Verslag Architectuur in de zorg 26 juni 2014

Vijfde congres Architectuur in de zorg
Architectuur: een open boek?!
Je kunt als ziekenhuis gevestigd zijn in een prachtig pand, beschikken over de
nieuwste instrumenten en apparatuur, een fantastische medische staf in huis
hebben en werken met bevlogen verplegend personeel. Als vervolgens de
informatiearchitectuur niet op orde is, heb je alsnog een groot probleem. Op
het vijfde congres over architectuur in de zorg, met als thema ‘Architectuur:
een open boek?!’, is uitgebreid gesproken over goede en veilige informatieuitwisseling binnen het complexe zorgveld.
De wereld is de laatste jaren razendsnel veranderd. Smartphones en tablets zijn niet
meer weg te denken en bieden iedereen altijd en overal de gelegenheid om
informatie op te zoeken en uit te wisselen. Ook voor de zorg heeft dit gevolgen, zo
vertelde dagvoorzitter Nicky Hekster (IBM Benelux). “We hebben te maken met een
nieuwe realiteit. Patiënten gaan zelf op zoek naar informatie voordat ze een
zorginstelling bezoeken en leggen soms contact met andere mensen die dezelfde
klachten of aandoening hebben. En met alle technische mogelijkheden van vandaag
de dag, verwachten patiënten ook dat een ziekenhuis te allen tijde de juiste data uit
de patiëntenregistratie kan halen. Het blijkt echter nog een hele uitdaging om de
infrastructuur zo in te richten dat je data kunt vertalen naar informatie en kennis. De
sleutel hiertoe is standaardisatie. Maar is architectuur wel een open boek? Zijn er
open standaarden? Is het ook duidelijk? Dit jubileumcongres - georganiseerd door
GS1 Nederland, HL7 Nederland, IHE Nederland, NAF en Nictiz - geeft antwoord op
dit soort vragen.” Tijdens verschillende sessies passeerden veel interessante
onderwerpen de revue.
Uniforme barcodering
“Bij een pak melk kun je achterhalen van welke koe de melk afkomstig is en het 3Dprinten van weefsel is al mogelijk. Dan is het toch vreemd dat de meeste
ziekenhuizen bij een recall papieren dossiers moeten doorspitten?”, zo stelde Justin
Bitter (Ziekenhuis Bernhoven in Uden). Hij pleitte daarom voor uniforme
barcodering. “Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat het juiste product, in de
juiste dosis, aan de juiste patiënt en op de juiste manier wordt toegediend. Je moet
producten dus kunnen identificeren, vastleggen en koppelen aan systemen. Een
barcode of DataMatrix kan alle benodigde informatie bevatten; het artikelnummer,
het lotnummer en de expiratiedatum. Uniforme barcodering verhoogt bovendien niet
alleen de patiëntveiligheid, maar leidt ook tot aanzienlijke kostenbesparingen door
betere afstemming, minder derving en lagere voorraden.” Ziekenhuis Bernhoven en
GS1 Nederland hebben de krachten gebundeld en een portal ontwikkeld waarin
leveranciers brondata aanleveren. Deze kunnen vervolgens – foutloos – door het
ziekenhuis worden overgenomen. De combinatie van de juiste brondata en het
vastleggen van de locaties waar een product wordt opgeslagen of toegepast, zorgt
voor een veilige situatie waarin traceerbaarheid van leverancier tot en met de patiënt
mogelijk is. Wanneer ook elektronisch berichten worden uitgewisseld, kan ook nog
eens efficiënter worden gewerkt. Is een kunstheup gebruikt, dan kan de leverancier
direct een nieuwe aanleveren en automatisch factureren. “ICT is echt ondersteunend
aan de zorg die je biedt”, besloot Justin Bitter zijn relaas.
Veranderingen in de langdurige zorg
De langdurige zorg staat aan de vooravond van grote veranderingen. Zo wordt onder
andere de nieuwe Wet Langdurige Zorg ingevoerd, verschuiven in het kader van de
Wmo sommige taken naar de gemeenten en blijven de zorgkosten de komende jaren
stijgen. Omdat er in de toekomst nog meer partijen bij de zorg van een patiënt
betrokken zullen zijn, is er behoefte aan een nieuwe domeinarchitectuur. “Het is
belangrijk om kosten te besparen, de administratieve lasten te verlichten en
transparant te werken. Informatie moet daarom beter worden ontsloten”, vertelde
Marc Lankhorst (Zorginstituut Nederland en BiZZdesign). Het op verschillende
manieren overdragen van informatie tussen alle betrokkenen brengt risico’s met zich
mee. “Een estafette van organisatie naar organisatie heeft grote nadelen. Het is
inflexibel, traag en kwetsbaar. In AIDA, de nieuwe domeinarchitectuur voor de
AWBZ, wordt het ‘push’ model vervangen door een ‘pull’ model. Steeds meer
informatie wordt bij de bron gehaald en ontsloten via knooppunten en domein- en
sectorregistraties. Dit zorgt voor betere regie, een vraaggestuurde oplossing, betere
kwaliteit van de informatie en het voorkomt vertragingen.” De veranderingen zullen
stap voor stap worden ingevoerd, onder regie van de centrale overheid.
Process Mining in ziekenhuizen
Veel ziekenhuizen kiezen voor process mapping om zorgprocessen efficiënter en
effectiever te maken. Dit is echter een tijdrovende en kostbare aangelegenheid. Het
is slimmer om gebruik te maken van de schat aan informatie die ICT-systemen
binnen een ziekenhuis bevatten. Process Mining maakt gebruik van deze gegevens.
Deze data – en dus niet de beschrijvingen van mensen – vormen het uitgangspunt bij
het in kaart brengen van zorgprocessen. Op die manier kun je een objectieve
werkelijkheid weergeven. Belangrijk, want wat het personeel vertelt komt niet altijd
overeen met wat er daadwerkelijk is gebeurd. Met Process Mining toon je dit aan,
vertelde Ronny Mans (PhD Technische Bedrijfskunde). “Neem bijvoorbeeld een
patiënt met darmkanker. Daar zijn diverse specialismen bij betrokken en ieder
specialisme ziet alleen zijn stukje van het proces. Met Process Mining kun je het
totaal aan processen in beeld brengen. Je kunt bijvoorbeeld nagaan hoe lang een
behandeling in totaal duurt of hoelang het duurt vanaf het aanvragen van een
operatie tot en met de aankomst van de patiënt op de recovery. Ook de knelpunten
komen aan het licht. Als er veel tijd blijkt te zitten tussen stap 2 en 3 in een
behandeling, dan kun je kijken wat de reden hiervan is en of je de tijd zou kunnen
verkorten. Process Mining geeft je zo tools om verbetervoorstellen te doen.” Klik hier
voor het downloaden van de software.
eOverdracht en Generieke overdrachtsgegevens
Wanneer een patiënt met een CVA, ook wel beroerte genoemd, terechtkomt in een
regionaal ziekenhuis, kunnen er verschillende overdrachtsmomenten volgen. Naar
een academisch ziekenhuis, terug naar het regionale ziekenhuis, naar een
verpleeghuis, de dagbehandeling en de thuiszorg bijvoorbeeld. Om verpleegkundige
gegevens op een eenduidige manier over te dragen, is de informatiestandaard
‘eOverdracht in de care’ ontwikkeld. Irene van Duijvendijk (adviseur Zorg ICT &
Innovatie, Nictiz) demonstreerde het elektronisch overdrachtsbericht en vertelde over
de voordelen ervan. “Je vermindert hiermee de kans op fouten, bespaart tijd, het
zorgt voor administratieve lastenverlichting en er wordt gewerkt met eenduidig
taalgebruik. De patiënt hoeft ook niet elke keer dezelfde vragen te beantwoorden en
ontvangt de juiste zorg”. Erna Vreeke (adviseur eCare, Nictiz en V&VN) ging
vervolgens in op het project ‘Generieke Overdrachtsgegevens’, uitbreiding met
verpleegkundige gegevens, een initiatief van acht Universitair Medische Centra,
V&VN en Nictiz. Inmiddels is er een landelijk gedefinieerde, generieke set gegevens
voor de medische overdracht die bij een patiënt in een ziekenhuisomgeving
elektronisch uitgewisseld kan worden. Dit wordt nu uitgewerkt in een elektronisch
bericht. “In dit project vullen we de gegevens aan met de eOverdracht, waarin al
verpleegkundige gegevens zijn gedefinieerd. De informatieblokjes kunnen die op
verschillende manieren worden hergebruikt. Ik vergelijk het wel eens met
legosteentjes, die kun je ook op allerlei manieren combineren, afhankelijk welke
informatie nodig is in een bepaalde casus bij de overdracht.” Meer informatie is onder
andere te vinden in de whitepaper ‘Tips voor een effectieve overdracht van
verpleegkundige patientgegevens’ en ‘ICT-standaarden in de zorg’.
(Inter)nationale samenwerkingen op het gebied van Biobank data
Biobanken verzamelen, uiteraard met toestemming van vrijwilligers en patiënten,
biologisch materiaal voor wetenschappelijk onderzoek. Om dit materiaal optimaal te
kunnen benutten is steeds meer behoefte aan samenwerking op het gebied van
standaarden, gemeenschappelijke infrastructuur en tooling. Er zijn dan ook
verschillende projecten, zowel nationaal als internationaal, met als doel
onderzoeksgegevens te harmoniseren, bestaande onderzoekscohorten te verrijken
en informatiemodellen, catalogi en tools voor onderzoekers te ontwikkelen. Voor
wetenschappers is deze samenwerking van groot belang. Linda Mook (UMC
Groningen) vertelde over verschillende research infra-initiatieven en
samenwerkingsverbanden en omschreef haar ideale situatie. “Het is mijn wens dat
onderzoeksdata ook vanuit het EPD worden gebruikt”. Biobanken werken met eigen
standaarden, en zouden – zo suggereerde een van de aanwezigen – ook baat
kunnen hebben bij uniforme barcodes. Chao Pang (PhD student UMC Groningen)
verving de zieke Morris Swertz en gunde de aanwezigen een kijkje in hun aanpak om
verschillende informatie te harmoniseren. Ze maken gebruik van semantische
ontologie waarbij computers de betekenis van tekst en metadata kunnen afleiden en
op basis daarvan kunnen redeneren en gevolgtrekkingen maken. Dit gaf aanleiding
tot een interessant gesprek met de aanwezigen.
Trusted Healthcare Systems
COMMIT, het grootste onderzoeksprogramma in de ICT, richt zich onder andere op
de verbintenis van vertrouwen en veiligheid met zorg. “Is een zorgsysteem te
vertrouwen, dat is de kernvraag binnen het onderzoek”, vertelde Robert Stegwee
(Capgemini Consulting). “Zowel de onderzoeker, de patiënt als de zorgprofessional
moet kunnen vertrouwen op veilige informatiesystemen”. Stegwee ging uitgebreid in
op Trusted Healthcare Systems, het project waarin kennisinstellingen en
industriepartners samen de nieuwste ontwikkelingen in de ICT onderzoeken. Binnen
het project wordt gekeken wat er nodig is om patiënten en zorgverleners voldoende
vertrouwen te geven om veilig en goed met eHealth-toepassingen te kunnen en
willen werken. Hierbij staan zowel de eHealth-toepassingen in het directe zorgproces
tussen de zorgverlener en patiënt als de meer sociale toepassingen van patiënten
(en hun zorgverleners) onderling in de aandacht. Transparantie is volgens Stegwee
van groot belang. “Vertel hoe je werkt. Wees een open boek als het gaat over wat je
met data doet en hoe het werkt. Dan win je het vertrouwen van alle betrokkenen.” De
juiste werkwijzen en de implicaties voor de architectuur zijn nog niet
uitgekristalliseerd. Hoe je omgaat met de procesflow, welke bewaartermijnen je moet
afspreken, wat de juiste tools zijn op het gebied van guidance, datakwaliteit,
veiligheid en transparantie: er moet nog veel worden onderzocht. Op 2 oktober wordt
tijdens The Big Future of Data Event uitgebreid over dit onderwerp gesproken.
Effectieve architectuur in een ziekenhuis: een pragmatische aanpak
Hoe ga je effectief om met architectuur in een groot, topklinisch ziekenhuis? Gert
Florijn (M&I Partners) en Henk ten Dolle (St Antonius Ziekenhuis) vertelden over
hun aanpak in het St Antonius Ziekenhuis. Gert Florijn: “Bij de uitgangssituatie in
2011 waren ICT en informatiemanagement twee niet goed verbonden werelden.
Begin 2011is er een CIO (Chief Information Officer) aangesteld om de kloof te
dichten. Voor wat architectuur betreft zijn we uitgegaan van het
Referentiedomeinenmodel ziekenhuizen (RDZ) en hebben op basis hiervan een
eigen, herkenbaar model ontwikkeld om alle domeinen in kaart te brengen. Per
domein hebben we op hoofdlijnen geïnventariseerd van welke applicaties gebruik
wordt gemaakt. Het was duidelijk dat dit simpeler kon; van meer kleine systemen
naar grote overkoepelende systemen. De leden van het CIO-office zetten hun
voelhoorns uit in de organisatie en verzamelden ideeën en initiatieven. Er werd
telkens beoordeeld of die al dan niet uitgewerkt moesten worden. Business en IT zijn
daarbij op elkaar afgestemd aan de hand van het 9-vlaksmodel van Rik Maes. Nieuw
is verder dat strategische, ICT-gerelateerde onderwerpen tegenwoordig worden
besproken tot in de Raad van Bestuur. Gert Florijn en Henk ten Dolle sloten hun
verhaal af met de belangrijkste leerpunten. “Houd het simpel, blijf resultaatgericht,
kijk uit voor ingewikkelde tooling en methoden, communiceer begrijpelijk, neem de
tijd om governance structuren goed in te vullen en doe niet alles tegelijk. En bedenk
altijd: de architect is feitelijk een team, je hebt verschillende skills nodig”.
Architectuur: één druk op de knop?
“Als je een route plant, kun je met één druk op de knop je huidige locatie bepalen.
Als informatiearchitect ben je ook een soort TomTom. Jij bepaalt de route. Maar als
je de huidige situatie wilt weten, blijkt één druk op de knop niet voldoende”, vertelde
Daniël Woning (Isala). Een jaar of zes geleden ontstond daarom al het plan om één
documentatiesysteem te ontwikkelen voor de hele ICT. Hoewel het in eerste instantie
niet werd opgepakt, is het binnen Isala inmiddels wel gerealiseerd met behulp van
een semantische wiki. Het is een integraal documentatiesysteem dat zoveel mogelijk
put uit bronsystemen. De architectuur van het huidige ICT-landschap wordt gebruikt
als kapstok voor de specifieke documentatie van de verschillende ICT-disciplines.
Het resultaat is beschikbaar voor alle Isalanders, ook voor artsen of
verpleegkundigen dus. Daniël Woning gaf een uitgebreide demonstratie. “Voor dit
systeem, waarop ook Wikipedia is gebaseerd, is gebruikgemaakt van een turn-key
Mediawiki appliance. Er zijn verschillende typen pagina’s die aan elkaar zijn gelinkt,
zo zijn bijvoorbeeld applicatiefuncties gemaakt en gekoppeld aan domeinen.
Momenteel worden ook processen gelinkt. Op ICT-niveau is de Wiki helemaal
ingeburgerd en nu zullen ook andere afdelingen aansluiten.” Een wiki is volgens
Woning niet alleen functioneel. “Het maakt documentatie heel leuk en zorgt ervoor
dat medewerkers met elkaar in gesprek gaan.” Ook interesse? Alle templates kunnen
worden geëxporteerd en worden toegepast in andere ziekenhuizen.
Architectuur in GGZ en Referentie-domeinenmodel GGZ
Het Referentiedomeinenmodel GGZ (RDG) ondersteunt GGZ-instellingen bij de
inrichting van de informatievoorzieningen. Jaap Schrieke (GGZ Nederland), Frank
Kuiper (GGZ Oost-Brabant) en Erwin Poppen (GGZ Drenthe) vertelden over hun
ervaringen hiermee. Ze schetsen gezamenlijk het speelveld waarin architectuur in de
GGZ zich moet begeven en de mogelijkheden die het RDG biedt. Jaap Schrieke ging
in op ontwikkelingen binnen de GGZ en op ontwikkelingen die daarbuiten spelen,
maar wel gevolgen hebben voor de architectuur. Wat betekent het bijvoorbeeld dat
meer patiënten in hun thuisomgeving blijven? Of wat betekent eMental Health voor
de dagelijkse praktijk? Hij gaf verder aan het bijzonder te vinden dat het in het zorgICT landschap niet mogelijk is om te kiezen wat bij je past. “Uit een Toyota
catalogus, kun je toch ook zelf uitzoeken welke auto bij je past?” Frank Kuiper
omschreef uitdagingen die veranderingen binnen de GGZ Oost-Brabant
teweegbrengen. “We streven ernaar om van ‘spaghetti’ tot architectuur te komen. Het
RDG is daarbij faciliterend”. Erwin Poppen illustreerde tot slot aan de hand van
diverse voorbeelden hoe hij het RDG inmiddels heeft toegepast; van een denkkader
voor een informatieplan, via het mappen van de huidige applicaties van GGZDrenthe op het RDG tot het aanbrengen van categorieën voor betrouwbaarheid,
integriteit en veiligheid van informatie.
TraIT
De patiënt sneller beter maken, dat is uiteindelijk waar het in de gezondheidszorg
allemaal om draait. Er is op medisch gebied steeds meer mogelijk, onder andere
dankzij klinisch onderzoek. De enorme hoeveelheid data die hieruit voortkomt,
verkregen uit verschillende domeinen en vaak afkomstig uit diverse
onderzoekscentra, moet goed worden geordend. Om er bovendien waardevolle
informatie aan te onttrekken is er behoefte aan standaarden en interoperabiliteit van
IT-(onderzoeks)systemen. Een aantal nationale en internationale projecten maakt dit
mogelijk. CTMM-TraIT is een van deze projecten, waar volgens Jeroen Beliën (UHD
VUmc en CTO CTMM-TraIT) grote behoefte aan is. “We leven nog in ancient times.
Iedereen bouwt zijn eigen terpje om zijn voeten droog te houden. Er zijn heel veel
eilanden ontstaan. En zelfs als je bruggen bouwt, heb je nog altijd te maken met
dialecten omdat er verschillende termen worden gebruikt. In het ene systeem wordt
een patiënt bijvoorbeeld aangeduid als Research Subject en in het andere systeem
als Cohort Member. Dat moet anders kunnen.” Naar aanleiding van het verhaal van
Jeroen Beliën ontstond een levendige discussie met de aanwezigen. Onder andere
over de relatie met COMMIT, trust en privacy.
Tekst: Marita Smit