2014 01 Korstmossen zijn cool, Aleid Offerhaus

Natuur in Amstelveen
Korstmossen zijn cool.
Als je bedenkt dat er honderd keer zoveel
korstmossen als planten op Antarctica
groeien, kan je alleen maar bevangen
worden door een diep ontzag voor dit
kranige organisme.
Korstmossen zijn ook doodgewoon. Je zal
niet zo snel – in Amstelveen zo goed als
ergens anders – een boom of een
stoeptegel voorbijlopen waar géén
korstmos op zit.
Maar korstmossen zijn ook buitengewoon:
Een korstmos is vlees noch vis, maar een
bijzondere samenwerking tussen een
schimmel en een alg óf tussen een
schimmel en een cyanobacterie.
Cyanobacteriën zijn eigenlijk nog cooler.
Bestand tegen extreme kou en hitte waren
zij het die als eerste, onder invloed van het
zonlicht, van het gas in de atmosfeer van
de jonge aarde (CO2) zuurstof en
koolhydraten maakten. Als ik het
scheppingsverhaal kon herschrijven
kwamen de cyanobacteriën bij mij gewoon
op de derde dag. Als blauwalgen (want zo
worden ze – ten onrechte – genoemd)
hebben ze een zekere reputatieschade
opgelopen: lekker zwemmen is er in hun
gezelschap niet meer bij.
Terug naar de korstmossen: de alg of de
bacterie zorgt voor de voornoemde
fotosynthese en de schimmel geeft
stevigheid aan het geheel. Voortplanting
gebeurt alleen door de schimmel of samen
als korstmos.
Hoewel korstmossen in aanzet water
nodig hebben, kunnen ze in een later
stadium heel goed zonder en die
eigenschap maakt ze, zoals gezegd, in het
bijzonder opgewassen tegen extreme kou
en hitte.
Wil je weten hoe warm het is, dan kijk je
op een thermometer. Wil je weten in welke
mate de lucht verontreinigd is, dan kijk je
naar de aanwezige korstmossen. Het
overgrote deel legt het loodje bij teveel
zwavel, ammoniak of stikstof. Alleen Groot
dooiermos doet daar niet aan mee.
Mossen zijn niet cool, mossen zijn hot:
Een bed van slaapmos nodigt uit om te
gaan liggen. Doe het niet, want mossen
zijn dol op water!
Mossen kijken is als sterren kijken: je kijkt
naar iets wat lang, lang geleden bestond.
Voordat er vaatplanten op de wereld
waren, bestonden er mossen. Een mos
heeft net als een korstmos eigenlijk niks
nodig: een beetje water en als het zo
uitkomt iets om op te groeien. Ook hier in
Amstelveen groeien en groeiden mossen
in overvloed. Het natte bassin dat hier
onstond na het smelten van de ijskappen
die Europa bedekten, was uitermate
geschikt voor mossen. Net als 400 miljoen
jaar geleden waren deze 'planten', die van
natte voeten hielden, maar verder zo goed
als geen eisen aan hun omgeving stelden,
in het voordeel. Mos heeft geen vaten om
voedsel te transporteren, geen bladeren
en geen wortels en toch (of misschien wel
juist daarom) groeit mos als de beste.
Zondag 9 februari om 10.00u kunt u onder
leiding van bryologisch onderlegde IVN'ers
De Braak bezoeken, een stille getuige van
het veenlandschap dat door Amstelveners
ooit bewoond werd, nu een prachtig park
waar veel en verschillend mos groeit. De
oorsprong van ons landschap zichtbaar
gekoppeld aan de oorsprong van onze nu
zo rijke plantenwereld: wat wil een mens
nog meer?!
Aleid Offerhaus
Amstelveen
Natuurgids
van
http://www.ivn.nl/afdeling/amstelveen/
IVN