WOR-Bestuurder Gemeente Krimpen aan den IJssel Datum: Ons kenmerk: Onderwerp: 9 april 2014 Samenwerking Capelle-Krimpen CR KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Geachte heer Boele, U heeft ons advies gevraagd over de voorgenomen samenwerking met de gemeente Capelle aan den IJssel voor wat betreft de bedrijfsvoeringsonderdelen Sociale zaken en ICT in de vorm van een Gemeenschappelijke Regeling. Voorgeschiedenis De eerste adviesaanvraag dateert van 20 september 2013. In reactie hierop hebben wij in onze brief van 27 september 2013 aangegeven alleen een gewogen advies te kunnen uitbrengen over de organisatorische en juridische constructie van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten (hierna: GR) als het inrichtingsplan, het formatieplan (SoZa en ICT), de begroting en financiële verdeling deel uitmaken van de adviesaanvraag. Op uw dringende verzoek hebben wij - vooruitlopende op het ontvangen van de aangegeven stukken - in onze brief van 15 november 2013 alvast een aantal vragen gesteld en opmerkingen gemaakt over de concept-GR, versie 13 november 2013. In uw brief van 8 januari 2014, gericht aan de leden van de Ondernemingsraden en van het Georganiseerd Overleg van beide betrokken gemeenten, heeft u de OR advies gevraagd over de volgende vier punten: 1. Concept-raadsvoorstel en -besluit in zake de ambtelijke samenwerking in de bedrijfsvoering en het aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten); 2. De notitie Hoofdlijnen formatie- en inrichtingsplan Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten; 3. Voornemen om de inrichting onder verantwoordelijkheid en aansturing te brengen van twee kwartiermakers (voor SoZa en voor ICT); 4. Het voornemen om zo spoedig mogelijk de beoogd leidinggevenden van de toekomstige units SoZa en ICT te benoemen Op 28 januari 2014 heeft u ons in verband met de volledig onverwachte terugtrekking van de gemeente Zuidplas benaderd door middel van een e-mail met daarbij gevoegd als gevolg hiervan de aangepaste stukken. In onze brief van 5 februari 2014 hebben wij een aantal zogenaamde breekpunten benoemd en hebben wij aangegeven dat wij zo spoedig mogelijk wensen te beschikken over de stukken, zoals aldaar omschreven. Bij brief van 21 februari 2014 heeft u de door ons gevraagde stukken aangeleverd en een reactie gegeven op een aantal van onze opmerkingen c.q. vragen. Op 24 maart 2014 hebben wij u een brief gestuurd met vragen over het formatieplan van Sociale Zaken, dit na onze raadpleging van de achterban. Antwoorden op onze vragen hebben wij gekregen in uw brief van 3 april 2014. Al met al heeft het hierboven geschetste voortraject een periode in beslag genomen van meer dan een half jaar. Wij hebben nu voldoende informatie om te komen tot ons eindadvies. Eindadvies OR Hierna formuleren wij per aangegeven onderwerp ons advies. 1. en 2. Gemeenschappelijke regeling: Sociaalplan, formatie- en plaatsingsplan. Wij zijn tevreden over het in onze ogen belangrijke uitgangspunt bij het Sociaalplan voor de GR, dat de uitgangspositie voor alle medewerkers die naar de GR overgaan gelijk is, in de vorm van een baan-werkgarantie en de geldigheid van het Sociaal Plan tot 1 januari 2018. Het formatieplan, zoals gevoegd bij uw brief van 20 februari 2014, voldoet voor zover wij kunnen beoordelen aan de eisen die in het Sociaal Plan worden gesteld. Wij hebben er vertrouwen in dat het nog op te stellen formele plaatsingsplan op een zorgvuldige wijze wordt toegepast. Op voorhand zijn we blij met het feit dat er voor alle Krimpense medewerkers een plaats beschikbaar is in de nieuwe organisatie. In dat verband hebben wij goede nota genomen van uw toezegging dat de formatieruimte van SoZa tot 1-1-2017 blijft gehandhaafd op 115 fte. Lokaal Loket De OR is benieuwd naar de invulling van het loket in Krimpen. Wij stellen u voor dit fysiek onder te brengen bij het Publiekscentrum van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Ondersteunende diensten In uw brief van 20 februari 2014 en het raadsvoorstel geeft u nadrukkelijk aan dat, als bij Capelle voor de ondersteuning van de GR uitbreiding van de formatie nodig is, deze primair ingevuld zal worden vanuit Krimpen. Wij vertrouwen erop dat u deze toezegging zult nakomen en zullen hier nauwgezet op toezien. De OR wenst bij dit proces betrokken te blijven. Wij horen graag op welke manier u hier invulling aan gaat geven. Financiën De OR zal het door u geschetste financiële beeld kritisch volgen zeker gezien de recente ervaringen met tegenvallende financiële resultaten bij de samenwerkingsverbanden in de regio. 2/4 3. Inrichting van de samenwerking en de kwartiermakers: Planning, participatie en communicatie De OR heeft gepleit voor een planning voor de korte termijn en de langere termijn. Voor wat de korte termijn betreft, het volgende: U heeft de OR de 'IJsselgemeenten planning procedure' aangereikt die vooral een uitwerking is van de plaatsingsprocedure. Maar welke activiteiten ondernomen worden voor een zinvolle en prettige samenwerking in de optiek van de medewerkers, met eenduidige procedures, efficiënte processen en (informatie)systemen ten behoeve van kwalitatieve goede dienstverlening en dergelijke, daar ziet de OR eigenlijk niets van. Wij vinden het illustratief dat bij het opstellen van de beantwoording van onze vragen over het formatieplan SoZa kennelijk geen beroep is gedaan op de medewerkers van SoZa. Het concept-communicatieplan, dat wij op 28 februari hebben ontvangen geeft enig inzicht in de implementatie van het voorgenomen samenwerkingsbesluit. De OR heeft het plan bekeken en mist een uitwerking van de participatie van de betrokken medewerkers. Wij zien die graag spoedig tegemoet. De OR vindt het belangrijk voor de betrokkenheid van de medewerkers, de kwaliteit van de arbeid en de kwaliteit van de organisatie alsmede de kwaliteit van de dienstverlening dat de medewerkers moeten (kunnen) meedenken en meebeslissen. En onderschrijft daarmee in het bijzonder: Medewerkers van SoZa en ICT worden direct betrokken bij de invulling van de nieuwe afdeling (concept-communicatieplan, onder kopje doelstellingen, doelstelling 4). De manier waarop het proces vorm gegeven wordt is van het allergrootste belang, een directieve opstelling van een kwartiermaker past niet bij mondige en betrokken medewerkers. Om tot de oprichting van de gezamenlijke organisatie per 1 januari 2015 te komen, adviseert de OR voor zowel de implementatie en participatie van de unit SoZa als ICT een concrete planning op te stellen en deze vooraf aan de OR ter advisering voor te leggen bijvoorbeeld in de vorm van een zgn. uitvoeringsadvies overeenkomstig artikel 25 lid 5 van de WOR. Over de langere termijn het volgende: De OR heeft begrip voor uw antwoord dat u nog niet kunt aangeven wanneer en hoe andere taken naar de GR worden overgebracht. De OR verwacht en heeft er vertrouwen in dat u tegen die tijd de OR om advies vraagt op een moment dat er nog van wezenlijke beïnvloeding van het voorgenomen besluit sprake is. Dat u dat voornemens bent leiden wij af uit uw opmerking: "Hoe het ook zij, in ieder geval zal ik voorstellen aangaande het onderbrengen van nieuwe bedrijfsvoeringsonderdelen eerst onderbouwd en geargumenteerd aan u voorleggen." (brief 20-2, punt 4 Communicatieplan) Verder herhalen wij hier uw opmerking dat in het jaar 2014 geen nieuwe initiatieven voor het onderbrengen van andere taken in de GR zullen worden ondernomen en dit jaar in het teken zal staan van het maken van een goede start van de GR in januari 2015 (overleg 28 februari). De kwartiermakers De OR is het eens met de opmerking in het communicatieplan over de kwartiermakers en hun cruciale rol bij het proces van samenwerking in en op beide afdelingen (concept-communicatieplan onder kopje Strategie). 3/4 Nulmeting De OR heeft de nulmeting eerder als aandachtspunt meegegeven namelijk in zijn advies in zake het principe besluit voor samenwerking met Capelle aan den IJssel op het gebied van bedrijfsvoering, en wel als volgt: "het meetbaar maken van de te verwachten voordelen op het gebied van kwaliteit, continuïteit, flexibiliteit en efficiëntie; hierbij denkt de OR aan een 0meting en een evaluatiemoment op een van te voren vastgesteld tijdstip." In uw reactie onderschrijft u het belang van de nulmeting en op de concrete invulling wilt u zich beraden. De OR adviseert u de nulmeting (en evaluatie) te concretiseren, onder te brengen in de planning en onder verantwoordelijkheid van de kwartiermaker te plaatsen. De OR vreest dat het anders bij een voornemen blijft. 4. Benoeming beoogd leidinggevenden. Cultuuraspecten en arbeidsverhoudingen De OR meent dat met cultuurverschillen tussen beide gemeenten rekening gehouden moet worden en dat cultuuraspecten aandacht opeisen, zoals HNW (het nieuwe werken). U geeft te kennen het belang van die cultuuraspect te onderschrijven. En u wilt: "het straks aan het management" en medewerkers over laten "om hieraan een eigentijdse invulling daar aan te geven" (Brief 20-2 punt d. Cultuur). De OR is daar niet gerust op. Wij hebben vernomen dat bij het bedrijfsonderdeel SoZa van beide gemeenten relatief veel onvrede heerst(te) over (direct) leidinggevende/unitleider. (MTO Krimpen 2011, MTO Capelle 2013); Dit schetst het belang van zowel kaders voor arbeidsverhoudingen als de stijl van leidinggeven van te benoemen leidinggevende. Wij adviseren u, de kaders voor die eigentijdse invulling te schetsen, waarbij inbreng van de betrokken medewerkers is geborgd. Idealiter wordt de uitkomst van deze inspanning gebruikt bij de selectie en benoeming van de leidinggevenden. Tot slot Met inachtneming van het bovenstaande adviseren wij positief over de voorgenomen samenwerking. Hoogachtend, De Ondernemingsraad van de Gemeente Krimpen aan den IJssel, W. Melenberg L.C. Otterspeer voorzitter secretaris 4/4
© Copyright 2024 ExpyDoc