NHD/DZ - De Twaalfvoetsjollenclub

DINSDAG 1 JULI 2014
DINSDAG 1 JULI 2014
Reportage
Reportage
De twaalfvoetsjolklasse
bestaat 100 jaar.
Zaterdag is dat gevierd
met 171 van deze 3,66
meter lange zeilbootjes
op de Loosdrechtse
Plassen.
Jollen op rij tijdens het Nederlands Kampioenschap op het Alkmaardermeer in 2009.
FOTO THESSA VEENIS
Twaalfvoetsjol heeft al honderd jaar een klasse
Koos Reitsma
[email protected]
Feestgids voor veertig jaar ZZV.
Wormer ✱ De klasse van de twaalfvoetsjol is in Nederland de oudste
eenheidsklasse waarin nog bijna
wekelijks wedstrijden worden
gevaren. In 1960, toen er even weinig belangstelling meer voor het
zeilende sloepje was, werd de
Twaalfvoetsjollenclub opgericht.
Ter promotie. Op dit moment zijn
er 235 geregistreerde jollen in de
vaart.
Het schept een band, varen in een
twaalfvoetsjol, zeggen Wietske van
Soest (61) uit Wormer en Anjo Klinkenberg (62) uit Heiloo. Anjo Klinkenberg, die is geboren in Assendelft, vaart wedstrijden en Wietske
van Soest schreef mee aan het jubileumboek: ’Twaalfvoetsjol 100 jaar
klasse’. Van Soest heeft ook gevaren, samen met haar man. ,,Hij
wilde eerst eigenlijk in een randmeer varen’’, zegt ze. ,,Maar bij de
buurman lag een jol op zolder. Een
opknapper.’’
De opknapper werd opgeknapt.
Van Soest: ,,Later is-ie er toch zelf
één gaan bouwen. Lichter van
gewicht. Want de opknapper bleek
niet snel genoeg om potten te
breken tijdens de wedstrijden.
’Kisje’ - zo luidt de naam van de
nieuwe - is gemaakt van een partijtje cederhout en valt net binnen de
bandbreedte van wat volgens de
klassevoorschriften is toegestaan.
,,Ik ben in 2007 gestopt met varen’’, zegt Van Soest. Ze zeilde
altijd als ’bemanning’ mee. Niet als
fokkenmaat, want een twaalfvoetsjol voert uitsluitend grootzeil,
maar als de vereiste steun en toeverlaat bij harde wind. ,,Dat is vaak
geen pretje’’, zegt ze. Klinkenberg:
,,Als zeilmaat zit je met de billen
op de rand van het gangboord en
vang je alle buiswater op.’’ Van
Soest: ,,Ik heb me toen op het
maken van een jubileumboek
gestort.’’
Vrouwen
Het zijn meest mannen die het
helmhout van de twaalfvoetsjol
vasthouden. Anjo Klinkenberg is
een van de ongeveer dertig procent
vrouwen. ,,Vrouwen voeren al
vroeg in een twaalfvoetsjol’’, vertelt
ze. ,,In 1917, dus kort na het ontstaan van de eenheidsklasse, deden
de eerste vrouwen aan wedstrijden
mee. Later zijn er ook aparte wedstrijden voor vrouwen gehouden.’’
Klinkenberg: ,,Ik heb tien jaar
terug een twaalfvoetsjol laten
bouwen, van mahoniehout.’’ Dat
deed ze na er eerst één te hebben
geleend van een vriend. ,,Het beviel zó goed, dat ik er zelf één
wilde.’’ Ze vaart er internationaal
wedstrijden mee. ,,In Italië is ook
een groot aantal liefhebbers van dit
type boten’’, zegt ze. De klassevoorschriften zijn daar overigens wat
ruimer. Zo mogen de jollen er een
aluminium mast voeren, in plaats
Wedstrijden op de Voorzaan, begin 20e eeuw. Zeilnummer 14 is de Liberty.
Oudste jol was
van Klaas Swart
uit Westzaan
van één van hout. Klinkenberg: ,,In
Nederland proberen we ’m zo
origineel mogelijk te houden. Hier
moeten ook de exemplaren uit 1920
en 1930 nog mee kunnen komen.’’
De oudste binnen de Twaalfvoets-
jollenclub is een jol die dateert van
1915. Van Soest: ,,Dat schip, de Liberty, met zeilnummer 14, heeft
Klaas Swart uit Westzaan laten
bouwen voor zijn broer Jan.’’ Jan
Swart voer er wedstrijden mee. Tot
in 1920. ,,Hij stopte nadat zijn
zeilmaat, Willem Tip, tijdens een
wedstrijd op De Kagerplassen te
water raakte en verdronk. Zeilnummer 14 is toen naar een andere
jol gegaan, naar ’t Krokodilletje.’’
Maar de Liberty is wel bewaard
gebleven, en vaart zelfs weer mee
in wedstrijden. ,,De huidige eigenaar heet opnieuw Klaas Swart.’’
Anjo Klinkenberg tijdens het NK in 2009 op het Braassemermeer.
Hij is een kleinzoon van de Klaas
Swart die de jol liet bouwen.
Zoals bij veel typen zeilboten is
ook het ontwerp van de twaalfvoetsjol uit een wedstrijd voortgekomen. Die ontwerpwedstrijd,
gewonnen door de Engelsman
George Cockshott, was in 1913 uitgeschreven om meer eenheid in het
deelnemersveld te krijgen.
Van Soest: ,,Tot dan toe werd er
met handicaps gevaren.’’ Wie weinig zeil voerde of een erg zware
boot had, kon later binnenkomen
FOTO WIETSKE VAN SOEST
dan nummer één en toch nog winnen.
,,Het winnende ontwerp moest een
allround-boot zijn, ook bruikbaar
als bijboot voor grote schepen. En
je moest ermee kunnen roeien.’’
Aan het oorspronkelijke model van
Opknapbeurt bij de Zaanlandsche Zeil Vereeniging in 1957.
George Cockshott is in essentie
niets veranderd. ,,Wel zijn er wat
kleine aanpassingen gedaan’’, zegt
Anjo Klinkenberg. ,,Zoals luchtkussens onder de banken en zelflozers om het buiswater sneller kwijt
te raken.’’
FOTO ARCHIEF ZZV