Tot de nek in de sport

Tot de nek in de sport
Hockey op een Essentveld, wielrennen in een Essentkoers
Veertig miljoen euro aan Essentgeld wordt tussen 2010 en 2016 geïnjecteerd in de
Brabantse topsport. Hoe eerlijk is de verdeling en zijn Brabanders daardoor beter gaan
sporten? Hoe de provincie juicht met miljoenen.
Door Ton de Jong
Bij de zadelkamer van het prestigieuze paardensportcentrum van de familie Bartels in Hooge
Mierde hangt het gewilde klein bordje met rood logo. De provincie Noord-Brabant heeft de
nieuwe hal betaald. Dank, grote dank. Brabant hangt vol met deze dankbetuigingen, ook op
spandoeken. De bijdrage varieert van een paar duizend euro voor een plaatselijke
wielerkoers tot vele miljoenen voor een nieuwe hightech turnhal voor Flikflak in Den Bosch.
Het provinciebestuur deed amper aan sport totdat de Essentgelden zorgden voor vlees en
vet op de botten. Sindsdien kan ieder sportevenement dat net boven het maaiveld
uitsteekt, rekenen op gulheid uit de Bossche bestuurstoren. Er zijn nauwelijks aanvragen
afgewezen, in 2012 niet één.
Met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur ontving het Brabants Dagblad overzichten
van alle sportsubsidies. Van de Warandeloop in Tilburg (50.000 euro) tot de World Port
Classics van Rotterdam naar Antwerpen, waarbij de wielrenners de provincie alleen maar
even passeerden (30.000 euro). Gehandicapten die willen sporten kloppen zelden tevergeefs
aan in Den Bosch. Maar liefst 48 grote en kleine evenementen voor gehandicapten zijn
gesponsord met Essentgeld.
Wat moet de provincie met sport? Het is geen voor de hand liggende en al zeker geen
wettelijke taak. Van oudsher zijn het de gemeenten die sportvelden aanleggen en geld geven
voor de (jeugd)leden van sportclubs. En dus moest het provinciebestuur op zoek naar
geschikte argumenten om 40 miljoen euro aan uitgaven te verantwoorden. Provinciale
Staten zijn immers wel goed maar niet gek.
Om te beginnen werd in 2011 advies gevraagd aan de Brabantse Sociaal Economische Raad
die in een stevig rapport waarschuwde voor ‘gieteren’ van geld. Het advies: kies scherp, kijk
waar Brabant echt sterk in is en hou het bij drie, hooguit vier sporten: ruitersport,
zwemmen, hockey en ‘eventueel turnen als nichesport’. De goede raad werd in de wind
geslagen. Het werden er zeven, om zo veel mogelijk clubs en evenementen te kunnen
plezieren. Dat zwemmen een topsport is in Brabant valt nog wel te onderbouwen, maar bij
wielrennen werd een zwakke redenering gevolgd: ‘Wij hebben Leontien van Moorsel, Lars
Boom en Marianne Vos’. Brabanders houden van wielrennen, maar topsport hier? Leontien
is geschiedenis, of Lars bij de top hoort is zeer de vraag en om het alleen van Marianne af te
laten hangen is erg gewaagd.
Voordat op basis van een Sportplan (geldig tot 2016) de miljoenen verdeeld konden worden,
kwam er een haastklus voorbij. De Olympische Spelen van 2012. Er deden zich –in de
ronkende taal waar de provinciale nota’s mee vol staan- ‘unieke kansen voor om de sport in
Brabant op een hoger niveau te tillen en de uitstraling van Brabant te verbeteren’.
Sportbonden uit de hele wereld zouden staan te trappelen om hier te kunnen trainen voor
Londen. In vliegende vaart werden de plannen door Provinciale Staten gejast om de ‘road to
Londen’ te plaveien. Het moest snel want de Spelen naderden. De slogan straalde ambitie
uit: ‘Let the games begin….in Brabant’. Dat viel tegen. Brabant bleek toch weer niet het
middelpunt van wereld te zijn. Soms was er een heel praktische reden waarom de sporters
wegbleven. Roeivereniging Vidar in Tilburg, waar provinciaal en plaatselijk CDA-coryfee Jan
Melis in de Raad van Bijstand zit, verbeterde met een half miljoen Essenteuro’s de
accommodatie maar helaas bleek de stroming op het Wilhelminakanaal te sterk om goed te
kunnen trainen. De ambities waren niet gehaald, zou je zeggen. De reactie van
provinciebestuurder Brigite van Haaften in 2012 was opvallend. Nu was het geld plotseling
niet meer bedoeld geweest om buitenlandse sporters te trekken. Haar woordvoerder toen:
“Brabant kan zich met betere accommodaties onderscheiden als regio voor kennis en
innovatie.” Met andere woorden: een betere sportaccommodatie is nooit weg. Herman
Vreugdenhil, voorzitter van de Statenfractie van ChristenUnie/SGP in Noord-Brabant, kon
het niet bevatten: "Het is wrang dat je heel stevig bezuinigt op jeugdzorg en openbaar
vervoer, maar wel geld inzet om een Portugese roeiploeg naar Brabant te trekken." Het
provinciaal bestuur pareert deze vaker geuite kritiek steevast met de stelling dat de
Essentgelden er niet zijn om bezuinigingen op te vangen”, maar om ambities te
verwezenlijken.
Na dit Olympische uitstapje van twee miljoen euro, werd het tijd voor het grotere werk. De
aanvragen voor de eerste echte subsidiegolf stroomden in 2011 binnen, een twintigtal uit
alle hoeken van de provincie voor een totaalbedrag van 17 miljoen euro. Paul van Liempd,
toen kersvers Statenlid voor de PvdA en inmiddels wethouder in Waalre, stelde kritische
vragen over de selectie door het beoordelingsteam. Dat werd behalve door twee
ambtenaren bemensd door deskundigen van sportkoepels, Olympisch Netwerk Brabant en
universiteit. Van Liempd vond de selectie ondoorgrondelijk en slecht beargumenteerd. “Het
is onbegrijpelijk om drie tophockeyvoorzieningen in een straal van dertig kilometer te
realiseren en bijna drie miljoen te steken in verbouw van bestaande topvoorzieningen.” Hij
kreeg alsnog een lijst met de scores van de aanvragen.
De Hockeyclub Tilburg viel met 49,5 punt nog net in de prijzen, Atletiek Eindhoven met 47,5
punten miste rakelings de subsidieboot. De tabel van scores ziet er indrukwekkend uit.
Iedere aanvraag werd beoordeeld op regionale functie, promotie van Brabant, bijdrage aan
breedtesport, innovatie, samenwerking en economische betekenis. Het lijkt objectief maar
het is natuurlijk deels nattevingerwerk. Hoe objectief waren die 49,5 punten die de aanvraag
uit Tilburg uiteindelijk kreeg van het beoordelingsteam? Er zijn ordners volgeschreven met
criteria en doelstellingen maar onduidelijk blijft welke krachten en machten maken dat een
wielerronde of een hockeyclub geld krijgt. In dat verband wordt het provinciehuis wel
omschreven als een grote blackbox waarin van alles gebeurt waar de buitenwereld en ook
de politiek geen zicht op heeft.
Voorzitter Patrick Stassen van Atletiek Eindhoven: “Het subsidieverzoek liep via de
gemeente. Ik heb geen enkel contact gehad met het provinciehuis of met de politiek. Dat
had ik misschien wel moeten doen maar lobbyen is niet mijn sterkste kant. Intussen heb ik
geleerd dat het soms niet anders kan. In ons nadeel zal ook wel geweest zijn dat hockeyclub
Oranje Zwart veel geld heeft gekregen. Twee clubs uit Eindhoven ligt natuurlijk wat lastig.
Waarom ons verzoek precies is afgewezen heb ik nooit gehoord.”
Aan de 1,5 miljoen voor Hockeyclub Tilburg zat een reuk van politieke vriendendienst. Het
veroorzaakte een politieke rel, en die zijn zeldzaam in het provinciehuis. Waren er informeel
al toezeggingen gedaan aan de club voordat de politiek beleid had vastgesteld? Zo hard had
de hockeyclub het geld overigens niet nodig. Er werd een zevende veld en een deel van het
clubgebouw mee betaald ‘ter volmaking van het complex’, meldde de club in een
persbericht. Luis in de pels PVV vermoedde vieze spelletjes en de VVD dreigde met een
motie van wantrouwen. Bestuurders van de hockeyclub hadden in het Brabants Dagblad
gesuggereerd dat gedeputeerde Van Haaften (CDA) al toezeggingen had gedaan aan onder
anderen voormalig provinciebestuurder Jan Boelhouwer (PvdA). Mede vanwege zijn goede
contacten op het Provinciehuis werd hij voorzitter van de club. Natuurlijk werden de
toezeggingen ontkend, maar de achterkamergeur is nooit verdreven.
Den Bosch en Eindhoven kregen nog wat meer Essentgeld voor de vernieuwing van hun
hockeycomplexen. Motivatie: zij moeten bij de internationale top gaan horen. Zo betaalt de
provincie 3,6 miljoen aan Den Bosch waarvan 1 miljoen euro om bij de tophockeyvelden in
Den Bosch het ‘Beste sportrestaurant van Nederland’ te realiseren. Saillant: gedeputeerde
Bert Pauli (VVD) speelt de bas in het cluborkest van de hockeyclub.
De ambities dreigen te sneuvelen nu hardop getwijfeld wordt of Brabant op hockeygebied
aan de top kan blijven. “Het zuiden gaat eraan, dat voorspel ik je”, zei hockeycoryfee Toon
Siepman onlangs in het Brabants Dagblad. Talenten gaan naar de Randstad hoe lekker het
eten in het toprestaurant ook is. Afgelopen seizoen dreigde het Brabants tophockey al een
pijnlijke smak te maken. Met veel moeite handhaafden de heren van Den Bosch en Tilburg
zich in de hoofdklasse.
Ook de subsidie van 1 miljoen aan de Academy Bartels in Hooge Mierde roept vragen op.
Waarom moet de gemeenschap geld overmaken voor een prachtige rijhal van 40 bij 20
meter? Het is toch een commercieel bedrijf dat zijn eigen bonen moet zien te doppen? Gijs
Bartels (38), samen met zus Imke eigenaar, legt het in de stijlvolle
bibliotheek/seminarruimte van het paardensportcentrum uit. “In eerste instantie voelden
wij ons niet zo geroepen om mee te doen, maar het sportplan bleek als het ware voor ons
geschreven te zijn. Ik zag ook de andere aanvragen en dacht: als die denken in aanmerking te
komen, dan wij toch wel helemáál.” Bij Bartels trainen talenten, het centrum werkt intensief
samen met de Hogere Agrarische School in Den Bosch, het doet veel aan innovatie en
gehandicaptensport en het is een gekend congressenoord.”Voor al deze dingen heb je goede
accommodatie nodig.” In de ranking van de provinciale beoordeling eindigde Bartels als
hoogste met 58 punten. Tussen subsidiegever en Bartels is de Stichting Sport en Recreatie
geschoven die in de gaten houdt of Bartels zich aan de afspraken houdt. Voorzitter Piet
Verhoeven: “Ieder jaar moet Bartels in de begroting een ton opnemen voor de nieteconomische doelen, zoals recreatieve activiteiten voor mensen in de omgeving en
gehandicapten. Na tien jaar is het miljoen aan provinciegeld 'terugbetaald' aan de
samenleving.“
Wat was en is de rol van de provinciale volksvertegenwoordiging? Hoe kritisch werden de
plannen door Provinciale Staten gevolgd? De coalitie van CDA, VVD en SP moppert af en toe,
maar stuurt niet bij. De oppositie van PvdA, D66 en de PVV is –vanzelfsprekend- veel
kritischer en wil de uitvoering van het Sportplan op de voet volgen, maar dat blijkt niet mee
te vallen. “Als Statenlid heb je maar één dag per week om alles bij te houden. Dus is het
ondoenlijk om alle dossiers op de voet te volgen. Je stelt als Staten de hoofdlijnen vast en
moet er maar op vertrouwen dat ambtenaren en bestuurders het goed uitvoeren”, zegt
Jeroen Hageman van D66. De partij heeft tegen het Sportplan gestemd. “Wij zien geen
wezenlijke meerwaarde voor de sport in Brabant. Wat schieten wij op met een botenloods
of een zevende veld voor een hockeyclub? Wij zien meer in talentontwikkeling.”
Hij klaagt over de gebrekkige informatievoorziening. Pas als de Staten nadrukkelijk vragen
om gegevens krijgen ze. Het Brabants Dagblad legde tijdens het onderzoek naar de
Essentgelden de volgende vraag voor aan Gedeputeerde Staten. ‘Waarom publiceert de
provincie geen heldere overzichten van de definitieve bedragen die zijn uitgekeerd? Anders
gezegd in een voorbeeld: waar kan ik vinden wat er precies is gerealiseerd op het terrein
van Vidar in Tilburg en wat het uiteindelijk heeft gekost?’ We zijn in het antwoord verwezen
naar Brabant.nl, waar een openbaar subsidieregister te vinden is en een kaartje van Brabant
met de locaties van clubs die geld hebben gekregen. Het is een terugkerend patroon: over
de ambities wordt rapport na rapport geschreven, de verantwoording is mistig en mager.
Halverwege de looptijd van het Sportplan is de helft van de veertig miljoen uitgegeven. Twee
instituten zijn nu bezig met een ‘tussenmeting’ van de doelen uit het Sportplan. Dat is een
lastige meetklus. ”Met het Sportplan willen wij Brabant versterken als aantrekkelijke
vestigingsplaats en bijdragen aan de gezondheid van Brabanders”, lezen we op Brabant.nl.
Dat valt niet te meten. Een meer concrete vraag: Is Brabant door die miljoenen meer top
geworden? Voor het antwoord is geen diepgravend onderzoek nodig. Een tiental
accommodaties is verbeterd, er wordt gegieterd met sponsorgeld voor evenementen maar
betere sportprestaties blijven uit.
Dit artikel is gebaseerd op openbare verslagen en stukken, interviews met Statenleden,
deskundigen en bestuurders en door ons gevraagde informatie van het provinciebestuur.
Voor het Sportplan vroegen wij naar alle verstrekte subsidies, de cofinanciering en de
verantwoording van de uitgaven door de clubs. De vragen en antwoorden staan volledig op
bd.nl
Kader
In 2010 heeft de provincie 300 miljoen uit de pot met Essent-gelden verdeeld over vijf grote
bestemmingen: energie, landschappen, erfgoed, sport en Brabant Culturele Hoofdstad.
Ambitie, organisatie en uitvoering van de programma’s verschillen nogal. Vandaag het
Sportplan, volgende week dinsdag de erfgoedcomplexen en later de andere. Het geld voor
Brabant Culturele Hoofdstad dat nu waarschijnlijk een breder cultuurfonds wordt gestopt
laten wij buiten beschouwing. Brabants Dagblad onderzoekt de besteding van de Brabantse
Essent-gelden samen met De Onderzoeksredactie. Afgelopen woensdag is het eerste deel
gepubliceerd.
Heeft u tips? Wilt u iets kwijt over met Essent-geld betaalde projecten? Meld het bij
[email protected]
De negen uit het Sportplan 2010-2016 gesubsidieerde sportaccommodaties
Atletiekvereniging Sprint Breda
Uitbreiding en renovatie van de banen
0,8 miljoen provincie
1,6 miljoen gemeente Breda
Studentenroeivereniging Vidar Tilburg
Trainingsfaciliteiten en botenloods
0,5 miljoen provincie
0,25 miljoen gemeente
0,45 miljoen Vidar en universiteit
Hockeyclub Den Bosch
Bouw van een overdekte tribune met kleedvoorzieningen, realisering Beste Sportrestaurant
van Nederland
3, 64 miljoen provincie, 5,5 miljoen gemeente
Turnvereniging Flik Flak
Uitbreiding hal met onder andere ruimte voor schermclub, fitnessruimten, studeerplekken
en sportmedisch centrum
2 miljoenprovincie, 2 miljoen Den Bosch
Pieter van den Hoogenband Zwemstadion in Eindhoven
Upgrade van het zwemstadion met onder meer krachthonk en ruimten om te vergaderen en
voor medische behandelingen
Zeven ton van provincie, zeven ton van de gemeente Eindhoven
Hockeyclub Tilburg
Verplaatsing complex van fusieclub naar Bredaseweg.
1, 5 miljoen provincie, 6,1 miljoen gemeente, 1 miljoen club
Atletiek Prins Hendrik Vught
Nieuw atletiekcomplex
Totale kosten 5,2 miljoen, 7 ton bijdrage provincie
Academy Bartels Hooge Mierde
Nieuwe oefen- en wedstrijdhal
1 miljoen provincie, 1 miljoen Bartels
Hockey Eindhoven
Upgrading hockeycomplex Genneper Parken
Twee miljoen bijdrage provincie
Verdeling
In de pot 40 miljoen
Besteed per 1 maart 2014 (Bron provincie Noord-Brabant)
Sportaccommodaties 14.365304
Sportevenementen 1.589500
Talentontwikkeling
Breedtesport
Gehandicaptensport
Diversen
1.938444
729.411
1.008.794
630.389
20.909.741