2014.11.01 Baronie 1 - SV Waalwijk 1, Ironie Nie

Ironie nie!
Baronie-Waalwijk: Zat. 1-11-14
Het is schaakzaterdagavond 1 november 2014. We hebben zojuist te Breda de Baronie bestreden. En daar
dat bepaaldelijk geen makkelijke opgave is, ben ik moe. Maar tevens gespannen. Wat hebben de andere
teams gedaan? Met name ben ik geïnteresseerd in de prestaties van Eindhoven. Zij zijn de titelfavoriet en
hebben zich daarmede van onze specifieke aandacht verzekerd. Wij zijn (met een aantal andere teams)
titelunderdog (een betere omschrijving dan reserve-titelfavoriet) en dan zijn de prestaties des favoriets
van het grootste belang. Tegenwoordig worden de uitslagen door de thuisspelenden via internet
doorgegeven. Daartoe is door de NBSB een handig stukje software ontwikkeld, waarmee ik dus op deze
bewuste avond elk kwartier (‘elke minuut’ roept mijn vrouw op de achtergrond) inspecteer of en wat de
anderen ingestuurd hebben. De Raadsheer verliest groot van Checkmate. Op bord 1 verliest 2028 van
1488!? Wat is hier gebeurd? Van dat soort uitslagen slaat mijn fantasie op hol. HMC verliest stevig van
Dongen en weet daarmede zijn titelaspiraties te prullenbakken. Dat Dongens team is daarentegen sterker
dan gewenst. Komende vrijdag (2e ronde NBSB Beker: Dongen-Waalwijk) eens goed rondkijken. En dan,
eindelijk, tegen elven, komt de uitslag van Eindhoven binnen. Goirle heeft het net niet gered. 4,5 punt en
daarmee dus winst voor Eindhoven. Op alle borden remise, aangevuld met één! onbeduidend verliespotje,
weet het gemiddeld 150 punt lager ingerate Goirle het net niet te redden. Ah, das jammer, hier hadden we
een kans op Eindhovens struikelen. Al eerder beschreef ik waarom ik Goirle niet kansloos achtte. Maar ja,
het is zoals het is, en niet anders. We gaan het jammer genoeg echt van onze eigen kwaliteit moeten
hebben.
Maar kwaliteit hebben we gelukkig volop. Alvorens ik op de match met de Baronie inga, wil ik gaarne
eerst uitweiden over een andere kwaliteit. De Verslaggeving. Natuurlijk, verslagen zijn belangrijk. Zij
dienen in zowel schaaktechnische als wedstrijd-emotionele zaken de juiste snaren te raken. Zonder te
overdrijven meen ik te mogen stellen dat Waalwijk ook in deze tak van sport haar mannetje staat. Tot
zover niets nieuws. Maar Wilberts Schreurs zijn vastlegging van het KNSB Bekeravontuur tegen Capelle
(zie www.svwaalwijk.nl “Het is allemaal mijn schuld”) heeft grenzen doorbroken. Doet Uzelve het
plezier dit verslag te lezen. Hiermede wordt een nieuw niveau op het gebied van schaakverslaggeving
bereikt. Op zijn verslag zijn namelijk reacties (Meervoud!!) binnen gekomen. Dat is voordien nog nooit
gepresteerd. Nieuw Level!! En dat is dus vanaf nu de nieuwe maat bij de beoordeling van
schaakverslagkwaliteit. Het aantal reacties meet de kwaliteit. Sinds de dam-grap tav Baronie, weten we
dat verslagen veel gelezen worden. Dit niet alleen voor plezier, maar ook teneinde openingsinformatie te
krijgen van de toekomstige tegenstanders. Baronie heeft topschrijvers aan boord. Dat was al eerder
geconstateerd. Maar ook beschikken ze over toplezers, die alle verslagen lezen. Hun uitnodiging op 1
november een gezellig partij te komen dammen maakt duidelijk dat zowel humor hebben alswel goede
lezers zijn. Maar die heeft dus ook CSV(de officiële duiding voor de schakers uit Capelle). Want
Wilberts verslag heeft hen tot reactie geïnspireerd, en daarmede is Wilbert recordverslaglegger van de
vereniging. Een mythische grens doorbroken. Eindelijk is de marathon binnen de 2 uur gelopen. Daarmee
mag je deze prestatie gerust vergelijken.
Laat ik U mijn mening geven over het lotingsincident, dat de reactie-fundatie vormt van Wilbert’s
verslag. Kijk, over onsportiviteit kan je (en moet je) debatteren. En of de kromme lotingsprocedure die
Cappele hanteerde, bewust valsspelen in zich droeg, daar kom je natuurlijk nooit achter. Maar
onbeschaafd is het minimaal. Zo iets doe je toch niet? Scheidsrechters vragen de aanvoerders toch ook
niet zelf hun eigen muntje op te gooien? Een beetje oefening levert dan gegarandeerd kop danwel munt.
Geruchten gaan dat vGaal (die immers NIETS aan het toeval overlaat) zijn aanvoerders muntopgooitrainingen geeft, teneinde te kunnen profiteren van een oenige scheidsrechter die het WEL door de
aanvoerders zou laten doen. Loten doe je natuurlijk nooit binnen je eigen team. Toen ik dit hoorde heb ik
onmiddellijk en direct aan al onze verenigingsleden aangegeven welke kleur ik ALTIJD in mijn eigen
rechterhand heb. Kan dat hier niet herhalen, want dit verslag wordt ook door tegenstanders gelezen. Maar
onze mensen weten genoeg. Inzake de Capellse crisis was de elegantste oplossing natuurlijk herloting
geweest. Vermoedelijk waren ze daarvan ook wel te overtuigen geweest. Zo niet, dan vertrek danwel
knokpot! Daar kan geen misverstand over bestaan. Wilbert (wiens schuld het immers allemaal is) heeft
besloten deze confrontatie achterwege te laten, teneinde op de borden te bepalen wie de sterkste was.
Eigenlijk heeft ons team nooit een kans gehad.
De reacties die via onze site binnenkwamen (vanaf Capelsse kant) bevatten de prangende vraag of
Wilbert zijn verslag ironisch bedoeld was. Een werkelijk interessante vraag. Ironie is niet zo’n makkelijk
concept. Eerst maar een snel opzoeken wat het nu precies betekent. Ziehieronder Wikipedia
Ironie (uit het Grieks: εἰρωνεία (eirooneia) = geveinsde onwetendheid) is een stijlfiguur waarbij dat wat
klaarblijkelijk gezegd wordt, afwijkt van dat wat bedoeld wordt. Zodoende is ironie veelal alleen
herkenbaar voor de geoefende of ingewijde verstaander. Met gezichtsuitdrukkingen en intonatie kan de
gebruiker van ironie aan de verstaander extra hints geven dat zijn uitspraak niet letterlijk bedoeld is.
Das inderdaad niet zo’n makkelijk concept. Ook makkelijk te verwarren met cynisme en sarcasme. Als ik
het goed begrijp is dus de relevante vraag of Wilbert iets afwijkends bedoelde van hetgeen hij schreef.
Dat hij bijvoorbeeld dus bedoelde dat ze juist WEL beleefd en sportief waren. Hmmm, lijkt me niet
waarschijnlijk.
Ik illustreer met een voorbeeld: Als ik nu zeg dat ze bij de Baronie op zaterdag zeer onsportief waren, en
dat illustreer aan de hand van de niet (danwel slecht) functionerende klokken, het buitensluiten van naar
roken snakkende spelers, en het lokaliseren van een spartaans ingericht rookhok aan het eind van een
extreem complex labyrint, dan IS DAT IRONIE. Duidelijk, want die Baronezen zijn sympathieke lui, met
een goed gevoel voor humor, en een duidelijke sportieve insteek. Daar hebben we al menig jaar tegen
gespeeld en er is nooit ook maar iets naars voorgevallen. Binnenloodsende Carlos bij de deur als we
aankomen, Kees die zonder problemen 5 minuten wacht totdat wij (maar ook hij) compleet zijn. Jongens
die probleemloos de klok opnieuw instellen als een of andere onverlaat (zoals ik) op verkeerde knoppen
heeft geduwd.
Een nog mooier voorbeeld betreft de titel van Wilberts verslag. Het is allemaal mijn schuld. Duidelijke
ironie, en ook heel slim, zo neem je al een boel tegenwind uit de zeilen.
Maar als er gezegd wordt dat ze bij Capele onbeleefd zijn, is dat GEEN IRONIE NIE. Nee, daarmede
wordt bedoeld wat er staat. Pas op, er staat niet dat ze valsspelen. Dat wordt niet beweerd. Ende dus ook
niet bedoeld. Maar laat ik vinden dat ze de schijn tegen hebben. En dat is niet handig. Je moet altijd de
schijn vermijden dat je vals speelt. Vooral als je vals speelt. Met name dan is dat van wezenlijk belang.
Dit aspect van valsspelen hebben ze daar nog niet goed onder de hoed. Daar moet belangrijk meer op
getraind worden. Hierin onderscheiden zich de professionele valsspelers van de amateurs. Dat zou mijn
oprechte advies aan hen zijn. Doe aan schijnvermijdingstraining. En dat is wederom GEEN IRONIE NIE.
Maar misschien kunnen de Cappellezen ook oefenen in het verstaan. Want alleen voor de ingewijde en
geoefende verstaander is ironie immers goed te herkennen. Laat mij ook in dezen zin de Kapellenaren een
oefening aanreiken: Welke van de twee onderstaande statements is ironisch?
-
-
Kapellen zou vanwege zijn geïllustreerde gebrek aan schijnvermijdingskwaliteiten verplicht
moeten worden tot een cursus dienaangaande, gegeven door internationaal erkende experts (en
dan bedoel ik dus geen leden uit onze regering. Want die hebben bij de communicatie van die
Europese naheffing en de daar zeer snel opvolgende naheffingen van de Nederlandse
Inkomstenbelasting heel sterk de schijn van een verband gecreëerd!! Pfff, wat een ballenbak en
kindergepruts zeg. Ok, je maakt een fout, maar dan los je dat toch communicatief anders op?)
Capellu zou vanwege zijn drang tot het stellen van domme vragen aangaande ironie, tot
zelfreflectie geïnspireerd moeten worden, en dienaangaande tot aanschaf van een spiegel
verplicht moeten worden.
Inderdaad, BEIDE IRONIE NIE!!!!
Nu moeten Wilberts overige opmerkingen betreffende het gedrag en uiterlijk van de Cappellen met het
nodige zout geconsumeerd te worden. In zijn schrijfstijl is hij duidelijk geïnspireerd door de grote
Nederlandse auteurs. Met name het vele lezen van de werken van Gerard Reve, die in deze
aantijgingstactiek grootmeester is, is debet aan zijn toon. Ooit omschreef Reve iemand als assistenthoerenloper met een smoel als een apereet. Kijk, dan zeg je wel wat!!! Vanuit dit perspectief gezien zijn
Wilberts omschrijvingen mild en zelfs complimenteus!
Goed, voor nu genoeg over Caapelle (misschien volgend verslag meer), over naar Baronie
In hun voortreffelijke nieuwe locatie, bewoonden we nu de linkervleugel. Eerlijk waar, hun nieuwe
schaaktempel bevat meerdere vleugels ter omvang waarvan zelfs Tatachess jaloers wordt (toevallig de
uitnodiging voor het zgn klantentoernooi, waaraan wij (overigens net als Eindhoven) meerjarig
participeren binnengekregen. Altijd weer een fijn moment) De match had een voorgeschiedenis, die
startte toen zij verleden jaar van ons wonnen door de internationaal bekende Rambo Remmers’ blunder
tegen Carlos Hemmers. Wij hebben nog iets van hen te goed, zo redeneren wij. En bovendien hadden wij
(vanwege kampioenschapsambitie) ernstig behoefte aan winst. Dat zou dus moeten kunnen lukken. Maar
die jongens kunnen (naast overigens dammen) echt wel behoorlijk schaken. Een spannende match lag in
het verschiet. Na de gebruikelijke welkomstwoorden, de nodige administratieve werkzaamheden en
klokken herprogrammatie gingen we van start.
En ja hoor, de eerste partijen eindigen voor ons in dramatisch verlies.
Ten eerste gaf Barry op. Vlak daarvoor had hij de overhand in een bizar ingewikkelde stelling. Barry
hanteert een beetje een aparte stijl. Op een of andere manier wordt het altijd een chaos. Meestal staat hij
daarin verloren, maar weet door creatieve hoogstandjes niet alleen de remise te keepen, maar zelfs de
winst te vinden. Een belangrijk talent. Maar deze gave werkt alleen in verloren stellingen. In gewonnen
stellingen heeft hij aan dit talent weinig, en gaat dan ook prompt de mist in. Meestal via dramatiek,
blunders en ernstige zelfverwijting. Hij heeft het als pasgeboren vader ook niet echt makkelijk. Hier zie je
toch de tol die elke familieman betaalt. Volgens eigen zeggen gaf hij (geloof ik) in 3 zetten 2 stukken
weg, waaronder dame. Daar wordt het niet makkelijker van. Realist als Barry is, gaf hij dus maar op.
Rambo (Hans) Remmers moest daarna zijn koning omleggen. Omgooien is een betere duiding. De
speelzaal doorsmijten, danwel met zijn tanden vermalen, komt nog dichter in de buurt. Weer verliest hij
van de Baronie. Kees Ooms was ditmaal de gelukkige. Vanaf de opening had Hans het gevoel dat het
misging. Dat heeft hij echter meestal, dus daar word ik niet meer zenuwachtig van. Hij heeft een manisch
depressief zelfstellingsbeeld. Puffend en steunend oordeelt hij vaak somber over eigen kansen. Altijd
komt hij vragen of hij remise mag aanbieden. Ik laat hem altijd de vrije keus. Meestal scoort hij dan
minimaal remise maar vaker nog de winst. Maar niet tegen Baronie nie. Hij zit klaarblijkelijk in een
vormdipje. Maar ja, dan kan het alleen maar beter worden!!
Ik verloor ook. Had een beetje gehoopt tegen Carlos (Of Kees natuurlijk, daar heb ik goede herinneringen
aan) te mogen spelen, maar het werd Willem van der Linden. Oei, die is sterk, zeg. Spelen we ook nog
een systeem waarin hij bij eigen zeggen 35 jaar ervaring heeft. Ik schaak nog maar 15 jr (ben eigenlijk
nog jeugdspeler) en weet me in dit systeem dus overklast. Meestal komt mijn aanvalsdrift hier wel tot zijn
recht, maar toen ik op zet 20 of zo een tussenschaakje miste, en een stormrampion inleverde, was het lot
beschoren. Volkomen verdiend verloren.
Maar toen begonnen de kansen te keren. Remco (weet niet helemaal meer de volgorde) wist zijn
ratingoverwicht goed om te zetten. Direct vanuit de opening had hij meer initiatief. Eerlijk gezegd vond ik
dat hij nog lang nodig had om de winst te vinden, maar ik zit natuurlijk niet voor niks niet op bord 1. Ik
durf te beweren dat het binnenhalen van dit punt al vrij vroeg in het middenspel zeker was. Remco met 2
uit 2 hard op weg om promotie-topscoorder te worden?
Feike speelde een bekend gambietje. O, dat vind ik zo leuk, als beroepsverdedigers pionnen gaan offeren
voor vage aanvalskansen. Even later ging er zelfs een tweede pion af en werden ook nog de dames
geruild. En met reeds 3 verliespartijen begon ik zowaar te somberen. Hier zou ik als aanvaller moedeloos
naast verdrietig van worden. Maar Feike niet. Nee, die recht zijn rug, geeft geen krimp, en weet in een
zeer complex middenspel consequent dreigingen te vinden. Elke zet weer nieuwe elementen, net zolang
tot zijn tegenstander brak. En zowaar staat het dus 3-2
Carlos (tegen Sander) bood remise aan in een stelling waarin nog veel schaak zat. Op Sanders vragende
blik kon ik niet anders doen dan aangeven dat we eigenlijk winst nodig hadden. En dus ook hier, recht die
rug en er nog eens stevig voor gaan zitten. Ook Sander weet met goed spel het punt binnen te brengen.
Leon had een prima middag. Een opening en middenspel waarvan ik niet veel heb gezien. Leon had de
eerste rond verloren, dus vond dat hij dus nog iets moest goedmaken. Daar koos hij de eindspel-fase voor.
Leon is sterk in open aanvalsstellingen, maar ook in eindspeltechniek staat hij zijn mannetje. Ik meen te
mogen stellen dat hij hierin zijn tegenstander echt wel de baas was. En staan we dus 3-4 voor! En kunnen
we afsluiten met Wilberts pot.
Al eerder had ik aangekondigd in dit verslag zijn partij uitgebreid te becommentariëren. Ha, ha, coachtruc
werkt. Onder druk van publicatie produceert Wilbert het volgende meesterwerk. (Volgende keer is Sander
aan de beurt.)
Wilbert opent onorthodox. Dat is in zijn stijl belangrijk. Hij vermijdt de meest betrede paden, en wil
eigenlijk zo veilig mogelijk een rustig middenspel in. Doet een beetje aan Carlsen denken. Nu ik dit zo
schrijf, ook uiterlijk zijn er wel overeenkomsten. Ik laat het verder aan U over deze te specificeren, want
we moeten verder met de schaaktechniek. Een tweede overeenkomst is de verliesvermijding. Wilbert
verliest weinig. Hij heeft er vermoedelijk een bloedhekel aan. De prijs die hij hiervoor betaalt is dat hij te
vaak remise maakt. Ook zijn vredelievende aard zoekt bij voorkeur de mooie remise. Als je je tegen
Wilbert een beetje goed neerzet, en op een juist moment remise aanbiedt, dan zal hij meestal accepteren.
Maar natuurlijk niet als hij op het podium speelt. En weet dat de gehele wereld (of overdrijf ik ons
lezerspubliek nu een beetje) getuige is.
Rob van Berkel – Wilbert Schreurs 12w.
Ziehier de eerste stelling die ik toelichtbaar acht. Hij ontstaat na Wilberts (zwart) 11de zet. Vluchtige
beschouwing leert dat wit een dubbelpion heeft, waartegen een potentiele halfopen b-lijn, en misschien
wat ruimte dankzij de stoere einzelgänger op a5. Klassieke theoretici (die ontwikkeling belangrijk wegen)
spelen zwartveldige loper (Ld2) waarna ook nog eens de torens verbonden zijn. Een negeerbare
voorsprong van enige tienden zouden het gevolg zijn. Wit speelt echter Dd3, hetgeen nog steeds in iets
minder tienden voorsprong resulteert. Via 12: .. Ld7; 13: Pf5 Lc6 ontstaat het hieronder gepresenteerde:
Rob van Berkel – Wilbert Schreurs 14w.
Lastige afwegingen (het karakteristieke kenmerk van de schaaksport) voor wit. Moet hij via Pc6 het
loperpaar pakken en zwarts structuur blesseren. Zwart kan altijd later via cd zijn structuur repareren en
dat paard staat zo mooi aanvallend op e5. Mijn programma doet het echter wel en wint daarmee de net
verloren tienden weer terug. Na 14: Te1 echter, neemt Wilbert met 14: … Dc7 zijn tegenstander deze
mogelijkheid uit handen en verbindt zijn torens. Nu ontstaat een belangrijk moment. Ik laat de stelling
toch nog even zien, want we bevinden ons dicht bij het hart van de partij. Wit kan nog steeds het
loperpaar pakken, maar ook via a6 zijn einzelgänger doorduwen. Hij kiest een derde optie, die me eerlijk
gezegd uit het hard gegrepen is. Met 15: Dh3 gaat hij voor de zwarte koning. Mijn computer laat weer
enige tienden los en vind de stelling eigenlijk gelijk. Maar na Wilberts 15: .. Tae8 (bang voor offers op
f7?) volgt natuurlijk 16: Ld3 en heeft wit zijn voorsprong tot een half puntje gemaximeerd en Wilbert
nagenoeg gedwongen tot 16: .. f5. Ik laat het U wederom zien:
Rob van Berkel – Wilbert Schreurs 17w.
Nog steeds moet wit zijn zwarte loper ontwikkelen. En alhoewel Shredder dat zwaar weegt, speelt
Stockfish de enige zet die ik onmiddellijk zou spelen (vanwege met name de onmogelijkheid me te
beheersen en iets anders te doen). NATUURLIJK 17: g4! Daar wordt zwart niet blij van. Kijk, dit is de
gecommitteerde vervolgaanpak die je verwacht na de Dh3 manoeuvre. Nu moet wit doorduwen. De
vernietiging van de eigen koningverdediging doet niet terzake. Ook de onderontwikkeling van de zwarte
witloper niet. Nu moet je door. Stockfish verdedigt met 17: .. g6. En na 18: gf gf volgt na 19: Lh6
eigenlijk een noodzakelijk kwaloffer. Wit staat ruim een punt voor en zou bij normaal doorspelen moeten
winnen.
Wit besluit echter met 17: c4 eerst de centrum situatie op te lossen. Ongetwijfeld had hij gedacht via een
centrumaanval meer push te kunnen genereren, hij heeft echter een diabolische redding gemist. Via 17: ..
Pb4; 18: Pc6 Dc6 zijn we bij de stelling die wit zoekt
Rob van Berkel – Wilbert Schreurs 19w.
En via 19: d5 ed; 20: Lf5 ontstaat de volgende stelling waarin zwart zich via een tactische wending die
wit over het hoofd gezien moet hebben, redt
Rob van Berkel – Wilbert Schreurs 20z.
Ziet U het ook? Ik zag het Wilbert spelen, en ik kan U verzekeren, hij had het ver van te voren gezien.
Zijn tegenstander echter vermoedelijk niet. Via 20: .. Tf5!; 21: Df5 Lf6(!!) wint zwart niet alleen zijn
kwal terug, hij houdt een gewonnen stelling over. Immers, na 22: Ld2 La1; 23: Ta1 dc houdt Wilbert een
mooie pluspion over in een stelling waarin geen onmiddellijke gevaren dreigen. En ziet U nu ook de prijs
die wit betaalt voor zijn onbewogen loper. Met een loper op d2 had het hele gebeuren strak gewonnen
geweest. Het gaat vaak over maar een tempo. Ik vermoed dat wit met zijn 19: d5 (ipv g4) dacht te winnen.
En dat hij de risico’s, die g4 natuurlijk met zich draagt, niet hoefde te nemen. Ai, das pech. Er zit net een
redding in voor Wilbert. Is dat nu mazzel? Heeft Wilbert zijn tegenstander geprovoceerd tot het vermijden
van de allesofniets g4 poging, en via d5 tot mogelijke winst te komen? En heeft hij toen al Tf5 gevolgd
door Lf6 gezien? Wie zal het zeggen? En wat moet je ervan leren? Wit had met doorzetting (g4) van zijn
stoere initiatief een winststelling kunnen verkrijgen, maar wordt door een voorzichtig moment gestraft.
Niet alleen omdat zwart zich kan redden, maar zelfs een dermate sterke voortzetting heeft dat hij wint.
Aan U volgende keer de keus: Toch maar eerst loper ontwikkelen (dat zal U mens nog computer kwalijk
njemen), of op het moment suprême doorzetten en met g4 voor de gladiolen gaan? Wij kunnen alle
overwegingen natuurlijk niet reproduceren danwel beoordelen. Achteraf praten is zoiezo (sowieso)
makkelijk ende onzinnig. Belangrijk is: de winnaar schrijft de geschiedenis. En dat is Wilbert. Mooie pot,
briljant gespeeld. En dat hij dan nog tot zet 49 nodig heeft om werkelijk een hand te krijgen, zegt veel
over de taaiheid van zijn tegenstander. Maar ook over de technische capaciteiten van Wilbert, want hij
heeft de winst nu nooit meer uit het vizier doen verdwijnen.
De laatste woorden: We winnen met een uiterst bevredigende 3-5 stand van het sterke Baronie. Dat levert
hoop en (naar later bleek) ook nog eens de koppositie. Met een half bordpuntje meer hebben we
Eindhoven achter ons gelaten. Maar een half bordpuntje is maar een half bordpuntje (toch?). Het initiatief
is echter aan ons. We hebben het in eigen hand. Als we vanaf nu alles met 8-0 winnen, worden we
kampioen. Maar dat gold natuurlijk ook al bij aanvang. De pot tegen Eindhoven wordt belangrijk.
Maar eerst de volgende (per definitie de allerbelangrijkste) ronde. De Kemppion te en tegen Waalwijk.
In de verwachting U bij het verslag daarvan wederom te mogen aantreffen, teken ik:
HanS