Gloeiende vleugels: plasma en weerstandsvermindering Arno Landewers, 2014/01/22 Een fenomeen dat 50 jaar geleden tijdens de ruimtewedloop werd ontdekt wordt nu gebruikt om weerstand van vliegtuigen te verlagen. Tijdens de terugkeer naar de aarde van de Gemini en Apollo capsules in de jaren 60 en 70 werd ontdekt dat de capsules aanzienlijk minder werden afgeremd door de bovenste laag van de aardse atmosfeer dan verwacht. Het bleek dat tijdens het binnendringen van de atmosfeer door wrijving een zodanig hitte ontstaat dat moleculen ioniseren, zodat een plasma laagje ontstaat. Plasma is een wolk van ionen en elektronen, en wordt onder meer gevormd in neon verlichting en door bliksem. Plasma gedraagt zich niet als een gas, tenminste onder hypersone omstandigheden. Zo bleek uit proeven dat de wrijving op een bol in plasma slechts 1/3de is in vergelijk met een gas in niet geïoniseerde toestand. Een voor de ruimtevaart nadelig bijkomend effect is dat geïoniseerd gas ook radarsignalen absorbeert, waardoor een grondstation de capsule een tijdje niet kan volgen. Pas in de jaren 90 kwam hernieuwde aandacht voor onderzoek naar stroming in plasma, nadat de resultaten van (militair) onderzoek in de voormalige Sovjet Unie vrij kwam (die het effect tijdens hun ruimtevaartprogramma dus ook hadden ontdekt). Hoewel de onderliggende theorie nog niet volledig wordt begrepen, lieten onderzoekers van de University of Tennessee (Knoxville, USA) in 1998 zien, met behulp van een eenvoudige plasma generator, dat voor lagere stroomsnelheden óók weerstandsvermindering optreed. Dit werd ook bevestigd tijdens windtunnelproeven door de NASA. Laminaire grenslaag Om stroming rond een object met zo min mogelijk weerstand te laten verlopen, is het noodzakelijk dat de luchtdeeltjes dicht bij het object, in de zogenaamde grenslaag (die zich bij een auto of vliegtuig in een orde grote van slechts enkele millimeters vanaf het oppervlak uitstrekt) parallel aan het oppervlak bewegen. Deze conditie wordt "laminair" genoemd; een niet-laminaire stroming wordt turbulent genoemd, en kan de weerstand met wel 30% verhogen. Aerodynamisch ontwerpers proberen dus, onder meer door drukpieken op het oppervlak te voorkomen door een geleidelijk verloop van dat oppervlak, de stroming laminair te houden. In de praktijk is de stroming rond een vleugel slechts gedeeltelijk laminair. Door bijvoorbeeld grenslaag afzuiging of toepassing van extreem gladde oppervlakken is wel vrijwel volledige laminaire stroming te bereiken, maar praktische toepassing blijkt problematisch. Tijdens het onderzoek van de Universiteit van Tennessee werd aangetoond dat introductie van plasma in de grenslaag er voor zorgde dat de stroming laminair bleef, ook bij condities waarbij gewoonlijk de grenslaag al lang turbulent is. De fysische achtergrond is nog steeds niet geheel duidelijk, maar het vermoeden is dat de plasmastroming de luchtdeeltjes zodanig versnellen, dat ze het oppervlak blijven volgen en het instabiel raken van de grenslaag voorkomen. Het plasma werd door middel van eenvoudige, van elkaar geïsoleerde electroden onder een hoog voltage aan de grenslaag "gevoed". windmolens De technologie is inmiddels verder ontwikkeld voor toepassing op de bladen van windmolens. De optimale hoek van de bladen ten opzichte van de wind verschilt per windsnelheid. Conventionele windmolens zijn daarom uitgerust met verstelbare bladen. Door toepassing van plasma actuatoren is het mogelijk de windturbines optimaal te laten draaien, geheel zonder gebruik van verstelbare bladen. Deze actuatoren zijn in de vorm van dunne strips op de voorrand van de bladen geplakt. Het is op deze manier mogelijk de stroming om de bladen bij iedere windsnelheid te optimaliseren. Terug naar vliegtuigen: het zou dus mogelijk moeten zijn een vliegtuig volledig te besturen, door plasma actuatoren op een bepaalde plek de stroming wat meer of minder te optimaliseren dan op een andere plek; eenvoudige actuatoren vervangen dan roeren. Aan een andere voorwaarde voor praktisch gebruik bleek inmiddels, althans in een windtunnel en ook voor windmolens, te kunnen worden voldaan: plasma opwekken (door pulsen met een hoog voltage) met een energiegebruik dat minder is dan de winst die wordt gemaakt door het verminderen van de weerstand. PLASMAERO Tussen 2009 en 2012 is door een aantal Europese universiteiten en onderzoeksinstituten (waaronder het Nederlandse Nationale Luchtvaart-en Ruimtevaart Laboratorium NLR), verenigd in het consortium PLASMAERO, praktisch onderzoek gedaan naar gebruik van plasma actuatoren op vliegtuigvleugels. Doel van PLASMAERO was de ontwikkeling van een UAV (Unmanned Aerial Vehicle, een onbemand vliegtuigje dus) welke volledig werd gestuurd door manipulatie van plasma actuatoren, dus zonder gebruik van roeren. Al in een vroeg stadium van het onderzoek werd op een kleine UAV de invloed van plasma op het overtrek gedrag onderzocht, dat wil zeggen het gedrag van de stroming om een vleugel bij lage vliegsnelheid, waarbij de vleugel onder een grote hoek ten opzichte van de stroming staat. Het bleek dat bij toepassing van de plasma actuatoren het daadwerkelijke overtrekken (verhouding tussen opwaartse kracht en weerstand zodanig, dat vliegen onmogelijk wordt) bij een vliegsnelheid optrad welke tussen de 40 en 50% lager was dan bij niet toepassen van de actuatoren. In december 2012 werd door de Universiteit van Darmstadt (één van de deelnemers aan PLASMAERO) een succesvolle proef gedaan met een wat meer geavanceerde UAV, waarbij het toestel slechts werd bestuurd door manipulatie van plasma actuatoren. Grootste uitdaging daarbij was het ontwerp van de regeling van het systeem. Verder zijn ook enkele proeven gedaan op een Grob G-109 motorzweefvliegtuig, waarbij op een klein deel van de vleugel werd gemeten op welke locatie de grenslaag van laminaire naar turbulente stroming zou omslaan. Met gebruik van plasma actuatoren bleek dit punt ongeveer 10% verder naar de vleugel achterrand te schuiven, hetgeen bij toepassing over een gehele vleugel een aanzienlijke weerstand reductie zou opleveren. Toekomst Er is nog veel onderzoek en ontwerpwerk nodig om de stap van toepassing van plasma actuatoren voor commerciële vliegtuigen te maken; diverse onderzoek instituten en universiteiten zijn hier mee bezig. In de praktijk worden technologische stappen het eerst genomen in de militaire luchtvaart. Er is niets bekend over praktische toepassingen, maar het is vrijwel zeker dat er wordt geëxperimenteerd met het gebruik van plasma actuatoren. In 2007 heeft General Electric met een F-16 proefvluchten gemaakt, waarbij enkele weerstand verlagende technieken (waaronder gebruik van plasma actuatoren) zijn getest. Bovendien zijn er berichten uit al het begin van de jaren 90 dat er boven de Mojave woestijn, het gebied waar de Amerikaanse luchtmacht testvluchten met (al dan niet geheime) vliegtuigen uitvoert, een straalvliegtuig is gezien met “gloeiende vleugels”, een effect dat optreedt bij gebruik van plasma actuatoren over de volle spanwijdte van een vleugel. De neon-achtige gloed was ook te zien tijdens de proeven met de PLASMAERO UAV’s. Bronnen: • New Scientist, 9 maart 2013, “flow with the glow” • Flight International, 25 september 2007, “active airflow control key to engine improvements” • http://www.plasmaero.eu/ • http://www.plasmaactuators.tu-darmstadt.de Gemodificeerde vleugelsectie op de Grob G-109 motorzwever van de Universiteit Darmstadt, waarmee werd aangetoond dat plasma actuatoren overtrek gedrag uitstelt. De PLASMAERO UAV voor onderzoek naar besturing via manipulatie van plasma actuatoren. General Dynamics F-16 waarmee General Electric in 2007 onder meer het gebruik van plasma actuatoren testte.
© Copyright 2025 ExpyDoc