Inhoudsopgave Inhoudsopgave ..............................................................................................1 Aanbieding ................................................................................................... 3 Financieel perspectief .................................................................................... 7 Programma: 1. Burger en Bestuur ................................................................. 10 Programma: 3. Verkeer en Vervoer ................................................................ 10 Programma: 5. Educatie ............................................................................... 10 Programma: 8. Inkomen en Werkgelegenheid ................................................. 10 Programma: 9. Milieu ................................................................................... 10 Programma: 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving................................ 10 Bedrijfsvoering............................................................................................ 10 Bijlagen ...................................................................................................... 10 2 3 Aanbieding Hierbij wordt de Kadernota 2015 – 2018 aangeboden. In de Kadernota worden normaal gesproken beleidskeuzes en budgettaire kaders vastgelegd. In principe wordt niet ingegaan op bestaande taken. Deze Kadernota heeft als peildatum 1 april 2014 en heeft een ander karakter. Deze Kadernota is sterk gericht op het financieel meerjarenperspectief, zonder daarbij rekening te houden met de beleidsvoornemens voor de komende jaren, de financiële effecten van de implementatie van de 3 D’s op het sociaal domein en de resultaten van de in gang gezette bezuinigingsoperatie ‘Bunnikse Kwaliteit. Beleidsvoornemens Bij het opstellen van de Kadernota is de voorbereiding gestart om het collegeprogramma gebaseerd op het coalitieakkoord ‘Zorgzekerheid en Realisme‘ op te stellen. De vaststelling van het collegeprogramma door de gemeenteraad staat gepland voor 17 juli 2014. De mogelijke beleidsvoornemens die daaruit voortvloeien, kunnen dus pas bij de behandeling van de Programmabegroting 2015 – 2018 ter afweging worden voorgelegd. Financiële gevolgen 3 D’s sociaal domein In de Meicirculaire 2014 (rijksuitkeringen) en vanuit de routekaart Sociaal Domein (gemeentelijke kosten) zal naar verwachting in de zomer 2014 meer duidelijkheid over de financiële gevolgen van de 3 D’s ontstaan. Deze financiële gevolgen zijn dus op z’n vroegst bij de behandeling van de Programmabegroting 2015 – 2018 bekend. Bezuiniging ‘Bunnikse kwaliteit’ Overeenkomstig het door de gemeenteraad vastgestelde Plan van Aanpak ‘Bunnikse Kwaliteit’ worden de resultaten daarvan meegenomen bij de behandeling van de Programmabegroting 2015 - 2018. Kortom: deze Kadernota, aangevuld met het collegeprogramma, waarin de beleidsvoornemens staan verwoord, de financiële effecten van de 3 D’s op het sociaal domein en de resultaten van de ‘Bunnikse kwaliteit’ vormen gezamenlijk de basis voor de op te stellen Programmabegroting. Deze Kadernota is hierdoor minder geschikt voor algemene beschouwingen. Bij het bepalen van het verwacht financieel meerjarenperspectief is vertrokken met het laatst bekende perspectief, te weten het saldo dat in de raadsvergadering van 31 oktober 2013 is vastgesteld. Vervolgens is uitermate kritisch gekeken naar de noodzaak van aangedragen wensen voor nieuw beleid. Deze kritische houding is een gebruikelijke, maar wordt nu extra versterkt door het economisch tij. Dit heeft geleid tot een Kadernota waarin alleen die uitgaven zijn opgenomen, die op dit moment onafwendbaar zijn. Het gaat dan met name om wettelijke verplichtingen en noodzakelijke vervangingen. 4 Indeling De indeling van de Kadernota begint bij het Financieel perspectief 2015 - 2018. In dit hoofdstuk wordt een vooruitblik gegeven naar de financiële positie voor de jaren 2015 – 2018. Dit is een globale raming op basis van de algemene uitgangspunten ten behoeve van de Kadernota die zijn verwoord in de Nota financieel beleid. Duidelijk moet zijn dat nog geen nauwkeurige ramingen zijn opgesteld. Dit vindt pas plaats bij de opstelling van de Programmabegroting 2015-2018. Wel mag er van worden uitgegaan dat het weergegeven perspectief in grote lijnen terug te vinden zal zijn in de Programmabegroting. Vervolgens komen de programma’s aan bod. Per programma worden achtereenvolgens de nieuw te ondernemen activiteiten en de financiële kaders geformuleerd. De nieuwe activiteiten beschrijven nieuw op ons afkomende werkzaamheden. Hier hoeven niet altijd financiële consequenties uit voort te vloeien. In deze Kadernota zijn de nieuwe activiteiten beperkt gebleven tot de wettelijke verplichtingen en de vervangingsinvesteringen. Tenslotte worden bij de financiële kaders de posten genoemd die wel financiële gevolgen hebben. In bijlage 1 staat een totaal overzicht van alle nieuwe activiteiten die zijn opgenomen bij deze Kadernota. In bijlage 2 wordt de woningbouwprognose van 2014 - 2019 weergegeven die gebruikt wordt voor de berekeningen van de opbrengst onroerende zaakbelastingen (ozb), algemene uitkering en de opbrengsten van de bouwleges. In bijlage 3 staat een overzicht van de monitoring van Bunnik in Balans. 5 FINANCIEEL PERSPECTIEF 2015 – 2018 6 7 Financieel perspectief Uitgangspunten Bij de begroting zullen de volgende voorlopige uitgangspunten worden gehanteerd. Voorlopige uitgangspunten Woningprognose (1-1) Inwonerprognose (1-1) Prijsstijging Loonstijging Rekenrente Belastingtarieven: OZB Hondenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden, graf- en begraafrechten Leges (excl. bouwleges) Afvalstoffenheffing, reini1 gingsrechten 2 Rioolrecht 2015 2016 2017 2018 6.268 14.765 2,25% 0,0% 2,5% 6.306 14.841 0% 0% 2,5% 6.457 15.143 0% 0% 2,5% 6.568 15.365 0% 0% 2,5% Zie prijsstijging idem idem - - - idem idem 100% kostendekking 100% kostendekking 100% kostendekking 100% kostenDekking 100% kostendekking 100% kostendekking 100% kostendekking 100% kostendekking Totaaloverzicht Het financiële meerjarenperspectief voor de jaren 2015-2018: 1 2 Verrekend worden 100% van de netto lasten vermeerderd met de compensabele BTW Verrekend worden 100% van de kosten van de riolering c.a., de compensabele BTW, 50% van de kosten straatreiniging. Deze uitkomst wordt verminderd met de verfijningsuitkering riolering in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Basis is het dekkingsplan bij het Gemeentelijk Rioleringsplan. 8 Ontwikkeling begrotingspositie 2015 - 2018 Omschrijving 2015 2016 2017 2018 Structurele effecten Structureel saldo volgens begroting 2014 - 2017(inclusief NvA) 641,9- 680,2- 960,4- 960,4- -Raming loonontwikkeling (raming 2014 + 0,0%) -Raming prijsontwikkeling (+ 2,25%) 0,0 -307,4 0,0 -307,4 0,0 -307,4 0,0 -307,4 Herzien saldo na verwerking loon- en prijsmutaties -949,3 -987,6 -1.267,8 -1.267,8 168,0 168,0 168,0 168,0 126,0 126,0 126,0 126,0 Herzien saldo na verwerking loon- en prijsmutatie in inkomsten Structurele effecten maatregelen volgens: • Mutaties 1-10-2013/1-3-2014 -655,3 -693,6 -973,8 -973,8 0,0 0,0 0,0 0,0 Herzien saldo na verwerking mutaties t/m februari 2014 -655,3 -693,6 -973,8 -973,8 68,9 66,4 78,4 78,4 -586,4 -627,2 -895,4 -895,4 2,4 58,6 97,4 59,4 -584,0 -568,6 -798,0 -836,0 44,7 29,0 -539,3 -539,6 -798,0 -836,0 -Verhogingen belastingen en retributies met loon- en prijsontwikkelingen -Verhoging algemene uitkering met prijsontwikkeling Eliminatie lasten nieuw beleid 2015 - 2017 uit begroting 2014 Herzien saldo exclusief nieuw beleid Aangedragen nieuwe lasten kadernota: Herzien saldo na honorering nieuwe lasten 2015 - 2018 Waarvan eenmalige uitgaven (dekking algemene reserve) Saldo kadernota exclusief eenmalige uitgaven Bedragen x € 1.000 9 Bestaand perspectief De basis voor deze Kadernota is het saldo van het jaar 2015 uit de begroting 2014 en het meerjarenperspectief 2015 – 2017, zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Voor het jaar 2015 wordt een nadelig saldo voorzien van het bestaand perspectief van € 641.200. Structurele effecten loon- en prijsontwikkelingen en structurele effecten bestuursrapportages en begrotingswijzigingen De structurele effecten voor loon- en prijsstijging en de verhoging van de belastingen en retributies en de algemene uitkering met loon- en prijsontwikkeling zijn verwerkt. Daarnaast is in het structurele saldo in de begroting nog geen rekening gehouden met het structurele effect van de tweede Bestuursrapportae ge (2 Berap) 2013. Dit structurele effect wordt jaarlijks verwerkt bij de e Kadernota. Voor de 2 Berap 2013 was dat € 0 voor de jaren 2015 2018. Er zijn geen begrotingswijzigingen geweest die structurele effecten hebben. Beschikbare ruimte voor nieuw beleid, intensiveringen bestaand beleid en vervangingsinvesteringen In de bestaande begroting en meerjarenperspectief is al ruimte gereserveerd voor nieuw beleid, intensiveringen bestaand beleid en vervangingsinvesteringen. Deze ramingen zijn in het meerjarenplan 2015 - 2018 opnieuw beoordeeld en geactualiseerd. Daarom worden de lasten van alle bij de begroting 2014 opgevoerde posten voor 2015 en volgende jaren eerst geëlimineerd. Financieel effect voorstellen Kadernota De totale structurele lasten van de voorstellen voor deze Kadernota (zie bijlage 1) bedragen voor 2015 in totaal per saldo -/- € 47.183. De extra structurele effecten voor de jaren 2016, 2017 en 2018 zijn respectievelijk - € 87.595, - € 97.364 en -€ 59.433. Het incidentele effect van de voorstellen voor 2015 t/m 2018 is € 44.775 in 2015, € 28.994 in 2016, € 0 in 2017 en € 0 in 2018. Saldo exclusief eenmalige uitgaven Het totaaloverzicht laat een negatief saldo zien van € 539.300 in 2015 en voor de jaren 2016 t/m 2018 een negatief structureel saldo van respectievelijk € 539.600, € 798.000 en € 836.000. Bezuinigingen Het meerjarenperspectief maakt dat bezuinigingen onvermijdelijk zijn. Hiervoor is een nieuwe projectgroep opgestart met een bezuinigingstaakstelling van € 700.000 in 2015 en 2016 en vanaf 2017 van € 1.000.000. 10 PROGRAMMA’S 11 Programma: 1. Burger en Bestuur Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Implementatie stelsel basisregistraties 2015-2018 Implementatie stelsel van basisregistraties Alle informatie die bij elkaar hoort op één plaats verzamelen. Dat is in essentie wat onder een basisregistratie wordt verstaan. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat al deze afzonderlijke basisregistraties als één logisch, samenhangend geheel gaan samenwerken. En wel zo dat bij het beantwoorden van een vraag of het oplossen van een probleem direct alle relevante gegevens uit verschillende registraties bij elkaar komen. Belangrijke redenen om de basisregistraties op te zetten zijn naast snelheid en efficiëntie, uiteraard klantgerichter werken en administratieve lastenverlichting. Alle overheidsorganisaties zijn wettelijk verplicht gebruik te gaan maken van deze basisregistraties. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de basisregistraties van personen, adressen, gebouwen en WOZ. Vanaf 2015 komt hier voor de gemeente de verantwoordelijkheid bij voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) en zal de vernieuwing van de Basisregistratie Personen (BRP, de opvolger van de GBA) zijn beslag gaan krijgen. Daarnaast dient er gebruik te worden gemaakt van basisregistraties waar andere overheidsinstanties voor verantwoordelijk zijn, zoals de basisregistraties Kadaster en het Handelsregister (Bedrijven & Instellingen). Voor de invoering moeten onder meer de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: - het binnen de gemeente verzamelen en stroomlijnen van gegevens, - het aanschaffen van voor de registraties benodigde applicaties, - het aansluiten op de landelijke voorzieningen, - het inrichten van de werkprocessen en het opleiden en organisatorisch inbedden van het verantwoordelijke personeel, - de digitale gegevensuitwisseling. Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten Implementatie basisregistraties Investering 2015 € 52.000 Investering 2016 € 19.000 Investering 2017 € 13.000 Investering 2018 € 7.000 2015 2016 11 lasten 2017 11 4 2018 11 4 3 11 4 3 1 12 Programma: 2. Openbare orde en veiligheid Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Bijdrage Vru 2015-2018 Bijdrage Vru Het bestuur van de VRU heeft voorgesteld een nieuwe financieringssystematiek in te voeren waarbij de gemeentelijke bijdrage geënt is op de bijdrage uit het gemeentefonds. De gemeente Bunnik is een voordeelgemeente, dat wil zeggen de bijdrage op basis van ijkpuntscores valt lager uit dan in de huidige bijdrageregeling. Voor Bunnik betekent dit dat op basis van de nieuwe financieringsstructuur er sprake is van een structureel voordeel. Dit voordeel is berekend op totaal € 123.000 op jaarbasis in 2020. Binnen de VRU wordt nader onderzoek gedaan naar het overnemen van de brandweergarages, en daarmee ook de huisvestingslasten hiervan. Deze overname kan consequenties hebben voor de bijdrage van de gemeenten aan de VRU. De VRU adviseert om het voordeel, op basis van de nieuwe financieringssystematiek, in 2015 als eenmalig aan te merken in afwachting op de effecten van de herijking, de inbreng van de huisvestingslaten na 2015 en de herverdeling van het gemeentefonds (2016). Het standpunt van de gemeente Bunnik is om het toch al structureel in te boeken. Er is veel vertrouwen in de organisatie van de VRU om de nieuwe systematiek op een goede manier vorm te geven zodanig dat het voordeel een structureel karakter heeft. Daarnaast zullen, naar verwachting, voor Bunnik de extra kosten voor de overnames van de twee garages klein tot nihil zijn. Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten Bijdrage Vru 2015 baten 2016 55 2017 81 107 2018 115 13 Programma: 3. Verkeer en Vervoer Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Openbare verlichting 2015 e.v. Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur 2015 e.v. Openbare verlichting In de programmabegroting 2014-2017 is al gerefereerd aan het feit dat een deel van de openbare verlichting, die wordt geleased van Citytec, verouderd is en zal moeten worden vervangen. De vervanging zal over een periode van 4 jaar plaatsvinden, namelijk in de jaren 2015 tot en met 2018. In de programmabegroting 2014-2017 zijn voor de jaren 2015 tot en met 2017 de extra benodigde bedragen al opgenomen In 2018 is nog een verhoging van € 20.000 nodig. Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur In 2014 is een wijkregisseur aangesteld. Dit betekent dat de wijkregisseur contactpersoon en aanspreekpunt is voor de inwoners voor alle onderhoudszaken die spelen binnen de openbare ruimte. De wijkregisseur kan direct actie ondernemen en indien gewenst met de burger contact opnemen. De wijkregisseur is een belangrijke spil in het zichtbaar maken van de gemeente: De wijkregisseur komt bijvoorbeeld in contact met mensen van een wijk- of buurtvereniging, of uit een bepaalde straat, waarmee minimaal twee keer per jaar ideeën uitgewisseld worden over het onderhouden van de bestrating, het wegmeubilair, de groenvoorzieningen en de speelplaatsen. Het gaat hier om een andere wijze van invulling geven aan het onderhoud van de openbare ruimte door meer inzet van burgerparticipatie. Het bedrag kan voorlopig uit de voorziening wegen worden vrijgemaakt, omdat het onderhoudsmaatregelen zijn. Na 1 jaar zal geëvalueerd worden wat de exacte effecten zijn. Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten 2015 2016 2017 2018 Openbare verlichting lasten 20 Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur lasten 35 35 35 35 Dekking onderhoudsmaatregelen voorziening wegen lasten -35 -35 -35 -35 14 Programma: 5. Educatie Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting 2015 e.v. Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting Naar alle waarschijnlijkheid wordt de Wet Decentralisatie buitenonderhoud van kracht per 1 januari 2015. Tot nu toe kunnen schoolbesturen bij hun gemeente budget aanvragen voor het buitenonderhoud. Het gaat om gevelonderhoud, vervangen van het dak etc. Tegelijk met het overdragen van budget worden ook verantwoordelijkheden overgedragen van gemeente naar de schoolbesturen. Per saldo gaat het echter niet om een neutrale situatie in financiële zin voor gemeenten; het Rijk is namelijk voornemens om aan de overheveling ook een extra uitname uit het gemeentefonds te koppelen. Het is nu nog onduidelijk hoe groot het effect op de inkomsten van de gemeente per saldo gaat worden. De gemeente is eigenaar van drie Multifunctionele Accommodaties. Er zal nader overleg gevoerd moeten worden over het buitenonderhoud. Nu al is duidelijk dat een nieuwe verordening voorzieningen huisvesting noodzakelijk zal zijn als de wet wordt aangenomen Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten 2015 2016 2017 2018 15 Programma: 6. Sport, Recreatie en Landschap Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: 8 velden de toplaag vervangen 2015 e.v. Hekwerk tennis 2015 e.v Trainingsveld toplaag renovatie (voetbal Singelpark Odijk) 2017 e.v. Pupillenveld toplaag renovatie 2017 e.v. Trainingsveld toplaag renovatie (voetbal Aurora) 2018 e.v. Sport Voor alle investeringen op het gebied van sport geldt dat via een raadsvoorstel de gemeenteraad om kredieten zal worden gevraagd. Binnen het taakveld sport zijn er de nodige nieuwe ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kunnen op dit moment nog niet concreet in werkzaamheden en financiën vertaald worden. De nadere invulling hiervan maakt onderdeel uit van het nog op te stellen collegeprogramma. Daarnaast staan er de komende 4 jaar de nodige vervangingsinvesteringen gepland. Het betreft hier de vervaging van de toplagen van enkele tennisvelden in Bunnik en het vervangen van het hekwerk aldaar, de renovatie van de toplagen van het trainingsveld en pupillenveld in Odijk en de renovatie van de toplaag van het trainingsveld in Werkhoven. In totaal is hiermee een investering gemoeid van € 210.000. Deze investeringen zullen betrokken worden bij de komende discussies over de sport. Voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen worden afzonderlijke raadsvoorstellen voorgelegd. Financiële kaders (x € 1.000) Activiteiten Collegeprogramma Investeringen sport 2015 lasten 2016 12 2017 12 2018 13 14 16 Programma: 7. Maatschappelijke Ondersteuning Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Decentralisaties sociaal domein 2015 Aanbesteding leerlingenvervoer 2015 e.v. Wmo hulpmiddelen 2015 e.v. Decentralisaties sociaal domein Consequenties komst decentralisaties op hoofdlijnen: De gemeente staat aan de vooravond van grote veranderingen. Veranderingen die zich zullen uitstrekken over een reeks van jaren. De wettelijke decentralisaties op het gebied van werk, Wmo en jeugd breiden de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden op het sociale domein aanzienlijk uit. Voor het eerst krijgt één partij, de gemeente, zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. Als gevolg hiervan begroot de gemeente op 1 januari 2015 dan ook een grote, nieuwe klantgroep om diensten aan te verlenen. Door deze nieuwe taken zal de gemeentelijke begroting vanaf 2015 voor het merendeel bestaan uit de sociale programma’s. Naast deze decentralisaties zijn er meer landelijke ontwikkelingen die het sociaal domein, zowel inhoudelijk als financieel, sterk raken, zoals: • de korting op het budget voor huishoudelijk hulp; • de afschaffing van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de in de plaats daarvan komende gemeentelijke maatwerkvoorziening; • de veranderingen in de (kern-)AWBZ voor wat betreft bijvoorbeeld de zorgzwaartepakketten; • de veranderingen in de Zorgverzekeringswet (vanuit de AWBZ gaan onder meer de verpleging en Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) naar de Zorgverzekeraars). Gezien de omvang, complexiteit en de impact op organisatie en begroting, is deze opgave in 2013 verwoord in een ‘Routekaart Sociaal Domein Bunnik’ en voor de uitvoering ondergebracht in een bijbehorende programmastructuur. Als eerste resultaat is vervolgens de Visienota Sociaal Domein Bunnik 2013-2018 opgeleverd en door de gemeenteraad vastgesteld. In deze visie zijn de drie leidende speerpunten verwoord: • maatschappelijke participatie; • integrale benadering; • Bunnikse maat en schaal. Deze visie is het kompas waarop gevaren wordt, ondersteund door de onderliggende programmastructuur en projectplannen. Het is goed en belangrijk dat dit kompas er is. Ondertussen is echter wel de ervaring dat van tijd tot tijd vanuit het Rijk het initiatief komt om ‘de windstreken te veranderen’, waardoor soms de ervaring is dat het kompas opeens 17 niet meer ‘naar het noorden wijst’. Dit blijkt uit de recente aanpassingen in ‘wat gaat er nu precies wel en niet naar de gemeente’, maar speelt ook tot op de dag van vandaag rond de vraag wat voor de gemeente nu precies de financiële consequenties (inclusief de uitkeringen vanuit het Rijk) zijn van de decentralisaties. Naar verwachting wordt in de meicirculaire 2014 meer informatie gegeven over de budgetten. Gegeven die soms lastige en onduidelijke omstandigheden, wordt wel gewoon doorgegaan met het uitvoeren van het routekaarttraject. Afwachten is geen optie, want de datum van 1 januari 2015 blijft ook echt 1 januari 2015. En temidden danwel onafhankelijk van zaken die nog onduidelijk zijn, zijn er ook nog veel dingen die hoe dan ook ontwikkeld kunnen of georganiseerd moeten worden. De contouren van de structurele organisatiekant van het Sociaal Domein Bunnik bijvoorbeeld, en ook de beleidsmatige voorbereiding, het maken van inkoopafspraken, het nadenken over de toekomstige begrotingsinrichting, et cetera. De genoemde onduidelijkheden, opgeteld bij het stadium waarin andere lopende ontwikkelingen zich bevinden, maakt wel dat een financiële vertaling van de effecten op dit moment nog niet te geven is. Deels zijn indicatieve budgetten vanuit het rijk bekend.,maar de uitgaven die daaruit moeten worden betaald zijn nog niet in beeld. De indicatieve budgetten bedragen: Jeugdzorg € 2.200.000, Participatie pm en Wmo € 2.650.000 (waarvan voor bestaande taken € 800.000 en voor de nieuwe taken € 1.850.000 . oorzover mogelijk worden in de komende begroting de definitieve informatie en cijfers opgenomen. Wat is al wel duidelijk? Voor de jaren 2015-2018 zijn voorbeelden van contouren die op dit moment zichtbaar worden: - - - Er wordt meer dan voorheen ingezet op eigen kracht, eigen netwerk en de participatiesamenleving. De verwachting is dat bij goede pilotuitkomsten op structurele basis gewerkt gaat worden met een sociaal team voor de toegang/toeleiding naar zorg voor inwoners met complexe ondersteuningsvragen. Het overgangsrecht voor bestaande cliënten zal zorgvuldig in acht worden genomen. Het beroep op de uitgaven voor huishoudelijke hulp zal moeten worden verminderd (in lijn met de landelijke bezuiniging van 40% daarop). Er is sprake van een forse uitbreiding van het aantal contracten en relaties met zorgverlenende instanties, met aanzienlijk meer werk op dat gebied. Met name op het gebied van Jeugdzorg en Participatiewet zal veel worden samengewerkt met buurgemeenten. De uitputting van budgetten in het sociaal deelfonds moeten nauwgezet gemonitord worden, om waar nodig en mogelijk bij te sturen. De organisatorische consequenties zullen pas na de zomer 2014 inzichtelijk zijn. Het eerste beeld van de ‘voorkant’ van het toekomstige proces is dat er ten opzichte van de huidige situatie meer capaciteit nodig zal zijn op het loket en daarnaast voor de coördinerende rol van het sociaal team. Over mogelijke extra capaciteitsbehoefte op terreinen als bijvoorbeeld administratie, inkoop of beleid is op dit moment nog geen beeld te geven. 18 Bundeling vervoer Onderdeel van de decentralisaties is onder andere AWBZ-vervoer. Op verzoek van de negen gemeenten heeft Bestuur Regio Utrecht vorig jaar een onderzoek laten uitvoeren naar de effecten van het bundelen van doelgroepenvervoer op kosten en kwaliteit van het vervoer. Het betreft bundeling van Wmo-vervoer, leerlingenvervoer en AWBZvervoer. De eerste twee vervoersvormen zijn nu al taken voor de gemeente, de derde wordt vanaf 1 januari 2015 een taak voor de gemeente. Conclusie van het onderzoek is dat het bundelen van deze drie vervoersstromen op regionaal niveau kwalitatieve en financiële voordelen biedt. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek hebben in de tweede helft van 2013 diverse ambtelijke en bestuurlijke overleggen plaatsgevonden. Daaruit is het voorstel gekomen om in fases toe te werken naar een situatie waarin één Servicepunt Doelgroepenvervoer het Wmo-, het leerlingen- en het AWBZ-vervoer regelt voor de regio Utrecht. De uitkomsten van het onderzoek zijn echter ingehaald door de realiteit van nu. De financiële voordelen zijn gebaseerd op de cijfers van 2012. In 2013 zijn de financiële stromen, voor ook het onderdeel vervoer, naar de zorgaanbieders al dusdanig veranderd dat de destijds geschatte voordelen naar verwachting niet meer realistisch zijn. In fase 1, welke loopt van april 2014 t/m juli 2014 wordt onderzocht wat in de huidige omstandigheden de financiële voordelen zijn. Medio 2014 zal er besluitvorming van het College plaatsvinden of er verder gegaan wordt met het komen tot één Servicepunt Doelgroepenvervoer. Het AWBZ-vervoer wordt in eerste instantie meegenomen bij de bestuurlijke aanbesteding AWBZ. Eventuele bundeling van de doelgroepen AWBZ en leerlingenvervoer via het Servicepunt zal pas plaats gaan vinden vanaf 1 augustus 2017 Aanbesteding leerlingenvervoer De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De nieuwe contracten zijn ingegaan per 1-8-2012, schooljaar 2012/2013. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief. De nieuwe overeenkomsten voor het leerlingenvervoer lopen tot en met 31 juli 2015, met als optie de mogelijkheid tot verlenging van tweemaal twee jaar tot uiterlijk 31 juli 2019. Wmo hulpmiddelen Vanaf 1 januari 2012 is er een nieuw contract afgesloten met een hulpmiddelenleverancier. Deze aanbesteding heeft geleid tot een aanbestedingsvoordeel van zeker 10 %. Dit voordeel is reeds verwerkt vanuit Bunnik in Balans in de begroting 2014. Daarnaast is eind 2012 gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader van de Wmo-kanteling. In de loop van 2013 is besloten dat deze werkwijze voortgezet wordt. Het lijkt erop dat door de pilot ‘Het gesprek’ en het hiermee anders kijken naar de ondersteuningsvraag er aanzienlijk minder voorzieningen zijn aangevraagd (circa 35%). De combinatie van het aanbestedingsvoordeel en de gedaalde vraag leidt tot een financieel voordeel 19 Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten 2015 2016 2017 2018 Decentralisaties sociaal domein lasten Aanbesteding leerlingenvervoer lasten -50 -50 -50 -50 Wmo hulpmiddelen lasten -75 -75 -75 -75 20 Programma: 8. Inkomen en Werkgelegenheid Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Minimabeleid gericht op participatie 2015 e.v. Minimabeleid gericht op participatie Mede als gevolg van nieuwe regelgeving en forse bezuinigingen staat de inkomenspositie van kwetsbare burgers onder druk. De uitdaging voor het op dit terrein te voeren beleid zal de komende jaren daarin liggen, dat vormen van inkomensondersteuning niet ten koste gaan van de participatiebevordering, wat immers een belangrijk aspect is van het gemeentelijk beleid. Dit onderwerp wordt opgepakt in samenhang met vernieuwing/actualisatie van de bestaande Verordening Declaratiefonds Participatie (daterend uit 2004). Bij de verdere uitwerking zal gekeken worden naar de mogelijkheden om het gebruik te verruimen van 110% naar 125%. Daarnaast wordt gedacht om het drempelbedrag te verhogen met € 25,- tot maximaal € 125,-, mede gelet op de verhoging van contributies van verenigingen. Voorgesteld wordt hiervoor een bedrag van € 20.000 toe te voegen aan het bestaande budget. Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten Minimabeleid gericht op participatie 2015 lasten 2016 20 2017 20 2018 20 20 21 Programma: 9. Milieu Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Areaaluitbreiding pompen en gemalen 2015 e.v. Vervanging graflift 2015 Vervanging grafbekisting 2017 Verbetermaatregelen ODrU 2015-2016 ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken 2015 e.v. Areaaluitbreiding pompen en gemalen De laatste jaren heeft een areaaluitbreiding plaatsgevonden van het aantal pompen en gemalen. Er zijn meer hoofdgemalen bij gekomen, waardoor de kosten voor het elektraverbruik stijgen/gestegen zijn. De raming voor elektra dient structureel te worden verhoogd. Door de areaaluitbreiding neemt de opbrengst rioolrecht toe. Vervanging graflift en grafbekisting Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden verricht vanuit de gemeentewerf. Om niet vooruit te lopen op mogelijke beslissingen zijn de investeringen opgenomen. - Vervanging graflift - Vervanging grafbekisting ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken De provincie heeft, op basis van besluitvorming vanuit Den Haag, per 1 januari 2014 de bevoegdheden op het gebied van milieuzorg voor bepaalde categorieën milieubelastende bedrijven (A bedrijven), overgedragen aan gemeenten. Binnen de aan de ODRU verbonden gemeenten is besloten om de uitvoering van deze taken te beleggen bij de ODRU. Via het gemeentefonds worden de gemeenten hiervoor structureel financieel gecompenseerd. Voor Bunnik gaat het om een bedrag groot € 31.000. Volgens de nota financieel beleid worden deze gelden niet geoormerkt. Het bedrag voor de jaarschijf 2014 is aangevraagd in de 1e bestuursrapportage 2014. Verbetermaatregelen ODrU De kosten verbonden aan “ODRU op orde” zijn in de begroting 2014 van de ODrU in beeld gebracht. De incidentele kosten over 2013 – 2016 worden in totaal geraamd op €3,3 miljoen. In de vergadering van het AB van 6 maart 2014 is besloten om de incidentele kosten op basis van de garandeerde uren met de eigenaar gemeenten af te rekenen. Het betreft personele frictiekosten, organisatie ontwikkeling en huur en servicekosten locatie Breukelen. Voor Bunnik betekent dit een inciden- 22 tele bijdrage voor 2015 ter grootte van € 45.000 en voor 2016 van € 17.000 Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten 2015 2016 2017 2018 Areaaluitbreiding pompen en gemalen lasten 10 10 10 10 Dekking riolen lasten -10 -10 -10 -10 Vervanging graflift Investering 2015 € 6.500 lasten 1 1 1 1 Vervanging grafbekisting Investering 2017 € 6.000 lasten 1 1 ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken lasten 31 31 31 31 Verbetermaatregelen ODrU lasten 45 17 23 Programma: 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Groenplan 2014 – 2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2015 e.v. Groenplan 2014-2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen Het Groenplan 2014-2018 is een plan voor noodzakelijke vervangingsinvesteringen in het openbaar groen. Het Groenplan is in twee delen opgedeeld: één gedeelte voor de bomen en één gedeelte voor het overige groen. Het Groenplan beschrijft het groenbeheer voor de periode 2014-2018. In het plan wordt de gemeentelijke visie op het groenbeheer beschreven: welk onderhoud is nodig voor de aanwezige functies met een financiële verantwoording. Het Groenplan is de uitwerking/beschrijving van het bestaande gemeentelijk beleid en vormt de basis voor de beheercyclus. Door de bezuinigingsmaatregelen van juli 2013 (Kwaliteitsbeheerplan Openbare Ruimte 2009) is voor het onderhoudsniveau van de plantsoenen gekozen voor beheerniveau B (CROW normen; een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer). Deze maatregelen zijn inmiddels ook gerealiseerd. Naast het onderhoud moet rekening worden gehouden met vervanging van de beplantingen aan het einde van de levensduur. Vervanging vindt op dit moment slechts op zeer beperkte schaal plaats. Er zijn sterk verouderde beplantingsvakken, maar die zijn feitelijk uitgeput en vormen geen gesloten vak meer. Om deze noodzakelijke vervangingsinvesteringen te kunnen doen is gedurende deze periode een bedrag nodig van € 42.500. Wanneer deze investeringen niet op korte termijn plaatsvinden dan zal dit leiden tot hogere lasten in de toekomst. Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten 2015 Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2015 € 42.500 lasten Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016 € 42.500 lasten Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017 € 42.500 lasten Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018 € 42.500 lasten 2016 4 2017 2018 4 4 4 4 4 4 4 4 4 24 Programma: 11. Dekkingsmiddelen Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Algemene uitkering 2015 e.v. Algemene uitkering Het bedrag voor de overgedragen VTH-taken wordt als een integratieuitkering toegekend en voor het eerst in 2014 toegekend. Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten Algemene uitkering 2015 baten 2016 31 2017 31 2018 31 31 25 Bedrijfsvoering Nieuwe activiteiten Omschrijving Vindt plaats in de jaren: Vervanging automatiseringsapparatuur 2015-2018 Migratie Oracle databases Informatiebeveiliging 2015-2018 2016 2015-2018 Vervanging Citroën Berlingo 2015 Vervanging Porter transporter 2015 Vervanging aanhangwagen 2015 Containers werf 2016 Vervanging Mitsubishi 2017 Vervanging Frontbezem 2017 Vervangingen < 5.000 2015 – 2018 Vervangen automatiseringsapparatuur 2015-2018 Niet alle apparatuur wordt vervangen binnen het basispakket van de RID, zoals presentatiemiddelen, iPads, fotocamera’s, draadloos netwerk, specifieke printers, scanners en telefoons. In verband met het verlopen van de economische en de technologische levensduur is vervanging van deze hardware voorzien en dient hier een separaat budget voor te zijn. Dit betekent niet dat automatisch wordt vervangen, vooral zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit en nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Uitstellen van vervangen is risicovol omdat de organisatie afhankelijk is van de beschikbaarheid van hard- en software om daarmee continuïteit van dienstverlening te waarborgen. En daarnaast worden door deze investeringen structurele besparingen door meer digitalisering mogelijk gemaakt. Migratie Oracle databases Iedere 3 jaar dient de Oracle databasesoftware opgewaardeerd te worden naar een hogere versie. Hierbij moet dan door de leveranciers ook een migratie van databases van de gemeentelijke kernapplicaties worden uitgevoerd. Voor 2016 is een migratie naar Oracle Database 12 voorzien 26 Informatiebeveiliging Gemeenten zijn als professionele overheid verantwoordelijk voor het op orde hebben van hun informatieveiligheid. Dit zullen en mogen burgers, bedrijven en ketenpartners van gemeenten verwachten. Deze verantwoordelijkheid strekt verder dan de eigen organisatie. Gemeenten hebben er als collectief belang bij dat alle gemeenten en alle (keten) partners hun informatieveiligheid op orde hebben. In dat kader hebben de gemeenten de resolutie ‘Informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de professionele gemeenten’ aangenomen. In grote lijnen betekent dit dat iedere gemeente informatieveiligheidsbeleid vaststelt aan de hand van het basisnormenkader Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Het aannemen van deze resolutie was ter voorkoming dat het rijk een wettelijke verplichting zou opleggen op dit gebied. Om dit te kunnen borgen is het noodzakelijk een informatiebeveiligingsfunctionaris te benoemen of een dergelijke rol toe te wijzen. Voor deze rol en het uitvoeren van het informatiebeveiligingsbeleid is vanaf 2015 structureel € 15.000 benodigd. In 2015 zal de organisatie van informatiebeveiliging in Bunnik worden ingericht en eerste maatregelen worden genomen om het gewenste niveau van beveiliging te realiseren. Hiervoor is incidenteel € 10.000 benodigd. Rentelasten Geldlening Op 7 maart 2014 is een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken van 2 miljoen euro. Deze geldlening heeft een structurele rentelast van € 30.000. Overige vervangingsinvesteringen Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden verricht vanuit de gemeentewerf. Om niet vooruit te lopen op mogelijke beslissingen zijn de investeringen opgenomen. Deze zullen worden betrokken bij de afwegingen. - Vervanging Citroën Berlingo - Vervanging Porter transporter - Vervanging containers werf - Vervanging aanhangwagen - Vervanging Mitsubishi - Vervanging Frontbezem Vervangingen gemeentewerf < 5.000 Divers klein materiaal buitendienst < 5.000. Deze worden conform de nota van financieel beleid niet afgeschreven. 27 Financiële kaders (x € 1.000) Nieuwe Activiteiten 2015 2016 Vervanging automatiseringsapparatuur 2015-2018 lasten Migratie Oracle databases lasten Informatiebeveiliging lasten 25 Rentelasten Geldlening lasten Vervanging Citroën Berlingo Investering 2015 € 20.000 16 15 15 15 30 30 30 30 lasten 3 3 3 3 Vervanging Porter transporter Investering 2015 € 18.000 lasten 3 3 3 3 Vervanging aanhangwagen Investering 2015 € 12.000 lasten 2 1 1 1 Vervanging containers werf Investering 2016 € 105.000 lasten 10 9 9 Dekking containers uit reinigingsrecht baten -10 -9 -9 Vervanging Mitsubishi Investering 2017 € 37.000 lasten 6 6 Vervanging Frontbezem Investering 2017 € 6.500 lasten 1 1 3 15 lasten 4 2018 7 Vervangingen gemeentewerf < € 5.000 2 2017 12 20 5 28 Bijlagen Bijlage 1: Meerjarenplan 2015-2018 (totaal) Progr. Omschrijving Investering 2015 1 1 1 1 2 3 6 7 7 8 9 9 9 9 11 bedr bedr bedr Wettelijke verplichtingen Implementatie basisregistraties 2015 Implementatie basisregistraties 2016 Implementatie basisregistraties 2017 Implementatie basisregistraties 2018 Bijdrage VRU Openbare verlichting 2018 Sport: diverse investeringen Aanbesteding leerlingenvervoer Wmo hulpmiddelen Minimabeleid gericht op participatie Areaaluitbreiding pompen en gemalen Dekking onderhoud riolering ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken Verbetermaatregelen ODrU Algemene uitkering Migratie oracle databases (elke 3 jaar) Informatiebeveiliging Rentelasten geldlening Subtotaal 2016 2017 2018 52.500 19.500 13.000 6.500 52.500 19.500 13.000 6.500 Afschrijf Jaarlasten periode 2015 5 5 5 5 2016 2017 2018 11.813 11.550 4.388 11.287 4.290 2.925 55.000- 81.000- 107.000- 11.583 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 44.775 30.991- 11.400 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 16.994 30.99112.000 15.000 30.000 84.668- 12.680 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 11.024 4.192 2.860 1.463 115.00020.000 13.612 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 30.991- 30.991- 15.000 30.000 135.818- 15.000 30.000 121.849- 25.000 30.000 36.829- 30 3 3 9 9 10 10 10 10 bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr Vervangingsinvesteringen Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur Dekking onderhoudsmaatregelen voorziening wegen Graflift Honor Inno 2000 Grafbekisting 3 delig Groenplan vervangingsinvesteringe gemeentelijk groen 2015 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018 Vervangen automatiseringsapparatuur 2015 Vervangen automatiseringsapparatuur 2016 Vervangen automatiseringsapparatuur 2017 Vervangen automatiseringsapparatuur 2018 Citroën Berlingo 48-BN-JX Porter transporter Aanhangwagen WR-FG-92 Containers werf Dekking containers werf reinigingsrecht Mitsubishi Fuso BX-JJ-20 Bema Frontbezem kommunal 600 Vervangingen gemeentewerf < 5.000 Subtotaal Totaal (A) Progr. Incidentele uitgaven bedr migratie oracle databases (elke 3 jaar) 9 Verbetermaatregelen Odru Totaal incidentele uitgaven (B) Totaal structurele uitgaven (=A-B) 6.500 6.000 42.500 42.500 42.500 42.500 7.829 11.530 14.475 37.580 20.000 18.000 12.000 105.000 37.000 6.500 116.530 57.975 37.580 110.329 136.030 70.975 44.080 0 110.329 2016 0 136.030 2017 0 70.975 35.000 35.000797 3.896 3.825 3.896 1.762 1.723 2.594 1.684 2.536 3.257 3.000 3.450 1.500 2.937 3.375 1.470 9.625 9.625- 5.450 26.067 2.874 3.300 1.440 9.450 9.4506.211 1.246 2.900 38.454 35.000 35.000765 735 3.683 3.754 3.825 3.896 1.645 2.478 3.185 8.456 2.811 3.225 1.410 9.275 9.2756.079 1.219 15.250 62.416 58.601- 97.364- 59.433- 7 6 57.829 Investering 2015 10 10 15 15 15 15 5 5 5 5 8 6 10 15 35.000 35.000813 2018 0 44.080 20.000 34.421 - 2.408- Afschrijf Jaarlasten periode 2015 44.775 44.775 47.183- 2016 12.000 16.994 28.994 87.595- 35.000 35.000781 750 3.754 3.825 3.896 2017 0 97.364- 2018 0 59.433- 31 32 Bijlage 2: woningbouwprognose 2014-2019 MPW 2014 - 2019 (1 februari 2014) Bunnik Locatie Project Verdere informatie bouwplan Geplande oplevering 2013 2014 Totaal 2015 2016 2017 2018 2019 2020 op te leveren Bunnik De Gaarde ontwikkelaar Nerobouw 25 25 Bunnik Scholeneiland gemeente/ontwikkelaar/corporatie 40 40 Bunnik Anne Frankschool gem. aan ontwik. & corporatie 31 Bunnik Schoudermantel 32 ontwikkelaar Odijk Scholeneiland gemeente aan ontwikkelaar Odijk Kodakterrein fase 2a Bouwfonds Odijk Kodakterrein fase 2b Bouwfonds Odijk Rijneiland fase 5 gemeente Odijk Rijneiland fase 6 ontwikkelaar Odijk Zeisterweg 44 dorpshuis Midvast Planontw. Odijk Singel/Zeisterweg particulier Odijk Zeisterweg 103-105 ontwikkelaar Odijk Odijk-Vinkeburg, fase 1 gemeente/ontwikkelaar/corporatie Werkhoven Delteyk, fase 1 gemeente aan ontwikkelaar Werkhoven Delteyk, fase 2 gemeente aan ontwikkelaar Werkhoven Delteyk, fase 3 corporatie Werkhoven Werkhof, projectbouw gemeente aan ontwikkelaar 6 Werkhoven Werkhof, vrije kavels gemeente 5 Werkhoven Weerdenburg Weerdenburg ontwikkeling BV/corp Werkhoven Landje van Kemp BAM/woningcorporatie Werkhoven Prins Mauritslaan particulier Werkhoven Achterdijk 80a 1 Werkhoven Achterdijk 82b 1 Werkhoven Ambachtstraat 24 Totaal per jaar 31 20 20 57 61 4 6 6 9 4 2 2 13 4 13 13 5 5 1 1 3 1 4 4 40 40 125 45 6 6 8 8 12 12 12 6 2 15 4 4 5 5 30 33 63 2 2 18 8 1 1 particulier 1 1 14 82 38 151 111 48 45 0 489 33 Bijlage 3: Monitoring Bunnik in Balans 2012-2015 Monitoring Bunnik in Balans per 15 maart 2014 Eind 2011 heeft de gemeenteraad een bezuinigingspakket vastgesteld ter hoogte van € 525.000 in 2012, oplopend naar € 925.000 in 2015. Zoals in de Programmarekening 2013 reeds aangegeven is, is de bezuinigingstaakstelling voor 2013 volledig behaald. In de Kadernota 2015-2018 wordt uitgegaan van volledige realisatie van de bezuinigingstaakstelling vanuit Bunnik in Balans voor de jaren 2014 en verder. De centrale monitoring rond de realisatie van de bezuinigingen vindt tweemaandelijks plaats. In de vol3 gende tabel is de stand van zaken per 15 maart 2014 opgenomen . Status van de implementatie Gerealiseerd In voorbereiding Nog te starten Totaal prognose Totaal taakstelling Verschil (- = tekort) 2014 2015 832.100 25.000 857.100 776.900 80.200 867.100 70.150 23.000 967.750 947.300 12.950 30.750 67.250 43.700 80.200 30.750 43.700 12.950 Verklaring verschil: Niet te realiseren (N) Frictiekosten (N) Eerdere bezuiniging (V) Extra bezuiniging (V) Totaal verschil Hierna volgt een korte toelichting op een aantal posten. In voorbereiding De belangrijkste posten, die per 15 maart 2014 in voorbereiding zijn, zijn de uitbesteding van de gemeentewerf en de reductie van de organisatiekosten middels digitalisering. Nog te starten De nog te starten implementatie per 15 maart 2014 betreft het resterende deel van de reductie van de wethoudersformatie. Dit moet zijn beslag krijgen bij de nieuwe collegevorming. Niet te realiseren De niet te realiseren bezuinigingen betreffen met name een dubbel ingeboekt voordeel door de sloop van het gebouw van de scouting in Bunnik, verhoging eigen bijdrage Wmo (wordt niet als afzonderlijke bezuiniging doorgevoerd, maar is onderdeel van de implementatie van de decentralisaties), geen voordeel in het afsluiten van een doorlopende CAR-verzekering en de niet volledig te realiseren bezuiniging op de rekenkamercommissie. Eerdere bezuiniging Dit betreft voornamelijk drie bezuinigingsmaatregelen, die in latere jaren waren gepland, maar al eerder mogelijk zijn gebleken. Het gaat met name om de reductie van de organisatiekosten middels digitalisering, een gedeeltelijke formatiereductie op de wethoudersfunctie. Extra bezuiniging Dit betreft in hoofdzaak twee bezuinigingsmaatregelen, die meer geld hebben opgeleverd dan verwacht werd. Het gaat om de aanbesteding van hulpmiddelen en om de aangepaste wijze van onkruidbestrijding. 3 Om deze resultaten zuiver te houden ten aanzien van de realisatie van Bunnik in Balans, is geen rekening gehouden met andere ontwikkelingen die eventueel tot meer of minder kosten hebben geleid.
© Copyright 2025 ExpyDoc