Keuzedeel mbo Inspelen op innovaties behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld door de minister van [OCW/EZ] op 01-07-2014 Kwalificatiedossier Inspelen op innovaties, dit dossier is een conceptversie. Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 7 Kwalificatiedossier Inspelen op innovaties, dit dossier is een conceptversie. 1. Algemene informatie D1: Inspelen op innovaties niveau 1 Van toepassing op niveau(s) Studielast Branche-erkenning nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting 3 van 7 niveau 2 niveau 3 niveau 4 x x x 240 240 240 Kwalificatiedossier Inspelen op innovaties, dit dossier is een conceptversie. 2. Uitwerking D1-K1: Speelt in op innovatie en verandering binnen de branche Complexiteit De beginnend beroepsbeoefenaar heeft in zijn werk binnen de branche te maken met verschillende factoren die aan verandering onderhevig zijn. Dit kunnen zowel maatschappelijke als technische innovaties en veranderingen zijn die hun weerslag hebben op het product, de bedrijfsvoering, de relatie met de consument, enzovoort. De beginnend beroepsbeoefenaar wordt geacht op een passende manier te reageren op veranderingen. Vaak bestaat dit uit het opvolgen van nieuwe regels/instructies of het omgaan met nieuwe producten. Na enige gewenning is meestal sprake van een routinematige aanpak, waarvoor basiskennis nodig is. Voor niveau 3 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar wordt geacht relevante veranderingen in de branche zelf te signaleren. Om vervolgens ook passend te kunnen reageren is kennis en inzicht nodig. De mate van complexiteit verschilt per verandering/innovatie. Soms is bij vernieuwingen sprake van een routinematige aanpak (na enige gewenning), soms gaat het om het aanleren en inzetten van volledig nieuwe handelingen/inzichten. Voor niveau 4 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar signaleert relevante veranderingen in de branche tijdig. Om passend te kunnen reageren op veranderingen is (specialistische) kennis en strategisch inzicht nodig. De beginnend beroepsbeoefenaar voorziet ook de mogelijke effecten van vernieuwingen op de bedrijfsvoering en anticipeert hierop. Dit is in de meeste gevallen complex: hij combineert bestaande oplossingen/procedures en bedenkt waar nodig een nieuwe aanpak. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een uitvoerende rol. Hij is verantwoordelijk voor het actueel houden van zijn kennis en vaardigheden en de verdere ontwikkeling van zijn vakmanschap. In de praktijk betekent dit, dat hij regelmatig met hulp van zijn leidinggevende terugkijkt op zijn eigen (beroepsmatig) handelen. Voor niveau 3 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar selecteert zelfstandig welke vormen van deskundigheidsbevordering voor hem het meeste geschikt en gewenst zijn. Eventueel kan hij daarbij de hulp van zijn leidinggevende inroepen. Voor niveau 4 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar reflecteert zelfstandig op zijn eigen (beroepsmatig) handelen. Hij selecteert zelfstandig welke vormen van deskundigheidsbevordering voor hem en het bedrijf het meest geschikt en gewenst zijn. Hij begeleidt en evalueert met verkoop- en allround medewerkers hoe de deskundigheidsbevordering is verlopen. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft basiskennis van relevante beurzen, vakbladen en scholingsmogelijkheden binnen de branche. § heeft basiskennis van manieren om informatie te delen (online, workshops, lezingen en dergelijke). § kan met hulp reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen. § kan professioneel omgaan met positieve en negatieve feedback (geven en ontvangen). § kan met hulp relevante scholing, beurzen en vakbladen selecteren uit het totale aanbod. § kan omgaan met veranderingen van technische aard die van invloed zijn op zijn functie. § kan eigen kennis delen met anderen. § kan leren van collega's. 4 van 7 Kwalificatiedossier Inspelen op innovaties, dit dossier is een conceptversie. D1-K1: Speelt in op innovatie en verandering binnen de branche Voor niveau 3 geldt aanvullend: § heeft kennis van relevante beurzen, vakbladen en scholingsmogelijkheden binnen de branche. § heeft kennis van manieren om informatie te delen (online, workshops, lezingen en dergelijke). § kan zelfstandig actie ondernemen om de eigen beroepscompetenties verder te ontwikkelen. § kan zelfstandig relevante scholing, beurzen en vakbladen selecteren uit het totale aanbod. § kan informatie over ontwikkelingen binnen de branche begrijpen en op waarde schatten. § kan de vertaalslag maken van gesignaleerde ontwikkelingen naar de eigen beroepspraktijk. § kan omgaan met veranderingen van maatschappelijke aard die van invloed zijn op het werken in de branche. Voor niveau 4 geldt aanvullend: § heeft kennis van relevante beurzen, vakbladen en scholingsmogelijkheden binnen de branche. § heeft kennis van manieren om informatie te delen (online, workshops, lezingen en dergelijke). § kan zelfstandig actie ondernemen om de eigen beroepscompetenties verder te ontwikkelen. § kan zelfstandig relevante scholing, beurzen en vakbladen selecteren uit het totale aanbod. § kan informatie over ontwikkelingen binnen de branche begrijpen en op waarde schatten. § kan de vertaalslag maken van gesignaleerde ontwikkelingen naar de eigen beroepspraktijk. § kan de vertaalslag maken van gesignaleerde ontwikkelingen naar gevolgen voor de bedrijfsvoering. § kan omgaan met veranderingen van maatschappelijke aard die van invloed zijn op het werken in de branche. § kan leren van andere disciplines binnen de branche. D1-K1-W1: Reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen in het kader van innovatie. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar zorgt dat hij op de hoogte blijft van ontwikkelingen en innovaties die van invloed zijn op zijn beroepsuitoefening. Hij bezoekt in dit kader bijvoorbeeld beurzen en lezingen en leest relevante vakbladen. Hij maakt gebruik van de mogelijkheid om van anderen te leren. Voor niveau 3 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar schat in hoe veranderingen/innovaties de branche zijn eigen werk zullen beïnvloeden. Hij deelt informatie en ideeën met vakgenoten. Hij brengt in kaart welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen om bij te blijven. Na een inventarisatie van het aanbod selecteert hij, met hulp van zijn leidinggevende, scholing en/of andere activiteiten die passen bij zijn eigen ontwikkeldoelen. Voor niveau 4 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar schat in hoe veranderingen/innovaties de branche zijn eigen werk zullen beïnvloeden, op welke termijn dit zal zijn en op welk vlak (medisch, technisch, maatschappelijk, commercieel). Hij signaleert de mogelijke kansen en bedreigingen die hieruit voortvloeien. Hij deelt informatie en ideeën met vakgenoten. Hij brengt in kaart welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen om bij te blijven. Na een inventarisatie van het aanbod selecteert hij scholing en/of andere activiteiten die passen bij zijn eigen ontwikkeldoelen. Resultaat De beginnend beroepsbeoefenaar heeft goed in beeld wat er van hem verwacht wordt. Voor niveau 3 geldt aanvullend: Hij weet welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen gezien de ontwikkelingen/innovaties in de branche en onderneemt daarbij passende acties. Voor niveau 4 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een compleet beeld van de veranderingen/innovaties in de branche en onderneemt de benodigde acties, zowel m.b.t. de eigen ontwikkeling als de bedrijfsvoering. Gedrag - Toont d.m.v. zijn handelen aan te leren van anderen. - Maakt met hulp van de leidinggevende een realistische inschatting van de eigen ontwikkelpunten. De onderliggende competenties zijn: leren, omgaan met verandering en aanpassen 5 van 7 Kwalificatiedossier Inspelen op innovaties, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W1: Reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen in het kader van innovatie. Voor niveau 3 geldt aanvullendd: - Onderneemt proactief actie om zich verder te ontwikkelen en bij te blijven in het beroep. - Begrijpt welke kansen en bedreigingen de aankomende verandering/innovatie biedt voor de eigen beroepsuitoefening. - Deelt informatie en kennis met anderen binnen en buiten de organisatie op een begrijpelijke manier. De onderliggende competenties zijn: leren, omgaan met verandering en aanpassen Voor niveau 4 geldt aanvullendd: - Onderneemt proactief actie om zich verder te ontwikkelen en bij te blijven in het beroep. - Maakt consequent gebruik van relevante, gerenommeerde informatiebronnen. - Volgt ontwikkelingen/innovaties (medisch, technisch, maatschappelijk en commercieel) nauwgezet. - Signaleert mogelijke kansen en bedreigingen voor de eigen beroepsuitoefening en voor de bedrijfsvoering op tijd. - Schat kansen en bedreigingen goed in. - Maakt zelfstandig een realistische inschatting van de eigen ontwikkelpunten. - Deelt informatie en kennis met anderen binnen en buiten de organisatie op een begrijpelijke manier. De onderliggende competenties zijn: analyseren, leren, omgaan met verandering en aanpassen 6 van 7 Kwalificatiedossier Inspelen op innovaties, dit dossier is een conceptversie. 7 van 7 Keuzedeel mbo ARBO en kwaliteitszorg behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld door de minister van [OCW/EZ] op 01-07-2014 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 9 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. 1. Algemene informatie D1: ARBO en kwaliteitszorg niveau 1 Van toepassing op niveau(s) Studielast Branche-erkenning nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting 3 van 9 niveau 2 niveau 3 niveau 4 x x x 240 240 240 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. 2. Uitwerking D1-K1: Draagt bij aan kwaliteitszorg en arbeidsomstandigheden Complexiteit Het werken volgens vastgestelde procedures is niet complex en kan veelal op routinematige wijze worden uitgevoerd (dit staat los van het feit dat de te verrichten handeling die in de procedure is beschreven wel complex kan zijn). Dit vraagt veelal om basiskennis rond kwaliteitszorg en arbeidsomstandigheden. Voor niveau 3 geldt aanvullend: Het in kaart brengen van werkprocedures en vooral het begrijpen van verbanden tussen de diverse werkprocedures is complexer. Dat geldt ook voor het signaleren en analyseren van knelpunten binnen het kwaliteitszorgsysteem. Er zijn niet altijd standaardoplossingen voorhanden om een knelpunt op te heffen. Het vraagt om creatief en oplossingsgericht denken en om kennis rond kwaliteitszorg en arbeidsomstandigheden. Voor niveau 4 geldt aanvullend: Het in kaart brengen van werkprocedures en vooral het begrijpen van verbanden tussen de diverse werkprocedures is complexer. Dat geldt ook voor het signaleren en analyseren van knelpunten binnen het kwaliteitszorgsysteem. Er zijn niet altijd standaardoplossingen voorhanden om een knelpunt op te heffen. Het vraagt om creatief en oplossingsgericht denken en om kennis rond kwaliteitszorg en arbeidsomstandigheden. Nieuwe procedures in het kader van kwaliteitszorg en arbo moeten worden beschreven en vastgelegd. Bestaande procedures moeten indien nodig en wenselijk worden verbeterd. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig binnen aangegeven kaders. Wanneer dat nodig is, kan hij een beroep doen op zijn leidinggevende of een meer ervaren collega. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Voor niveau 3 geldt aanvullend: Geen aanvulling. Voor niveau 4 geldt aanvullend: Hij werkt zelfstandig. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft basiskennis van geldende wet- en regelgeving (Arbowet, Arbeidsomstandighedenbesluit). § heeft basiskennis van sociale wetgeving (Verzuim, Wet Poortwachter, WIA). § heeft basiskennis van veiligheidsaspecten van arbeid. § heeft kennis van gezondheidsaspecten van arbeid. § kan zijn werk uitvoeren met inachtneming van de voorgeschreven procedures en kaders. Voor niveau 3 geldt aanvullend: § heeft basiskennis van relevante certificeringen en keurmerken ( ISO, branchekeurmerken). § heeft kennis van doel en hoofdkenmerken van kwaliteitszorgsystemen. § heeft kennis van het kwaliteitszorgsysteem binnen de organisatie, in relatie tot bedrijfsprocessen. § heeft kennis van rollen en verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de betrokkenen. § heeft kennis van welzijnsaspecten van arbeid. § kan knelpunten op het gebied van kwaliteitszorg of arbeidsomstandigheden signaleren. § kan onderbouwde verbetervoorstellen presenteren in het kader van kwaliteitszorg en arbo. Voor niveau 4 geldt aanvullend: § heeft basiskennis van relevante certificeringen en keurmerken ( ISO, branchekeurmerken). § heeft kennis van doel en hoofdkenmerken van kwaliteitszorgsystemen. § heeft kennis van het kwaliteitszorgsysteem binnen de organisatie, in relatie tot bedrijfsprocessen. § heeft kennis van rollen en verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de betrokkenen. § heeft kennis van welzijnsaspecten van arbeid. § kan knelpunten op het gebied van kwaliteitszorg of arbeidsomstandigheden signaleren. § kan onderbouwde verbetervoorstellen presenteren in het kader van kwaliteitszorg en arbo. § kan (losse) procedures beschrijven, vastleggen, evalueren en verbeteren binnen een kwaliteitszorgsysteem. D1-K1-W1: Levert een bijdrage aan de inrichting van het kwaliteitszorgsysteem Omschrijving 4 van 9 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W1: Levert een bijdrage aan de inrichting van het kwaliteitszorgsysteem De beginnend beroepsbeoefenaar stelt zich op de hoogte van het kwaliteitszorgsysteem binnen de organisatie. Wanneer een reeds voorgeschreven procedure een belemmering vormt voor een optimale werkuitvoering, kaart hij dit aan bij zijn leidinggevende of een meer ervaren collega. Voor niveau 3 geldt aanvullend: Hij evalueert de bestaande procedures en voert gesprekken met belanghebbenden. Wanneer een procedure ontbreekt maakt hij hier melding van bij zijn leidinggevende. Voor niveau 4 geldt aanvullend: Hij evalueert de bestaande procedures en voert gesprekken met belanghebbenden. Hij beschrijft nieuwe procedures en/of voert indien nodig aanpassingen door in bestaande procedures. Hij legt de procedures vast. Resultaat De beginnend beroepsbeoefenaar is op de hoogte van het kwaliteitszorgsysteem en eventuele belemmeringen zijn aangekaart. Voor niveau 3 geldt aanvullend: De procedures binnen het kwaliteitszorgsysteem zijn geëvalueerd en waar nodig zijn verbeterpunten aangekaart. Voor niveau 4 geldt aanvullend: De procedures binnen het kwaliteitszorgsysteem zijn geëvalueerd. Nieuwe of aangepaste procedures zijn beschreven en vastgelegd. Gedrag - Verdiept zich grondig in de bestaande werkprocedures. - Werkt consequent en nauwkeurig volgens de voorgeschreven procedures. - Signaleert tijdig eventuele knelpunten in de werkuitvoering en kaart deze helder aan bij de juiste persoon. De onderliggende competenties zijn: samenwerken en overleggen, instructies en procedures opvolgen Voor niveau 3 geldt aanvullendd: - Voert overleg met belanghebbenden, stelt gerichte vragen en geeft verkregen informatie juist weer. - Komt met onderbouwde, haalbare verbetervoorstellen voor vastgestelde knelpunten. - Levert een actieve bijdrage aan verbeteractiviteiten. De onderliggende competenties zijn: samenwerken en overleggen, formuleren en rapporteren Voor niveau 4 geldt aanvullendd: - Ziet de verbanden tussen verschillende procedures en houdt hier rekening mee. - Ziet de impact van het kwaliteitssysteem op de bedrijfsvoering en houdt hier rekening mee. - Voert overleg met belanghebbenden, stelt gerichte vragen en geeft verkregen informatie juist weer. - Beschrijft nieuwe procedures volledig en correct. De onderliggende competenties zijn: samenwerken en overleggen, formuleren en rapporteren, instructies en procedures opvolgen D1-K1-W2: Voert een risico-inventarisatie en -evaluatie uit en realiseert vebeterpunten Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar werkt op basis van een aangereikt plan van aanpak mee aan het realiseren van verbeterpunten n.a.v. een reeds uitgevoerde risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Voor niveau 3 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar voert een RI&E uit. Voor niveau 4 geldt aanvullend: De beginnend beroepsbeoefenaar voert een RI&E uit. Hij analyseert de resultaten, trekt conclusies en formuleert verbeterpunten. Hij bespreekt de uitkomsten met relevante belanghebbenden (leidinggevende(n), ondernemingsraad). Hij stelt een plan van aanpak op, waarin beschreven is welke verbeteringen zullen worden gerealiseerd, welke acties daarvoor ondernomen worden, wie dit gaat doen en binnen welke termijn dit gerealiseerd moet zijn. Hij bespreekt met de betrokkenen welke bijdrage van hen wordt verwacht in dit verband. Resultaat Verbeterpunten voortkomend uit de RI&E zijn gerealiseerd. 5 van 9 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W2: Voert een risico-inventarisatie en -evaluatie uit en realiseert vebeterpunten Voor niveau 3 geldt aanvullend: Een juist uitgevoerde RI&E. Voor niveau 4 geldt aanvullend: Een juist uitgevoerde RI&E, op basis waarvan een plan van aanpak wordt geformuleerd en verbeterpunten worden gerealiseerd. Gedrag - Werkt actief en constructief mee aan het realiseren van verbeteringen. De onderliggende competenties zijn: instructies en procedures opvolgen Voor niveau 3 geldt aanvullendd: - Werkt gestructureerd volgens een beproefde RI&E methodiek. De onderliggende competenties zijn: instructies en procedures opvolgen Voor niveau 4 geldt aanvullendd: - Werkt gestructureerd volgens een beproefde RI&E methodiek. - Analyseert de bevindingen nauwkeurig en trekt logische conclusies. - Rapporteert schriftelijk, formuleert duidelijk en geeft een bondige maar volledige weergave van de resultaten. - Geeft een duidelijke toelichting over de werkwijze en de bevindingen aan de relevante belanghebbenden. - Formuleert een helder plan van aanpak in samenspraak met de relevante belanghebbenden. - Stemt benodigde acties duidelijk af met de personen die een bijdrage moeten leveren. De onderliggende competenties zijn: samenwerken en overleggen, formuleren en rapporteren, analyseren, instructies en procedures opvolgen 6 van 9 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K2: Verleent EHBO en BHV Complexiteit De hulp die de beginnend beroepsbeoefenaar kan en mag verlenen wordt uitgevoerd in de vorm van standaardhandelingen en volgens vaste procedures die nauwgezet gevolgd moeten worden. De situatie waarin de hulpverlening plaatsvindt kan met zich meebrengen dat onder hoge druk gewerkt moet worden. De beginnend beroepsbeoefenaar moet ook onder druk doelgericht en weloverwogen handelen en overzicht bewaren. De uitvoering van de handelingen is dus niet complex, maar de situatie waarin de handelingen verricht worden is dat vaak wel. Kennis rond EHBO en BHV is vereist. Voor niveau 3 geldt aanvullend: Geen aanvulling. Voor niveau 4 geldt aanvullend: Geen aanvulling. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor het adequaat ingrijpen in situaties waar EHBO of BHV wordt gevraagd. Hij verleent de gevraagde hulp zelfstandig. In situaties waarin meerdere mensen EHBO of BHV verlenen, levert hij een bijdrage aan goede samenwerking en neemt hij zo nodig het voortouw. Voor niveau 3 geldt aanvullend: Geen aanvulling. Voor niveau 4 geldt aanvullend: Geen aanvulling. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft kennis van de manieren om te voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen. § heeft kennis van de manier om een slachtoffer te benaderen en relevante gegevens te verzamelen. § heeft kennis van de ABC-methode bij EHBO. § heeft kennis van de werking en het belang van de vitale organen. § heeft kennis van het gevaar is van ernstig bloedverlies en de verschijnselen die daarbij kunnen optreden. § heeft kennis van de gevaren van een uitwendige (open) wond. § heeft kennis van de begrippen besmetting, ontsteking en infectie. § heeft kennis van de gevolgen van een tekenbeet. § kan de vijf belangrijke punten bij het verlenen van eerste hulp toepassen. § kan kneuzing en verstuiking behandelen. § kan ontwrichting en botbreuken behandelen. § kan elektriciteitsongevallen behandelen. § kan letsels door koude behandelen. § kan letsels door warmte behandelen. § kan iemand met letsel over korte afstand vervoeren. § kan een beginnende brand bestrijden met behulp van kleine blusmiddelen. § kan samenwerken met andere BHV-ers (van binnen en buiten de eigen organisatie). 7 van 9 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K2: Verleent EHBO en BHV Voor niveau 3 geldt aanvullend: § heeft kennis van de oorzaken van shock (voor zover relevant voor de te verlenen eerste hulp). § heeft kennis van de kenmerken van eerste-, tweede- en derdegraads brandwonden. § heeft kennis van de gevaren van elektriciteit, de mogelijke schade en de (on)zichtbaarheid daarvan. § heeft kennis van de gevaren van (open) botbreuken en ontwrichtingen. § heeft kennis van de gevaren van wervelletsel. § heeft kennis van de gevaren bij oververhitting / onderkoeling. § heeft kennis van de kenmerken van eerste-, tweede- en derdegraads bevriezing. § kan adequaat handelen bij stoornissen in het bewustzijn. § kan stoornissen van de ademhaling vaststellen en behandelen. § kan stilstand van de bloedsomloop vaststellen en behandelen. § kan ernstige uitwendige bloedingen behandelen. § kan adequaat handelen in geval van shock. § kan uitwendige wonden behandelen. § kan brandwonden behandelen. § kan oogletsels behandelen. § kan adequate maatregelen nemen bij vergiftiging. § kan doeltreffend communiceren tijdens een calamiteit. § kan een gebouw ontruimen en evacueren. Voor niveau 4 geldt aanvullend: § heeft kennis van de oorzaken van shock (voor zover relevant voor de te verlenen eerste hulp). § heeft kennis van de kenmerken van eerste-, tweede- en derdegraads brandwonden. § heeft kennis van de gevaren van elektriciteit, de mogelijke schade en de (on)zichtbaarheid daarvan. § heeft kennis van de gevaren van (open) botbreuken en ontwrichtingen. § heeft kennis van de gevaren van wervelletsel. § heeft kennis van de gevaren bij oververhitting / onderkoeling. § heeft kennis van de kenmerken van eerste-, tweede- en derdegraads bevriezing. § kan adequaat handelen bij stoornissen in het bewustzijn. § kan stoornissen van de ademhaling vaststellen en behandelen. § kan stilstand van de bloedsomloop vaststellen en behandelen. § kan ernstige uitwendige bloedingen behandelen. § kan adequaat handelen in geval van shock. § kan uitwendige wonden behandelen. § kan brandwonden behandelen. § kan oogletsels behandelen. § kan adequate maatregelen nemen bij vergiftiging. § kan doeltreffend communiceren tijdens een calamiteit. § kan een gebouw ontruimen en evacueren. D1-K2-W1: Verleent hulp bij calamiteiten Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar verleent eerste hulp bij ongelukken. Hij let op of er (nog steeds) sprake is van een gevaarlijke situatie en neemt zo nodig maatregelen. Hij gaat na wat er is gebeurd en onderzoekt wat het slachtoffer mankeert. Hij stelt het slachtoffer gerust en helpt hem. Vervolgens roept hij (indien nodig) professionele hulp in. In geval van een beginnende brand blust hij het vuur of schakelt hij professionele hulp in. Als dat nodig is, slaat hij alarm en zorgt hij dat het gebouw wordt ontruimd. Resultaat Er is bij een incident of calamiteit zo gehandeld, dat letsel bij personen of schade aan materiële zaken is voorkomen of zoveel mogelijk beperkt is. Gedrag - Reageert snel en doortastend in situaties waarin om EHBO of BHV wordt gevraagd. - Maakt een juiste inschatting van de ernst van de verwonding of de omvang van de brand. - Schakelt tijdig professionele hulp in wanneer dat nodig is. - Volgt nauwgezet de procedures en instructies die gelden voor het verlenen van EHBO en BHV. De onderliggende competenties zijn: beslissen en activiteiten initiëren, materialen en middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen, samenwerken en overleggen, met druk en tegenslag omgaan 8 van 9 Kwalificatiedossier ARBO en kwaliteitszorg, dit dossier is een conceptversie. 9 van 9 Keuzedeel mbo Basiswerkplaatsvaardigheden optiek behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld door de minister van [OCW/EZ] op 01-07-2014 Kwalificatiedossier Basiswerkplaatsvaardigheden optiek, dit dossier is een conceptversie. Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 7 Kwalificatiedossier Basiswerkplaatsvaardigheden optiek, dit dossier is een conceptversie. 1. Algemene informatie D1: Basiswerkplaatsvaardigheden optiek niveau 1 niveau 2 Van toepassing op niveau(s) x 240 Studielast Branche-erkenning nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting 3 van 7 niveau 3 niveau 4 Kwalificatiedossier Basiswerkplaatsvaardigheden optiek, dit dossier is een conceptversie. 2. Uitwerking D1-K1: Basiswerkplaatsvaardigheden optiek Complexiteit De beginnend beroepsbeoefenaar werkt aan standaard enkelvoudige brillen uitgevoerd in metaal of kunststof. Voor een deel van de werkzaamheden in de werkplaats van een optiekbedrijf bestaan standaard werkwijzen, zoals het standaard uitrichten van brillen. Andere werkzaamheden, zoals bij het assembleren en repareren van brillen, zijn complexer aangezien ze veel keuzemomenten kennen. Kennis van de mogelijkheden is hierbij van belang. Daarbij maakt de beginnend beroepsbeoefenaar gebruik van diverse gereedschappen, hulpmiddelen en machines. Indien nodig schakelt hij zijn leidinggevende in. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een uitvoerende rol. De werkzaamheden voert hij zelfstandig onder verantwoordelijkheid van de opticien uit. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft basiskennis van montagevoorschriften/mogelijkheden. § heeft basiskennis van slijp-/facetteermogelijkheden (standaard enkelvoudige glazen). § kan de juiste hulpmiddelen, gereedschappen en materialen gebruiken. § kan een tolerantietabel gebruiken m.b.t. standaard enkelvoudige glazen in metalen of kunststof monturen. § kan montagetechnieken toepassen. § kan montagefouten vaststellen en corrigeren. § kan een bril standaard uitrichten. § kan de relevante apparatuur bedienen. § kan de geleverde glazen controleren. § kan brillenglazen in monturen monteren (standaard enkelvoudige glazen in metalen of kunststof monturen). D1-K1-W1: Voorbereiden montage (glazen en montuur) Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar verwerkt de geleverde goederen van de klantbestelling. Hij vergelijkt de specificaties van de geleverde glazen met de klantbestelling en beoordeelt of deze overeenkomen. Resultaat De geleverde brillenglazen zijn klaar voor het op maat slijpen. Het juiste montuur is geleverd. Gedrag - Vergelijkt of de specificaties van de geleverde glazen overeenkomen met de bestelling. - Hanteert de juiste norm bij het beoordelen van de geleverde brillenglazen en monturen. - Rapporteert tijdig afwijkingen van de levering ten opzichte van de geplaatste bestelling. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, kwaliteit leveren D1-K1-W2: Op maat slijpen, facetteren en monteren van brillenglazen in montuur Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar stelt de slijpapparatuur in en slijpt de brillenglazen op maat van het montuur. Hij facetteert ze en brengt eventueel groeven aan. Hij controleert of het bewerkingsproces goed verlopen is en voegt brillenglazen en montuur samen tot een bril. Resultaat Een juist gemonteerde bril met enkelvoudige glazen, ingeslepen volgens het voorschrift. 4 van 7 Kwalificatiedossier Basiswerkplaatsvaardigheden optiek, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W2: Op maat slijpen, facetteren en monteren van brillenglazen in montuur Gedrag - Brengt het juiste facet aan in de brillenglazen. - Monteert de brillenglazen binnen de tolerantiegrenzen, volgens het brilvoorschrift in het montuur. - Kiest de juiste apparatuur, gereedschappen en materialen. - Hanteert de slijp- en groefmachine op correcte wijze en gebruikt ze effectief. - Werkt snel, precies en bedreven. - Past de geslepen brillenglazen nauwkeurig in het montuur, daarbij beschadigingen voorkomend. - Past tijdig de maat van de geslepen glazen aan als het nodig is. - Levert het werk van de hoogst mogelijke kwaliteit, binnen de gestelde normen. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, kwaliteit leveren D1-K1-W3: Bril controleren en standaard uitrichten Omschrijving De beginnend beoefenaar controleert de bril op sterkte en montagegegevens. Hij controleert of de montage van de brillenglazen in het montuur moet worden gecorrigeerd. Indien nodig voert hij correcties uit. Vervolgens richt hij de geassembleerde bril standaard uit. Resultaat Een standaard uitgerichte bril die klaar is om afgepast te worden op de klant. Gedrag - Controleert aan de hand van de montagegegevens of de brillenglazen en onderdelen volgens de norm zijn gemonteerd. - Bewaakt de kwaliteit van het werk en geeft afwijkingen tijdig aan. - Werkt snel, precies en bedreven. - Levert het werk van de hoogst mogelijke kwaliteit, binnen de gestelde normen. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, kwaliteit leveren D1-K1-W4: Brillen en zonnebrillen repareren Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar achterhaalt het probleem, draagt oplossingen aan voor de reparatie van de bril of zonnebril, geeft advies en overlegt met de klant. Hij repareert de bril of zonnebril. Hij vervangt onderdelen en brengt indien nodig aanpassingen aan. Resultaat Een gerepareerde bril of zonnebril. Gedrag - Geeft voor de klant begrijpelijke informatie en formuleert een passend advies over reparatiemogelijkheden. - Voldoet zoveel mogelijk aan de verwachtingen van de klant en controleert dat bij de klant. - Geeft duidelijk en correct aan wat de reparatiekosten zullen zijn. - Repareert de bril of zonnebril accuraat. - Werkt snel, precies en bedreven. De onderliggende competenties zijn: presenteren, vakdeskundigheid toepassen, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten D1-K1-W5: Apparatuur en gereedschappen onderhouden Omschrijving 5 van 7 Kwalificatiedossier Basiswerkplaatsvaardigheden optiek, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W5: Apparatuur en gereedschappen onderhouden De beginnend beroepsbeoefenaar voert periodiek onderhoud uit aan apparatuur en gereedschappen. Waar nodig wordt de apparatuur gereinigd en/of gekalibreerd. Resultaat De apparatuur functioneert binnen de gestelde eisen en gereedschappen zijn in goede conditie beschikbaar voor dagelijks gebruik. Gedrag - Zorgt ervoor dat te gebruiken materialen en middelen op ieder moment goed onderhouden zijn. - Volgt instructies en aanwijzingen met betrekking tot het onderhouden, reinigen en kalibreren. - Houdt zich aan voorgeschreven (werk)procedures. - Voert onderhoud veilig en volgens de voorschriften uit. De onderliggende competenties zijn: materialen en middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen 6 van 7 Kwalificatiedossier Basiswerkplaatsvaardigheden optiek, dit dossier is een conceptversie. 7 van 7 Keuzedeel mbo Verdieping Oogzorg behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld door de minister van [OCW/EZ] op 01-07-2014 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. 1. Algemene informatie D1: Verdieping Oogzorg niveau 1 niveau 2 Van toepassing op niveau(s) niveau 3 niveau 4 x 720 Studielast Branche-erkenning nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting 3 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. 2. Uitwerking D1-K1: Sferische contactlenzen Complexiteit De beginnend beroepsbeoefenaar houdt zich met name bezig met standaardprocedures en methoden, die hij, wanneer de situatie dat vereist, combineert. Hij maakt zelf de inschatting wanneer hij welke procedures gebruikt. De werkzaamheden zijn divers maar gestructureerd, omdat er vaste stappen en volgordes zijn bij het handelen. Wel heeft hij te maken met verschillende typen klanten, die hij steeds moet inschatten en waarop hij zijn gedrag tot op zekere hoogte moet aanpassen. Voor de uitvoering van het werk is kennis van sferische contactlenzen nodig (zowel voor wat betreft sterkte als geometrie), die verder gaat dan de kennis van de opticien die dit keuzedeel niet heeft doorlopen, maar die minder ver gaat dan de kennis van de contactlensspecialist (post mbo). Afbreukrisico schuilt in verkeerd uitgevoerde metingen, verkeerde interpretatie van meetresultaten en/of niet passende adviezen, waardoor de klant ontevreden is en/of mogelijk klachten krijgt. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een uitvoerende en analyserende rol binnen vastgestelde kaders. Hij voert de werkzaamheden zelfstandig uit, onder toezicht van een optometrist of contactlensspecialist en speelt daarbij in op wisselende omstandigheden. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft kennis van externe parameters bij toepassing van contactlenzen (lidspleethoogte, corneadiameter, pupildiameter). § heeft kennis van sferische contactlenstypen en -materialen. § heeft kennis van zachte sferische lenzen (parameters, pasvorm). § heeft kennis van vormstabiele sferische lenzen (parameters, pasvorm). § kan de radius van de cornea meten (centraal) met behulp van een keratometer. § kan de vorm van de cornea vaststellen met behulp van een topograaf. § kan spleetlamponderzoek uitvoeren m.b.v. verschillende belichtingsmethodieken. § kan berekeningen met betrekking tot contactlenzen uitvoeren (omrekenen sterktes, V-factor, referentiewaarde, traanlens, overrefractie). § kan contactlenzen hanteren (inzetten, uithalen, onderhoud). § kan het belang van onderhoud en compliance bij contactlensgebruik overbrengen aan de klant. § kan een BUT-meting uitvoeren. § kan instructie m.b.t. contactlenzen geven (inzetten, uithalen en onderhoud) D1-K1-W1: Voert vooronderzoek uit in relatie tot sferische contactlenzen. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar bepaalt de geschiktheid van het oog en de mogelijkheden voor het dragen van sferische contactlenzen. Hij voert een visuele controle van het oog uit en verricht verschillende metingen en berekeningen. Hij meet de oogsterkte, de cornearadii, het traanvolume en hij bepaalt de kwaliteit van het traanvocht en beoordeelt de kwaliteit van de traanlaag. Hij onderzoekt het voorste oogsegment en controleert het op afwijkingen. Hij bepaalt of het oog geschikt is voor sferische contactlenzen op basis van het vooronderzoek en registreert de klantgegevens. Hij adviseert de klant. Resultaat De gegevens zijn verzameld en een passend advies met betrekking tot sferische contactlenzen is geformuleerd. Gedrag - Voert de metingen m.b.t. de cornea nauwkeurig en juist uit. - Inspecteert oog en adnexa volgens protocol. - Beoordeelt nauwkeurig de kwaliteit van de traanlaag door middel van een BUT-meting. - Hanteert de apparatuur op voorgeschreven wijze. - Voert berekeningen met betrekking tot sferische contactlenzen correct uit. - Bepaalt de geschiktheid van het oog voor sferische contactlenzen op basis van de gegevens uit het vooronderzoek. - Registreert de klantgegevens volgens het bedrijfsvoorschrift/SOEP-protocol. 4 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W1: Voert vooronderzoek uit in relatie tot sferische contactlenzen. - Formuleert een passend advies in relatie tot sferische contactlenzen. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten D1-K1-W2: Voert een basale inspectie uit van lens en oog. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar voert een basale inspectie uit bij een contactlensdragende klant, om te achterhalen of de contactlenzen nog aan de wensen van de klant voldoen en/of er afwijkingen zijn ten aanzien van de status. Hij voert een visuscontrole, overrefractie en spleetlamponderzoek uit met contactlenzen en (indien nodig) zonder contactlenzen. De beginnend beroepsbeoefenaar zet de lenzen in en neemt deze uit bij de klant. Hij adviseert de klant. Indien nodig maakt hij een vervolgafspraak met de contactlensspecialist of optometrist. Hij beschrijft zijn bevindingen in de status. Resultaat De klant is geïnformeerd of hij de lenzen wel of niet kan blijven dragen en zo nodig is een vervolgafspraak gemaakt bij de contactlensspecialist of optometrist. Gedrag - Inspecteert met behulp van de juiste belichtingstechnieken het voorste oogsegment en de contactlens. - Hanteert de apparatuur op de voorgeschreven wijze. - Neemt, indien nodig, zelfstandig de lenzen uit bij de klant en zet ze ook weer in. - Formuleert een passend advies. - Verwerkt de bevindingen en legt deze volgens protocol vast. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten 5 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K2: Binoculair zien Complexiteit Ten opzichte van de standaardprocedures beschreven in het profieldeel gaan de kennis en vaardigheden in dit keuzedeel verder en dieper. De beginnend beroepsbeoefenaar maakt zelf de inschatting wanneer hij welke procedures gebruikt. De werkzaamheden zijn divers maar gestructureerd, omdat er vaste stappen en volgordes zijn bij het handelen. Wel heeft hij te maken met verschillende typen klanten, die hij steeds moet inschatten en waarop hij zijn gedrag tot op zekere hoogte moet aanpassen. Voor de uitvoering van het werk is specialistische kennis nodig. Afbreukrisico schuilt in verkeerd uitgevoerde metingen, verkeerde interpretatie van meetresultaten en/of niet passende adviezen, waardoor de klant ontevreden is en mogelijk klachten krijgt. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar voert zijn werkzaamheden zelfstandig uit en speelt in op wisselende omstandigheden. Hij heeft een analyserende en uitvoerende rol binnen vastgestelde kaders. Hij interpreteert zelfstandig de uitkomsten van onderzoeken, maar kent zijn grenzen en overlegt indien nodig met een hoger opgeleide collega. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft specialistische kennis van binoculair zien (waaronder tropie en forie). § heeft specialistische kennis van accommodatie en convergentie en hun relatie (fysiologie, stoornis, pathologie). § heeft specialistische kennis van oogbewegingen (neurologisch, mechanisch, fysiologisch/pathologisch). § heeft specialistische kennis van prismatische correcties (heteroforie correctie). § kan binoculaire testen uitvoeren: covertest, spierbalanstesten met en zonder fusie, motiliteit (versies en ducties), accommodatie amplitude (AA), nabijpuntconvergentie (NPC), stereopsistest. § kan binoculaire testen en technieken hanteren (roodgroen, gepolariseerde balanstest, binoculair nevelen). D1-K2-W1: Voert refractie uit met behulp van de skiascoop. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar verricht een objectieve oogmeting (refractie) met behulp van de skiascoop. Hij legt de procedure uit aan de klant en geeft instructie. Hij zorgt dat de meting accommodatievrij wordt verricht en zorgt dat de klant tijdens de metingen niet onnodig wordt belast. Hij corrigeert de sferische component en bepaalt de exacte asrichting en de sterkte van de cilinder. Hij legt de objectieve correctie vast in de status. Resultaat De objectieve refractie is op een correcte wijze uitgevoerd, de gegevens zijn juist bepaald en eenduidig vastgelegd in de status. Gedrag - Hanteert de skiascoop op de voorgeschreven wijze. - Plaatst het juiste werkglas. - Biedt de juiste optotypen aan op een goede afstand. - Bepaalt de sterkte in beide hoofdrichtingen op de juiste wijze. - Verrekent werkglas of werkafstand correct. - Legt de objectieve meting eenduidig vast in de status. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen D1-K2-W2: Verricht een binoculaire oogmeting. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar verricht een subjectieve oogmeting onder binoculaire omstandigheden. Legt aan de klant de procedure uit en geeft een instructie. Hij maakt een keuze uit diverse testen en technieken en meet de visus. Hij bepaalt de ideale (binoculaire)correctie en adviseert de klant hierover. Hij bepaalt of de gevonden correctie comfortabel zien tot gevolg heeft. Indien nodig verrekent hij afstanden in het voorschrift. Hij legt de gevonden correctie vast in de status. 6 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K2-W2: Verricht een binoculaire oogmeting. Resultaat De juiste correctie is vastgesteld en het advies is naar tevredenheid van de klant. Gedrag - Maakt een bewuste keuze uit de voorhanden zijnde testen en technieken (Worth Four Dot, Humphriss, Binoculaire balanstest, etc.). - Verricht de binoculaire refractie volgens protocol. - Verrekent indien nodig nauwkeurig afstanden (vertex, werkafstand) in het voorschrift. - Hanteert de apparatuur volgens protocol. - Formuleert een passend advies en bespreekt dit op een begrijpelijke manier met de klant. - Verwerkt de bevindingen en legt deze eenduidig vast in de status. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen D1-K2-W3: Verricht aanvullende binoculaire onderzoeken. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar verricht aanvullende binoculaire onderzoeken. Hij legt de klant de te volgen procedure uit en geeft een instructie. Hij maakt aan de hand van het basisonderzoek een gefundeerde keuze uit de beschikbare testen en technieken. Hij voert de onderzoeken uit en interpreteert de onderzoeksgegevens. De beginnend beroepsbeoefenaar vraagt indien nodig door naar aanvullende gegevens. Hij adviseert de klant en roept zo nodig hulp in van een hoger opgeleide collega. Hij legt de gevonden onderzoeksgegevens vast in de status. Resultaat De aanvullende binoculaire onderzoeken zijn op een juiste wijze uitgevoerd en vastgelegd en de klant heeft een passend advies ontvangen. Gedrag - Maakt een gefundeerde keuze uit de beschikbare testen (Graefe-prisma, Haase-gerelateerde testen, etc.). - Voert de gekozen testen volgens protocol uit. - Legt de onderzoeksgegevens eenduidig vast in de status. - Schakelt op het juiste moment de hulp in van een hoger opgeleide collega. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten 7 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K3: Anamnese en oogonderzoek Complexiteit In vergelijking tot de gelijke klinische onderdelen uit het profieldeel van de opticien gaat de kennis en het inzicht bij dit keuzedeel verder. Zo moet de beginnend beroepsbeoefenaar meer specialistische kennis bezitten. De aard van de werkzaamheden is gestructureerd als het gaat om de uitvoering van metingen. Hij is echter ook in staat om op basis van een diversiteit aan (meet)gegevens verbanden te leggen en de juiste conclusies te trekken. Voor de uitvoering van het werk is kennis nodig, die verder gaat dan de kennis van de opticien die dit keuzedeel niet heeft doorlopen, maar die minder ver gaat dan de kennis van de optometrist. De beginnend beroepsbeoefenaar moet bovendien vaktaal met betrekking tot oogzorg in het Engels kunnen lezen en begrijpen. Afbreukrisico schuilt in verkeerd uitgevoerde metingen, verkeerde interpretatie van meetresultaten en/of niet passende adviezen, waardoor de klant ontevreden is en mogelijk klachten krijgt. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig binnen vastgestelde kaders. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en handelen. Hij voert de anamnese en onderzoeken zelfstandig uit en interpreteert de uitkomsten, maar kent zijn grenzen en overlegt indien nodig met een hoger opgeleide collega. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft specialistische kennis van anatomie/fysiologie van het oog (kenmerken, bouw en functioneren). § heeft kennis van systemische pathologie: diabetes, hypertensie, reuma. § heeft kennis van pathologie van het oog: cataract, glaucoom, maculadegeneratie, netvliesloslating, retinitis pigmentosa. § kan klinische testen uitvoeren en interpreteren: gezichtsveldonderzoek (confrontatievelden), non-contact tonometrie (NCT), amslerkaart, pupilreacties. § kan fundusscopie uitvoeren (oogspiegelen). § kan Engelse vaktaal omtrent oogzorg lezen en begrijpen. D1-K3-W1: Voert een anamnese uit. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar benadert de klant en stelt hem op zijn gemak. Hij neemt op basis van zijn kennis en inzicht een anamnese af. Hij observeert de klant en verzamelt informatie over relevante algemene of oogheelkundige ziekten/aandoeningen. Hij beschrijft de informatie en legt de informatie vast in de status van de klant. Hij stelt een plan op ten aanzien van de uit te voeren (klinische) testen. Resultaat De analyse is op een juiste wijze uitgevoerd en de uitkomsten zijn in de status vastgelegd. Gedrag - Werkt tijdens de anamnese volgens protocol. - Legt bijzonderheden eenduidig vast in de status. - Legt de antwoorden van de klant eenduidig vast in de status. - Gebruikt de gegevens uit de anamnese om tot een plan ten aanzien van de uit te voeren (klinische) testen te komen. De onderliggende competenties zijn: formuleren en rapporteren, vakdeskundigheid toepassen, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen D1-K3-W2: Meet en beoordeelt oog en adnexa. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar meet oog en adnexa op bij de klant. Hij beoordeelt de uitkomsten van de metingen en legt deze vast in de status. Hij legt de bevindingen uit aan de klant en zo nodig aan een hoger opgeleide collega. Hij weet goed in te schatten wanneer het inschakelen van een hoger opgeleide nodig of gewenst is. Resultaat 8 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K3-W2: Meet en beoordeelt oog en adnexa. De metingen met betrekking tot het oog en adnexa zijn juist uitgevoerd, beoordeeld en vastgelegd. Gedrag - Maakt de hulpmiddelen voor het opmeten goed schoon/gebruiksklaar. - Meet het oog en adnexa volgens protocol. - Legt de uitkomsten van de metingen en beoordeling eenduidig vast in de status. - Schakelt op het juiste moment de hulp in van een hoger opgeleide collega. De onderliggende competenties zijn: formuleren en rapporteren, vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen D1-K3-W3: Voert klinische testen uit en interpreteert deze. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar voert naar aanleiding van de anamnese relevante klinische testen uit. Hij interpreteert de uitkomst van de testen en legt deze vast in de status van de klant. Hij legt de bevindingen uit aan de klant en zo nodig aan een hoger opgeleide collega. Resultaat De relevante klinische testen zijn correct uitgevoerd, geïnterpreteerd en vastgelegd. Gedrag - Bereidt de klinische testen juist voor (middelen en apparatuur schoongemaakt, gebruiksklaar). - Voert de klinische testen volgens protocol uit. - Interpreteert de testen juist. - Legt de uitkomsten van de testen eenduidig vast in de status. - Legt de uitkomsten op een voor de klant begrijpelijke manier uit. - Schakelt op het juiste moment hulp in van een hoger opgeleide collega. De onderliggende competenties zijn: formuleren en rapporteren, vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen 9 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K4: Low-vision Complexiteit Vergeleken met het profiel van de opticien gaan de kennis en vaardigheden in dit keuzedeel verder en dieper. De aard van de werkzaamheden is gestructureerd. Variatie in het werk heeft vooral betrekking op de specifieke kenmerken van verschillende klanten (klachten, wensen en verwachtingen). Voor de uitvoering van het werk is specialistische kennis nodig. Afbreukrisico schuilt in niet-passende adviezen of onvolledige voorlichting, waardoor het probleem van de klant niet (helemaal) wordt opgelost en/of de klant teleurgesteld is over de bereikte resultaten. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar voert zijn werkzaamheden zelfstandig uit en speelt in op variërende omstandigheden. Hij heeft een analyserende en uitvoerende rol en werkt binnen vastgestelde kaders. Hij interpreteert zelfstandig de uitkomsten van onderzoeken, maar kent zijn grenzen en overlegt indien nodig met een hoger opgeleide collega. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft kennis van fysische en theoretische optica. § heeft specialistische kennis van slechtziendheid (definitie, oorzaken en prevalentie). § heeft specialistische kennis van gezichtshulpmiddelen bij slechtziendheid (loep, leesglas, prismaloepenbril, telescoopbril). § heeft specialistische kennis van de mogelijkheden, maar vooral ook de onmogelijkheden van een vergrotend hulpmiddel. § kan adviseren een specialist te raadplegen. § kan advies geven omtrent de aanpassing van een vergrotend hulpmiddel. D1-K4-W1: Bepaalt de benodigde vergroting Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar doet navraag bij de klant over de gewenste werkzaamheden en de visuele beperkingen die hij hierbij ervaart. Hij legt de klant de procedure uit en geeft een instructie. Hij bepaalt het gezichtsvermogen (visus) met behulp van relevante testen. Hij interpreteert de verzamelde gegevens en bepaalt de benodigde vergroting. Hij controleert of de bepaalde vergroting het gewenste resultaat geeft. Hij bespreekt de conclusie met de klant en legt deze vast in de status. Resultaat De benodigde vergroting is correct en passend bij de wensen van de klant bepaald en de gegevens zijn eenduidig vastgelegd in de status. Gedrag - Bepaalt de visus monoculair en binoculair juist. - Biedt de juiste optotypen aan op de gewenste afstand(en). - Bepaalt de juiste benodigde vergroting. - Legt de onderzoeksgegevens eenduidig vast in de status. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten D1-K4-W2: Adviseert over vergrotende hulpmiddelen. Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar adviseert de slechtziende klant over een vergrotend hulpmiddel. Hij geeft informatie hoe de vergroting bereikt kan worden en/of hoe beperkingen zijn te verminderen. Hij adviseert over een methode van vergroten die past bij de beperking en werkzaamheden van de klant en geeft informatie over de kenmerken van het vergrotende hulpmiddel. De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert de mogelijkheden van - en werkwijze bij- het geadviseerde vergrotende hulpmiddel. Hij stelt een leveringsvoorschrift op van het te bestellen hulpmiddel (loep, leesglas). De beginnend beroepsbeoefenaar geeft uitleg over kijkersystemen. Hij legt uit hoe de klant een low-vision-specialist of patiëntenvereniging kan raadplegen. Resultaat 10 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. D1-K4-W2: Adviseert over vergrotende hulpmiddelen. De klant is juist en naar tevredenheid geadviseerd. Gedrag - Maakt op basis van de vraag of het probleem van de klant de juiste keuze voor hulpmiddelen. - Legt de klant begrijpelijk uit hoe een hulpmiddel werkt en hoe ermee om te gaan. - Formuleert de bestelling van een vergrotend hulpmiddel en legt deze eenduidig vast in de status. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten 11 van 12 Kwalificatiedossier Verdieping Oogzorg, dit dossier is een conceptversie. 12 van 12 Keuzedeel mbo Verdieping oog en correctie behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld door de minister van [OCW/EZ] op 01-07-2014 Kwalificatiedossier Verdieping oog en correctie, dit dossier is een conceptversie. Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 6 Kwalificatiedossier Verdieping oog en correctie, dit dossier is een conceptversie. 1. Algemene informatie D1: Verdieping oog en correctie niveau 1 niveau 2 Van toepassing op niveau(s) niveau 3 x 480 Studielast Branche-erkenning nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting 3 van 6 niveau 4 Kwalificatiedossier Verdieping oog en correctie, dit dossier is een conceptversie. 2. Uitwerking D1-K1: Sferische refractie Complexiteit De beginnend beroepsbeoefenaar past tijdens de monoculaire sferische refractie de juiste oogmeetkundige handeling op het juiste moment toe. Voor deze verschillende handelingen zijn kennis en vaardigheden vereist. Het is van belang dat de klant uitleg krijgt over de te verrichten anamnese en de daarop volgende sferische refractie. Verder is van belang dat de klant tijdens de meting weet wat er van hem verwacht wordt. Indien hij dit niet voldoende duidelijk kan maken, dan kunnen zich tijdens de meting problemen voordoen of verloopt de meting op een voor de klant onprettige manier. Na de anamnese en de monoculaire sferische refractie worden de gemeten waarden vastgelegd, zodat een hoger opgeleide collega de refractie kan vervolgen. Een foutieve anamnese en/of monoculair sferisch voorschrift kan leiden tot problemen tijdens het vervolg van de refractie. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een uitvoerende rol binnen vastgestelde kaders. Hij voert de werkzaamheden zelfstandig uit, onder toezicht van een hoger opgeleide collega en speelt daarbij in op wisselende omstandigheden. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft kennis van visuswaarden. § heeft kennis van de anatomie en fysiologie van het oog. § heeft kennis van de visuswaarden bij astigmatisme. § heeft kennis van de pathologie van het oog (maculadegeneratie, cataract, glaucoom, diabetes). § heeft kennis van de vakterminologie. § heeft kennis van accommodatievermogen. § heeft kennis van het vergrotings-/verkleiningseffect van brillenglazen. § heeft kennis van prisma's en prismatische werking in een brillenglas. § kan foropter en/of pasbril gebruiksklaar maken. § kan optotypen gebruiken. § kan relevante refractieapparatuur bedienen. § kan macroscopisch onderzoek uitvoeren. § kan de hoornvliesafstand meten. D1-K1-W1: Voert een anamnese uit in relatie tot de refractie Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar observeert de klant, vraagt naar klachten en verzamelt informatie over het zien. Gebruikt de verkregen informatie en bespreekt die indien nodig met de klant (benoemt de problemen en mogelijke oorzaken). Hij verricht voorbereidende metingen, stelt de foropter in en maakt deze schoon. Hij draagt zorg voor het schoonmaken en correct afpassen van een pasbril. Hij geeft informatie over het vervolg van de refractie. Resultaat De beginnend beroepsbeoefenaar heeft de informatie die hij nodig heeft om de sferische refractie te kunnen uitvoeren. Gedrag - Geeft op voor de klant begrijpelijke wijze informatie over het verloop van de (sferische) refractie. - Stelt gericht vragen en voert relevante metingen uit om de benodigde informatie te verkrijgen. - Stelt de foropter en pasbril op de juiste wijze in en werkt hierbij hygiënisch. - Bepaalt m.b.v. de juiste optotypen de beginvisus (indien nodig m.b.v. de pinhole) - Gaat zorgvuldig en netjes om met de beschikbare materialen en middelen. - Houdt zich aan de voorgeschreven (werk)procedures. - Registreert de klantgegevens volgens de geldende voorschriften. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen, onderzoeken 4 van 6 Kwalificatiedossier Verdieping oog en correctie, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W2: Bepaalt de monoculaire sferische correctie Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar geeft uitleg over de monoculaire sferische refractie. Hij stelt de apparatuur in. Hij voert de monoculaire sferische refractie uit, noteert de gemeten waarden en draagt het werk vervolgens over aan een hoger opgeleide collega. Resultaat De monoculaire sferische refractie is bepaald (hoogste glas, hoogste visus). Gedrag - Geeft voor de klant begrijpelijke uitleg over het verloop van de meting. - Hanteert de refractieapparatuur op de juiste manier. - Bepaalt met behulp van de voorgeschreven procedure de correcte monoculaire sferische refractiewaarde. - Legt de gemeten sferische sterkte en bijbehorende visus op de juiste wijze vast in de status. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen 5 van 6 Kwalificatiedossier Verdieping oog en correctie, dit dossier is een conceptversie. 6 van 6 Keuzedeel mbo Introductie in de optiek behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld door de minister van [OCW/EZ] op 01-07-2014 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 8 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. 1. Algemene informatie D1: Introductie in de optiek niveau 1 niveau 2 Van toepassing op niveau(s) x 480 Studielast Branche-erkenning nee Behorend bij kwalificatiedossier(s)/profiel(en) Zie www.kwalificatiesmbo.nl Toelichting 3 van 8 niveau 3 niveau 4 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. 2. Uitwerking D1-K1: Voert voorbereidende handelingen op refractie uit Complexiteit De beginnend beroepsbeoefenaar verzamelt informatie ten behoeve van de refractie. De aard van de werkzaamheden is gestructureerd en wordt veelal routinematig volgens standaard werkwijzen worden uitgevoerd, maar vraagt wel specifieke basiskennis en vaardigheden. De beginnend beroepsbeoefenaar moet de gemeten waarden kunnen lezen en noteren. Wanneer de werkzaamheden niet goed worden uitgevoerd, bestaat het gevaar dat er onvoldoende of onjuiste basisinformatie beschikbaar komt voor de refractie. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een uitvoerende rol. De voorbereidende handelingen op refractie voert hij onder verantwoordelijkheid van zijn meerdere uit. Bij afwijkingen in werkzaamheden, schakelt hij zijn leidinggevende in. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft basiskennis van refractieafwijkingen. § heeft basiskennis van oogdrukwaarden. § heeft basiskennis van correctiewaarden. § heeft basiskennis van montagegegevens (hoornvliesafstand, inslijphoogte, pupildistantie). § kan automatische topsterktemeter bedienen. § kan de pupildistantie meten met een pd-meter. § kan brilvoorschriften lezen en noteren. D1-K1-W1: Verzamelen van basisinformatie met de klant Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar stelt de klant op zijn gemak. Hij verzamelt de basisinformatie. Hij verzamelt gegevens van de bestaande correctie en meet de huidige bril door. Hij controleert de gemeten waarde om te bepalen of de autorefractometer de meting juist heeft uitgevoerd. Hij stelt de wensen van de klant vast en inventariseert klachten en klanthistorie. Hij geeft algemene informatie over brilcorrecties. Resultaat De beginnend beroepsbeoefenaar heeft de basisinformatie die hij nodig heeft en de klant is geïnformeerd over een brilcorrectie. Gedrag - Verwerkt de basisinformatie correct en eenduidig. - Bedient de topsterktemeter effectief en meet op de juiste wijze de huidige bril door. - Geeft op een voor de klant duidelijke en begrijpelijke manier uitleg over brilcorrecties. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten D1-K1-W2: Automatische refractie uitvoeren Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar maakt de apparatuur schoon. Hij geeft uitleg over de procedure en voert een automatische refractie uit. Hij geeft de gevonden gegevens door aan de refractionist. Hij controleert de (correctie)waarde om te bepalen of deze binnen de te verwachten waarden valt en draagt de gegevens over aan diegene die de oogmeting verder uitvoert. Resultaat Een indicatie van de correctie die nodig is om de correctiewaarde van het oog te bepalen voor degene die de vervolgwerkzaamheden uitvoert. 4 van 8 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. D1-K1-W2: Automatische refractie uitvoeren Gedrag - Maakt de apparatuur zorgvuldig schoon. - Geeft duidelijke en voor de klant begrijpelijke uitleg over het proces van de meting. - Bedient de autorefractometer volgens voorschrift. - Werkt snel en bedreven. - Controleert de (correctie)waarde zorgvuldig. - Houdt zich aan de voorgeschreven procedure(s). De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen D1-K1-W3: Automatische non-contact tonometrie uitvoeren Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar maakt de apparatuur schoon. Hij geeft uitleg over de procedure en voert een oogdrukmeting uit. Hij beoordeelt of de uitkomst binnen de normale waarden ligt. Hij geeft de resultaten door aan diegene die de vervolgwerkzaamheden uitvoert. Resultaat Een indicatie van de oogdruk van de klant en duidelijkheid over wie de benodigde vervolgwerkzaamheden uitvoert. Gedrag - Maakt de apparatuur zorgvuldig schoon. - Geeft voor de klant duidelijke en begrijpelijke uitleg over het proces van de meting. - Bedient de non-contact tonometer volgens voorschrift. - Controleert de oogdrukwaarde zorgvuldig. - Werkt snel en bedreven. - Houdt zich aan de voorgeschreven procedure(s). De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen 5 van 8 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. D1-K2: Verricht verkoop- en advieswerkzaamheden bij de opticien Complexiteit De complexiteit van de verkoop- en advieswerkzaamheden uit zich met name in de keuzemomenten. Bij elk klantcontact beoordeelt de beginnend beroepsbeoefenaar welk advies hij moet geven en of hij de klant beter kan doorverwijzen naar een meer ervaren collega (opticien). Hij moet in staat zijn om kennis toe te passen en zijn eigen beperkingen kennen. Voor het totaal aan werkzaamheden bestaan standaard werkwijzen; hij voert bedrijfsafhankelijke standaardprocedures uit. Hiervoor moet hij basiskennis bezitten. De beginnend beroepsbeoefenaar staat voor de opgave om evenwicht te vinden tussen klantbelang en bedrijfsbelang: hij houdt in de gaten dat de tijd die hij aan de klant besteedt in verhouding staat tot de aankoop. Afbreukrisico’s hebben vooral te maken met het verstrekken van onjuiste of niet-passende adviezen die klachten van de klant kunnen opleveren en met het niet halen van verkooptargets. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een uitvoerende rol. De verkoop- en advieswerkzaamheden voert hij zelfstandig onder verantwoordelijkheid van zijn meerdere uit. Bij afwijkingen in zijn werkzaamheden, schakelt hij zijn leidinggevende in. Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar: § heeft basiskennis van de anatomie en fysiologie van het oog. § heeft basiskennis van oog en correctie. § heeft basiskennis van montagegegevens (hoornvliesafstand, inslijphoogte, pupildistantie). § heeft basiskennis van monturen. § kan de pupildistantie meten met een pd-meter. § kan de pasvorm van de bril corrigeren. § kan brilvoorschriften begrijpen. § kan verkoopgericht montuuradvies geven. § kan verkoopgericht zonnebriladvies geven. § kan informeren over de optische aspecten van de brilcorrectie. § kan de inslijphoogte bepalen. D1-K2-W1: Klantbestelling administreren Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar meet de pupildistantie en de inslijphoogte nadat de klant een keuze heeft gemaakt en beoordeelt of de gekozen glazen bij het gekozen montuur passen. Hij administreert de bestelling in de klantadministratie. Hij stelt de klant op de hoogte van de details van de bestelling (prijs, levertijd, leveringsvoorwaarden). Resultaat De bestelling van de klant is opgenomen in de administratie en besteld, tevens is een indicatie van de levertijd is afgegeven. Gedrag - Meet de pupildistantie (met pd-meter) en de inslijphoogte op de juiste wijze. - Berekent vlot en nauwkeurig de prijs en bepaalt de levertijd. - Verwerkt en registreert de klant- en verkoopgegevens volgens de voorschriften. - Houdt zich aan de voorgeschreven (werk)procedures. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, instructies en procedures opvolgen D1-K2-W2: Bril controleren en afleveren Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar controleert de bril op sterkte en montagegegevens. Hij controleert of de montage van de brillenglazen in het montuur moet worden gecorrigeerd. Indien nodig voert hij correcties uit. Vervolgens richt hij de geassembleerde bril standaard uit en past deze af bij de klant. Hij controleert of de optische centra van de brillenglazen op de juiste plaats zitten. Hij gaat na of de bril goed past, vraagt de klant of de bril comfortabel zit en past zo nodig de bril aan. 6 van 8 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. D1-K2-W2: Bril controleren en afleveren Resultaat De bril zit comfortabel, naar tevredenheid van de klant, en de optische vertekening is tot een minimum beperkt. Gedrag - Bewaakt de kwaliteit van het werk en geeft tijdig afwijkingen aan. - Richt de bril standaard uit. - Levert het werk van de hoogst mogelijke kwaliteit, binnen de gestelde normen. - Stelt volgens de voorschriften bedreven de onderdelen van de bril bij. - Houdt zich aan de voorgeschreven (werk)procedures. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen D1-K2-W3: Contactlensinstructie geven Omschrijving De beginnend beroepsbeoefenaar controleert of de juiste lenzen en onderhoudsmiddelen gereedstaan. Hij overhandigt de benodigde contactlenzen aan de klant. Hij geeft instructie over het inzetten en uithalen, onderhoud, draagschema en onderhoudsmiddelen. Hij begeleidt het proces van lenzen inzetten en uithalen bij de klant. Hij legt duidelijk uit hoe de klant kan zien of een hydrofiele lens binnenste buiten of goed zit en legt bij een torische lens de markering uit. Tevens instrueert hij de klant wat te doen bij een verschoven lens. Hij geeft uitleg over het gewenningsschema en geeft aan wat normale en abnormale gewenningsverschijnselen zijn. Hij demonstreert hoe het onderhoud aan contactlenzen dient te worden uitgevoerd. Resultaat De klant kan de contactlenzen zelfstandig inzetten, uithalen, onderhouden en weet hoe te handelen bij een verschoven lens of abnormale gewenningsverschijnselen. Gedrag - Stelt de klant op zijn gemak en geeft de klant motiverende uitleg, passend bij de klant en de lenzen. - Gaat hygiënisch om met contactlenzen en vloeistoffen en overtuigt de klant van het belang daarvan. - Geeft de klant op eenduidige en rustige wijze instructie - Begeleidt de klant motiverend bij het hanteren van de contactlenzen. - Geeft de juiste instructie omtrent het onderhoud van de lens. - Werkt volgens de voorgeschreven procedure. - Controleert of de klant de uitleg en informatie heeft begrepen. - Stemt het werktempo af op de klant, maar blijft binnen de geldende limieten. De onderliggende competenties zijn: vakdeskundigheid toepassen, materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, instructies en procedures opvolgen 7 van 8 Kwalificatiedossier Introductie in de optiek, dit dossier is een conceptversie. 8 van 8
© Copyright 2024 ExpyDoc