INHOUD WAT? WAAROM? Je wordt vaardig … in organiseren met taal in rekenen met informatie met tijd en ruimte voor het leven WAAR? Wat mag je verwachten? Welke hoofdstukken zijn er? Waarom behandelen we dit hoofdstuk? Wat leer je ermee? Wat zijn onze doelstellingen? 1 Schijn en werkelijkheid: zijn dromen bedrog? ► Je beantwoordt een aantal vragen in verband met dromen. ► Je neemt een kleine enquête af over dromen en droomverklaringen. ► Je analyseert en bespreekt de enquêteresultaten. ► Je werkt constructief samen in groep. ► Je gaat te werk volgens de OVUR-methode. ► Je combineert veelvoorkomende dromen met een mogelijke droomverklaring. ► Je realiseert met de hele klas een wensdroom van een klasgenoot. 5 2 Je ziet niet wat je ziet ► Je bepaalt van een aantal foto’s of ze echt of nep zijn. ► Je maakt de ICT-opdracht rond gephotoshopte modellen. ► Je onderzoekt de huidige digitale mogelijkheden in verband met fototrucages. ► Je herstelt de alinea-indeling van een artikel waarin de alinea’s door elkaar werden gezet. ► Je stuurt een e-mail waarin jij je eigen mening formuleert. ► Je leest en vergelijkt twee teksten over de maanlandingen. ► Je omschrijft het tekstdoel van twee teksten. ► Je vat de argumenten van voor- en tegenstanders van de nepmaanlanding samen. ► Je beoordeelt een aantal stellingen bij de teksten. ► Je leert de basisprincipes van het perspectief kennen. ► Je bekijkt verschillende optische illusies en beschrijft wat er onmogelijk is. 9 ► ► ► ► ► ► 16 of nep? 2.1 Echt e illusies: ch 2.2 Optis sbedrog gezicht 3 Ook film is een optische illusie: van schimmenspel tot 3D 3.1 De drang naar bewegende beelden (oertijd tot en met 17de eeuw) 3.2 De eerste ‘bewegende’ beelden 3.3 Naar de eerste echte films 3.4 De eerste speelfilms 3.5 Hoe komt een langspeelfilm tot stand? 3.6 Filmtaal 3.7 Film is gezichtsbedrog 3.8 Filmbesprekingen: ziet iedereen wel hetzelfde? Beeldtaal en informatie.indb 3 ► ► ► ► ► ► ► Je leert de geschiedenis van de film in grote lijnen kennen. Je beantwoordt meerkeuzevragen bij een informatieve tekst. Je plaatst stappen uit de tekst in chronologische volgorde. Je doet een proefje rond lichtindrukken. Je bepaalt het tekstdoel. Je vult een overzichtsschema aan van de geschiedenis van de film. Je verwerkt historische gegevens in een (online) tijdbalk. Je maakt een collage. Je rekent een eenvoudig vraagstuk over tijd uit. Je monteert zelf door elkaar gezette prenten van een strip. Je maakt een top vijf of top tien van de lievelingsfilms van de klas. Je rekent met het gemiddelde. Je bespreekt de criteria waaraan een goede film volgens jou moet voldoen. Op welke pagina vind je dit hoofdstuk? Inhoud 3 11/07/14 09:05 ► Je stelt in een presentatie je favoriete acteur, actrice of regisseur voor. ► Je zet de stappen van het ontstaansproces van een film in de juiste volgorde. ► Je combineert termen uit de filmwereld met de juiste omschrijvingen. ► Je giet de tekst over het ontstaansproces in een invulschema. ► Je rekent met bezoekersaantallen (gemiddelde berekenen). ► Je bedenkt vragen bij twee grafieken. ► Je herkent en benoemt verschillende beeldgroottes, opnamehoeken en camerabewegingen op foto’s en in filmfragmenten. ► Je geeft het meervoud van een aantal termen uit de filmwereld. ► Je combineert filmgenres met de juiste omschrijvingen. ► Je past verschillende beeldgroottes, opnamehoeken en camerabewegingen toe in een zelfgemaakt filmpje. ► Je overloopt de mogelijke trucagetechnieken. ► Je vergelijkt twee filmrecensies. ► Je bekijkt een film en vult een beoordelingsfiche in. 4 Beeldtaal en informatie ► Je overloopt de verschillende soorten hoaxes die je op het internet kan tegenkomen. ► Je leert hoe je hoaxes kan herkennen en hoe je ermee moet omgaan. ► Je zoekt voorbeelden van recente hoaxes. ► Je voorziet een stadslegende van een passend einde en vergelijkt jouw verhaal met het oorspronkelijke verhaal. ► Je duidt elementen aan in phishingberichten die verraden dat het bericht vals is. ► Je onderzoekt het fenomeen phishing. ► Je ontwerpt een folder waarmee je de leerlingen van het vierde leerjaar waarschuwt voor phishing. ► Je beantwoordt vragen bij een kijk- en luisterfragment over hacking en privacy. 40 ► Je reflecteert over je houding tegenover Wikipedia. ► Je beoordeelt uitspraken bij een tekst. ► Je gaat na hoe je de betrouwbaarheid van een Wikipedia-artikel kan controleren. ► Je duidt aan welke internetbronnen je wel of niet zou gebruiken om een bepaalde onderzoeksvraag te beantwoorden. ► Je bekijkt twee internetfilmpjes en bepaalt of ze echt of nep zijn. ► Je leest een haiku over het thema internet. 49 6 Wat zie je? ► Je analyseert een afbeelding volgens de KIAM-methode. 57 7 PAV-polyglot ► Je zoekt gegevens over een film met behulp van het internet in het Frans, Nederlands en/of Engels. ► Je combineert Engelse en Franse computertermen met de Nederlandse vertalingen. ► Je dicteert je e-mailadres in het Frans, Nederlands en/of Engels. 59 4 Moderne stadslegendes es: 4.1 Hoax arschuw ingen nepw a slegendes 4.2 Stad die je veel geld es 4.3 Hoax kosten: phishing n kun en 5 Hoe betrouwbaar is het internet? ar is etrouwba 5.1 Hoe b dia? Wikipe n met ch omgaa is it r K .2 5 ronnen internetb het internet jes op 5.3 Filmp het net op 5.4 Haiku - De du cinéma e d n o m e a 7.1 L n de cinem wereld va d orl Cinema w Het internet t e n r 7.2 L’Inte ernet t In The Beeldtaal en informatie.indb 4 11/07/14 09:05
© Copyright 2024 ExpyDoc