Beantwoording schriftelijke vragen

Gemeente Den Haag
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van het raadslid de heer M. Wörsdörfer
sv 2014.106
RIS 270966
Regnr. DSB/2014.220
Den Haag, 8 april 2014
Inzake: Grondwateroverlast Vogelwijk
De gemeenteraad
Het raadslid de heer M. Wörsdörfer heeft op 13 maart 2014 een brief met daarin vier vragen aan de
voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
In de afgelopen periode hebben ons diverse klachten bereikt over grondwateroverlast in de Vogelwijk.
Met name over overlast vanwege water dat in kelders blijft staan na hevige regenval. De VVD Den
Haag onderschrijft de visie van de gemeente, dat particulieren een eigen verantwoordelijkheid hebben
om hun eigendom waterdicht en vochtwerend te maken én houden. Dat neemt echter niet weg dat het
belangrijk is om in de gaten te houden wanneer er extra overlast wordt ondervonden en of daar dan
een oorzaak voor te vinden is die een gemeentelijke oorzaak zou hebben.
In een deel van de Vogelwijk is recent door de gemeente de riolering vernieuwd. Daarbij is gekozen
voor een systeem waarbij hemelwater duurzaam wordt afgekoppeld en in een nieuw gebouwd
waterbassin (onder het Eiberplein) wordt opgevangen. Via sparingen in de wand van dit bassin kan
het water infiltreren naar de grond. Aandachtspunt bij het realiseren van dit systeem was de
aanwezigheid van niet-waterdichte kelders in de buurt. De gemeente heeft daarbij als eis gesteld dat
de bestaande overlast door grondwater hierdoor niet mag toenemen. De vraag is nu of de nieuwe
constructie niet toch tot extra hinder heeft geleid.
Op grond van bovenstaande, onder verwijzing naar artikel 38 van het reglement van orde, heeft de
VVD Den Haag de volgende vragen:
1.
Is het college bekend met de recente meldingen van grondwateroverlast in delen van de
Vogelwijk, waar vorig jaar rioleringswerkzaamheden hebben plaatsgevonden?
Ja. Tot 25 maart 2014 zijn er 53 meldingen van 43 adressen in de Vogelwijk ontvangen. Naar
aanleiding hiervan zijn er diverse gesprekken geweest door medewerkers van de gemeente met
individuele bewoners en met een delegatie van de wijkvereniging.
DSB/2014.220
2.
2
Hoe verhoudt zich het aantal recente klachten tot het aantal klachten van vóór genoemde
werkzaamheden?
Het aantal recente klachten is aanmerkelijk hoger dan in de 10 voorafgaande jaren. Ook in de natte
periode 1998-2001 was het aantal klachten hoger.
3.
Indien er een significant verschil bestaat, wat is volgens het college daarvan de oorzaak?
Het college ziet het zeer natte najaar als oorzaak voor het hoge aantal meldingen van
grondwateroverlast, zowel in de Vogelwijk als elders in de stad.
4.
Op welke wijze is de eis geborgd dat de overlast van het grondwater niet toeneemt? Is daarbij
rekening gehouden met het feit dat infiltratie naar de grond bemoeilijkt wordt als er sprake is van
veengrond en dat delen van de Vogelwijk op veengrond liggen?
Voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden is door onderzoeksbureau MWH een studie
uitgevoerd naar het effect van het infiltreren van meer regenwater in het gebied. Aan de hand van deze
studie zijn de infiltratievoorzieningen dusdanig geplaatst dat mogelijke overlast in niet volledig
waterdichte kelders niet wordt verergerd. In het kader van deze studie zijn ook de veengronden in het
gebied onderzocht. De veengrond blijkt in de openbare weg en rondom de infiltratievoorzieningen in
het verleden al geheel te zijn vergraven. Er zijn daar dus geen veenlagen meer aanwezig die infiltratie
van water naar de ondergrond kunnen bemoeilijken.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram
J.J. van Aartsen