Artikel Magazine NGN september 2014: Meerouder gezag

“Meeroudergezag kan niet automatisch worden
toegekend vanwege de grote diversiteit van
stiefoudergezinnen en de verschillende rollen
die stiefouders vervullen.”
Nieuw Gezin—september 2014 (jaargang 6—nr. 3)
VAN DE REDACTIE
Meeroudergezag:
een oplossing voor kinderen
met meer dan twee ouders?
O
door Susan van der Beek
p 13 mei 2014 vond aan
de VU in Amsterdam het
symposium Meeroudergezag plaats. Op deze dag
zijn de resultaten gepresenteerd van een
onderzoek naar lesbische gezinnen en
stiefgezinnen. Dit onderzoek werd in opdracht van het Ministerie van Justitie uitgevoerd door de universiteiten van
Utrecht, Groningen en Amsterdam. Onze voorzitter Corrie Haverkort heeft namens Nieuw Gezin Nederland een bijdrage geleverd aan het onderzoek, door
deel te nemen aan een interview. We besteden graag aandacht aan meeroudergezag in twee artikelen. Het eerste artikel
gaat over de positie van stiefgezinnen, in
ons decembernummer volgt het artikel
over de positie van lesbische gezinnen.
Om een antwoord op deze vraag te krijgen nemen we een
voorbeeld van een (fictief) stiefgezin.
Douwe en Maria
Douwe vormt sinds vijf jaar een nieuw gezin met zijn jeugdliefde Maria. Hij heeft haar opnieuw ontmoet tijdens een reünie
van hun middelbare school. Op dat moment was hij net gescheiden van zijn eerste vrouw Mathilde, met wie hij twee
kinderen heeft: Dirk en Dieuwertje. Douwe zorgt meer dan
drie dagen voor zijn kinderen en is hiermee de verzorgende
ouder.
Maria heeft een kind van een vakantieliefde, met wie zij geen
contact meer heeft. Haar zoon Angelo kent zijn vader dus niet
en Maria heeft als enige het ouderlijk gezag. Douwe wil graag
een vader zijn voor Angelo. Jongetjes hebben immers een vaderfiguur nodig om zich mee te identificeren?
De baan van Douwe vraagt veel van hem. In de praktijk is Maria hoofdopvoeder van Dirk en Dieuwertje tijdens de dagen
dat ze bij hen wonen. Vanzelfsprekend is ze ook hoofdopvoeder van Angelo.
In dit voorbeeld zien we een discrepantie (tegenstrijdigheid)
tussen de juridische status van Maria als stiefmoeder en haar
feitelijke rol. De vraag is of er wetswijzigingen nodig zijn om de
feitelijke verzorgings- en opvoedingssituatie juridisch te verankeren. Maria speelt een grote rol in het leven van Dirk en
Dieuwertje, maar ze heeft geen ouderlijk gezag.
Hoewel de publiciteit over echtscheidingen - en de gevolgen
daarvan voor kinderen - soms anders doet vermoeden gaat
het in veel gevallen goed in stiefgezinnen. Van de groep ouders die heeft deelgenomen aan het VU-onderzoek (n=302),
geeft 77% aan zelden onenigheid te hebben met de ex-partner
en noemt meer dan 50% de verhouding werkbaar tot goed.
Wanneer we inzoomen op de feitelijke rol is in minimaal 90%
van de gevallen de verzorgende ouder hoofdverzorger, in 50%
samen met de niet-verzorgende ouder. Voor stiefouders geldt
dat 50% een grote of substantiële rol speelt en de andere 50%
een kleine of geen rol. Is de discrepantie (tegenstrijdigheid)
tussen de grote rol van de stiefouder in het leven van het kind
en de afwezigheid van een adequate juridische status van
stiefouders voldoende om een wetswijziging te overwegen?
Nieuw Gezin—september 2014 (jaargang 6—nr. 3)
De onderzoekers van de VU die in mei jl. tijdens het symposium Meeroudergezag de conclusies van hun onderzoek presenteerden, zagen vier mogelijke oplossingen voor dit probleem.
1.
2
Gezag voor Maria ten koste van Mathilde. Dit staat
haaks op het gevestigde normatieve uitgangspunt van
de voortzetting van gelijkwaardig ouderschap na scheiding. Het leidt bovendien tot ongewenste spanning en
onvrede bij Mathilde. Politiek gezien is deze oplossing
onhaalbaar.
“Er is een discrepantie tussen de juridische status van
een stiefmoeder en haar feitelijke rol.”
2.
Andere juridische status voor Maria als stiefouder, bijvoorbeeld een specifieke vorm van voogdij. Dit Engelse
voorbeeld zou goed in het Nederlandse systeem passen.
Voordelen zijn dat voogdij voor stiefouders (ook) bescherming biedt in geval van overlijden van de verzorgende ouder en makkelijker te beëindigen is in geval
van beëindiging van de verzorgende functie
(bijvoorbeeld na scheiding).
3.
Beperkt gezag voor Maria: twee juridische ouders
(Douwe en Mathilde) met volledig gezag, stiefouder met
beperkt gezag. Afspraken hierover opnemen in een
stiefouderplan, vastgelegd in een notariële acte of in
een rechterlijke beschikking. In deze afspraken moet
worden opgenomen welke beslissingen de stiefouder
mag nemen in het kader van opvoeding en verzorging,
of de mogelijkheid bestaat volledig gezagsrecht te verwerven als één of beide gezaghouders kom(t)(en) te
overlijden en of het beperkt gezag doorloopt na scheiding van de ouder en de stiefouder.
Bestaat er evenredigheid tussen de eventuele invoering
van meeroudergezag en problemen in de praktijk van stiefgezinnen? Problemen worden pas gesignaleerd als de verzorgende ouder komt te overlijden, dit is een relatief klein
aantal gevallen. Bovendien zijn er dan nog maar twee ouders over, waardoor meeroudergezag niet meer nodig is.
Er zijn alternatieven denkbaar: toekenning van de voogdij
aan de stiefouder of toekenning van gezamenlijk gezag aan
de stiefouder en de niet-verzorgende ouder op het moment van overlijden van de verzorgende ouder.
Meeroudergezag kan niet automatisch worden toegekend
vanwege de grote diversiteit van stiefoudergezinnen en de
verschillende rollen die stiefouders vervullen. Het initiatief
moet van stiefouders zelf uitgaan.
Meeroudergezag roept ook vragen op in geval van scheiding: wat als Douwe en Maria het ook niet redden? De
kans op echtscheiding bij een tweede huwelijk ligt rond de
50%. Moet het stiefoudergezag van Maria dan automatisch
beëindigd worden? Het is onwenselijk dat er twee nietverzorgende ouders ontstaan na de tweede scheiding. Bovendien staat automatisch verlies van het gezag op gespannen voet met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, de bescherming van
family life tussen de stiefouder en het kind.
Een andere variant is om Douwe en Maria als verzorgende ouders het volledige gezag te geven, en Mathilde
als niet-verzorgende ouder het beperkte gezag. Ook hier
is het verstandig de afspraken op te nemen in een stiefouderplan en vast te leggen in een notariële akte of
rechterlijke beschikking. De gezamenlijkheid van de te
nemen beslissingen is zo beperkt tot de twee daadwerkelijk verzorgende ouders. Hierdoor is er een laag conflictpotentieel. Nadeel is dat de niet-verzorgende ouder
wordt gedegradeerd tot een gezaghouder wiens gezag
een lege huls is.
4.
Meeroudergezag: Ouderlijk gezag voor Douwe, Mathilde en Maria, zodat er drie personen zijn met ouderlijk
gezag. In Nederland is op dit moment gezag slechts door
twee personen tegelijk mogelijk. Als Douwe, Mathilde
en Maria in Engeland wonen kunnen ze aanspraak maken op de step-parental responsibility agreement, waarin afgesproken wordt dat de stiefouder ook gezag krijgt.
3
Voordelen meeroudergezag
Nadelen meeroudergezag
het is een oplossing in het
geval van overlijden van de
verzorgende ouder
het is een juridische weerspiegeling van de realiteit
van stiefgezinnen
het is een emotionele erkenning en bescherming
van de derde ouder en het
kind
het draagt bij aan gelijkwaardigheid van de ouders
het kan juist leiden tot
een vergroting van het
conflictpotentieel
het is praktisch niet hanteerbaar
als de ouders het niet
eens zijn ontstaat een
twee-tegen-één effect
het zet de nietverzorgende ouder op een
afstand
Nieuw Gezin—september 2014 (jaargang 6—nr. 3)
Wanneer de onderzoekers voor- en nadelen van meeroudergezag in stiefgezinnen afwegen komen zij tot een aantal conclusies. Op zichzelf biedt meeroudergezag een oplossing voor
de discrepantie tussen de juridische status en de feitelijke rol
van de stiefouder, maar:




deze discrepantie wordt door ouders en professionals
niet als echt probleem gezien zolang de verzorgende
ouder leeft
in het geval van meerdere huwelijken is er sprake van
een groeiend aantal personen met gezag
dit is een potentiële conflictbron tussen meerdere gezagshouders
de aanbeveling is om terughoudend te zijn bij fundamentele wijziging van het gezagsrecht
Stiefouderplan: een alternatieve oplossing?
In het onderzoek is ook gevraagd naar de wenselijkheid van een
stiefouderplan. De meerderheid van alle ouders geeft aan dat
men dat niet weet. Een stiefouderplan leeft dus nog niet echt
onder de betrokkenen. Ouders noemen als voordeel dat het
maken van een stiefplan kan helpen bij het helder maken van
verwachtingen en dat er commitment wordt uitgesproken naar
elkaar. Als nadeel wordt genoemd dat er een nieuw conflictpotentieel kan ontstaan door een gedetailleerd plan dat gebruikt
zou kunnen worden om rechten te claimen.
In de praktijk worden er vaak (92%) afspraken gemaakt tussen
verzorgende ouder en niet-verzorgende ouder over verantwoordelijkheid voor kinderen na scheiding, meestal samen of
met tussenkomst van de rechter. Tussen de verzorgende ouder
en de stiefouder worden er regelmatig (53%) afspraken gemaakt over verantwoordelijkheid voor kinderen na scheiding,
in 5% van de gevallen komen deze afspraken op papier te
staan. «
Literatuur: Meeroudergezag, een oplossing voor kinderen met
meer dan twee ouders?
M.V. Antokolskaia (e.a.), Boom Juridische Uitgevers, ISBN 97890-8974-908-6
Susan van der Beek is redacteur van Nieuw Gezin.
Nieuw Gezin—september 2014 (jaargang 6—nr. 3)
4