Vragen van het Brabants Dagblad over het Brabantse Sportplan 2010-2016 met de antwoorden van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 23 mei 2014 1. Vraag: Maarten van Bottenburg zou de uitvoering van het Sportplan stevig gaan begeleiden. Wat is daarvan terecht gekomen? Antwoord: Maarten van Bottenburg zou het plan inderdaad begeleiden. Bij de start van het Sportplan is gebleken dat dit een dusdanig fors tijdbeslag zou vergen, dat we het iets anders hebben aangepakt. We hebben het Mulier Instituut (een sport-wetenschappelijk onderzoeksbureau in Utrecht, waarmee de vakgroep van Van Bottenburg nauw samenwerkt) in de arm genomen voor de begeleiding. Via Van Bottenburg is Dr. Frank van Eekeren (van diens Universitaire School Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO), Universiteit Utrecht) verbonden aan dit proces, als “critical friend”. Dit heeft geleid tot een voortgangsmonitor, waarvan de nul-versie in 2012 is opgepakt. Inmiddels zijn we bezig met een tussenmeting (1-meting), opnieuw is Mulier i.s.m. USBO (Van Eekeren) daarbij betrokken. Zodoende wordt de provincie regelmatig en intensief gevolgd in de uitvoering van het Sportplan, en de mate waarin de vooraf gestelde doelen worden behaald. 2. Vraag: Wie zaten en zitten in het beoordelingsteam dat de aanvragen voor een sportplansubsidie heeft beoordeeld? Antwoord: Voor een aantal onderdelen van de sportsubsidieregeling is een beoordelingsteam samengesteld, dat het College van GS heeft geadviseerd over de ingediende aanvragen: a. De subsidietender-regeling voor topsporttrainingsaccommodaties en voor topsportwedstrijdaccommodaties hockey en zwemmen (voorjaar 2012). Hier zaten in de commissie: sportkoepel NOC*NSF (Roland Draaijer, manager sportaccommodaties), onafhankelijk toetsings- en certificeringsbureau ISA Sport (Wim Schriemer, business unit manager), Olympisch Netwerk Brabant (Manon Doesborgh, manager), USBO/Universiteit Utrecht (Frank van Eekeren, i.s.m. Maarten van Bottenburg) en twee medewerkers van het team Sport van de Provincie Noord-Brabant. b. De subsidietender-regeling voor topsportwedstrijdaccommodaties paardensport (voorjaar 2013). Hier zaten in de commissie: sportkoepel NOC*NSF (Roland Draaijer, manager sportaccommodaties), onafhankelijk adviseur Jan Rensen (op advies van KNHS), Olympisch Netwerk Brabant (Manon Doesborgh, manager), USBO/Universiteit Utrecht (Frank van Eekeren, i.s.m. Maarten van Bottenburg) en twee medewerkers van het team Sport van de Provincie Noord-Brabant. c. De subsidietender-regeling voor topsporttalentenprogramma’s (voorjaar/zomer 2013). Hier zaten in de commissie: sportkoepel NOC*NSF (Ingrid van Gelder, manager topsportprogramma’s), Olympisch Netwerk Brabant (Manon Doesborgh, manager), Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven (Mark Meijer, coördinator CTO) en twee medewerkers van het team Sport van de Provincie Noord-Brabant. 3. Vraag: In de stukken wordt cofinanciering als voorwaarde gesteld. De provincie draagt niet méér bij dan het bedrag dat de gemeente ter beschikking stelt. Geldt die cofinancieringseis nog steeds? Zo nee, waarom en wanneer is die eis losgelaten? In welk politiek gremium is daartoe een besluit genomen. Zo ja, wie waren de cofinanciers en voor welke bedragen bij het project Bartels Academy? Antwoord: Co-financiering is steeds het vereiste. De gemeente was bij de subsidieregelingen voor topsportaccommodaties in 2011, 2012 en 2013 de aanvragende partij, en moest voor tenminste de helft van het totale budget zorg dragen. N.B. Dit betekent niet per se dat de gemeente zélf tenminste 50% van de kosten moet betalen, dit mag dus ook van anderen komen. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat aan die eis van cofinanciering wordt voldaan. In de subsidieregeling en in de bijbehorende toelichting staat dit ook steeds uitgelegd. In het geval van Academy Bartels was de gemeente Reusel-De Mierden de aanvrager. De co-financiering werd echter verzorgd door de Stichting Sport en Recreatie, een stichting die tot doel heeft om niet-economische sport- en recreatieactiviteiten tot ontwikkeling te brengen. Dit is voor ons een belangrijke waarborg geweest om te borgen dat de subsidie van de provincie ten goede zou komen aan niet-economische activiteiten passend bij de publieke doelen van de sportsubsidieregeling. 4. Vraag: Kun je nog spreken van cofinanciering als -zoals in het project HC Den Bosch- het gemeentedeel in 2010 en het provinciedeel in 2014/2015 wordt gerealiseerd? Zo ja, wat is de argumentatie hiervoor? Antwoord: Ja, de basis hiervoor is gelegd in de subsidieregeling van 2011, waarbij het College van GS, overigens in nauw overleg met Provinciale Staten, ervoor heeft gekozen om aanvragende gemeenten in staat te stellen om recent gedane investeringen mee te kunnen nemen als co-financiering voor de provincie-subsidie. De reden is dat de aan ons voorgelegde subsidieverzoeken deel uitmaakten van een totaalplan waarmee maximale versterking van de topsportinfrastructuur in Brabant zou worden bereikt. Overigens geldt dit niet alleen voor het project HC Den Bosch maar ook voor het hockeycomplex in Tilburg. 5. Vraag: Waarom publiceert de provincie geen heldere overzichten van de definitieve bedragen die zijn uitgekeerd? Anders gezegd in een voorbeeld: Waar kan ik vinden wat er precies met provinciegeld is gerealiseerd op het terrein van Vidar in Tilburg en wat het uiteindelijk heeft gekost? Antwoord: Op onze website staan heldere overzichten van toegekende subsidies via het Openbaar Subsidieregister: http://www.brabant.nl/loket/openbaar-subsidieregister.aspx. Daarnaast is voor sport een kaartje van Brabant gemaakt met daarop de toegekende subsidies: http://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/sport/sportplanbrabant2016/sportkaart.aspx Verder verwijzen we kortheidshalve naar de tabellen die in het totale WOB-dossier zijn opgenomen. Aanvullende vragen over het Sportplan met de antwoorden van Gedeputeerde Staten d.d. 23 juni 2014 1. Vraag: Welke aanvragen voor topsportevenementen zijn afgewezen? Idem voor talentontwikkelingen. Idem voor bijzondere breedte/gehandicaptensport. Antwoord: In 2012 was er geen sprake van afwijzingen. De in de tabel weergegeven bedragen onder de kolom 2012 zijn dus compleet. In 2013 werd er met een tender gewerkt. De in de tabel weergegeven bedragen onder de kolom 2013 kloppen, maar daar zijn de afwijzingen niet bij opgenomen. De reden van afwijzen was veelal dat ze lager scoorden in de tenderbeoordeling dan degenen die wel geld hebben ontvangen. Bij sommige aanvragen is daar nog een extra reden bij opgenomen, deze staat apart genoemd in onderstaande opsomming: Aanvraag Aanvrager Schermen KNAS Golf Handbal Eindhovensche NHV Toegekend bedrag Totaal gevraagd bedrag 7.500 0 0 Reden van afwijzing (anders dan lagere beoordeling) 50.000 Niet duidelijk in aanvraag 7.500 Geen duidelijke begroting Reining Burgmeister 0 17.540 Volleybal NeVoBo 0 25.000 Tafeltennis NTTB 0 Niet duidelijk in aanvraag Geen duidelijke begroting Hockey Tilburg HC Tilburg 0 11.150 In de tenderregeling was maar ruimte om max. 2 talentenprogramma’s per sport toe te kennen. De aanvragen vanuit Den Bosch en Eindhoven scoorden meer punten 2. Vraag: Is onze conclusie juist dat aanvragen voor bijzondere breedte/gehandicaptensport in principe worden gehonoreerd en dat afwijzing zelden plaatsvindt? Zo ja, waarom is de provincie zo vrijgevig? Antwoord: Dat heeft helemaal niets met vrijgevigheid te maken. We volgende de criteria, die zorgvuldig zijn opgesteld, en managen goed aan de voorkant. Voor zowel topsportevenementen, als bijzondere breedtesport-/ gehandicaptensport projecten geldt dat we altijd eerst een gesprek met de initiatiefnemer hebben, voordat een aanvraag wordt gedaan. Dit doen we zodat de initiatiefnemer goed kan afwegen of hij in aanmerking komt voor sponsoring (bij evenementen) resp. subsidie (breedte-/geh. sport). En of hij kan voldoen aan de vereisten. Het is dus niet zo dat iedereen die dat wil, bij ons subsidie kan aanvragen én krijgen. Onze regeling geeft heldere criteria waar men aan moet voldoen. Maar in de sport is het ook zo dat we veelal met vrijwilligers te maken hebben, die niet altijd even bedreven zijn in het schrijven van een subsidieaanvraag of sponsorverzoek. Vandaar dat we eerst een gesprek hebben. Vaak leidt dat tot een aanvraag, soms besluit iemand om geen aanvraag te doen.
© Copyright 2024 ExpyDoc