PARELPAD SCHUTTERSPARK - VVV Zuid

PARELPAD
SCHUTTERSPARK
De oude gebouwen uit het mijnbouw­verleden
vallen onder het beschermd stadsgezicht van
Brunssum. Er wordt geen water meer opgepompt. Naast ruimte voor wandelen, spelen of
gewoon lekker in het gras liggen, is er ook veel
ruimte voor natuur in het Schutterspark. Volg het
parelpad als je alles wil weten over de natuur- en
cultuur­schatten in het park.
Kasteelpark Genbroek
Vlonderbrug
Welkom in het
Schutterspark, het oudste
volkspark van Limburg.
SCHUTTERSPARK
Het Schutterspark van de gemeente Brunssum is
80 ha groot. Voordat het terrein als park in gebruik
werd genomen was de grond eigendom van
de plaatselijke schutterij. Deze schutters waren
reservesoldaten die in tijden van nood hielpen bij
de verdediging van Brunssum. Het terrein waarop
nu het Schutterspark ligt, werd gebruikt voor oefeningen. De Nederlandse Staatsmijnen hebben in
1921 de grond overgenomen van de schutters en
opdracht gegeven een volkspark voor de arbeiders
uit de mijnen aan te leggen. Daarnaast werd het
park gebruikt voor grondwaterwinning om drinkwater voor de inwoners van Brunssum te leveren.
Het water werd ook in de mijnen gebruikt. Onder
andere om de steenkool te wassen. Inmiddels is
de gemeente Brunssum eigenaar van het park.
Startpunt: Kinderboerderij Schutterspark, Heidestraat 2, 6443 VZ Brunssum
Parkeergelegenheid: Kinderboerderij Schutterspark
1. De Rode Beek of Molenbeek
Heel vroeger werd het water van de Rode Beek
gebruikt om een watermolen nabij kasteel ‘Op
Gen Hoes’ te laten draaien. Momenteel is hier
niets meer van terug te vinden. De beek loopt
momenteel zelfs enkele honderden meters van
de oude molen vandaan. Recent is de natuur­
lijke loop van de beek hersteld. De Rode beek of
Molenbeek loopt door het gehele Schutterpark.
Aan het einde van de tunnel waar je nu staat
wordt het water in de beek gesplitst. 2/3 van
het water uit de beek wordt gebruikt om de
vijvers van het Schutterspark te voeden. Het
overige water blijft in de beek. Aan het einde van
de Grote vijver komt het water weer bij elkaar.
De vijver was bedoeld voor reservespoelwater
en is in een oude kleiput aange­legd. Achter de
vijver lagen vroeger nog meer kleiputten. Hier is
later de mijnsteenberg op gestort. De loop van
de beek staat centraal in het oorspronkelijke
ontwerp van het Schutterspark uit 1920.
De beek splitst het park in twee delen.
Oorspronkelijk lagen ten westen van de beek de
meeste attracties. Nu worden de attracties meer
ten zuiden van de grote vijver gevestigd.
2. Uitzichtpunt over de vijver
Je staat hier op het hoogste punt van het Schutterspark, het hoogteverschil met de vijver is
ongeveer 30 meter. Het Schutterspark is aange­
Lengte: ca. 3,5 km
legd in opdracht van de Staatsmijnen om de
arbeiders uit de mijnen een locatie te bieden
waar gerecreëerd kon worden. Door de jaren
heen hebben verschillende attracties het park
gesierd. Zo is er een tijd een kabelbaan geweest
van 325 meter die onder andere over de grote
vijver heen liep. Bij de vijver konden roeiboten
gehuurd worden. Een wrak van één van deze
roeiboten ligt nog altijd op het eiland in de grote
vijver. Op de locatie waar je nu staat heeft een
uitkijktoren van 20 meter hoog gestaan van
waaruit je de gehele mijnstreek kon overzien.
Ook lag hier tot in de jaren ’80 de eerste
skihelling van Nederland. De skibaan was een
kunstbaan, gemaakt van borstels.
3. Bron
Je ziet hier naast het pad een bron ontspringen.
In het Schutterspark liggen meerdere bronnen.
Dit komt doordat het gehele park op een hel­
ling ligt. Als op hoger gelegen delen regen valt,
zakt dat daar de grond in. Zo komt het in het
grondwater terecht. Grondwater stroomt, net
als oppervlaktewater, met de helling mee naar
beneden. Soms komt het grondwater op zo’n
helling aan de oppervlakte zoals je hier ziet. Dit
wordt ook wel ‘kwel’ genoemd. Tijdens de reis
onder de grond lost ijzer uit de bodem op in dit
kwelwater. Als het ijzerrijke water vervolgens aan
de oppervlakte in aanraking met zuurstof komt
ontstaat ijzeroxide. Ook wel roest genoemd.
Vandaar de rode kleur van het water. De beek
die door het Schutterspark loopt heet daarom
de ‘Rode beek’.
4. Uitzichtpunt Hangvennen
Het gebied wat je hier voor je ziet zijn vennen. Vennen zijn natuurlijke wateren met een
wisselende waterstand. De vennen in het
Schutterspark worden gevoed door ‘kwelwater’,
water dat op hogere delen in de grond is gezakt
en halverwege de helling naar de oppervlakte
komt. Door de lange reis die het water heeft
gemaakt is het water van bijzonder hoge
kwaliteit. Het kwelwater stroomt onder de grond
door een zandpakket wat ervoor zorgt dat het
water schoon en voedselarm is als het aan het
oppervlakte komt. De planten die in de vennen
voorkomen zijn heel bijzonder, ze groeien enkel
op plaatsen waar dit schone, voedselarme
water te vinden is. Bijvoorbeeld de waterviolier.
5. Vlonderbrug
De vlonderbrug over het grote hangven is
gemaakt van het hout van de robiniaboom. In
de volksmond wordt de robinia ook wel acacia
genoemd, maar eigenlijk klopt dit niet. De acacia
groeit in Afrika, Australië en Zuid-Amerika en
het klimaat in Nederland is te koud voor de
boomsoort. De Robinia komt oorspronkelijk uit
Noord-Amerika en is naar Europa gehaald
vanwege de bijzondere kwaliteiten van het hout.
Het hout is heel duurzaam waardoor het onbewerkt de Nederlandse weeromstandigheden
kan doorstaan. Het raadsel waarom de robinia
altijd acacia wordt genoemd wordt opgelost
als je naar de Latijnse naam van de boom kijkt.
Dit is Robinia pseudoacacia oftewel Robinia
nep-acacia. De bomen lijken op elkaar maar de
robinia komt uit een andere plantenfamilie.
6. Bos- en natuurbeheer
Om het bos en de natuur in het Schutterspark
mooi te houden wordt periodiek beheer uitge­
voerd. Doelstelling van het beheer is het verhogen van de natuurwaarde en variatie. Daarnaast
moet er natuurlijk altijd veilig gerecreëerd kunnen
worden in het park. Om de natuurwaarde te
verhogen wordt er periodiek gedund in het bos.
Dunnen is het selectief verwijderen van bomen,
zodat de bomen die achterblijven meer ruimte
hebben en uit kunnen groeien tot volwassen,
gezonde bomen. Bij deze dunningen worden de
boomsoorten die van nature voorkomen in het
bos in Nederland stelselmatig bevoordeelt zodat
de boomsoortensamenstelling langzaamaan
natuurlijker wordt. Door op sommige plekken in
het bos open plekken te maken komt er meer
ondergroei in het bos. Goed voor de natuur,
en mooi om te zien! Dood hout wordt zoveel
mogelijk in het bos achtergelaten omdat dit
belangrijk is voor diverse insecten en vogels,
bijvoorbeeld spechten.
7. Pompputten 1, 2 en 3
Her en der in het Schutterspark liggen nog oude
pompputten. Deze werden gebruikt door de
Staatsmijnen om water omhoog te pompen.
Dit water kwam van een diepte van 180 meter
en werd gebruikt voor de drinkwatervoorziening van Brunssum en andere gemeenten en
voor het wassen van de steenkool. Het wassen
van de steenkool gebeurde om de steenkool
te scheiden van meegekomen steen en gruis.
Steenkool is lichter dan water en blijft drijven.
De stenen blijven niet drijven en de steenkool kan van het water afgeschept worden.
Afgelopen jaren zijn enkele pompputten geschikt
gemaakt voor vleermuizen.
8. Pottenbakkers
Van de 11de tot de 13de eeuw werkten er in de
omgeving van de Rode beek veel pottenbakkers. De klei afkomstig uit de omgeving van de
beek is van zeer hoogwaardige kwaliteit en was
dan ook geliefd bij de pottenbakkers. De potten
die dit opleverde werden door heel Europa verhandeld. Via onverharde handelswegen werden
met paard en wagen de potten ver­voerd.
Verspreid langs de beek liggen nog resten
van mislukte potten. Deze worden misbaksels
genoemd. Deze uitdrukking gebruiken we nog
steeds (maar niet alleen voor misluk te potten!)
9. De oude landgraaf
De greppel die je hier ziet lopen is al in de middel­
eeuwen aangelegd (ca. 1400). De greppel is
een droge gracht van 6m breed, met aan beide
zijden een wallichaam van 6m breed en 1m
hoog. De wallen waren beplant met stekelige
struiken die indringers uit vijandig gebied moest
en tegenhouden. De oude landgraaf is ruim 10
km lang en strekte zich uit vanaf het moerassig
gebied ten noordoosten van Schinveld, langs de
Rode Beek, over de Brunsummerheide tot aan
Nieuwenhagen. De gemeente Landgraaf heeft er
zelfs zijn naam aan ontleend. De oude landgraaf
is in het Schutterspark gedeeltelijk vrij gemaakt
van begroeiing, zodat hij beter zichtbaar is.
10. Pompgebouwen
De gebouwen die je hier ziet zijn uit de tijd van
de mijnindustrie. Uit de putten die je al eerder
hebt gezien werd het water opgepompt en door
dikke buizen naar deze gebouwen geleidt.
Het water werd in deze gebouwen gefilterd.
Doordat er veel ijzer in het grondwater onder het
Schutterspark is opgelost was het water niet
direct geschikt om te gebruiken als drinkwater.
Ook voor het gebruik in de mijnen was het niet
wenselijk dat er te veel ijzer in het water zat.
In deze pompgebouwen werd dit er dan ook
uitgefilterd.
1 Rode Beek / Molenbeek
7
6
7
2 Uitzichtpunt over de vijver
5
3 Bron
4 Uitzichtpunt Hangvennen
5 Vlonderbrug
8
4
3
7
6 Bos- en natuurbeheer
7 Pomphutten 1, 2 en 3
8 Pottenbakkers
9 De oude landgraaf
10 Pompgebouwen
9
10
2
1