(177 KB) Kadernota 2015-2018

Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ..............................................................................................1
Aanbieding ................................................................................................... 3
Financieel perspectief .................................................................................... 7
Programma: 1. Burger en Bestuur ................................................................. 10
Programma: 3. Verkeer en Vervoer ................................................................ 10
Programma: 5. Educatie ............................................................................... 10
Programma: 8. Inkomen en Werkgelegenheid ................................................. 10
Programma: 9. Milieu ................................................................................... 10
Programma: 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving................................ 10
Bedrijfsvoering............................................................................................ 10
Bijlagen ...................................................................................................... 10
2
3
Aanbieding
Hierbij wordt de Kadernota 2015 – 2018 aangeboden. In de Kadernota worden normaal gesproken beleidskeuzes en budgettaire kaders vastgelegd. In principe wordt niet ingegaan op bestaande taken.
Deze Kadernota heeft als peildatum 1 april 2014 en heeft een ander karakter. Deze Kadernota is sterk
gericht op het financieel meerjarenperspectief, zonder daarbij rekening te houden met de beleidsvoornemens voor de komende jaren, de financiële effecten van de implementatie van de 3 D’s op het sociaal
domein en de resultaten van de in gang gezette bezuinigingsoperatie ‘Bunnikse Kwaliteit.
Beleidsvoornemens
Bij het opstellen van de Kadernota is de voorbereiding gestart om het collegeprogramma gebaseerd op
het coalitieakkoord ‘Zorgzekerheid en Realisme‘ op te stellen. De vaststelling van het collegeprogramma
door de gemeenteraad staat gepland voor 17 juli 2014. De mogelijke beleidsvoornemens die daaruit
voortvloeien, kunnen dus pas bij de behandeling van de Programmabegroting 2015 – 2018 ter afweging
worden voorgelegd.
Financiële gevolgen 3 D’s sociaal domein
In de Meicirculaire 2014 (rijksuitkeringen) en vanuit de routekaart Sociaal Domein (gemeentelijke kosten)
zal naar verwachting in de zomer 2014 meer duidelijkheid over de financiële gevolgen van de 3 D’s ontstaan. Deze financiële gevolgen zijn dus op z’n vroegst bij de behandeling van de Programmabegroting
2015 – 2018 bekend.
Bezuiniging ‘Bunnikse kwaliteit’
Overeenkomstig het door de gemeenteraad vastgestelde Plan van Aanpak ‘Bunnikse Kwaliteit’ worden de
resultaten daarvan meegenomen bij de behandeling van de Programmabegroting 2015 - 2018.
Kortom: deze Kadernota, aangevuld met het collegeprogramma, waarin de beleidsvoornemens staan
verwoord, de financiële effecten van de 3 D’s op het sociaal domein en de resultaten van de ‘Bunnikse
kwaliteit’ vormen gezamenlijk de basis voor de op te stellen Programmabegroting. Deze Kadernota is
hierdoor minder geschikt voor algemene beschouwingen.
Bij het bepalen van het verwacht financieel meerjarenperspectief is vertrokken met het laatst bekende
perspectief, te weten het saldo dat in de raadsvergadering van 31 oktober 2013 is vastgesteld. Vervolgens
is uitermate kritisch gekeken naar de noodzaak van aangedragen wensen voor nieuw beleid. Deze kritische houding is een gebruikelijke, maar wordt nu extra versterkt door het economisch tij. Dit heeft geleid
tot een Kadernota waarin alleen die uitgaven zijn opgenomen, die op dit moment onafwendbaar zijn. Het
gaat dan met name om wettelijke verplichtingen en noodzakelijke vervangingen.
4
Indeling
De indeling van de Kadernota begint bij het Financieel perspectief 2015 - 2018. In dit hoofdstuk wordt een
vooruitblik gegeven naar de financiële positie voor de jaren 2015 – 2018. Dit is een globale raming op basis van de algemene uitgangspunten ten behoeve van de Kadernota die zijn verwoord in de Nota financieel beleid. Duidelijk moet zijn dat nog geen nauwkeurige ramingen zijn opgesteld. Dit vindt pas plaats bij
de opstelling van de Programmabegroting 2015-2018. Wel mag er van worden uitgegaan dat het weergegeven perspectief in grote lijnen terug te vinden zal zijn in de Programmabegroting.
Vervolgens komen de programma’s aan bod. Per programma worden achtereenvolgens de nieuw te ondernemen activiteiten en de financiële kaders geformuleerd. De nieuwe activiteiten beschrijven nieuw op
ons afkomende werkzaamheden. Hier hoeven niet altijd financiële consequenties uit voort te vloeien. In
deze Kadernota zijn de nieuwe activiteiten beperkt gebleven tot de wettelijke verplichtingen en de vervangingsinvesteringen. Tenslotte worden bij de financiële kaders de posten genoemd die wel financiële gevolgen hebben.
In bijlage 1 staat een totaal overzicht van alle nieuwe activiteiten die zijn opgenomen bij deze Kadernota.
In bijlage 2 wordt de woningbouwprognose van 2014 - 2019 weergegeven die gebruikt wordt voor de berekeningen van de opbrengst onroerende zaakbelastingen (ozb), algemene uitkering en de opbrengsten
van de bouwleges. In bijlage 3 staat een overzicht van de monitoring van Bunnik in Balans.
5
FINANCIEEL PERSPECTIEF
2015 – 2018
6
7
Financieel perspectief
Uitgangspunten
Bij de begroting zullen de volgende voorlopige uitgangspunten worden
gehanteerd.
Voorlopige uitgangspunten
Woningprognose (1-1)
Inwonerprognose (1-1)
Prijsstijging
Loonstijging
Rekenrente
Belastingtarieven:
OZB
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Marktgelden, graf- en begraafrechten
Leges (excl. bouwleges)
Afvalstoffenheffing, reini1
gingsrechten
2
Rioolrecht
2015
2016
2017
2018
6.268
14.765
2,25%
0,0%
2,5%
6.306
14.841
0%
0%
2,5%
6.457
15.143
0%
0%
2,5%
6.568
15.365
0%
0%
2,5%
Zie prijsstijging
idem
idem
-
-
-
idem
idem
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostenDekking
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostendekking
Totaaloverzicht
Het financiële meerjarenperspectief voor de jaren 2015-2018:
1
2
Verrekend worden 100% van de netto lasten vermeerderd met de compensabele BTW
Verrekend worden 100% van de kosten van de riolering c.a., de compensabele BTW, 50% van de kosten straatreiniging. Deze uitkomst wordt verminderd met de verfijningsuitkering riolering in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Basis is het dekkingsplan bij het Gemeentelijk Rioleringsplan.
8
Ontwikkeling begrotingspositie 2015 - 2018
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
Structurele effecten
Structureel saldo volgens begroting 2014 - 2017(inclusief NvA)
641,9-
680,2-
960,4-
960,4-
-Raming loonontwikkeling (raming 2014 + 0,0%)
-Raming prijsontwikkeling (+ 2,25%)
0,0
-307,4
0,0
-307,4
0,0
-307,4
0,0
-307,4
Herzien saldo na verwerking loon- en prijsmutaties
-949,3
-987,6
-1.267,8
-1.267,8
168,0
168,0
168,0
168,0
126,0
126,0
126,0
126,0
Herzien saldo na verwerking loon- en prijsmutatie in inkomsten
Structurele effecten maatregelen volgens:
• Mutaties 1-10-2013/1-3-2014
-655,3
-693,6
-973,8
-973,8
0,0
0,0
0,0
0,0
Herzien saldo na verwerking mutaties t/m februari 2014
-655,3
-693,6
-973,8
-973,8
68,9
66,4
78,4
78,4
-586,4
-627,2
-895,4
-895,4
2,4
58,6
97,4
59,4
-584,0
-568,6
-798,0
-836,0
44,7
29,0
-539,3
-539,6
-798,0
-836,0
-Verhogingen belastingen en retributies met loon- en
prijsontwikkelingen
-Verhoging algemene uitkering met prijsontwikkeling
Eliminatie lasten nieuw beleid 2015 - 2017 uit begroting 2014
Herzien saldo exclusief nieuw beleid
Aangedragen nieuwe lasten kadernota:
Herzien saldo na honorering nieuwe lasten 2015 - 2018
Waarvan eenmalige uitgaven (dekking algemene reserve)
Saldo kadernota exclusief eenmalige uitgaven
Bedragen x € 1.000
9
Bestaand perspectief
De basis voor deze Kadernota is het saldo van het jaar 2015 uit de
begroting 2014 en het meerjarenperspectief 2015 – 2017, zoals die
door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Voor het jaar 2015 wordt een
nadelig saldo voorzien van het bestaand perspectief van € 641.200.
Structurele effecten loon- en prijsontwikkelingen en structurele effecten
bestuursrapportages en begrotingswijzigingen
De structurele effecten voor loon- en prijsstijging en de verhoging van
de belastingen en retributies en de algemene uitkering met loon- en
prijsontwikkeling zijn verwerkt.
Daarnaast is in het structurele saldo in de begroting nog geen rekening
gehouden met het structurele effect van de tweede Bestuursrapportae
ge (2 Berap) 2013. Dit structurele effect wordt jaarlijks verwerkt bij de
e
Kadernota. Voor de 2 Berap 2013 was dat € 0 voor de jaren 2015 2018. Er zijn geen begrotingswijzigingen geweest die structurele effecten hebben.
Beschikbare ruimte voor nieuw beleid, intensiveringen bestaand beleid
en vervangingsinvesteringen
In de bestaande begroting en meerjarenperspectief is al ruimte gereserveerd voor nieuw beleid, intensiveringen bestaand beleid en vervangingsinvesteringen. Deze ramingen zijn in het meerjarenplan
2015 - 2018 opnieuw beoordeeld en geactualiseerd. Daarom worden
de lasten van alle bij de begroting 2014 opgevoerde posten voor 2015
en volgende jaren eerst geëlimineerd.
Financieel effect voorstellen Kadernota
De totale structurele lasten van de voorstellen voor deze Kadernota
(zie bijlage 1) bedragen voor 2015 in totaal per saldo -/- € 47.183. De
extra structurele effecten voor de jaren 2016, 2017 en 2018 zijn respectievelijk - € 87.595, - € 97.364 en -€ 59.433.
Het incidentele effect van de voorstellen voor 2015 t/m 2018 is
€ 44.775 in 2015, € 28.994 in 2016, € 0 in 2017 en € 0 in 2018.
Saldo exclusief eenmalige uitgaven
Het totaaloverzicht laat een negatief saldo zien van € 539.300 in 2015
en voor de jaren 2016 t/m 2018 een negatief structureel saldo van respectievelijk € 539.600, € 798.000 en € 836.000.
Bezuinigingen
Het meerjarenperspectief maakt dat bezuinigingen onvermijdelijk zijn.
Hiervoor is een nieuwe projectgroep opgestart met een bezuinigingstaakstelling van € 700.000 in 2015 en 2016 en vanaf 2017 van €
1.000.000.
10
PROGRAMMA’S
11
Programma: 1. Burger en Bestuur
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Implementatie stelsel basisregistraties
2015-2018
Implementatie stelsel van basisregistraties
Alle informatie die bij elkaar hoort op één plaats verzamelen. Dat is in
essentie wat onder een basisregistratie wordt verstaan. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat al deze afzonderlijke basisregistraties als één
logisch, samenhangend geheel gaan samenwerken. En wel zo dat bij
het beantwoorden van een vraag of het oplossen van een probleem direct alle relevante gegevens uit verschillende registraties bij elkaar
komen. Belangrijke redenen om de basisregistraties op te zetten zijn
naast snelheid en efficiëntie, uiteraard klantgerichter werken en administratieve lastenverlichting. Alle overheidsorganisaties zijn wettelijk
verplicht gebruik te gaan maken van deze basisregistraties. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de basisregistraties van personen,
adressen, gebouwen en WOZ. Vanaf 2015 komt hier voor de gemeente de verantwoordelijkheid bij voor de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) en zal de vernieuwing van de Basisregistratie Personen (BRP, de opvolger van de GBA) zijn beslag gaan krijgen. Daarnaast dient er gebruik te worden gemaakt van basisregistraties waar
andere overheidsinstanties voor verantwoordelijk zijn, zoals de basisregistraties Kadaster en het Handelsregister (Bedrijven & Instellingen).
Voor de invoering moeten onder meer de volgende werkzaamheden
worden uitgevoerd:
- het binnen de gemeente verzamelen en stroomlijnen van gegevens,
- het aanschaffen van voor de registraties benodigde applicaties,
- het aansluiten op de landelijke voorzieningen,
- het inrichten van de werkprocessen en het opleiden en organisatorisch inbedden van het verantwoordelijke personeel,
- de digitale gegevensuitwisseling.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
Implementatie basisregistraties
Investering 2015 € 52.000
Investering 2016 € 19.000
Investering 2017 € 13.000
Investering 2018 € 7.000
2015
2016
11
lasten
2017
11
4
2018
11
4
3
11
4
3
1
12
Programma: 2. Openbare orde en veiligheid
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Bijdrage Vru
2015-2018
Bijdrage Vru
Het bestuur van de VRU heeft voorgesteld een nieuwe financieringssystematiek in te voeren waarbij de gemeentelijke bijdrage geënt is
op de bijdrage uit het gemeentefonds.
De gemeente Bunnik is een voordeelgemeente, dat wil zeggen de
bijdrage op basis van ijkpuntscores valt lager uit dan in de huidige
bijdrageregeling. Voor Bunnik betekent dit dat op basis van de nieuwe financieringsstructuur er sprake is van een structureel voordeel.
Dit voordeel is berekend op totaal € 123.000 op jaarbasis in 2020.
Binnen de VRU wordt nader onderzoek gedaan naar het overnemen
van de brandweergarages, en daarmee ook de huisvestingslasten
hiervan. Deze overname kan consequenties hebben voor de bijdrage
van de gemeenten aan de VRU.
De VRU adviseert om het voordeel, op basis van de nieuwe financieringssystematiek, in 2015 als eenmalig aan te merken in afwachting
op de effecten van de herijking, de inbreng van de huisvestingslaten
na 2015 en de herverdeling van het gemeentefonds (2016). Het
standpunt van de gemeente Bunnik is om het toch al structureel in te
boeken. Er is veel vertrouwen in de organisatie van de VRU om de
nieuwe systematiek op een goede manier vorm te geven zodanig dat
het voordeel een structureel karakter heeft. Daarnaast zullen, naar
verwachting, voor Bunnik de extra kosten voor de overnames van de
twee garages klein tot nihil zijn.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
Bijdrage Vru
2015
baten
2016
55
2017
81
107
2018
115
13
Programma: 3. Verkeer en Vervoer
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Openbare verlichting
2015 e.v.
Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur
2015 e.v.
Openbare verlichting
In de programmabegroting 2014-2017 is al gerefereerd aan het feit dat
een deel van de openbare verlichting, die wordt geleased van Citytec,
verouderd is en zal moeten worden vervangen. De vervanging zal over
een periode van 4 jaar plaatsvinden, namelijk in de jaren 2015 tot en
met 2018. In de programmabegroting 2014-2017 zijn voor de jaren
2015 tot en met 2017 de extra benodigde bedragen al opgenomen In
2018 is nog een verhoging van € 20.000 nodig.
Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur
In 2014 is een wijkregisseur aangesteld. Dit betekent dat de wijkregisseur contactpersoon en aanspreekpunt is voor de inwoners voor alle
onderhoudszaken die spelen binnen de openbare ruimte. De wijkregisseur kan direct actie ondernemen en indien gewenst met de burger
contact opnemen. De wijkregisseur is een belangrijke spil in het zichtbaar maken van de gemeente: De wijkregisseur komt bijvoorbeeld in
contact met mensen van een wijk- of buurtvereniging, of uit een bepaalde straat, waarmee minimaal twee keer per jaar ideeën uitgewisseld worden over het onderhouden van de bestrating, het wegmeubilair, de groenvoorzieningen en de speelplaatsen. Het gaat hier om een
andere wijze van invulling geven aan het onderhoud van de openbare
ruimte door meer inzet van burgerparticipatie.
Het bedrag kan voorlopig uit de voorziening wegen worden vrijgemaakt, omdat het onderhoudsmaatregelen zijn. Na 1 jaar zal geëvalueerd worden wat de exacte effecten zijn.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
2015
2016
2017
2018
Openbare verlichting
lasten
20
Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur
lasten
35
35
35
35
Dekking onderhoudsmaatregelen
voorziening wegen
lasten
-35
-35
-35
-35
14
Programma: 5. Educatie
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting
2015 e.v.
Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting
Naar alle waarschijnlijkheid wordt de Wet Decentralisatie buitenonderhoud van kracht per 1 januari 2015. Tot nu toe kunnen schoolbesturen
bij hun gemeente budget aanvragen voor het buitenonderhoud. Het
gaat om gevelonderhoud, vervangen van het dak etc. Tegelijk met het
overdragen van budget worden ook verantwoordelijkheden overgedragen van gemeente naar de schoolbesturen. Per saldo gaat het echter
niet om een neutrale situatie in financiële zin voor gemeenten; het Rijk
is namelijk voornemens om aan de overheveling ook een extra uitname uit het gemeentefonds te koppelen. Het is nu nog onduidelijk hoe
groot het effect op de inkomsten van de gemeente per saldo gaat worden. De gemeente is eigenaar van drie Multifunctionele Accommodaties. Er zal nader overleg gevoerd moeten worden over het buitenonderhoud. Nu al is duidelijk dat een nieuwe verordening voorzieningen
huisvesting noodzakelijk zal zijn als de wet wordt aangenomen
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
2015
2016
2017
2018
15
Programma: 6. Sport, Recreatie en Landschap
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
8 velden de toplaag vervangen
2015 e.v.
Hekwerk tennis
2015 e.v
Trainingsveld toplaag renovatie (voetbal Singelpark Odijk)
2017 e.v.
Pupillenveld toplaag renovatie
2017 e.v.
Trainingsveld toplaag renovatie (voetbal Aurora)
2018 e.v.
Sport
Voor alle investeringen op het gebied van sport geldt dat via een
raadsvoorstel de gemeenteraad om kredieten zal worden gevraagd.
Binnen het taakveld sport zijn er de nodige nieuwe ontwikkelingen.
Deze ontwikkelingen kunnen op dit moment nog niet concreet in werkzaamheden en financiën vertaald worden. De nadere invulling hiervan
maakt onderdeel uit van het nog op te stellen collegeprogramma.
Daarnaast staan er de komende 4 jaar de nodige vervangingsinvesteringen gepland. Het betreft hier de vervaging van de toplagen van enkele tennisvelden in Bunnik en het vervangen van het hekwerk aldaar,
de renovatie van de toplagen van het trainingsveld en pupillenveld in
Odijk en de renovatie van de toplaag van het trainingsveld in Werkhoven. In totaal is hiermee een investering gemoeid van € 210.000. Deze
investeringen zullen betrokken worden bij de komende discussies over
de sport. Voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen worden afzonderlijke raadsvoorstellen voorgelegd.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Activiteiten Collegeprogramma
Investeringen sport
2015
lasten
2016
12
2017
12
2018
13
14
16
Programma: 7. Maatschappelijke Ondersteuning
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Decentralisaties sociaal domein
2015
Aanbesteding leerlingenvervoer
2015 e.v.
Wmo hulpmiddelen
2015 e.v.
Decentralisaties sociaal domein
Consequenties komst decentralisaties op hoofdlijnen:
De gemeente staat aan de vooravond van grote veranderingen. Veranderingen die zich zullen uitstrekken over een reeks van jaren. De
wettelijke decentralisaties op het gebied van werk, Wmo en jeugd breiden de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden op het sociale
domein aanzienlijk uit. Voor het eerst krijgt één partij, de gemeente,
zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. Als gevolg hiervan begroot de gemeente op 1 januari 2015 dan ook een grote, nieuwe klantgroep om diensten aan te verlenen. Door deze nieuwe taken
zal de gemeentelijke begroting vanaf 2015 voor het merendeel bestaan uit de sociale programma’s.
Naast deze decentralisaties zijn er meer landelijke ontwikkelingen die
het sociaal domein, zowel inhoudelijk als financieel, sterk raken, zoals:
•
de korting op het budget voor huishoudelijk hulp;
•
de afschaffing van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicapten (Wtcg) en de in de plaats daarvan komende gemeentelijke maatwerkvoorziening;
•
de veranderingen in de (kern-)AWBZ voor wat betreft bijvoorbeeld de zorgzwaartepakketten;
•
de veranderingen in de Zorgverzekeringswet (vanuit de AWBZ
gaan onder meer de verpleging en Geestelijke Gezondheidszorg
(GGZ) naar de Zorgverzekeraars).
Gezien de omvang, complexiteit en de impact op organisatie en begroting, is deze opgave in 2013 verwoord in een ‘Routekaart Sociaal Domein Bunnik’ en voor de uitvoering ondergebracht in een bijbehorende
programmastructuur. Als eerste resultaat is vervolgens de Visienota
Sociaal Domein Bunnik 2013-2018 opgeleverd en door de gemeenteraad vastgesteld. In deze visie zijn de drie leidende speerpunten verwoord:
•
maatschappelijke participatie;
•
integrale benadering;
•
Bunnikse maat en schaal.
Deze visie is het kompas waarop gevaren wordt, ondersteund door de
onderliggende programmastructuur en projectplannen. Het is goed en
belangrijk dat dit kompas er is. Ondertussen is echter wel de ervaring
dat van tijd tot tijd vanuit het Rijk het initiatief komt om ‘de windstreken
te veranderen’, waardoor soms de ervaring is dat het kompas opeens
17
niet meer ‘naar het noorden wijst’. Dit blijkt uit de recente aanpassingen in ‘wat gaat er nu precies wel en niet naar de gemeente’, maar
speelt ook tot op de dag van vandaag rond de vraag wat voor de gemeente nu precies de financiële consequenties (inclusief de uitkeringen vanuit het Rijk) zijn van de decentralisaties. Naar verwachting
wordt in de meicirculaire 2014 meer informatie gegeven over de budgetten.
Gegeven die soms lastige en onduidelijke omstandigheden, wordt wel
gewoon doorgegaan met het uitvoeren van het routekaarttraject. Afwachten is geen optie, want de datum van 1 januari 2015 blijft ook echt
1 januari 2015. En temidden danwel onafhankelijk van zaken die nog
onduidelijk zijn, zijn er ook nog veel dingen die hoe dan ook ontwikkeld
kunnen of georganiseerd moeten worden. De contouren van de structurele organisatiekant van het Sociaal Domein Bunnik bijvoorbeeld, en
ook de beleidsmatige voorbereiding, het maken van inkoopafspraken,
het nadenken over de toekomstige begrotingsinrichting, et cetera.
De genoemde onduidelijkheden, opgeteld bij het stadium waarin andere lopende ontwikkelingen zich bevinden, maakt wel dat een financiële
vertaling van de effecten op dit moment nog niet te geven is. Deels zijn
indicatieve budgetten vanuit het rijk bekend.,maar de uitgaven die
daaruit moeten worden betaald zijn nog niet in beeld. De indicatieve
budgetten bedragen: Jeugdzorg € 2.200.000, Participatie pm en Wmo
€ 2.650.000 (waarvan voor bestaande taken € 800.000 en voor de
nieuwe taken € 1.850.000 . oorzover mogelijk worden in de komende
begroting de definitieve informatie en cijfers opgenomen.
Wat is al wel duidelijk? Voor de jaren 2015-2018 zijn voorbeelden van
contouren die op dit moment zichtbaar worden:
-
-
-
Er wordt meer dan voorheen ingezet op eigen kracht, eigen netwerk en de participatiesamenleving.
De verwachting is dat bij goede pilotuitkomsten op structurele
basis gewerkt gaat worden met een sociaal team voor de toegang/toeleiding naar zorg voor inwoners met complexe ondersteuningsvragen.
Het overgangsrecht voor bestaande cliënten zal zorgvuldig in
acht worden genomen.
Het beroep op de uitgaven voor huishoudelijke hulp zal moeten
worden verminderd (in lijn met de landelijke bezuiniging van 40%
daarop).
Er is sprake van een forse uitbreiding van het aantal contracten
en relaties met zorgverlenende instanties, met aanzienlijk meer
werk op dat gebied.
Met name op het gebied van Jeugdzorg en Participatiewet zal
veel worden samengewerkt met buurgemeenten.
De uitputting van budgetten in het sociaal deelfonds moeten
nauwgezet gemonitord worden, om waar nodig en mogelijk bij te
sturen.
De organisatorische consequenties zullen pas na de zomer 2014
inzichtelijk zijn. Het eerste beeld van de ‘voorkant’ van het toekomstige proces is dat er ten opzichte van de huidige situatie
meer capaciteit nodig zal zijn op het loket en daarnaast voor de
coördinerende rol van het sociaal team. Over mogelijke extra capaciteitsbehoefte op terreinen als bijvoorbeeld administratie, inkoop of beleid is op dit moment nog geen beeld te geven.
18
Bundeling vervoer
Onderdeel van de decentralisaties is onder andere AWBZ-vervoer. Op
verzoek van de negen gemeenten heeft Bestuur Regio Utrecht vorig
jaar een onderzoek laten uitvoeren naar de effecten van het bundelen
van doelgroepenvervoer op kosten en kwaliteit van het vervoer. Het
betreft bundeling van Wmo-vervoer, leerlingenvervoer en AWBZvervoer. De eerste twee vervoersvormen zijn nu al taken voor de gemeente, de derde wordt vanaf 1 januari 2015 een taak voor de gemeente. Conclusie van het onderzoek is dat het bundelen van deze
drie vervoersstromen op regionaal niveau kwalitatieve en financiële
voordelen biedt. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek
hebben in de tweede helft van 2013 diverse ambtelijke en bestuurlijke
overleggen plaatsgevonden. Daaruit is het voorstel gekomen om in fases toe te werken naar een situatie waarin één Servicepunt Doelgroepenvervoer het Wmo-, het leerlingen- en het AWBZ-vervoer regelt voor
de regio Utrecht.
De uitkomsten van het onderzoek zijn echter ingehaald door de realiteit van nu. De financiële voordelen zijn gebaseerd op de cijfers van
2012. In 2013 zijn de financiële stromen, voor ook het onderdeel vervoer, naar de zorgaanbieders al dusdanig veranderd dat de destijds
geschatte voordelen naar verwachting niet meer realistisch zijn. In fase
1, welke loopt van april 2014 t/m juli 2014 wordt onderzocht wat in de
huidige omstandigheden de financiële voordelen zijn.
Medio 2014 zal er besluitvorming van het College plaatsvinden of er
verder gegaan wordt met het komen tot één Servicepunt Doelgroepenvervoer. Het AWBZ-vervoer wordt in eerste instantie meegenomen bij
de bestuurlijke aanbesteding AWBZ. Eventuele bundeling van de
doelgroepen AWBZ en leerlingenvervoer via het Servicepunt zal pas
plaats gaan vinden vanaf 1 augustus 2017
Aanbesteding leerlingenvervoer
De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De
Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De nieuwe contracten zijn ingegaan per 1-8-2012, schooljaar 2012/2013. De Europese openbare
aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte van het
vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling
en het daaraan gekoppelde tarief. De nieuwe overeenkomsten voor
het leerlingenvervoer lopen tot en met 31 juli 2015, met als optie de
mogelijkheid tot verlenging van tweemaal twee jaar tot uiterlijk 31 juli
2019.
Wmo hulpmiddelen
Vanaf 1 januari 2012 is er een nieuw contract afgesloten met een
hulpmiddelenleverancier. Deze aanbesteding heeft geleid tot een aanbestedingsvoordeel van zeker 10 %. Dit voordeel is reeds verwerkt
vanuit Bunnik in Balans in de begroting 2014.
Daarnaast is eind 2012 gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader
van de Wmo-kanteling. In de loop van 2013 is besloten dat deze
werkwijze voortgezet wordt. Het lijkt erop dat door de pilot ‘Het gesprek’ en het hiermee anders kijken naar de ondersteuningsvraag er
aanzienlijk minder voorzieningen zijn aangevraagd (circa 35%).
De combinatie van het aanbestedingsvoordeel en de gedaalde vraag
leidt tot een financieel voordeel
19
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
2015
2016
2017
2018
Decentralisaties sociaal domein
lasten
Aanbesteding leerlingenvervoer
lasten
-50
-50
-50
-50
Wmo hulpmiddelen
lasten
-75
-75
-75
-75
20
Programma: 8. Inkomen en Werkgelegenheid
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Minimabeleid gericht op participatie
2015 e.v.
Minimabeleid gericht op participatie
Mede als gevolg van nieuwe regelgeving en forse bezuinigingen staat
de inkomenspositie van kwetsbare burgers onder druk. De uitdaging
voor het op dit terrein te voeren beleid zal de komende jaren daarin
liggen, dat vormen van inkomensondersteuning niet ten koste gaan
van de participatiebevordering, wat immers een belangrijk aspect is
van het gemeentelijk beleid.
Dit onderwerp wordt opgepakt in samenhang met vernieuwing/actualisatie van de bestaande Verordening Declaratiefonds Participatie (daterend uit 2004). Bij de verdere uitwerking zal gekeken worden naar de mogelijkheden om het gebruik te verruimen van 110%
naar 125%. Daarnaast wordt gedacht om het drempelbedrag te verhogen met € 25,- tot maximaal € 125,-, mede gelet op de verhoging van
contributies van verenigingen. Voorgesteld wordt hiervoor een bedrag
van € 20.000 toe te voegen aan het bestaande budget.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
Minimabeleid gericht op participatie
2015
lasten
2016
20
2017
20
2018
20
20
21
Programma: 9. Milieu
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Areaaluitbreiding pompen en gemalen
2015 e.v.
Vervanging graflift
2015
Vervanging grafbekisting
2017
Verbetermaatregelen ODrU
2015-2016
ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken
2015 e.v.
Areaaluitbreiding pompen en gemalen
De laatste jaren heeft een areaaluitbreiding plaatsgevonden van het
aantal pompen en gemalen. Er zijn meer hoofdgemalen bij gekomen,
waardoor de kosten voor het elektraverbruik stijgen/gestegen zijn. De
raming voor elektra dient structureel te worden verhoogd. Door de areaaluitbreiding neemt de opbrengst rioolrecht toe.
Vervanging graflift en grafbekisting
Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden
verricht vanuit de gemeentewerf. Om niet vooruit te lopen op mogelijke
beslissingen zijn de investeringen opgenomen.
- Vervanging graflift
- Vervanging grafbekisting
ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken
De provincie heeft, op basis van besluitvorming vanuit Den Haag, per
1 januari 2014 de bevoegdheden op het gebied van milieuzorg voor
bepaalde categorieën milieubelastende bedrijven (A bedrijven), overgedragen aan gemeenten. Binnen de aan de ODRU verbonden gemeenten is besloten om de uitvoering van deze taken te beleggen bij
de ODRU.
Via het gemeentefonds worden de gemeenten hiervoor structureel financieel gecompenseerd. Voor Bunnik gaat het om een bedrag groot
€ 31.000. Volgens de nota financieel beleid worden deze gelden niet
geoormerkt. Het bedrag voor de jaarschijf 2014 is aangevraagd in de
1e bestuursrapportage 2014.
Verbetermaatregelen ODrU
De kosten verbonden aan “ODRU op orde” zijn in de begroting 2014
van de ODrU in beeld gebracht. De incidentele kosten over 2013 –
2016 worden in totaal geraamd op €3,3 miljoen. In de vergadering van
het AB van 6 maart 2014 is besloten om de incidentele kosten op basis
van de garandeerde uren met de eigenaar gemeenten af te rekenen.
Het betreft personele frictiekosten, organisatie ontwikkeling en huur en
servicekosten locatie Breukelen. Voor Bunnik betekent dit een inciden-
22
tele bijdrage voor 2015 ter grootte van € 45.000 en voor 2016 van €
17.000
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
2015
2016
2017
2018
Areaaluitbreiding pompen en gemalen
lasten
10
10
10
10
Dekking riolen
lasten
-10
-10
-10
-10
Vervanging graflift
Investering 2015 € 6.500
lasten
1
1
1
1
Vervanging grafbekisting
Investering 2017 € 6.000
lasten
1
1
ODrU uitvoering overgedragen
VTH-taken
lasten
31
31
31
31
Verbetermaatregelen ODrU
lasten
45
17
23
Programma: 10. Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Groenplan 2014 – 2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen
2015 e.v.
Groenplan 2014-2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen
Het Groenplan 2014-2018 is een plan voor noodzakelijke vervangingsinvesteringen in het openbaar groen. Het Groenplan is in twee delen
opgedeeld: één gedeelte voor de bomen en één gedeelte voor het
overige groen. Het Groenplan beschrijft het groenbeheer voor de periode 2014-2018. In het plan wordt de gemeentelijke visie op het groenbeheer beschreven: welk onderhoud is nodig voor de aanwezige functies met een financiële verantwoording. Het Groenplan is de uitwerking/beschrijving van het bestaande gemeentelijk beleid en vormt de
basis voor de beheercyclus. Door de bezuinigingsmaatregelen van juli
2013 (Kwaliteitsbeheerplan Openbare Ruimte 2009) is voor het onderhoudsniveau van de plantsoenen gekozen voor beheerniveau B
(CROW normen; een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied
van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer). Deze
maatregelen zijn inmiddels ook gerealiseerd.
Naast het onderhoud moet rekening worden gehouden met vervanging
van de beplantingen aan het einde van de levensduur. Vervanging
vindt op dit moment slechts op zeer beperkte schaal plaats. Er zijn
sterk verouderde beplantingsvakken, maar die zijn feitelijk uitgeput en
vormen geen gesloten vak meer. Om deze noodzakelijke vervangingsinvesteringen te kunnen doen is gedurende deze periode een bedrag
nodig van € 42.500.
Wanneer deze investeringen niet op korte termijn plaatsvinden dan zal
dit leiden tot hogere lasten in de toekomst.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
2015
Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2015 € 42.500
lasten
Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016 € 42.500
lasten
Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017 € 42.500
lasten
Vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018 € 42.500
lasten
2016
4
2017
2018
4
4
4
4
4
4
4
4
4
24
Programma: 11. Dekkingsmiddelen
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Algemene uitkering
2015 e.v.
Algemene uitkering
Het bedrag voor de overgedragen VTH-taken wordt als een integratieuitkering toegekend en voor het eerst in 2014 toegekend.
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
Algemene uitkering
2015
baten
2016
31
2017
31
2018
31
31
25
Bedrijfsvoering
Nieuwe activiteiten
Omschrijving
Vindt plaats in de jaren:
Vervanging automatiseringsapparatuur 2015-2018
Migratie Oracle databases
Informatiebeveiliging
2015-2018
2016
2015-2018
Vervanging Citroën Berlingo
2015
Vervanging Porter transporter
2015
Vervanging aanhangwagen
2015
Containers werf
2016
Vervanging Mitsubishi
2017
Vervanging Frontbezem
2017
Vervangingen < 5.000
2015 – 2018
Vervangen automatiseringsapparatuur 2015-2018
Niet alle apparatuur wordt vervangen binnen het basispakket van de
RID, zoals presentatiemiddelen, iPads, fotocamera’s, draadloos netwerk, specifieke printers, scanners en telefoons. In verband met het
verlopen van de economische en de technologische levensduur is vervanging van deze hardware voorzien en dient hier een separaat budget voor te zijn. Dit betekent niet dat automatisch wordt vervangen,
vooral zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit
en nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Uitstellen van vervangen is risicovol omdat de organisatie afhankelijk is
van de beschikbaarheid van hard- en software om daarmee continuïteit van dienstverlening te waarborgen. En daarnaast worden door deze investeringen structurele besparingen door meer digitalisering mogelijk gemaakt.
Migratie Oracle databases
Iedere 3 jaar dient de Oracle databasesoftware opgewaardeerd te
worden naar een hogere versie. Hierbij moet dan door de leveranciers
ook een migratie van databases van de gemeentelijke kernapplicaties
worden uitgevoerd. Voor 2016 is een migratie naar Oracle Database
12 voorzien
26
Informatiebeveiliging
Gemeenten zijn als professionele overheid verantwoordelijk voor het
op orde hebben van hun informatieveiligheid. Dit zullen en mogen burgers, bedrijven en ketenpartners van gemeenten verwachten. Deze
verantwoordelijkheid strekt verder dan de eigen organisatie. Gemeenten hebben er als collectief belang bij dat alle gemeenten en alle (keten) partners hun informatieveiligheid op orde hebben.
In dat kader hebben de gemeenten de resolutie ‘Informatieveiligheid,
randvoorwaarde voor de professionele gemeenten’ aangenomen. In
grote lijnen betekent dit dat iedere gemeente informatieveiligheidsbeleid vaststelt aan de hand van het basisnormenkader Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Het aannemen van deze resolutie
was ter voorkoming dat het rijk een wettelijke verplichting zou opleggen op dit gebied.
Om dit te kunnen borgen is het noodzakelijk een informatiebeveiligingsfunctionaris te benoemen of een dergelijke rol toe te wijzen. Voor
deze rol en het uitvoeren van het informatiebeveiligingsbeleid is vanaf
2015 structureel € 15.000 benodigd. In 2015 zal de organisatie van informatiebeveiliging in Bunnik worden ingericht en eerste maatregelen
worden genomen om het gewenste niveau van beveiliging te realiseren. Hiervoor is incidenteel € 10.000 benodigd.
Rentelasten Geldlening
Op 7 maart 2014 is een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken
van 2 miljoen euro. Deze geldlening heeft een structurele rentelast van
€ 30.000.
Overige vervangingsinvesteringen
Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden
verricht vanuit de gemeentewerf. Om niet vooruit te lopen op mogelijke
beslissingen zijn de investeringen opgenomen. Deze zullen worden
betrokken bij de afwegingen.
- Vervanging Citroën Berlingo
- Vervanging Porter transporter
- Vervanging containers werf
- Vervanging aanhangwagen
- Vervanging Mitsubishi
- Vervanging Frontbezem
Vervangingen gemeentewerf < 5.000
Divers klein materiaal buitendienst < 5.000. Deze worden conform de
nota van financieel beleid niet afgeschreven.
27
Financiële kaders
(x € 1.000)
Nieuwe Activiteiten
2015
2016
Vervanging automatiseringsapparatuur 2015-2018
lasten
Migratie Oracle databases
lasten
Informatiebeveiliging
lasten
25
Rentelasten Geldlening
lasten
Vervanging Citroën Berlingo
Investering 2015 € 20.000
16
15
15
15
30
30
30
30
lasten
3
3
3
3
Vervanging Porter transporter
Investering 2015 € 18.000
lasten
3
3
3
3
Vervanging aanhangwagen
Investering 2015 € 12.000
lasten
2
1
1
1
Vervanging containers werf
Investering 2016 € 105.000
lasten
10
9
9
Dekking containers uit reinigingsrecht
baten
-10
-9
-9
Vervanging Mitsubishi
Investering 2017 € 37.000
lasten
6
6
Vervanging Frontbezem
Investering 2017 € 6.500
lasten
1
1
3
15
lasten
4
2018
7
Vervangingen gemeentewerf <
€ 5.000
2
2017
12
20
5
28
Bijlagen
Bijlage 1: Meerjarenplan 2015-2018 (totaal)
Progr. Omschrijving
Investering
2015
1
1
1
1
2
3
6
7
7
8
9
9
9
9
11
bedr
bedr
bedr
Wettelijke verplichtingen
Implementatie basisregistraties 2015
Implementatie basisregistraties 2016
Implementatie basisregistraties 2017
Implementatie basisregistraties 2018
Bijdrage VRU
Openbare verlichting 2018
Sport: diverse investeringen
Aanbesteding leerlingenvervoer
Wmo hulpmiddelen
Minimabeleid gericht op participatie
Areaaluitbreiding pompen en gemalen
Dekking onderhoud riolering
ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken
Verbetermaatregelen ODrU
Algemene uitkering
Migratie oracle databases (elke 3 jaar)
Informatiebeveiliging
Rentelasten geldlening
Subtotaal
2016
2017
2018
52.500
19.500
13.000
6.500
52.500
19.500
13.000
6.500
Afschrijf Jaarlasten
periode
2015
5
5
5
5
2016
2017
2018
11.813
11.550
4.388
11.287
4.290
2.925
55.000-
81.000-
107.000-
11.583
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
44.775
30.991-
11.400
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
16.994
30.99112.000
15.000
30.000
84.668-
12.680
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
11.024
4.192
2.860
1.463
115.00020.000
13.612
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
30.991-
30.991-
15.000
30.000
135.818-
15.000
30.000
121.849-
25.000
30.000
36.829-
30
3
3
9
9
10
10
10
10
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
Vervangingsinvesteringen
Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur
Dekking onderhoudsmaatregelen voorziening wegen
Graflift Honor Inno 2000
Grafbekisting 3 delig
Groenplan vervangingsinvesteringe gemeentelijk groen 2015
Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016
Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017
Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018
Vervangen automatiseringsapparatuur 2015
Vervangen automatiseringsapparatuur 2016
Vervangen automatiseringsapparatuur 2017
Vervangen automatiseringsapparatuur 2018
Citroën Berlingo 48-BN-JX
Porter transporter
Aanhangwagen WR-FG-92
Containers werf
Dekking containers werf reinigingsrecht
Mitsubishi Fuso BX-JJ-20
Bema Frontbezem kommunal 600
Vervangingen gemeentewerf < 5.000
Subtotaal
Totaal (A)
Progr. Incidentele uitgaven
bedr migratie oracle databases (elke 3 jaar)
9
Verbetermaatregelen Odru
Totaal incidentele uitgaven (B)
Totaal structurele uitgaven (=A-B)
6.500
6.000
42.500
42.500
42.500
42.500
7.829
11.530
14.475
37.580
20.000
18.000
12.000
105.000
37.000
6.500
116.530
57.975
37.580
110.329
136.030
70.975
44.080
0
110.329
2016
0
136.030
2017
0
70.975
35.000
35.000797
3.896
3.825
3.896
1.762
1.723
2.594
1.684
2.536
3.257
3.000
3.450
1.500
2.937
3.375
1.470
9.625
9.625-
5.450
26.067
2.874
3.300
1.440
9.450
9.4506.211
1.246
2.900
38.454
35.000
35.000765
735
3.683
3.754
3.825
3.896
1.645
2.478
3.185
8.456
2.811
3.225
1.410
9.275
9.2756.079
1.219
15.250
62.416
58.601-
97.364-
59.433-
7
6
57.829
Investering
2015
10
10
15
15
15
15
5
5
5
5
8
6
10
15
35.000
35.000813
2018
0
44.080
20.000
34.421
-
2.408-
Afschrijf Jaarlasten
periode
2015
44.775
44.775
47.183-
2016
12.000
16.994
28.994
87.595-
35.000
35.000781
750
3.754
3.825
3.896
2017
0
97.364-
2018
0
59.433-
31
32
Bijlage 2: woningbouwprognose 2014-2019
MPW 2014 - 2019 (1 februari 2014) Bunnik
Locatie
Project
Verdere informatie
bouwplan
Geplande oplevering
2013
2014
Totaal
2015
2016
2017
2018
2019
2020
op te
leveren
Bunnik
De Gaarde
ontwikkelaar Nerobouw
25
25
Bunnik
Scholeneiland
gemeente/ontwikkelaar/corporatie
40
40
Bunnik
Anne Frankschool
gem. aan ontwik. & corporatie
31
Bunnik
Schoudermantel 32
ontwikkelaar
Odijk
Scholeneiland
gemeente aan ontwikkelaar
Odijk
Kodakterrein fase 2a
Bouwfonds
Odijk
Kodakterrein fase 2b
Bouwfonds
Odijk
Rijneiland fase 5
gemeente
Odijk
Rijneiland fase 6
ontwikkelaar
Odijk
Zeisterweg 44 dorpshuis
Midvast Planontw.
Odijk
Singel/Zeisterweg
particulier
Odijk
Zeisterweg 103-105
ontwikkelaar
Odijk
Odijk-Vinkeburg, fase 1
gemeente/ontwikkelaar/corporatie
Werkhoven
Delteyk, fase 1
gemeente aan ontwikkelaar
Werkhoven
Delteyk, fase 2
gemeente aan ontwikkelaar
Werkhoven
Delteyk, fase 3
corporatie
Werkhoven
Werkhof, projectbouw
gemeente aan ontwikkelaar
6
Werkhoven
Werkhof, vrije kavels
gemeente
5
Werkhoven
Weerdenburg
Weerdenburg ontwikkeling BV/corp
Werkhoven
Landje van Kemp
BAM/woningcorporatie
Werkhoven
Prins Mauritslaan
particulier
Werkhoven
Achterdijk 80a
1
Werkhoven
Achterdijk 82b
1
Werkhoven
Ambachtstraat 24
Totaal per jaar
31
20
20
57
61
4
6
6
9
4
2
2
13
4
13
13
5
5
1
1
3
1
4
4
40
40
125
45
6
6
8
8
12
12
12
6
2
15
4
4
5
5
30
33
63
2
2
18
8
1
1
particulier
1
1
14
82
38
151
111
48
45
0
489
33
Bijlage 3: Monitoring Bunnik in Balans 2012-2015
Monitoring Bunnik in Balans per 15 maart 2014
Eind 2011 heeft de gemeenteraad een bezuinigingspakket vastgesteld ter hoogte van € 525.000 in 2012,
oplopend naar € 925.000 in 2015. Zoals in de Programmarekening 2013 reeds aangegeven is, is de bezuinigingstaakstelling voor 2013 volledig behaald. In de Kadernota 2015-2018 wordt uitgegaan van volledige realisatie van de bezuinigingstaakstelling vanuit Bunnik in Balans voor de jaren 2014 en verder.
De centrale monitoring rond de realisatie van de bezuinigingen vindt tweemaandelijks plaats. In de vol3
gende tabel is de stand van zaken per 15 maart 2014 opgenomen .
Status van de implementatie
Gerealiseerd
In voorbereiding
Nog te starten
Totaal prognose
Totaal taakstelling
Verschil (- = tekort)
2014
2015
832.100
25.000
857.100
776.900
80.200
867.100
70.150
23.000
967.750
947.300
12.950
30.750
67.250
43.700
80.200
30.750
43.700
12.950
Verklaring verschil:
Niet te realiseren (N)
Frictiekosten (N)
Eerdere bezuiniging (V)
Extra bezuiniging (V)
Totaal verschil
Hierna volgt een korte toelichting op een aantal posten.
In voorbereiding
De belangrijkste posten, die per 15 maart 2014 in voorbereiding zijn, zijn de uitbesteding van de gemeentewerf en de reductie van de organisatiekosten middels digitalisering.
Nog te starten
De nog te starten implementatie per 15 maart 2014 betreft het resterende deel van de reductie van de
wethoudersformatie. Dit moet zijn beslag krijgen bij de nieuwe collegevorming.
Niet te realiseren
De niet te realiseren bezuinigingen betreffen met name een dubbel ingeboekt voordeel door de sloop van
het gebouw van de scouting in Bunnik, verhoging eigen bijdrage Wmo (wordt niet als afzonderlijke bezuiniging doorgevoerd, maar is onderdeel van de implementatie van de decentralisaties), geen voordeel in
het afsluiten van een doorlopende CAR-verzekering en de niet volledig te realiseren bezuiniging op de
rekenkamercommissie.
Eerdere bezuiniging
Dit betreft voornamelijk drie bezuinigingsmaatregelen, die in latere jaren waren gepland, maar al eerder
mogelijk zijn gebleken. Het gaat met name om de reductie van de organisatiekosten middels digitalisering,
een gedeeltelijke formatiereductie op de wethoudersfunctie.
Extra bezuiniging
Dit betreft in hoofdzaak twee bezuinigingsmaatregelen, die meer geld hebben opgeleverd dan verwacht
werd. Het gaat om de aanbesteding van hulpmiddelen en om de aangepaste wijze van onkruidbestrijding.
3
Om deze resultaten zuiver te houden ten aanzien van de realisatie van Bunnik in Balans, is geen rekening gehouden met andere ontwikkelingen die eventueel tot meer of minder kosten hebben geleid.