenhangen met de onzekerheden in de ondergrond: heterogeniteit en dynamisch gedrag grondwater. De verwachte rendementen liggen vaak relatief laag (rond de 5%), zelfs met bijvoorbeeld SDEsubsidie. Daarbij is sprake van een lange terugverdientijd c.q. looptijd en de daarmee samenhangende levering- en afnamegaranties die moeten worden afgegeven voor dezelfde lange periode. Een andere complicerende factor is het beperkte maatschappelijke draagvlak voor sommige activiteiten in de ondergrond. Het gevolg is dat projecten op dit moment vaak stagneren na de eerste haalbaarheidsonderzoeken. De rood gearceerde vlakken in figuur 2 zijn moeilijk financierbaar. Voor de financiering van dit type projecten is risicodragend kapitaal nodig dat, gezien de verwachte lage rendementen, op de Nederlandse markt weinig beschikbaar is. Veel investeerders vinden de verhouding tussen risico en potentiële winst in andere sectoren beter en dus steken ze hun geld daarin. logieën van wezenlijk belang was bij de totstandkoming van dergelijk projecten. Voorbeelden uit het verleden zijn: de ontwikkeling en aanleg van het aardgasnet in Nederland en de betrokkenheid bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Recentere voorbeelden zijn de stimulerende werking die de overheid vervult bij de toepassing van zonne-energie, de aanschaf van elektrische auto’s en de aanleg van windparken op zee. De context waarbinnen projecten haalbaar worden gemaakt, wordt dus door de overheid beïnvloed. III Ondergrond vergroot de beschikbare ruimte De leefomgevingskwaliteit van met name stedelijke centra kan worden vergroot door de ruimte die de ondergrond biedt te benutten. Voor het ondergronds brengen van functies zijn bewezen Denk multifunctioneel, combineren loont technieken beschikbaar: tunnels, parkeergarages, ondergrondse transportsystemen, kabel- en leidinggoten. Ook kunnen bijvoorbeeld archeologische waarden zichtbaar worden gemaakt. Deze projecten leiden tot maatschappelijke baten in de vorm van een verbetering van de leefomgevingkwaliteit. Bottleneck is dat deze projecten niet geheel financierbaar zijn vanuit de harde baten van het project zelf (parkeergelden, verhuur ruimtes). Deelfinanciering vanuit maatschappelijk geld is dus vaak nodig om het project financieel haalbaar te maken. Financieringsproblemen liggen dus vooral bij de ondergrondprojecten typen II en III. De problemen zitten vooral in het relatief lage rendement en de lange terugverdientijd. Ook zijn de investeringen en baten vaak verdeeld over verschillende partijen. Waar de initiële partijen investeren, genieten (eind)gebruikers veelal van financiële voordelen. Tot slot is er de onmogelijkheid om voordelen uit te drukken in financiën. De leefomgevinsgkwaliteit en beleving van een gebied kan een enorme impuls krijgen door juiste benutting van de ondergrondse ruimte, maar dit is niet direct in geld uit te drukken. Waar zitten de kwetsbaarheden van ondergrondprojecten? De belangrijkste kwetsbaarheden zijn gekoppeld aan 6 complexiteitsdimensies. In tabel 1 zijn deze kwetsbaarheden aangegeven. Hoog financierbaar Financieel Risico moeilijk financierbaar Tabel 1: Overzicht kwetsbaarheden Technische complexiteit • Technische onzekerheden met name door de heterogeniteit van de ondergrond en daardoor onzekerheden in de effectvoorspelling van ingrepen; • Stand van de techniek: bij veel projecten is sprake van niet of nauwelijks toegepaste technieken binnen Nederland; Laag Ontwerp Ontwikkeling & Bouw Exploitatie & Beheer • Levenscyclus project FIGUUR 2: FINANCIËLE UITDAGINGEN AFHANKELIJK VAN DE LEVENSCYCLUS VAN HET Bedreigingen door andere activiteiten: met name in de grondwaterlaag is sprake van dynamiek waardoor activiteiten elkaar kunnen beïnvloeden; • Permanentie van ondergrondse voorzieningen in combinatie met het horizontale en verticale karakter van voorzieningen in de ondergrond; PROJECT. Organisatorische complexiteit Wanneer het project gerealiseerd is en er stabiele kasstromen uit een project komen, is financiering door banken of pensioenfondsen vaak weer wel mogelijk. Het is gebleken dat de rol van de overheid bij ‘greenfield’ projecten (projecten waarmee nog geen praktijkervaring is opgedaan) en toepassing van nieuwe techno- 22 • Private partijen: de kwaliteit van initiatiefnemer, aanbestedingswetgeving, de competentie om over bedrijfsgrenzen heen te kunnen kijken, overdracht van verantwoordelijkheden (1e en 2e leven van ondergrondse ruimtes); bodem nummer 5 | oktober 2014 Ondergrond • Publieke partijen: de mogelijkheden om risicodragend te participeren, de vaak korte termijn focus van de politiek die botst met de lange termijn scope van ondergrondprojecten; Sociale/maatschappelijke complexiteit • Maatschappelijk draagvlak: door problemen bij ondergrondprojecten • Onzekere effectvoorspellingen (gaswinning Slochteren); (schaliegaswinning, CO2-winning, verzakking Vijzelgracht); ondergrondprojecten met lagere, niet-marktconforme rendementen en langere looptijden (tot 30 jaar) financierbaar worden. Bundel initiatieven, zodat risico’s gespreid kunnen worden en projecten verzekerbaar worden. In extremis: richt een organisatie op die zich specifiek op bijvoorbeeld de ontwikkeling van geothermie richt, vergelijkbaar met de NAM. Deze organisatie kan de geothermieprojecten coördineren en met kennis van zaken realiseren. Financiële complexiteit • Te verwachten relatief lage en onzekere rendementen van ondergrondprojecten; Welke rol kunnen overheden spelen? • Mismatch terugverdientijd en looptijd leningen; Overheden kunnen verschillende rollen spelen bij het tot stand komen van • Nieuwe technologie/techniek moeilijk financierbaar; financierbare business cases voor ondergrondprojecten. Voorwaarde hierbij is • Beperkte speelruimte om verhouding EV/VV te optimaliseren; dat de centrale en lokale overheden de kansen zien om de ondergrond opti- • Kwantificeerbaar maken van zachte baten; maal te benutten; er is immers een lonkend duurzaam en economisch per- Juridische complexiteit spectief in zicht. • Veel verschillende wet- en regelgeving en bijbehorende vergunningen; Bij vanuit de markt financierbare business cases (type 1) richt de rol van de • Fundamentele discussie over eigenaarschap van de ondergrond; overheid zich op het invullen van de kader scheppelde condities, waarbij er • Aanbestedingsregelgeving, waardoor projecten niet 1 op 1 aan initiatief- specifiek aandacht moet zijn voor de lange termijneffecten van de activiteiten nemers kunnen worden gegund; (inclusief garantstellingen vanuit de initiatiefnemers bij eventuele schade) en Verzekerbaarheid van projecten; de eindsituatie. • Complexiteit in tijd/planning Met name vanuit de transitie naar duurzame energie worden ondergrondpro- • Leningen met doorlooptijden van meer dan 10 jaar zijn lastig voor jecten ontwikkeld (type II) die een fase kennen die niet volledig financierbaar marktpartijen; is vanuit de markt (zie figuur 2). Om de realisatie van dit type, maatschappelijk Onzekerheden in prijsontwikkelingen (bijv. gasprijs). vaak gewenste, projecten mogelijk te maken, kunnen overheden een (tijdelij- • ke) rol spelen door subsidiëring en/of co-financiering van de laatste fase van het voortraject (pilotfase) en/of het verstrekken van zachte en/of achtergeWA A R L I G G E N O P L O S S I N G S R I C H T I N G E N? Hoe krijg je ondergrondprojecten nu wel van de grond? Hoe kunnen business cases financieel eerder haalbaar worden? Gezien het diverse karakter van ondergrondprojecten zijn binnen het onderzoek ook verschillende oplossingsrichtingen naar voren gekomen, zowel inhoudelijke, procesmatige als financiële oplossingen. Zorg dat onderdelen van de business case behoren tot de basisinfrastructuur. Wanneer er bijvoorbeeld een warmtenet ligt, dan kunnen daar verschillende warmtebronnen (geothermie) aan gekoppeld worden en behoeft het warmtenet niet meer alleen vanuit de geothermie business case gefinancierd te worden. Ook hergebruik van oude leidingen en boorgaten is aantrekkelijk, omdat hierdoor de benodigde investeringen kunnen worden beperkt. Denk multifunctioneel, combineren loont. Combineer bijvoorbeeld de aanleg van glasvezel met riolering in het buitengebied. Benader projecten vanuit een integrale, lange termijn visie. Treed als overheid hierbij participerend op en synchroniseer belangen. Maak van de verschillende stakeholders shareholders van het project. In dit licht, stimuleer het oprichten van juridische samenwerkingsverbanden (zoals Energy Service Company’s), waarbij partijen samen lange termijn afspraken maken om ondergrondprojecten haalbaar te maken. Beleg de risico’s bij de partij die de risico’s kan beïnvloeden of deel ze gezamenlijk. Om de discrepantie tussen de kennis en ervaring van initiatiefnemer en de financiers op te lossen is het wenselijk dat hiervoor een kennisinfrastructuur wordt vormgegeven, waarbij ook de al beschikbare kennis bij bedrijven beter toegankelijk wordt gemaakt voor nieuwe initiatiefnemers in de ondergrond. Creëer een ondergrondfonds c.q. zorg voor zodanige voorwaarden bij de bestaande (energie)fondsen dat business cases voor bodem nummer 5 | oktober 2014 stelde leningen, garanties en het doen van investeringen voor het afdekken van dat deel van de risico's/aansprakelijkheden dat niet door de markt kan worden afgedekt. Belangrijk is ook dat de fiscale regelingen voor duurzame energieprojecten consistent zijn. Ook kan de overheid helpen om het maatschappelijk draagvlak voor dit type projecten te vergroten. Bij de categorie projecten waarbij functies ondergronds worden gebracht om de leefbaarheid in stedelijke centra te vergroten (type III) zal steeds moeten worden nagegaan welk deel maximaal kan worden gefinancierd vanuit die harde opbrengsten. Daarnaast moet worden gezocht naar financiering van de vaak zachte, maatschappelijke baten. Overheden kunnen bij dit type projecten dus een rol spelen bij de deelfinanciering van de maatschappelijk baten van deze projecten én, in samenhang met de omgeving, kaderstellende condities voorschrijven. TOT SLOT De ondergrond kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken rondom ruimte, water en energie. We moeten op zoek naar nieuwe (financierings)constructies in publiek-private samenwerkingen. Hierbij kan enerzijds worden gedacht aan financiële constructies en anderzijds aan garantstellingen of bundeling van initiatieven. Risico’s kunnen dan afnemen en verzekerbaarheid van projecten neemt dan toe. Ook het actief bijhouden en evalueren van uitgevoerde projecten en het uitwisselen van kennis en ervaring zijn essentieel. Dit wordt van groot belang geacht gezien de complexiteit en innovatiegraad van veel ondergrondprojecten. Op landelijk niveau kan dit zijn grondslag krijgen in het nieuwe convenant bodem en ondergrond. Het uiteindelijke doel is om daadwerkelijk projecten te realiseren en de kansen van de ondergrond optimaal te benutten. 23
© Copyright 2024 ExpyDoc