Oncologierevalidatie

Oncologie
Oncologierevalidatie
Bewegingsprogramma tijdens en na de
behandeling van kanker
Dit bewegingsprogramma is gebaseerd op het trainingsprogramma wat ontwikkeld is
voor de PACT en REACT-studie.
De PACT-studie heeft onderzoek gedaan naar het effect van lichaamsbeweging
op moeheid tijdens de behandeling van kanker. De verwachting is dat u door het
bewegingsprogramma tijdens de chemotherapie, radiotherapie en/of hormonale
therapie, de bijwerkingen van deze behandeling, zoals moeheid, kunt beperken. Het
onderzoek is geleid door dr. Miranda Velthuis (Integraal Kankercentrum Nederland).
De REACT-studie heeft onderzoek gedaan naar de effecten van training na
chemotherapie. In dit onderzoek wordt gekeken naar de intensiteit van het
trainingsprogramma. Het onderzoek is geleid door Caroline Kampshoff.
1. Inleiding
U wordt of bent in het ziekenhuis behandeld voor kanker. Uw arts of de oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist heeft u aangeraden om al tijdens of na de
behandeling deel te nemen aan een bewegingsprogramma.
In deze folder vindt u informatie over het bewegingsprogramma, zodat u zich kunt
voorbereiden en zo veel mogelijk resultaat uit het programma kunt halen. Hoe meer u vraagt
en meedenkt, des te beter kan de fysiotherapeut u begeleiden.
2. Moeheid door de behandeling van kanker
De behandeling van kanker met chemotherapie, radiotherapie (bestraling) en/of of
hormonale therapie geeft verschillende bijwerkingen. Uw arts en verpleegkundige hebben u
ingelicht over de bijwerkingen die bij u kunnen optreden.
Een veel voorkomende klacht bij mensen met kanker is de moeheid die veroorzaakt wordt
door de ziekte zelf en door de behandeling. Tot voor kort werd bij deze vermoeidheid rust
geadviseerd. Maar tegenwoordig is duidelijk dat dit geen goed advies is. Bewegen en in
beweging blijven blijken veel beter te helpen tegen moeheid.
3. De kracht van bewegen
15131425
Rustig aan? Een misverstand!
Veel mensen met kanker spannen zich liever niet intensief in. Onderzoek wijst echter uit dat
regelmatig bewegen ervoor zorgt dat u uw conditie behoudt en uw dagelijkse activiteiten
kunt blijven uitvoeren. Als u namelijk minder gaat bewegen verminderen uw conditie, uw
spiermassa en uw uithoudingsvermogen. Hierdoor wordt het voor u veel moeilijker om een
inspanning te leveren. Een inspanning zoals een wandeling maken, de trap oplopen of
boodschappen doen, kan dan moeizaam gaan.
Ervaar de voordelen
Uit onderzoek bij mensen met kanker blijkt dat lichaamsbeweging, waaronder sporten,
kan bijdragen aan het herstel van kanker. Lichaamsbeweging maakt u fit en het zorgt voor
ontspanning. Veel mensen beleven plezier aan lichaamsbeweging. Dit alles heeft een
gunstige invloed op uw lichamelijke en geestelijke gesteldheid en uw dagelijks functioneren.
38
37
Vermoeidheid
36
35
Geen training
Krachttraining
Conditietraining
34
Figuur 1 laat de resultaten van een onderzoek zien. Hierin
kunt u zien dat mensen die een bewegingsprogramma
gevolgd hebben (krachttraining of conditietraining) minder
moe zijn tijdens de behandeling van kanker dan mensen
die niet regelmatig bewogen hebben.
33
32
31
1
2
3
Figuur 1: Moeheid voor, tijdens en na afloop van de
training tijdens behandeling van kanker
Doorlopende ernstige moeheid
Moeheid vormt in principe geen belemmering om te gaan bewegen. Is de moeheid
echter doorlopend in ernstige mate aanwezig, dan kan dit een andere oorzaak hebben,
bijvoorbeeld ijzergebrek. Bespreek ernstige, voortdurende moeheid daarom met uw
behandelaars: uw fysiotherapeut, specialist of oncologieverpleegkundige.
4. Uw trainingsplan voor het bewegingsprogramma
In het bewegingsprogramma krijgt u een persoonlijk trainingsplan op maat gemaakt.
Uw trainingsplan bestaat uit twee onderdelen: het bewegingsprogramma en het
bewegingsadvies.
1. Uw bewegingsprogramma duurt 18 weken waarin u tweemaal per week onder
begeleiding van de fysiotherapeut komt trainen.
2. Daarbij krijgt u een bewegingsadvies om vijf dagen per week minimaal 30 minuten per
dag lichamelijk actief te zijn. Hiermee gaat u ook thuis aan de slag.
Hieronder vindt u meer uitleg over het trainingsplan.
Doelen
Met het bewegingsprogramma werkt u aan twee doelen:
1. U bent lichamelijk actief tijdens/na de behandeling van kanker.
2. U behoudt of verbetert uw conditie, zodat u minder moe wordt tijdens de behandeling
en u de behandeling beter kunt verdragen. Als u start na de behandeling verbetert uw
conditie en gaat u zich fitter voelen.
Voordat u start met het bewegingsprogramma heeft u een persoonlijk intakegesprek met
de fysiotherapeut. In dit gesprek bespreekt de fysiotherapeut met u uw verwachtingen
en persoonlijke wensen ten aanzien van het bewegingsprogramma. Samen met uw
fysiotherapeut stelt u uw trainingsplan op.
Bewegingsprogramma
Tijdens het bewegingsprogramma traint u samen met andere patiënten uw conditie en
kracht. Samen met andere patiënten voert u het bewegingsprogramma zo veel mogelijk
zelfstandig uit. De fysiotherapeut zal uw voortgang tijdens het bewegingsprogramma volgen
en zal samen met u uw bewegingsprogramma invullen. Bij eventuele vragen en problemen
zoekt de fysiotherapeut samen met u naar een oplossing. Hoe meer u vraagt en meedenkt,
des te beter kan de fysiotherapeut u begeleiden. Hoe meer u met uw trainingspartner
bespreekt, des te meer u van elkaar kunt leren.
De trainingsbijeenkomsten van het bewegingsprogramma verlopen in grote lijnen als volgt:
• 5 minuten warming-up
• 25 minuten conditietraining
• 25 minuten krachttraining
• 5 minuten cooling-down
U start de trainingsbijeenkomst met een rustige warming-up op een cardioapparaat naar
keuze, bijvoorbeeld de fiets, loopband of crosstrainer. Dit duurt vijf minuten.
Dan volgt u de conditietraining, ook weer op een cardioapparaat naar keuze. Deze training
is een zogenaamde intervaltraining. Dit betekent dat u intensievere inspanning afwisselt
met minder intensieve inspanning. Bijvoorbeeld afwisselend met een hoge en een lage
weerstand fietsen.
Daarna voert u naar uw eigen kunnen de krachtoefeningen uit voor de armen, benen, romp
en schouders.
De trainingssessie eindigt met een cooling down. De fysiotherapeut begeleidt u hierbij.
Tijdens het bewegingsprogramma houdt u de behaalde scores op de verschillende
trainingsonderdelen bij op een trainingskaart. Samen met uw trainingsbegeleider noteert u
uw trainingsgegevens op uw trainingskaart. U hebt op deze manier zicht op uw prestaties en
invloed op het verloop van uw bewegingsprogramma.
Uw bewegingsadvies voor thuis
Naast het bewegingsprogramma bij de fysiotherapeut, volgt u ook het bewegingsadvies voor
thuis. Dit betekent dat u vijf dagen per week minimaal 30 minuten per dag lichamelijk actief
bent. Dit bewegingsadvies is gebaseerd op de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen.
Activiteiten die u uitvoert tijdens het bewegingsprogramma op locatie tellen hierin ook mee.
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen is in 1998 vastgesteld op basis van internationale
richtlijnen. De norm is vastgesteld op een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op
tenminste vijf dagen van de week. Dit bewegen hoeft niet 30 minuten achter elkaar te zijn,
maar kan ook verspreid over de dag. Als u bijvoorbeeld tien minuten gewandeld heeft naar
de bakker en vervolgens vijf minuten naar de supermarkt gefietst heeft, heeft u al voldaan
aan de helft van de bewegingsnorm. U hebt namelijk 15 minuten matig intensief bewogen.
Met matig intensief bewegen wordt bedoeld: stevig doorwandelen, stevig doorfietsen,
zwaar huishoudelijk werk, joggen en andere inspannende vormen van sport, spitten in de
tuin, trap oplopen, of een andere activiteit die ongeveer even zwaar is. Het volgen van het
bewegingsprogramma valt hier ook onder.
Voor meer uitleg over matig intensief bewegen kunt u kijken op de website van Sportzorg:
www.sportzorg.nl/voeding-en-bewegen/de-nederlandse-norm-gezond-bewegen-nngb.html.
5. In balans blijven en verantwoord bewegen
Het advies is om minimaal vijf dagen per week gedurende 30 minuten per dag matig
intensief te bewegen. Het is belangrijk dit verantwoord te doen. Als u niet gewend bent om
regelmatig te bewegen of als u meer wilt gaan bewegen dan u gewend bent, bouw dit dan
langzaam op. U kunt met een paar minuten extra per dag beginnen en dit elke dag iets
uitbreiden.
Een stelregel voor verantwoord bewegen is dat u binnen drie uur na inspanning weer redelijk
hersteld moet zijn van de inspanning en uw dagelijkse activiteiten weer kunt hervatten. Is
dit niet zo, dan heeft u zich waarschijnlijk overbelast. Het is zinvol om de opbouw van de
training te bespreken met uw fysiotherapeut. Verantwoord bewegen houdt in dat u tijdens
het bewegingsprogramma steeds rekening houdt met uw lichamelijke mogelijkheden en dat
u overbelasting probeert te voorkomen.
6. Afwezigheid
Het is de bedoeling dat u de trainingsbijeenkomsten van het bewegingsprogramma allemaal
of zoveel als mogelijk bijwoont. Mocht u zich een dag iets minder goed voelen, probeert
u dan toch te komen. U kunt namelijk altijd overleggen met uw fysiotherapeut, en uw
bewegingsprogramma aanpassen. Door dit bespreekbaar te maken, kan de fysiotherapeut
u beter begeleiden en bereikt u een zo groot mogelijk effect van het bewegingsprogramma.
Mocht u toch niet aanwezig kunnen zijn, meldt u zich dan af bij uw fysiotherapeut.
7. Vragen
Voor vragen over deze folder, over het bewegingsprogramma of bewegen in het algemeen
kunt u terecht bij uw fysiotherapeut.
Fysiotherapeuten Maatschap Woerden
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Polanerbaan 2
3447 GN Woerden
T 0348 427250
I www.fysiotherapie-woerden.nl
E [email protected]
8. Verwijzing en kosten
Voor deelname aan het revalidatieprogramma heeft u een verwijzing nodig van uw arts.
Informeer vooraf bij uw zorgverzekeraar of de kosten van het revalidatieprogramma geheel
of gedeeltelijk worden vergoed.
9. Bron
Deze folder is afkomstig van Fysiotherapeuten Maatschap Woerden in samenwerking met
de Oncologieafdeling van het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. De informatie komt van PACT
studie IKNL.
Juli 2014
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Polanerbaan 2
3447 GN Woerden
T 0348 42 79 11
I www.zuwehofpoort.nl