Vijfde congres Architectuur in de zorg Architectuur: een open boek?! Je kunt als ziekenhuis gevestigd zijn in een prachtig pand, beschikken over de nieuwste instrumenten en apparatuur, een fantastische medische staf in huis hebben en werken met bevlogen verplegend personeel. Als vervolgens de informatiearchitectuur niet op orde is, heb je alsnog een groot probleem. Op het vijfde congres over architectuur in de zorg, met als thema ‘Architectuur: een open boek?!’, is uitgebreid gesproken over goede en veilige informatieuitwisseling binnen het complexe zorgveld. De wereld is de laatste jaren razendsnel veranderd. Smartphones en tablets zijn niet meer weg te denken en bieden iedereen altijd en overal de gelegenheid om informatie op te zoeken en uit te wisselen. Ook voor de zorg heeft dit gevolgen, zo vertelde dagvoorzitter Nicky Hekster (IBM Benelux). “We hebben te maken met een nieuwe realiteit. Patiënten gaan zelf op zoek naar informatie voordat ze een zorginstelling bezoeken en leggen soms contact met andere mensen die dezelfde klachten of aandoening hebben. En met alle technische mogelijkheden van vandaag de dag, verwachten patiënten ook dat een ziekenhuis te allen tijde de juiste data uit de patiëntenregistratie kan halen. Het blijkt echter nog een hele uitdaging om de infrastructuur zo in te richten dat je data kunt vertalen naar informatie en kennis. De sleutel hiertoe is standaardisatie. Maar is architectuur wel een open boek? Zijn er open standaarden? Is het ook duidelijk? Dit jubileumcongres - georganiseerd door GS1 Nederland, HL7 Nederland, IHE Nederland, NAF en Nictiz - geeft antwoord op dit soort vragen.” Tijdens verschillende sessies passeerden veel interessante onderwerpen de revue. Uniforme barcodering “Bij een pak melk kun je achterhalen van welke koe de melk afkomstig is en het 3Dprinten van weefsel is al mogelijk. Dan is het toch vreemd dat de meeste ziekenhuizen bij een recall papieren dossiers moeten doorspitten?”, zo stelde Justin Bitter (Ziekenhuis Bernhoven in Uden). Hij pleitte daarom voor uniforme barcodering. “Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat het juiste product, in de juiste dosis, aan de juiste patiënt en op de juiste manier wordt toegediend. Je moet producten dus kunnen identificeren, vastleggen en koppelen aan systemen. Een barcode of DataMatrix kan alle benodigde informatie bevatten; het artikelnummer, het lotnummer en de expiratiedatum. Uniforme barcodering verhoogt bovendien niet alleen de patiëntveiligheid, maar leidt ook tot aanzienlijke kostenbesparingen door betere afstemming, minder derving en lagere voorraden.” Ziekenhuis Bernhoven en GS1 Nederland hebben de krachten gebundeld en een portal ontwikkeld waarin leveranciers brondata aanleveren. Deze kunnen vervolgens – foutloos – door het ziekenhuis worden overgenomen. De combinatie van de juiste brondata en het vastleggen van de locaties waar een product wordt opgeslagen of toegepast, zorgt voor een veilige situatie waarin traceerbaarheid van leverancier tot en met de patiënt mogelijk is. Wanneer ook elektronisch berichten worden uitgewisseld, kan ook nog eens efficiënter worden gewerkt. Is een kunstheup gebruikt, dan kan de leverancier direct een nieuwe aanleveren en automatisch factureren. “ICT is echt ondersteunend aan de zorg die je biedt”, besloot Justin Bitter zijn relaas. Veranderingen in de langdurige zorg De langdurige zorg staat aan de vooravond van grote veranderingen. Zo wordt onder andere de nieuwe Wet Langdurige Zorg ingevoerd, verschuiven in het kader van de Wmo sommige taken naar de gemeenten en blijven de zorgkosten de komende jaren stijgen. Omdat er in de toekomst nog meer partijen bij de zorg van een patiënt betrokken zullen zijn, is er behoefte aan een nieuwe domeinarchitectuur. “Het is belangrijk om kosten te besparen, de administratieve lasten te verlichten en transparant te werken. Informatie moet daarom beter worden ontsloten”, vertelde Marc Lankhorst (Zorginstituut Nederland en BiZZdesign). Het op verschillende manieren overdragen van informatie tussen alle betrokkenen brengt risico’s met zich mee. “Een estafette van organisatie naar organisatie heeft grote nadelen. Het is inflexibel, traag en kwetsbaar. In AIDA, de nieuwe domeinarchitectuur voor de AWBZ, wordt het ‘push’ model vervangen door een ‘pull’ model. Steeds meer informatie wordt bij de bron gehaald en ontsloten via knooppunten en domein- en sectorregistraties. Dit zorgt voor betere regie, een vraaggestuurde oplossing, betere kwaliteit van de informatie en het voorkomt vertragingen.” De veranderingen zullen stap voor stap worden ingevoerd, onder regie van de centrale overheid. Process Mining in ziekenhuizen Veel ziekenhuizen kiezen voor process mapping om zorgprocessen efficiënter en effectiever te maken. Dit is echter een tijdrovende en kostbare aangelegenheid. Het is slimmer om gebruik te maken van de schat aan informatie die ICT-systemen binnen een ziekenhuis bevatten. Process Mining maakt gebruik van deze gegevens. Deze data – en dus niet de beschrijvingen van mensen – vormen het uitgangspunt bij het in kaart brengen van zorgprocessen. Op die manier kun je een objectieve werkelijkheid weergeven. Belangrijk, want wat het personeel vertelt komt niet altijd overeen met wat er daadwerkelijk is gebeurd. Met Process Mining toon je dit aan, vertelde Ronny Mans (PhD Technische Bedrijfskunde). “Neem bijvoorbeeld een patiënt met darmkanker. Daar zijn diverse specialismen bij betrokken en ieder specialisme ziet alleen zijn stukje van het proces. Met Process Mining kun je het totaal aan processen in beeld brengen. Je kunt bijvoorbeeld nagaan hoe lang een behandeling in totaal duurt of hoelang het duurt vanaf het aanvragen van een operatie tot en met de aankomst van de patiënt op de recovery. Ook de knelpunten komen aan het licht. Als er veel tijd blijkt te zitten tussen stap 2 en 3 in een behandeling, dan kun je kijken wat de reden hiervan is en of je de tijd zou kunnen verkorten. Process Mining geeft je zo tools om verbetervoorstellen te doen.” Klik hier voor het downloaden van de software. eOverdracht en Generieke overdrachtsgegevens Wanneer een patiënt met een CVA, ook wel beroerte genoemd, terechtkomt in een regionaal ziekenhuis, kunnen er verschillende overdrachtsmomenten volgen. Naar een academisch ziekenhuis, terug naar het regionale ziekenhuis, naar een verpleeghuis, de dagbehandeling en de thuiszorg bijvoorbeeld. Om verpleegkundige gegevens op een eenduidige manier over te dragen, is de informatiestandaard ‘eOverdracht in de care’ ontwikkeld. Irene van Duijvendijk (adviseur Zorg ICT & Innovatie, Nictiz) demonstreerde het elektronisch overdrachtsbericht en vertelde over de voordelen ervan. “Je vermindert hiermee de kans op fouten, bespaart tijd, het zorgt voor administratieve lastenverlichting en er wordt gewerkt met eenduidig taalgebruik. De patiënt hoeft ook niet elke keer dezelfde vragen te beantwoorden en ontvangt de juiste zorg”. Erna Vreeke (adviseur eCare, Nictiz en V&VN) ging vervolgens in op het project ‘Generieke Overdrachtsgegevens’, uitbreiding met verpleegkundige gegevens, een initiatief van acht Universitair Medische Centra, V&VN en Nictiz. Inmiddels is er een landelijk gedefinieerde, generieke set gegevens voor de medische overdracht die bij een patiënt in een ziekenhuisomgeving elektronisch uitgewisseld kan worden. Dit wordt nu uitgewerkt in een elektronisch bericht. “In dit project vullen we de gegevens aan met de eOverdracht, waarin al verpleegkundige gegevens zijn gedefinieerd. De informatieblokjes kunnen die op verschillende manieren worden hergebruikt. Ik vergelijk het wel eens met legosteentjes, die kun je ook op allerlei manieren combineren, afhankelijk welke informatie nodig is in een bepaalde casus bij de overdracht.” Meer informatie is onder andere te vinden in de whitepaper ‘Tips voor een effectieve overdracht van verpleegkundige patientgegevens’ en ‘ICT-standaarden in de zorg’. (Inter)nationale samenwerkingen op het gebied van Biobank data Biobanken verzamelen, uiteraard met toestemming van vrijwilligers en patiënten, biologisch materiaal voor wetenschappelijk onderzoek. Om dit materiaal optimaal te kunnen benutten is steeds meer behoefte aan samenwerking op het gebied van standaarden, gemeenschappelijke infrastructuur en tooling. Er zijn dan ook verschillende projecten, zowel nationaal als internationaal, met als doel onderzoeksgegevens te harmoniseren, bestaande onderzoekscohorten te verrijken en informatiemodellen, catalogi en tools voor onderzoekers te ontwikkelen. Voor wetenschappers is deze samenwerking van groot belang. Linda Mook (UMC Groningen) vertelde over verschillende research infra-initiatieven en samenwerkingsverbanden en omschreef haar ideale situatie. “Het is mijn wens dat onderzoeksdata ook vanuit het EPD worden gebruikt”. Biobanken werken met eigen standaarden, en zouden – zo suggereerde een van de aanwezigen – ook baat kunnen hebben bij uniforme barcodes. Chao Pang (PhD student UMC Groningen) verving de zieke Morris Swertz en gunde de aanwezigen een kijkje in hun aanpak om verschillende informatie te harmoniseren. Ze maken gebruik van semantische ontologie waarbij computers de betekenis van tekst en metadata kunnen afleiden en op basis daarvan kunnen redeneren en gevolgtrekkingen maken. Dit gaf aanleiding tot een interessant gesprek met de aanwezigen. Trusted Healthcare Systems COMMIT, het grootste onderzoeksprogramma in de ICT, richt zich onder andere op de verbintenis van vertrouwen en veiligheid met zorg. “Is een zorgsysteem te vertrouwen, dat is de kernvraag binnen het onderzoek”, vertelde Robert Stegwee (Capgemini Consulting). “Zowel de onderzoeker, de patiënt als de zorgprofessional moet kunnen vertrouwen op veilige informatiesystemen”. Stegwee ging uitgebreid in op Trusted Healthcare Systems, het project waarin kennisinstellingen en industriepartners samen de nieuwste ontwikkelingen in de ICT onderzoeken. Binnen het project wordt gekeken wat er nodig is om patiënten en zorgverleners voldoende vertrouwen te geven om veilig en goed met eHealth-toepassingen te kunnen en willen werken. Hierbij staan zowel de eHealth-toepassingen in het directe zorgproces tussen de zorgverlener en patiënt als de meer sociale toepassingen van patiënten (en hun zorgverleners) onderling in de aandacht. Transparantie is volgens Stegwee van groot belang. “Vertel hoe je werkt. Wees een open boek als het gaat over wat je met data doet en hoe het werkt. Dan win je het vertrouwen van alle betrokkenen.” De juiste werkwijzen en de implicaties voor de architectuur zijn nog niet uitgekristalliseerd. Hoe je omgaat met de procesflow, welke bewaartermijnen je moet afspreken, wat de juiste tools zijn op het gebied van guidance, datakwaliteit, veiligheid en transparantie: er moet nog veel worden onderzocht. Op 2 oktober wordt tijdens The Big Future of Data Event uitgebreid over dit onderwerp gesproken. Effectieve architectuur in een ziekenhuis: een pragmatische aanpak Hoe ga je effectief om met architectuur in een groot, topklinisch ziekenhuis? Gert Florijn (M&I Partners) en Henk ten Dolle (St Antonius Ziekenhuis) vertelden over hun aanpak in het St Antonius Ziekenhuis. Gert Florijn: “Bij de uitgangssituatie in 2011 waren ICT en informatiemanagement twee niet goed verbonden werelden. Begin 2011is er een CIO (Chief Information Officer) aangesteld om de kloof te dichten. Voor wat architectuur betreft zijn we uitgegaan van het Referentiedomeinenmodel ziekenhuizen (RDZ) en hebben op basis hiervan een eigen, herkenbaar model ontwikkeld om alle domeinen in kaart te brengen. Per domein hebben we op hoofdlijnen geïnventariseerd van welke applicaties gebruik wordt gemaakt. Het was duidelijk dat dit simpeler kon; van meer kleine systemen naar grote overkoepelende systemen. De leden van het CIO-office zetten hun voelhoorns uit in de organisatie en verzamelden ideeën en initiatieven. Er werd telkens beoordeeld of die al dan niet uitgewerkt moesten worden. Business en IT zijn daarbij op elkaar afgestemd aan de hand van het 9-vlaksmodel van Rik Maes. Nieuw is verder dat strategische, ICT-gerelateerde onderwerpen tegenwoordig worden besproken tot in de Raad van Bestuur. Gert Florijn en Henk ten Dolle sloten hun verhaal af met de belangrijkste leerpunten. “Houd het simpel, blijf resultaatgericht, kijk uit voor ingewikkelde tooling en methoden, communiceer begrijpelijk, neem de tijd om governance structuren goed in te vullen en doe niet alles tegelijk. En bedenk altijd: de architect is feitelijk een team, je hebt verschillende skills nodig”. Architectuur: één druk op de knop? “Als je een route plant, kun je met één druk op de knop je huidige locatie bepalen. Als informatiearchitect ben je ook een soort TomTom. Jij bepaalt de route. Maar als je de huidige situatie wilt weten, blijkt één druk op de knop niet voldoende”, vertelde Daniël Woning (Isala). Een jaar of zes geleden ontstond daarom al het plan om één documentatiesysteem te ontwikkelen voor de hele ICT. Hoewel het in eerste instantie niet werd opgepakt, is het binnen Isala inmiddels wel gerealiseerd met behulp van een semantische wiki. Het is een integraal documentatiesysteem dat zoveel mogelijk put uit bronsystemen. De architectuur van het huidige ICT-landschap wordt gebruikt als kapstok voor de specifieke documentatie van de verschillende ICT-disciplines. Het resultaat is beschikbaar voor alle Isalanders, ook voor artsen of verpleegkundigen dus. Daniël Woning gaf een uitgebreide demonstratie. “Voor dit systeem, waarop ook Wikipedia is gebaseerd, is gebruikgemaakt van een turn-key Mediawiki appliance. Er zijn verschillende typen pagina’s die aan elkaar zijn gelinkt, zo zijn bijvoorbeeld applicatiefuncties gemaakt en gekoppeld aan domeinen. Momenteel worden ook processen gelinkt. Op ICT-niveau is de Wiki helemaal ingeburgerd en nu zullen ook andere afdelingen aansluiten.” Een wiki is volgens Woning niet alleen functioneel. “Het maakt documentatie heel leuk en zorgt ervoor dat medewerkers met elkaar in gesprek gaan.” Ook interesse? Alle templates kunnen worden geëxporteerd en worden toegepast in andere ziekenhuizen. Architectuur in GGZ en Referentie-domeinenmodel GGZ Het Referentiedomeinenmodel GGZ (RDG) ondersteunt GGZ-instellingen bij de inrichting van de informatievoorzieningen. Jaap Schrieke (GGZ Nederland), Frank Kuiper (GGZ Oost-Brabant) en Erwin Poppen (GGZ Drenthe) vertelden over hun ervaringen hiermee. Ze schetsen gezamenlijk het speelveld waarin architectuur in de GGZ zich moet begeven en de mogelijkheden die het RDG biedt. Jaap Schrieke ging in op ontwikkelingen binnen de GGZ en op ontwikkelingen die daarbuiten spelen, maar wel gevolgen hebben voor de architectuur. Wat betekent het bijvoorbeeld dat meer patiënten in hun thuisomgeving blijven? Of wat betekent eMental Health voor de dagelijkse praktijk? Hij gaf verder aan het bijzonder te vinden dat het in het zorgICT landschap niet mogelijk is om te kiezen wat bij je past. “Uit een Toyota catalogus, kun je toch ook zelf uitzoeken welke auto bij je past?” Frank Kuiper omschreef uitdagingen die veranderingen binnen de GGZ Oost-Brabant teweegbrengen. “We streven ernaar om van ‘spaghetti’ tot architectuur te komen. Het RDG is daarbij faciliterend”. Erwin Poppen illustreerde tot slot aan de hand van diverse voorbeelden hoe hij het RDG inmiddels heeft toegepast; van een denkkader voor een informatieplan, via het mappen van de huidige applicaties van GGZDrenthe op het RDG tot het aanbrengen van categorieën voor betrouwbaarheid, integriteit en veiligheid van informatie. TraIT De patiënt sneller beter maken, dat is uiteindelijk waar het in de gezondheidszorg allemaal om draait. Er is op medisch gebied steeds meer mogelijk, onder andere dankzij klinisch onderzoek. De enorme hoeveelheid data die hieruit voortkomt, verkregen uit verschillende domeinen en vaak afkomstig uit diverse onderzoekscentra, moet goed worden geordend. Om er bovendien waardevolle informatie aan te onttrekken is er behoefte aan standaarden en interoperabiliteit van IT-(onderzoeks)systemen. Een aantal nationale en internationale projecten maakt dit mogelijk. CTMM-TraIT is een van deze projecten, waar volgens Jeroen Beliën (UHD VUmc en CTO CTMM-TraIT) grote behoefte aan is. “We leven nog in ancient times. Iedereen bouwt zijn eigen terpje om zijn voeten droog te houden. Er zijn heel veel eilanden ontstaan. En zelfs als je bruggen bouwt, heb je nog altijd te maken met dialecten omdat er verschillende termen worden gebruikt. In het ene systeem wordt een patiënt bijvoorbeeld aangeduid als Research Subject en in het andere systeem als Cohort Member. Dat moet anders kunnen.” Naar aanleiding van het verhaal van Jeroen Beliën ontstond een levendige discussie met de aanwezigen. Onder andere over de relatie met COMMIT, trust en privacy. Tekst: Marita Smit
© Copyright 2024 ExpyDoc