DE BLOEMENWIJK – RANST - Gemeentelijk Documentatiecentrum

De Bloemenwijk – Ranst
Salvialaan - Rozenlaan - Begonialaan - Goudbloemlaan - Peeters-Reypensplein - Groenlaan – Tulpenlaan – Processieweg
Architect Karel de Dijn, realisatie 1952-1956
De tuinwijken: wederopbouw en
sociale woningbouw
Wanneer we vandaag in de krant of op televisie
beelden zien van door oorlog geteisterde gebieden, met gebombardeerde of sterk gehavende
steden en dorpen, realiseren we ons niet meer
dat ook grote delen van onze streken de vorige
eeuw tweemaal zo’n gehavend beeld hebben
vertoond. Zowel na WO I als na WO II stond
België voor de gigantische opdracht van wederopbouw en herstel van de oorlogsschade.
Bovendien verkeerde de westerse economie tijdens de jaren 1930 in een zware crisis. De daarbij horende werkloosheid zorgde voor een massale uittocht van het platteland naar de steden.
Om die uittocht binnen de perken te houden,
werd in 1935 onder impuls van het ministerie
van Landbouw de Nationale Maatschappij voor
den Kleine Landeigendom opgericht. Deze over-
Een tuinwijk in Ranst
Architect-urbanist Karel De Dijn, die zelf in Ranst
woonde op het Hofje ter Laar aan de Processieweg,
kreeg de opdracht om een landelijke woonwijk te
ontwerpen waarvan de grondoppervlakte van elk
perceel minstens 800 m² was. De wijk bestond
in de eerste fase uit vijf straten met in totaal
46 huizen: Salvialaan, Rozenlaan, Begonialaan,
Goudbloemlaan en Groenlaan. Enkele jaren later
volgden nog 22 huizen, in de Groenlaan, de
Tulpenlaan en de Processieweg. In het midden van
de wijk ligt een pleintje.
heidsinstelling, in de volksmond al snel afgekort
tot ‘Kleine Landeigendom’, had als doel het
platteland er zowel sociaal als economisch weer
bovenop te helpen. Hiervoor stelde ze zich tot
taak de huisvestingsvoorwaarden te verbeteren, de kleinlandbouw aan te moedigen en de
bodemkwaliteit te verbeteren. Enkele jaren later
kwam daar ook de uitvoering van de wet op
de ruilverkaveling bij. In 1970 werd de ‘Kleine
Landeigendom’ omgedoopt tot de Nationale
Landmaatschappij (NLM) om nog meer het
plattelandskarakter van de instelling te benadrukken. De belangrijkste activiteiten waren
ruilverkaveling en huisvesting. In 1988 volgde
een herstructurering. Ruilverkaveling en huisvesting werden gewestelijke bevoegdheden. De
Nationale Landmaatschappij werd omgedoopt
tot de Vlaamse Landmaatschappij (VLM).
Naar: www.vlm.be
Juffrouw Anna Maria Peeters, enig overblijvend
kind van het brouwersechtpaar Louis en Melania
Catharina Peeters-Reypens, stelde de nodige bouwgronden aan billijke prijzen ter beschikking: de
kleine Landeigendom kon de grond in 1951 aankopen aan 33 Belgische frank / m² of minder dan
één euro! De contactpersoon voor het aankopen
van een woning was meester Amry. Als plaatselijke
vertegenwoordiger van de Kleine Landeigendom
liet hij aan mogelijk geïnteresseerde kopers de
verschillende types huizen zien en stelde hij het
contract op. De prijzen van de huizen variëerden
van 283.000 tot 329.000 Belgische frank (7.015 à
8.155 euro).
Levet Scone
In 1952 startte de bouw en een jaar later betrokken
de eerste gezinnen hun nieuwe huizen. Op 12 juni
1954 ging de stichtingsvergadering door van de
wijkvereniging, voluit de ‘vereniging voor sociale
actie in de landeigendombuurtschap van Ranst’.
Tijdens deze eerste samenkomst werd een voorlopig bestuur gekozen, bestaande uit een voorzitter,
een secretaris, een schatbewaarder en twee, later
vier, gewone bestuursleden. Kersverse secretaris
Karel Buseyne noteerde in zijn verslagboek: “Deze
vergadering vond plaats met toelating van de heer
Burgemeester in de Raadszaal van het Gemeentehuis.
Er waren 17 gezinnen vertegenwoordigd waarvan
twee zelfs wiens woonst nog niet of slechts gedeeltelijk
gereedstaat.” Op dat ogenblik woonden inderdaad
een aantal mensen in een huis waar nog geen elektriciteit of gas was aangesloten.
Een naam kiezen voor de nieuwe vereniging was
het eerste punt op de dagorde van de volgende
vergadering. Uit een aantal voorstellen koos men
unaniem voor ‘Levet Scone’: “Een oproep tot een
schoon leven in een schone buurt daar kan zich ieder
onder scharen.” Voor de Kleine Landeigendom is dat
ook de officiële naam van de wijk. In de volksmond
werd die al snel eerst ‘wijk Peeters’ genoemd, naar
de voormalige eigenaar van de gronden, of spottend ‘de geleiwijk’. De Ranstenaren dachten immers
dat die nieuwelingen wel geen geld meer zouden
hebben voor ander broodbeleg en dus enkel gelei
op de boterham te eten kregen … Later kwam ‘de
Bloemenwijk’ in zwang. Toen het gemeentebestuur in september 1954 de straatnamen toekende
koos men immers allemaal bloemennamen. Enkel
voor het pleintje maakte men een uitzondering:
dat werd het Peeters-Reypensplein gedoopt uit
erkentelijkheid jegens juffrouw Anna Maria Peeters
en haar ouders, het brouwersechtpaar Louis en
Melania Catharina Peeters-Reypens.
Samen leven in de wijk
In het verslagboek van de wijkvereniging noteerde
secretaris Karel Buseyne als afsluitende zin van
het jaar 1954: “Dit half jaar werking mag zeker de
opbouw genoemd worden van een stevig fundament
van ons verenigingsleven, dat tolk wil zijn van kennis, vriendschap en voorspoed”. Er zijn voorbeelden
te over te vinden in zijn uitgebreide nota’s dat dit
geen loze woorden waren.
Voorspoed
De officiële inhuldiging van de wijk had plaats op
zondag 26 juni 1955. Burgemeester L. Pittoors
mocht het lint doorknippen terwijl de koninklijke fanfare De Nachtegaal het vaderlandse lied
uitvoerde. De burgemeester, de gemeentelijke
overheden en de genodigden wandelden daarna
door de straten van de nieuwe wijk tot aan het
Peeters-Reypensplein waar een feestzitting doorging. Verschillende sprekers namen het woord:
de burgemeester, directeur Marique van de Kleine
Landeigendom en F. De Roovere, de voorzitter van
‘Levet Scone’. Vervolgens plantte burgemeester
Pittoors de meiboom waarrond de volksdansgroep
Schalmei een lintendans uitvoerde. Daarna werden
de genodigden ontvangen op het gemeentehuis.
De heerlijke zomerdag werd besloten met een
muzikaal avondfeest.
Al van op de eerste wijkvergadering werden een
aantal praktische punten
besproken, zoals: “Daar
het stilaan noodzakelijk
wordt de gazons te verzorgen werd er onmiddellijk
besloten een grassnijmachine aan te kopen.” Een
zeer actieve groep wijkbewoners zorgden er zo veel
mogelijk voor om allerhande materialen samen aan te kopen, zodat de prijzen
soms sterk gedrukt konden worden. Een greep uit
het verslagboek voor 1954:
“De heer Verhoeven zal zich gelasten met het opsporen van granen, vooral kiekeneten, zaden en kunstmest aan verminderde prijzen.
Verschillende voorstellen voor verfwaren aan sterk
verminderde prijzen kwamen reeds binnen.
Samenaankoop van kolen wordt nog ter berde
gebracht.
Op vraag naar samenaankoop voor boonstaken en
erwtrijs verklaart Albert Goormans hiervoor te zorgen.
Aangekondigd wordt dat er mogelijkheid bestaat voor
de liefhebbers zich een Bulex-badverwarmer aan te
schaffen aan de occasieprijs van 1.000 fr.
Een 500 geraniumplanten, staande en rankers, werden besteld benevens Salvia,Petunia en Begonia”.
Kennis
Bij de eerste algemene ledenvergadering nodigde
‘Levet Scone’ een spreker uit die een uiteenzetting
kwam doen over bodemvruchtbaarheid. Dit initiatief werd later meermaals herhaald, over uiteenlopende onderwerpen.
Meester Amry, tot erevoorzitter verkozen, was
steeds bereid de wijkbewoners te helpen met
sociale en administratieve zaken, zoals het invullen van brieven, borderellen of belastingspapieren.
Bijvoorbeeld: “De heer Amry geeft vervolgens uitleg
over belastingsaangifte en vermindering van belasting
ingevolge de levensverzekering. Hij belooft nogmaals
op tijd en stond een zitdag te houden voor al degenen
die zulks verlangen te helpen bij invullen van belastingsaangifte enz.”.
Vriendschap
Dat onderlinge solidariteit geen dode letter was in
de Bloemenwijk bewijst het volgende: “Het voorstel
bij bereidwillige mensen een televisie avond in te richten wordt gunstig onthaald. Voorgesteld wordt het
programma van woensdag of zaterdag te nemen.”
Of nog: “Een televisie avond speciaal voor de vrouwen
moet op het getouw gezet worden.”
Onnoemelijk veel activiteiten volgden elkaar op,
jaar na jaar. Het inlichtingenblad Tijl, dat “zal verschijnen als ’t past”, kondigde ze aan: driekoningenavond, Sint-Niklaasfeest, kerststal en –gezangen en
toneel op het plein, muzieklessen, jeugdsportfeest,
zomerfeest, tuinwedstrijden, daguitstappen, fietstochtjes, fietsrally’s , of gewoon gezellig samenzijn.
Deze opsomming is verre van volledig, op de wijk
was altijd wel wat te beleven.
Epiloog
Uit het jaarverslag van ‘Levet Scone’ van 1963
Wij zien rondom ons onze jeugd ouder worden.
Diezelfde jeugd die destijds aan vader en moeders
hand een wandelingetje deed. De jeugd in volle bloei
neemt kontakt op met elkaar en op een ander plan
dan dit vroeger geschiedde. En daar is helemaal geen
zomerfeest voor nodig dat in 1963 goed was en verzorgd, zowel programma als organisatie, maar waar
spijtig genoeg de publieke belangstelling minder dan
matig was. Gevolg, voor de eerste maal in onze vereniging een schadepost.
Uren en dagen vliegen weg als de wind, tijden veranderen, mensen stellen andere eisen, kennen andere
problemen, genot of droefenis. Het is ook bij ons misschien de tijd om het roer om te gooien. En wellicht
met nieuw volk nieuwe gedachten te scheppen die
leven brengen. Leven dat wij allen zo nodig hebben.
En dan zeker het leven als vrienden en broers onder
elkaar die een opbouw willen stimuleren.
Wees bereid. Leef uw leven schoon.
Hugo en Karel Buseyne
De cursief gedrukte teksten zijn citaten uit het verslagboek van Karel Buseyne, secretaris van ‘Levet
Scone’. Het volledige archief van de wijkvereniging
wordt met goedkeuring van Karel Buseyne na deze
Open Monumentendag geschonken aan het documentatiecentrum van de gemeente Ranst.
Foto’s huidige toestand: Stefan Dewickere; oude
foto’s: archief Levet Scone