Openbaar verslag 813e Collegevergadering - CBG-MEB

Vastgesteld d.d.
2 oktober 2014
Openbaar verslag van de 813e vergadering van het
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen,
donderdag 4 september 2014 te Utrecht
DATUM
AANPASSING
31-10-2014
Eerste versie openbaar verslag
VERSIE
1
1.1
Opening
1.1.a
Belangenconflicten
1.2
1.2.a
Vaststelling agenda
Volgorde bespreking agenda
1.3
1.3.a
1.3.b
1.3.c
1.3.d
1.3.e
Collegeverslagen en actiepunten
Conceptverslag van 809e Collegevergadering
Conceptverslag van 810e Collegevergadering
Conceptverslag van 811e Collegevergadering
Conceptverslag van 812e Collegevergadering
Actiepuntenlijst Collegevergadering
1.4
1.4.a
Mededelingen, Actuele zaken, Tour de table, Persberichten
Overzicht Juridische Zaken
2
Bezwaarschriftencommissie
3
3.1
3.1.a
Producten
Producten Europees (NL=(Co-)Rapporteur of NL=RMS)
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met droogextract van
Harpagophytum procumbens D.C. en/of Harpagophytum zeyheri Decne, radix
(Duivelsklauwwortel), overeenkomend met 900-1500 mg Duivelsklauwwortel als
werkzaam bestanddeel en waarvoor nog geen ATC code is toegekend. Deze aanvraag
verloopt via de wederzijdse erkenningsprocedure.
Dimethylfumaraat
dimethylfumaraat (DMF)
Dermatologie
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met cangrelor als werkzaam
bestanddeel en ATC code B01AC25, waarmee deze valt onder de klasse
antithrombotic agents. Deze aanvraag verloopt via de centrale procedure.
Arbitrageprocedure met betrekking tot een product met nicorandil als werkzaam
bestanddeel en ATC code C01DX16, waarmee deze valt onder de klasse vasodilators
used in cardiac diseases. Deze aanvraag verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met olodaterol en
tiotropium als werkzaam bestanddeel en ATC code R03AL, waarmee deze valt onder
de klasse adrenergics, inhalants. Deze aanvraag verloopt via de decentrale
procedure.
Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met tegafur,
gimeracil en oteracil als werkzame bestanddelen en ATC code L01BC53, waarmee
deze valt onder de klasse antimetabolites. Deze variatie verloopt via de centrale
procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met cholecalciferol als
3.1.b
3.1.c
3.1.d
3.1.e
3.1.f
3.1.g
3 juli 2014
16 juli 2014
31 juli 2014
13 augustus 2014
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 1
3.1.h
3.2
3.2.a
3.2.b
3.2.c
3.2.d
3.2.e
3.2.f
3.2.g
3.2.h
3.2.i
3.2.j
3.3
3.3.a
3.3.b
werkzaam bestanddeel en ATC code A11CC05, waarmee deze valt onder de klasse
vitamin D and analogues. Deze aanvraag verloopt via de decentrale procedure.
Cyramza
ramucirumab
Oncologie
Producten Europees (overigen)
Avastin
bevacizumab
Oncologie
Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met
bevacizumab als werkzaam bestanddeel en ATC code L01XC07, waarmee deze valt
onder de klasse other antineoplastic agents. Deze aanvraag verloopt via de centrale
procedure.
Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met
bortezomib als werkzaam bestanddeel en ATC code L01XX32, waarmee deze valt
onder de klasse other antineoplastic agents. Deze aanvraag verloopt via de centrale
procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met nintedanib als
werkzaam bestanddeel en waarvoor nog geen ATC code is toegekend. Deze aanvraag
verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met tasimelteon als
werkzaam bestanddeel en waarvoor nog geen ATC code is toegekend. Deze aanvraag
verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met pitolisant als werkzaam
bestanddeel en waarvoor nog geen ATC code is toegekend. Deze aanvraag verloopt
via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met lidocaïne, fenylefrine en
tropicamide als werkzame bestanddelen met ATC code S01FA56, waarmee deze valt
onder de klasse mydriatics and cycloplegics. Deze aanvraag verloopt via de
decentrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met idebenone als
werkzaam bestanddeel met ATC code N07XX09, waarmee deze valt onder de klasse
other nervous system drugs. Deze aanvraag verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met ivermectine als
werkzaam bestanddeel en waarvoor nog geen ATC code is toegekend. Deze aanvraag
verloopt via de decentrale procedure.
Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met
palonosetron als werkzaam bestanddeel met ATC code A04AA05, waarmee deze valt
onder de klasse antiemetics and antinauseants. Deze aanvraag verloopt via de
centrale procedure.
Producten Nationaal
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met Fragaria vesca, folium
(aardbeiblad) en Vitis vinifera, folium (wijnstokblad) als werkzame bestanddelen en
waarvoor geen ATC code is toegekend. Deze aanvraag verloopt via de nationale
procedure.
Implementatie maatregelen voortgekomen uit een arbitrageprocedure voor
producten met ibuprofen als werkzaam bestanddeel en ATC code M01AE01, waarmee
deze valt onder de klasse antiinflammatory and antirheumatic products, nonsteroids. Deze implementatie verloopt via de nationale procedure.
4
4.1
4.1.a
4.1.b
Geneesmiddelenbewaking
Producten in het kader van geneesmiddelenbewaking
PRAC-agenda 8-11 september 2014
Lareb Kwartaalbericht 3e kwartaal 2014
4.2
Overige zaken in het kader van geneesmiddelenbewaking
5
Verslagen voor intern gebruik
6
6.1
Adviezen, Wetenschappelijke zaken en Beleidszaken
Wetenschappelijke Adviezen
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 2
6.2
6.2.a
Note for Guidances (draft) besprekingen
Excipients in the label and package leaflet of medicinal products for human use
6.3
Drug Regulatory Science / Wetenschappelijke zaken
6.4
Beleidszaken (niet-productgebonden)
6.5
Pediatrische Onderzoeksplannen (PIP’s)
7
Rondvraag
8
Sluiting
9
9.a
9.b
Ter kennisneming
Guideline on quality of oral modified release products
Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met dasaduvir
als werkzaam bestanddeel waarvoor nog geen ATC code is toegekend. Deze
aanvraag verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met
ombitasvir, veruprevir en ritonavir als werkzame bestanddelen waarvoor nog geen
ATC code is toegekend. Deze aanvraag verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met panobinostat als
werkzaam bestanddeel met ATC code L01XX42, waarmee deze valt onder de klasse
other antineoplastic agents. Deze aanvraag verloopt via de centrale procedure.
Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met sonidegib als werkzaam
bestanddeel met ATC code L01XX, waarmee deze valt onder de klasse other
antineoplastic agents. Deze aanvraag verloopt via de centrale procedure.
9.c
9.d
9.e
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 3
Agendapunt 1.1
Opening
De voorzitter opent de 813e Collegevergadering en heet alle aanwezigen welkom.
Een speciaal welkom is er voor prof. dr. E.P. van Puijenbroek. Van Puijenbroek is
Hoofd Wetenschap en Onderzoek bij het Nederlandse bijwerkingencentrum Lareb.
Agendapunt 1.1.a
Belangenconflicten
Collegelid Russel meldt ten aanzien van agendapunt 3.2.c dat hij in het verleden
subsidie heeft ontvangen van deze firma. Op basis van het integriteitbeleid besluit de
voorzitter dat Collegelid Russel niet zal deelnemen aan de discussie,
slotberaadslaging en eventuele stemming over dit agendapunt.
Collegelid Russel meldt ten aanzien van agendapunt 3.2.h dat hij strategische
advieswerkzaamheden heeft uitgevoerd voor een product. Op basis van het
integriteitbeleid besluit de voorzitter dat Collegelid Russel niet zal deelnemen aan de
discussie, slotberaadslaging en eventuele stemming over dit agendapunt.
Collegelid Groothuis meldt ten aanzien van agendapunt 3.1.e dat haar echtgenoot
betrokken was bij een project dat werd gesubsidieerd door deze firma. Op basis van
het integriteitbeleid besluit de voorzitter dat geen sprake is van een belangenconflict.
Agendapunt 1.2
Vaststelling agenda
De agendavolgorde is gewijzigd. Agendapunten 4.1.a en 4.1.b worden na 2
behandeld. Vervolgens 3.1.a t/m 3.1.h. Na de pauze worden eerst 3.3.a en 3.3.b
behandeld. Daarna wordt de agenda weer gevolgd met agendapunt 3.2.a en verder.
Met inachtneming van deze wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.
Agendapunt 1.3
Collegeverslagen en actiepunten
Agendapunt 1.3.a
Conceptverslag van 809e Collegevergadering 3 juli 2014
Er is een aantal wijzigingen voorgesteld. Met inachtneming van deze opmerkingen
wordt het verslag goedgekeurd.
Agendapunt 1.3.b
Conceptverslag van 810e Collegevergadering 16 juli 2014
Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Agendapunt 1.3.c
Conceptverslag van 811e Collegevergadering 31 juli 2014
Er is een aantal wijzigingen voorgesteld. Met inachtneming van deze opmerkingen
wordt het verslag goedgekeurd.
Agendapunt 1.3.d
Conceptverslag van 812e Collegevergadering 13 augustus 2014
Er is een aantal wijzigingen voorgesteld. Met inachtneming van deze opmerkingen
wordt het verslag goedgekeurd.
Agendapunt 1.3.e
Actiepuntenlijst Collegevergadering
De actiepuntenlijst is besproken
Agendapunt 1.4
Mededelingen, Actuele zaken, Tour de table, Persberichten
Afmeldingen
De Collegeleden Jansen, Hazes, Hekster, Rosmalen, en Van Zwieten zijn verhinderd.
Ebola update
In de 812e Collegevergadering (d.d. 13 augustus 2014) werd medegedeeld dat het
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) is betrokken bij verschillende
samenwerkingen en gesprekken op nationaal en Europees niveau, om de stand van
zaken rondom de Ebola-uitbraak in kaart te brengen. In navolging hierop wordt
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 4
gemeld dat op 4 en 5 september 2014 een bijeenkomst in Genève plaatsvindt
waarbij alle internationale partners aanwezig zijn. Daar wordt o.a. de door de
European Medicines Agency (EMA) samengestelde lijst van geneesmiddelen en
vaccins met mogelijke therapeutische waarde besproken.
Verder heeft het CBG een mogelijke opzet voor een klinisch onderzoek ontvangen
van de Food and Drug Aministration, waarin een kandidaat geneesmiddel vergeleken
wordt met supportive care. Benadrukt wordt dat het een vroege fase van
ontwikkeling betreft. Dit komt ook aan bod tijdens de bijeenkomst in Genève.
Verder is er een statement van de International Coalition Regulatory Medicines
Authorities (ICRMA) in ontwikkeling, waar ook het CBG in participeert.
Dhr. Quant overleden
Donderdag 14 augustus 2014 is dhr. Quant plotseling overleden. Dhr. Quant was
sinds 2004 werkzaam bij de Facilitaire Dienst van het College ter Beoordeling van
Geneesmiddelen (CBG) in de rol van senior systeembeheerder. Vanaf het begin van
zijn werkzaamheden bij het CBG heeft dhr. Quant een zeer belangrijke bijdrage
geleverd aan de grote technische veranderingen die zich de afgelopen 10 jaar bij het
CBG op ICT-gebied hebben voorgedaan.
Mevr. Hansen van IGZ naar WHO
Mevr. Hansen, hoofdinspecteur Geneesmiddelen en Medische Technologie bij de
Inspectie Gezondheidszorg, gaat per 1 november 2014 werken bij de World Heallth
Organisation (WHO).
Agendapunt 1.4.a
Overzicht Juridische Zaken
Ontwikkelingen sinds de vorige vergadering, en zaken die komende maand gaan
spelen zijn toegelicht.
Hoger beroep Articaïne
Dit onderwerp is eerder besproken in de 805e Collegevergadering (d.d. 1 mei 2014)
De zitting voor hoger beroep heeft plaatsgevonden op 28 augustus. De uitspraak
wordt in oktober verwacht. Naar aanleiding hiervan wordt besloten een stuk op te
stellen ter publicatie op de website waarin wordt uitgelegd welke stukken onderdeel
zijn van het registratiedossier. Dit is een actiepunt.
Wob-verzoeken
Er is een aantal Wob-verzoeken binnengekomen bij het College, o.a. over het aantal
Wob-verzoeken dat het College over een bepaalde periode heeft ontvangen, en over
de reizen en congresbezoeken van de leden en de directie van het College ter
Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
Agendapunt 2
Bezwaarschriftencommissie
Er zijn geen bezwaarschriften geagendeerd.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 5
Agendapunt 3
Producten
Agendapunt 3.1
Producten Europees (NL = (Co)-Rapporteur of NL = RMS)
Agendapunt 3.1.a
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 6
Agendapunt 3.1.b
Dimethyl fumaraat
Productnaam
Werkzaam
bestanddeel
Farmaceutische
vorm en sterkte
Indicatiegebied
ATC-code
Procedure
RVG-nummer
Zaaknummer
Dimethyl fumaraat
dimethylfumaraat (DMF)
maagsapresistente tabletten, 30 mg en 120 mg
Dermatologie
D05BX51
Decentrale procedure:
RMS = Nederland
113298, 113299
319173
Het betreft de bespreking van een openbaar beoordelingsrapport (PAR). Dit openbare
beoordelingsrapport bevat een samenvatting van een decentrale procedure waarvoor
Nederland Reference Member State (RMS) was. De decentrale procedure is eerder
besproken in de 807e Collegevergadering (d.d. 5 juni 2014). Het College kwam toen
tot de volgende conclusie: “Het College besluit akkoord te gaan met het voornemen
tot weigering van inschrijving op basis van eerdergenoemde weigeringsgronden. De
firma heeft geen data ingediend die aantonen dat WEU van toepassing is op
producten met alleen dimethylfumaraat.”
Opgemerkt wordt dat de indicaties die tijdens de procedure werden voorgesteld per
dosering verschillen en dit is niet acceptabel. Uit de PAR wordt dit echter niet
duidelijk, waardoor het lijkt alsof het College geen opmerkingen had over de
voorgestelde indicaties.
Conclusie
Met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen gaat het College akkoord met het
voorgestelde openbare beoordelingsrapport.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 7
Agendapunt 3.1.c
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.1.d
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.1.e
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.1.f
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.1.g
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 8
Agendapunt 3.1.h
Cyramza
Productnaam
Werkzaam
bestanddeel
Farmaceutische
vorm en sterkte
Indicatiegebied
ATC-code
Procedure
RVG-nummer
Zaaknummer
Cyramza
ramucirumab
concentraat voor oplossing voor infusie: 10 mg/ml
Oncologie
Nog niet toegekend
Centrale procedure
Rapporteur = Nederland, Co-Rapporteur = IJsland
114206
358282
Het betreft de 3e ronde van een aanvraag via de centrale procedure voor de
indicatie: “Cyramza is indicated as monotherapy for the treatment of adult patients
with advanced gastric cancer or gastro-oesophageal junction adenocarcinoma with
disease progression after prior platinum or fluoropyrimidine containing
chemotherapy.
Cyramza in combination with paclitaxel is indicated for the treatment of adult
patients with advanced gastric cancer or gastro-oesophageal junction
adenocarcinoma with disease progression after prior platinum and fluoropyrimidine
chemotherapy.”
De 2e ronde van deze aanvraag is besproken in de 807e Collegevergadering (d.d. 5
juni 2014). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College blijft
negatief ten aanzien van de monotherapie indicatie. Een major objection resteert
over de regionale verschillen die worden gezien in Overall Survival (OS). Het College
is positief ten aanzien van de add-on indicatie. Paclitaxel lijkt het effect van
ramucirumab te versterken. Wel dient de indicatie te worden beperkt tot HER2
negatieve patiënten die in de eerste lijn niet zijn behandeld met paclitaxel.
Kwaliteit
Er resteren geen vragen.
Non-klinische onderzoeken
Er resteren geen vragen.
Klinische onderzoeken
De major objection ten aanzien van de twijfels over de betrouwbaarheid van de
effectschatting, door o.a. de regionale verschillen die werden gezien in Overall
Survival (OS), blijft bestaan. De reactie van de firma heeft niet geleid tot andere
inzichten over de werkzaamheid van de monotherapie.
Ten aanzien add-on indicatie blijft het College van mening dat sprake is van een
positieve benefit/risk balans. Vanuit het College wordt toegelicht dat er een rationale
is voor de werkzaamheid van de combinatie paclitaxel+ramucirumab. Er zijn
aanwijzingen dat behandeling met een Vascular Endothelial Growth Factor (VEGF)
remmer ervoor kan zorgen dat toegediende chemotherapie de tumor beter kan
bereiken.
Conclusie
Het College blijft negatief ten aanzien van de monotherapie indicatie. De major
objection ten aanzien van de werkzaamheid is in deze ronde niet opgelost.
Het College blijft positief ten aanzien van de add-on indicatie. De combinatie
paclitaxel+ramucirumab geeft een relevant voordeel op klinische eindpunten, en er is
een plausibele rationale voor de aanname dat combinatie paclitaxel het effect van
ramucirumab versterkt.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 9
Agendapunt 3.2
Producten Europees (overigen)
Agendapunt 3.2.a
Avastin
Productnaam
Werkzaam
bestanddeel
Farmaceutische
vorm en sterkte
Indicatiegebied
ATC-code
Procedure
RVG-nummer
Zaaknummer
Avastin
bevacizumab
concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie: 25 mg/ml
Oncologie
L01XC07
Centrale procedure
Rapporteur = Verenigd Koninkrijk, Co-Rapporteur =
Griekenland
In de oorspronkelijke aanvraag waren Denemarken en
Noorwegen de Rapporteurs
72285
415684
Het betreft een herbeoordeling naar aanleiding van een bezwaar op de CHMP
(Committee for Medicinal Products for Human Use) opinie in de arbitrageprocedure
volgens artikel 9(2) via de centrale procedure. De 3e ronde van de initiële variatie,
waarmee een indicatie-uitbreiding wordt aangevraagd (behandeling glioblastoom bij
volwassenen), is besproken in de 806e Collegevergadering (d.d. 14 mei 2014). Het
College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College blijft negatief ten
aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel. De toegepaste methode voor
beoordeling van de PFS respons is onbetrouwbaar, waardoor pseudoprogressie niet
kan worden uitgesloten. Verder wordt het waargenomen effect op PFS niet
ondersteund door een effect op OS of QoL.” Met deze variatie Bevacizumab in
combination with radiotherapy and temozolomide is indicated for the treatment of
adult patients with newly diagnosed glioblastoma
Klinische onderzoeken
De firma heeft in deze herbeoordelingsprocedure geen nieuwe data overlegd, en de
respons van de firma is onvoldoende overtuigend. Het College blijft bij zijn eerder
ingenomen standpunt. Er zijn grote methodologische bezwaren tegen de manier
waarop de Progression Free Survival (PFS) winst tot stand is gekomen, en het effect
op Overall Survival (OS) en Quality of Life (QoL) is minimaal. Dit leidt tot twijfels
over de betrouwbaarheid van de effectschatting.
Daarnaast zijn de resultaten van een tweede studie1 gepubliceerd waarin de
werkzaamheid van bevacizumab is onderzocht bij patiënten met glioblastoom. Deze
studie is beter van opzet dan de studie die is ingediend door de firma. Ook in deze
studie wordt geen OS voordeel waargenomen. Daarnaast wordt een verslechtering
van de QoL gezien door neurologische bijwerkingen en een verergering van
symptomen.
Conclusie
Het College blijft negatief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel. De
firma heeft geen nieuwe inzichten geboden, en het College ziet zijn eerder
ingenomen standpunt bevestigd in de studieresultaten van een recent gepubliceerde
studie naar de werkzaamheid van bevacizumab bij patiënten met glioblastoom.
1
Gilbert MA et. al. 2014. A Randomized Trial of Bevacizumab for Newly Diagnosed Glioblastoma. NEJM 370-8:699-708.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 10
Agendapunt 3.2.b
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.c
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.d
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.e
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.f
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.g
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.h
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.i
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.2.j
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.3
Producten Nationaal
Agendapunt 3.3.a
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
Agendapunt 3.3.b
Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 11
Agendapunt 4
Geneesmiddelenbewaking
Agendapunt 4.1
Producten in het kader van geneesmiddelenbewaking
Agendapunt 4.1.a
PRAC-agenda 8-11 september 2014
Het College heeft kennisgenomen van de agenda van de Pharmacovigilance Risk
Assessment Committee (PRAC) en een aantal punten daaruit besproken. Graag
verwijst het College voor verdere informatie naar de website van de European
Medicines Agency (EMA).
Signaal Selective Serotonin Re-uptake Inhibitors (SSRIs) en agressie
Dit signaal is beschreven in het 2e Lareb Kwartaalbericht van 2014 en is besproken in
de 807e Collegevergadering (d.d. 5 juni 2014). Dit signaal wordt nu ter bespreking
ingebracht in de PRAC.
Signaal fentanyl transdermale pleisters
Op 23 september 2013 heeft de Food and Drug Administration (FDA) een Drug
Safety Communication doen uitgaan over een aantal gevallen van fatale overdosering
bij kinderen nadat gebruikte fentanyl pleisters onvoldoende zorgvuldig werden
weggegooid of opgeborgen. Inmiddels heeft de firma in de Verenigde staten en in
Canada een beter zichtbare versie van de pleister op de markt gebracht. Volgens de
firma kan een beter zichtbare pleister op zijn vroegst over tweeëneenhalf jaar in
Europa worden geïmplementeerd. De PRAC vindt deze termijn niet acceptabel, en
heeft de firma uitgenodigd de mogelijkheden voor een snellere implementatie te
komen bespreken.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 12
Agendapunt 4.1.b
Lareb Kwartaalbericht 3e kwartaal 2014
Doxycycline en huidverkleuring
Het betreft vijf meldingen van een associatie tussen doxycycline en hyperpigmentatie
van de huid. Dit signaal blijkt op statistisch significante wijze disproportioneel
aanwezig te zijn in de EudraVigilance database en in de database van de WHO (World
Health Organisation. Verder wordt dit signaal beschreven in de literatuur, en is er
sprake van een mogelijk farmacologisch mechanisme. Lareb stelt voor dit signaal in
de productinformatie op te nemen.
Het College is het met Lareb eens dat dit signaal in de productinformatie opgenomen
dient te worden, vergezeld van de opmerking dat de huidverkleuring reversibel is
wanneer behandeling met doxycycline wordt gestaakt, daartoe wordt het Verenigd
Koninkrijk op de hoogte gebracht. Het Verenigd Koninkrijk is lead member state voor
signaaldetectie bij doxycycline.
Statines en lichenoïde drug eruption
Het betreft dertien meldingen van lichen planus en lichenoïde dermatitis die worden
geassocieerd met gebruik van statines. De associatie wordt ondersteund door
EudraVigilance data en data van de World Health Organisation (WHO), alsmede
diverse publicaties in de literatuur. In één geval werd een positieve dechallenge
gezien. Lareb stelt voor dit signaal in de productinformatie op te nemen.
Het College vindt dit een mogelijk relevant signaal, maar is van mening dat dit
signaal eerst nader onderzocht moet worden. Aangezien de Nederlandse meldingen
gingen over simvastatine en atorvastatine, stelt het College voor de firma’s van deze
geneesmiddelen te verzoeken een cumulatief overzicht op te stellen op basis van de
Europese signaaldetectie. Indien nodig kan op basis hiervan additionele actie worden
ondernomen.
Statines en spierscheuring
Het betreft elf meldingen van spierscheuring die worden geassocieerd met gebruik
van statines. Dit signaal is in sterke mate disproportioneel aanwezig in de
EudraVigilance database en in de database van de WHO (World Health Organisation).
Mogelijk maakt statine-geïnduceerde myotoxiciteit de spieren vatbaarder voor
scheuren, maar dit staat niet in de literatuur beschreven. Lareb adviseert dit signaal
nader te laten onderzoeken door de handelsvergunninghouders.
Het College vindt dit een mogelijk relevant signaal, maar is van mening dat dit
signaal eerst nader onderzocht moet worden, o.a. door de meldingen uit de
Eudravigilance database nader te analyseren. Ook kan worden gekeken naar data
afkomstig uit de beschikbare klinische studies. Vervolgens kan beter worden bepaald
of additionele actie nodig is.
Tamsulosine en urine-incontinentie
Het betreft elf meldingen (negen mannen, twee vrouwen) van urine-incontinentie die
worden geassocieerd met gebruik van tamsulosine. Bij vijf meldingen was sprake van
een positieve dechallenge, en bij twee meldingen was sprake van een positieve
rechallenge. Verder was er één negatieve dechallenge. Dit signaal is in
disproportionele mate aanwezig in de Lareb database, de WHO (World Health
Organisation) database, en de EudraVigilance database, en is beschreven in de
literatuur. Lareb stelt voor dit signaal in de productinformatie op te nemen.
Volgens het College hebben patiënten die worden behandeld met alfablokkers al een
inherent hoger risico op urine-incontinentie. Mogelijk is hierdoor sprake van
confounding op indicatie, en op basis hiervan kan een causaal verband niet worden
vastgesteld. Daarnaast kunnen de meldingen afkomstig zijn van patiënten die niet
reageren op behandeling met tamsulosine. Op basis van deze overwegingen is het
College van mening dat het op dit moment te vroeg is om te spreken van een
veiligheidssignaal. Wel wordt de firma om opheldering gevraagd.
Prednisolon en de hik
Het betreft drie meldingen van de hik die worden geassocieerd met gebruik van
prednisolon. In twee gevallen was er sprake van een positieve dechallenge en in één
geval was sprake van een positieve rechallenge. Dit signaal is in sterke mate
disproportioneel aanwezig in de Lareb database en in de database van de WHO
(World Health Organisation). Dit is ook het geval voor andere glucocorticoïden. In de
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 13
productinformatie van een aantal glucocotricoïden is de hik al opgenomen als
bijwerking. Lareb stelt voor dit ook op te nemen in productinformatie van
prednisolon.
Volgens het College is hier geen sprake van een veiligheidssignaal. Echter, de
beschikbare data wijzen op een causaal verband tussen prednisolon en de hik.
Voorgesteld wordt dit signaal door te geven aan de lead Member State
(Denemarken) voor EudraVigilance monitoring, zodat die het kan meenemen in de
totale data en kan besluiten of het als belangrijke nieuwe informatie in de PRAC
wordt ingebracht.
Atovaquon/proguanil hydrochloride en psychotische stoornis
Het betreft vier meldingen van psychotische stoornis die worden geassocieerd met
gebruik van atovaquon/proguanil. De definitie van ‘psychotische stoornis’ is breed en
er is sprake van een hoge mate van achtergrondincidentie. Er is echter literatuur
beschikbaar waarin het optreden van neuropsychiatrische stoornissen wordt
beschreven bij gebruik van atovaquon/proguanil. Deze associatie wordt verder
ondersteund door disproportionele Reporting Odds Ratios (RORs) in de Lareb
database, de WHO (World Health Organisation) database, en de EudraVigilance
database. Lareb adviseert dit signaal nader te laten onderzoeken door de
handelsvergunninghouders.
Psychiatrische stoornis is als bijwerking opgenomen in de productinformatie van het
innovatorgeneesmiddel. Het College is van mening van mening dat de bewijsvoering
voor ‘psychotische stoornis’ op dit moment onvoldoende is voor een update van de
productinformatie op dit gebied. Het College vindt dit echter wel een relevante
observatie, en stelt voor dit signaal door te geven aan de lead Member States
(Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) voor EudraVigilance monitoring, zodat die het
kunnen meenemen in de totale data en kunnen besluiten of het als belangrijke
nieuwe informatie in de PRAC wordt ingebracht.
Ciclosporine en posterior reversibel encefalopathie syndroom (PRES)
Het betreft een melding van mogelijke PRES, en een melding van PRES geassocieerd
met gebruik van ciclosporine. Verder zijn drie meldingen van encefalopathie
ontvangen die mogelijk wijzen op PRES. Lareb stelt voor dit signaal in de
productinformatie van alle ciclosporine bevattende producten op te nemen.
Het College merkt op dat 27 juni 2013 een artikel 30 arbitrageprocedure voor
ciclosporine bevattende producten is afgerond door de Committee for Medicinal
Products for Human Use (CHMP). Geconcludeerd werd dat de productinformatie
geharmoniseerd moet worden. In de corresponderende artikel 30 Annex III is PRES
opgenomen als ongewenst effect. De uitkomst van de artikel 30 arbitrageprocedure
is gepubliceerd op de CBG-website en dientengevolge wordt van
handelsvergunninghouders verwacht dat zij PRES toevoegen aan de
productinformatie.
Agendapunt 4.2
Overige zaken in het kader van geneesmiddelenbewaking
Er zijn geen overige zaken geagendeerd.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 14
Agendapunt 5
Verslagen voor intern gebruik
Vertrouwelijke informatie weggelaten. De informatie betreft persoonlijke
beleidsopvattingen ten behoeve van intern beraad en het betreft commercieel
vertrouwelijke informatie.
Agendapunt 6
Adviezen, Wetenschappelijke zaken en Beleidszaken
Agendapunt 6.1
Wetenschappelijke Adviezen
Vier adviezen zijn zonder aanvullende opmerkingen ter kennisgeving aangenomen.
Agendapunt 6.2
Note for Guidances (draft) besprekingen
Agendapunt 6.2.a
Excipients in the label and package leaflet of medicinal products for human
use
In dit richtsnoer staat vermeld welke informatie voor bepaalde hulpstoffen in de
bijsluiter voor arts en apotheker (SmPC) en met name in de bijsluiter moet worden
opgenomen. Dit document wordt thans in Europees verband bijgewerkt. Per hulpstof
vindt er een herbeoordeling plaats. In april 2014 is in de Pharmacovigilance Risk
Assessment Committee (PRAC) gesproken over producten waarvan de hulpstoffen
grote hoeveelheden natrium bevatten en het risico op cardiovasculaire complicaties.
Voorgesteld wordt in de productinformatie voortaan onderscheid te maken tussen
drie categorieën:
<1 mmol per dose
> 1 mmol per dose
> 17 mml per max daily dose
Vanuit het College wordt opgemerkt dat de nieuwe categorie ‘>17mm per max daily
dose’ met de opmerking ‘regular use should be avoided in all patients’ wel erg strikt
is, gelet op de dagelijks aanbevolen inname. Het College heeft verder geen
opmerkingen.
Agendapunt 6.3
Drug Regulatory Science / Wetenschappelijke zaken
Er zijn geen wetenschappelijke zaken geagendeerd.
Agendapunt 6.4
Beleidszaken (niet-productgebonden)
Er zijn geen beleidszaken geagendeerd.
Agendapunt 6.5
Pediatrische Onderzoeksplannen (PIP’s)
Er zijn geen onderzoeksplannen geagendeerd.
Agendapunt 7
Rondvraag
Er zijn geen punten voor de rondevraag.
Agendapunt 8
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering en bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 15
Actiepuntenlijst
Actiepunt
Agendapunt
Beschrijving te ondernemen actie
813/01
1.4.a
Overzicht
juridische
zaken
N.a.v het hoger beroep Wob verzoek
articaine - stuk opstellen ter publicatie op de
website waarin wordt uitgelegd welke
stukken onderdeel zijn van het
registratiedossier.
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 16
Presentielijst
Collegeleden
Prof. dr. H.G.M. Leufkens (voorzitter)
Prof. dr. P.A. de Graeff
Prof. dr. A.W. Hoes
Prof. dr. F.G.M. Russel
Prof. dr. A.F.A.M. Schobben
Dr. A.A.M. Franken
Mw. Prof. dr. G.M.M. Groothuis
Prof. dr. C. Neef
Prof. dr. J.H.M Schellens
Directie / Secretariaat
Drs. H.R. Hurts
Farmaco Therapeutische groep I
Mw. I. van Gompel
Drs. H. Kommerie
Mw. Dr. T.D. Wohlfarth
Farmaco Therapeutische groep II
Drs. J.A.V. Claessens
M.B. Scholten
Mw. M.H. Monster
Mw. L.A.C. Claessen
Drs. W.J. van Brussel
Mw. dr. A.N. El Gazayerly
Mw. drs. A.J. de Vries
Mw. dr. E.G.J. Carrière
Farmaco Therapeutische groep III
Mw. drs. P.M. Prent
Dr. A.H.G.J. Schrijvers
Mw. P.B. van Hennik
Mw. dr. I.B.B. Walsh
C. Tuinenburg
Drs. S.H. Ebbinge
Farmaco Therapeutische groep IV
Mw. N.S. Breekveldt
Dr. J. van Wijngaarden
Mw. drs. C. Jonker
Voorlichting en Communicatie
J.H. Brouwers
BNV
Dr. B.H. Kroes
Geneesmiddelenbewaking
Dr. F.A. Sayed Tabatabaei
Mw. dr. H.J.M.J. Crijns
Mw. dr. A.C. Volkers
Drs. E. van Galen
Mw. Dr. M.J.C. Willemen
Mw. drs. I.M. Zomerdijk
Lareb
Prof. dr. E.P. van Puijenbroek
CFB
Mw. drs. O.A. Lake
FTBB
Dr. L.A.G.J.M. van Aerts
Mw. dr. C.A. Herberts
Mw. dr. ing. N. Brouwer
Dr. M.H.N. Hoefnagel
BBR
Drs. D.S. Slijkerman
Mw. dr. S.M.J.M. Straus
Mw. ir. H. Stevenson
Dr. M. Maliepaard
Mw. drs. K.H. Doorduyn
Mw. drs. A.G. Kruger
Drs. F.W. Weijers
Prof . dr. J.L. Hillege
Ondersteuning
Mw. J.M.M.G. Brouwers
Mw. D. de Ruiter
Auteur verslag
Drs. ing. A. Bergsma
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 17
813e Collegevergadering | 4 september 2014 - pagina 18