Besluit Kenmerk: 614869/616246 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) betreffende het verzoek van Radio.nl (hierna: verzoeker) op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). _________________________________________________________________________ A. Verloop van de procedure 1. Op 3 september 2013 heeft verzoeker een verzoek op grond van de Wob ingediend. 2. Bij brief van 12 september 2013 (kenmerk 614869/615091) heeft het Commissariaat de ontvangst van het verzoek bevestigd en meegedeeld dat gelet op de omvang van het verzoek de termijn van artikel 6, eerste lid, van de Wob, ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Wob met vier weken werd verdaagd tot 29 oktober 2013. 3. Bij brief van 29 oktober 2013 (kenmerk: 614869/616865) heeft het Commissariaat verzoeker medegedeeld dat de termijn voor de behandeling van het verzoek ingevolge het bepaalde in artikel 6, derde lid, van de Wob werd opgeschort. 4. Bij brieven van 1 november 2013 heeft het Commissariaat, met toepassing van artikel 4:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de belanghebbenden Omroepvereniging VARA (briefkenmerk 614869/616861), TROS (briefkenmerk 614869/617034), Omroep MAX (briefkenmerk: 614869/617044), Stichting RTV NoordHolland (briefkenmerk 614869/617035) en NDC Radio BV (briefkenmerk: 614869/617033) in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 19 november 2013 een zienswijze naar voren te brengen. 5. De in randnummer 4 genoemde belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om, in verband met een eventuele zienswijze, de stukken die het Commissariaat op grond van het verzoek voornemens is openbaar te maken in te zien. Van deze mogelijkheid hebben Omroepvereniging VARA, TROS, Omroep MAX en Stichting RTV Noord-Holland gebruik gemaakt. Naar aanleiding van een verzoek daartoe is aan de advocaat van SLAM!FM BV eveneens de mogelijkheid tot inzage verleend. 6. Op 12 november 2013 heeft NDC Radio BV een zienswijze ingediend. 1 B. Het verzoek 7. Het verzoek bestaat uit drie onderdelen. 8. Het betreft ten eerste – samengevat – alle stukken met betrekking tot klachten en signalen over overtredingen van de Mediawet 2008 die het Commissariaat vanaf 1 januari 2012 hebben bereikt. 9. Ten tweede wordt – samengevat – verzocht om alle stukken met betrekking tot het toezicht over de afgelopen drie jaren vanaf 1 augustus 2010 van de navolgende, aldus door verzoeker aangeduide, omroepen. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • RTV Maas en Mergelland (Stichting Lokale Omroep Maas en Mergelland, Margraten) Radio Lelystad (Stichting Radio Lelystad, Lelystad) Omroep Venlo (Stichting Omroep Venlo, Venlo) RTi Hilversum (Stichting RTi Hilversum, Hilversum) MFM (Micro Omroep Stichting, Rheden) RTV Meborah (RTV Meborah, Wageningen) RTV Kanaal 30 (Stichting Lokale Omroep Tytsjerksteradiel, Burgum) Midvliet RTV (Stichting Voorburgse en Leidschendamse Lokale Omroep Midvliet, Leidschendam). Roulette FM (Stichting Lokale Omroep De Bilt, De Bilt) L1 (Stichting Omroep Limburg, Maastricht) RTV Noord-Holland (Stichting RTV Noord-Holland, Amsterdam) VARA (Omroepvereniging VARA, Hilversum) TROS (TROS, Hilversum) Omroep Max (Omroepvereniging MAX, Zoetermeer) RadioNL (Het gaat hier om ALLE vergunninghouders die een programma uitzenden onder de naam RadioNL, o.a. NDC Radio bv) Simone FM (Radio Simone BV) Fresh FM (Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland) Radio Veronica 103 FM (Sky Radio Netherlands BV) SLAM!FM (SLAM!FM BV) Sublime FM (Flux Jazz FM / Flux Media Factory BV) Net5 (SBS Broadcasting BV) Via5 (SBS Broadcasting BV) 24Kitchen (24Kitchen Television BV) MTV The Netherlands (VIMN Netherlands BV) 10. Het derde onderdeel van het verzoek betreft alle documenten die te maken hebben met de toestemming op grond waarvan de kanalen van Film1 (ChelloMedia) en HBO uitzenden. 2 C. Zienswijzen 11. Het Commissariaat heeft een zienswijze ontvangen van NDC Radio BV (hierna: NDC). 12. De zienswijze van NDC komt, zakelijk weergegeven, op het volgende neer. NDC is van mening dat het doel van het verzoek van Radio.nl slechts is om stukken over NDC in te zien en vervolgens NDC negatief in de publiciteit te brengen via de website van Radio.nl. Radio.nl is volgens NDC geen belanghebbende, omdat Radio.nl zelf geen radiouitzendingen verzorgt en niet concurreert met NDC. NDC verzoekt het Commissariaat daarom om geen stukken van NDC openbaar te maken. D. Relevante wettelijke bepalingen 13. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wob kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan. 14. Ingevolge artikel 1, aanhef en onder a, van de Wob wordt onder document verstaan een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat. 15. Ingevolge artikel 1, aanhef en onder b, van de Wob wordt onder bestuurlijke aangelegenheid verstaan een aangelegenheid die betrekking heeft op beleid van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering daarvan. 16. Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 en 11 van de Wob. Een bestuursorgaan zal het verstrekken van de gevraagde informatie achterwege kunnen dan wel moeten laten wanneer zich één of meer van de in die artikelen genoemde uitzonderingsgronden en beperkingen voordoen. 17. Ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Wob kan het bestuursorgaan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. 18. Ingevolge artikel 6, derde lid, van de Wob wordt de termijn voor het geven van een beschikking opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop het bestuursorgaan de verzoeker meedeelt dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 Awb, tot de dag waarop door de belanghebbende of belanghebbenden een zienswijze naar voren is gebracht of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 19. Ingevolge artikel 6, vijfde lid, van de Wob wordt, indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, deze verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daartegen heeft, in welk geval de informatie niet eerder wordt verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekend gemaakt. 3 20. Ingevolge artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet achterwege voor zover deze bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld. 21. Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef onder d en e, van de Wob blijft het verstrekken van (een gedeelte van) de informatie, vervat in documenten, achterwege indien het belang van het verstrekken daarvan niet opweegt tegen het belang van: - inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; - de eerbiediging van de persoonlijk levenssfeer. 22. Ingevolge artikel 10, derde lid, van de Wob is het tweede lid, aanhef en onder e, niet van toepassing voor zover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 23. Ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Wob wordt in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. 24. Ingevolge artikel 12 van de Wob kunnen bij algemene maatregel van bestuur voor de centrale overheid regels worden gesteld met betrekking tot in rekening te brengen vergoedingen voor het ingevolge een verzoek om informatie vervaardigen van kopieën van documenten en uittreksels of samenvattingen van de inhoud daarvan. 25. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur kan voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur kan een vergoeding in rekening worden gebracht. Op grond van het tweede lid van dit artikel kan voor het verstrekken van minder dan 6 kopieën niets in rekening worden gebracht, voor 6 tot 13 kopieën: € 4,50 en voor 14 of meer kopieën € 0,35 per kopie. E. Beoordeling van het verzoek 26. Het uitgangspunt van de Wob is dat er, in het belang van een goede en democratische bestuursvoering, voor een ieder een recht op openbaarmaking van informatie bestaat. Bij de afweging omtrent het openbaar maken van informatie mag de persoon of het oogmerk van de verzoeker geen enkele rol spelen. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering, welk belang de Wob vooronderstelt. 27. Het Commissariaat stelt vast dat sprake is van een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wob en dat de verzoeker conform het tweede lid van dat artikel de bestuurlijke aangelegenheden heeft vermeld waarover hij informatie wenst te ontvangen. 4 Verzameling en ordening van de documenten 28. Het Commissariaat heeft een inventarisatie gemaakt van de documenten die vallen onder de reikwijdte van het eerste en tweede deel van het verzoek, zoals hierboven onder randnummers 8 en 9 geformuleerd. 29. Overzichten van de resultaten zijn weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit, voor wat betreft het eerste onderdeel van het verzoek, zoals weergegeven in randnummer 8. 30. Bijlage 2 bevat de resultaten voor wat betreft het tweede onderdeel van het verzoek, zoals weergegeven in randnummer 9. 31. De documenten zijn in de bijlagen gerangschikt op zaaksniveau. Dat wil zeggen dat het Commissariaat uit zijn geautomatiseerde zaaksysteem de dossiers heeft geselecteerd waarvan de inhoud onder de omschrijving van het verzoek valt. Ter toelichting hierbij wordt vermeld dat interne mailwisselingen, telefoonnotities en overige informatie die door medewerkers van het Commissariaat wordt geproduceerd, volgens de geldende werkinstructies in het bijbehorende dossier in het genoemde geautomatiseerde zaaksysteem worden opgeslagen. Aldus geeft de selectie per zaaksdossier een compleet beeld van de aanwezige informatie die onder het verzoek valt. 32. Vervolgens is in ieder dossier per document getoetst of zich met betrekking tot de openbaarmaking van het document en/of de erin vervatte informatie een uitzonderingsgrond als bedoeld in artikel 10 en/of artikel 11 van de Wob voordoet. Indien dat het geval is, is in het overzicht van bijlage 1 dan wel bijlage 2 telkens bij het betreffende dossier aangegeven aan welke uitzonderingsgrond toepassing is gegeven met betrekking tot een of meer van de zich in het dossier bevindende documenten. Indien een dossier in zijn geheel niet openbaar wordt gemaakt, is/zijn de/het betreffende wetsartikel(en) grijs gearceerd. Uitzonderingsgronden 33. Ter nadere toelichting op het niet of gedeeltelijk niet openbaar maken van documenten en/of daarin vervatte informatie zoals weergegeven in de bijlagen, dient het volgende. 34. Ten aanzien van de vraag of sprake is van persoonsgegevens in de zin van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob heeft het Commissariaat, gelet op de uitzonderlijk grote hoeveelheid documenten en de brede kring van betrokkenen niet per betrokkene een afweging gemaakt met betrekking tot zijn individuele belang om openbaarmaking van zijn persoonsgegevens (in het bijzonder maar niet uitsluitend: naamsgegevens) achterwege te laten. Uit oogpunt van zorgvuldigheid en doelmatigheid heeft het Commissariaat, behoudens de hierna te noemen uitzonderingen, alle persoonsgegevens die zijn opgenomen in de betrokken documenten onleesbaar 1 gemaakt. 1 Zie in dit verband voor wat betreft namen van ambtenaren ABRvS 4 september 2013, in zaak nr. 201206870/1/A3 5 35. Niet onleesbaar gemaakt zijn de namen van de voorzitter en leden van het Commissariaat, tekenbevoegde medewerkers van het Commissariaat, persoonsnamen 2 van communicatiemedewerkers van het Commissariaat en de namen van medewerkers van het Commissariaat die toestemming hebben gegeven voor openbaarmaking van hun 3 naamsgegevens . 36. Verder zijn de namen van personen met grote publieke bekendheid uit hoofde van hun beroep en/of frequente publieke optreden (“bekende Nederlanders”) niet onleesbaar gemaakt, voor zover het informatie betreft die betrekking heeft op professioneel optreden van deze personen. In die gevallen valt immers, gezien de publieke bekendheid van deze personen niet in te zien dat het belang van hun persoonlijke levenssfeer opweegt tegen het belang van openbaarmaking van de betreffende documenten. Ter toelichting geldt dat het voornamelijk documenten betreft over de televisieprogramma’s waarin betrokkenen optreden en documenten waarin betrokkenen worden genoemd in verband met hun beroepsmatige werkzaamheden. 37. Met betrekking tot documenten over financiële verslaglegging die de betrokken omroepen aan het Commissariaat hebben verstrekt in het kader van zijn toezichthoudende taak, is het Commissariaat van oordeel dat dit bedrijfsgegevens betreft, die vertrouwelijk aan het Commissariaat is meegedeeld en daarom op grond van het bepaalde in artikel 10, eerste 4 lid, aanhef en onder c, van de Wob niet voor openbaarmaking in aanmerking komen. 38. Voor de overige financiële verslaglegging van de betrokken omroepen geldt dat deze opvraagbaar is uit het bij de Kamer van Koophandel berustende handelsregister en dus reeds in een andere, voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm voor het publiek beschikbaar is, zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wob. Het Commissariaat kan deze stukken derhalve niet meer openbaar maken. De plicht tot openbaarmaking ingevolge de Wob heeft geen betrekking op informatie die reeds 5 openbaar is. Dit geldt eveneens voor jaarverslagen en soortgelijke documenten die op websites van de betrokkenen zijn gepubliceerd. 39. Alle informatie in documenten die betrekking hebben op bedrijfsprocessen van de betrokken omroepen en waarin financiële gegevens zijn opgenomen, zoals bijvoorbeeld nominale en/of procentuele verkoopmarges van door omroepen uitgevoerde nevenactiviteiten waarvoor aan het Commissariaat toestemming is gevraagd, en overeenkomsten met derden, wordt aangemerkt als bedrijfsinformatie die vertrouwelijk aan het Commissariaat is meegedeeld in het kader van zijn toezichtstaak. De genoemde bedragen en percentages, alsmede zinsneden waaruit zulke bedrijfsgegevens kunnen worden afgeleid, zijn daarom onleesbaar gemaakt, gelet op het bepaalde in artikel 10 eerste lid, aanhef en onder c van de Wob. Overeenkomsten met derden worden op deze grond niet geopenbaard. 2 Zie ABRvS 12 augustus 2009, in zaak nr. 200807021/1/H3. Zie artikel 10, derde lid, van de Wob 4 Zie ABRvS 11 juli 2007 in zaak nr. 200608102/1 5 Zie ABRvS 20 oktober 2010 in zaak nr. 200905009/1/H3 3 6 40. Voorts bevat een substantieel aantal zaaksdossiers stukken die dienen ter ondersteuning en/of instructie van medewerkers van het Commissariaat in de uitoefening van de toezichtstaken. Deze stukken worden niet geopenbaard omdat het belang daarvan naar het oordeel van het Commissariaat niet opweegt tegen het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid aanhef en onder d van de Wob. 41. Gezien de omvang van het verzoek en in verband met de doelmatige en zorgvuldige afhandeling daarvan, leidt de afweging bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wob, tot het oordeel dat alle documenten die zijn opgesteld voor intern beraad en waarin interne beleidsopvattingen zijn neergelegd niet openbaar gemaakt worden. 42. Tot slot wordt, conform het bepaalde in artikel 7, tweede lid, aanhef en onder b Wob alle (overige) onder de reikwijdte van het eerste en tweede deel van het verzoek vallende informatie die al in een andere, voor verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm beschikbaar is, bijvoorbeeld via de website van het Commissariaat waarop beleidsdocumenten en besluiten worden gepubliceerd, niet ook nog eens in het kader van dit verzoek verstrekt. 43. Het derde onderdeel van het verzoek, zoals weergegeven in randnummer 9, betreft informatie die beschikbaar is via de website van het Commissariaat. Daar kunnen met behulp van de zoekfunctie op de volgende pagina: http://www.cvdm.nl/besluiten, de toestemmingsbesluiten voor Fox worden gevonden. Hetzelfde geldt voor ChelloMedia (Film1). Gezien het voorgaande wordt de in het derde deel van het verzoek gevraagde informatie niet nog eens openbaar gemaakt. 44. Met betrekking tot HBO zijn geen documenten aanwezig. Ten overvloede wordt hierbij vermeld dat dit vermoedelijk het gevolg is van de omstandigheid dat deze organisatie buiten Nederland is gevestigd en daardoor niet aan het toezicht van het Commissariaat is onderworpen. Zienswijzen 45. Het Commissariaat heeft de belanghebbenden Omroepvereniging VARA, TROS, Omroep MAX, NDC en Stichting RTV Noord-Holland in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen ingevolge het bepaalde in artikel 4.8, eerste lid, van de Awb. Ten aanzien van de overige belanghebbenden verwacht het Commissariaat dat geen bedenkingen tegen dit besluit zullen bestaan. Hiertoe heeft het Commissariaat in ogenschouw genomen dat de openbaar te maken stukken betrekking hebben op onderwerpen aangaande het reguliere toezicht en/of informatievoorziening door en aan het Commissariaat. Daarbij is meegewogen dat bedrijfsinformatie die in vertrouwen aan het Commissariaat is verstrekt, niet openbaar gemaakt zal worden en dat persoonsgegevens worden geanonimiseerd op de hiervoor aangegeven wijze. 46. Met betrekking tot de door NDC ingediende zienswijze overweegt het Commissariaat als volgt. De zienswijze gaat voorbij aan het in randnummer 24 beschreven uitgangspunt van de Wob en in het bijzonder aan de omstandigheid dat uit de Wob voor een ieder een recht op openbaarmaking van informatie voortvloeit. 7 Omdat bij de afweging omtrent het openbaar maken van informatie de persoon of het oogmerk van de verzoeker geen enkele rol mag spelen, kan aan de zienswijze van NDC niet het door haar gewenste gevolg, om geen stukken van NDC openbaar te maken, worden verbonden. Bekendmaking 47. Gelet op de hoeveelheid te verstrekken (kopieën van) documenten zal openbaarmaking daarvan aan verzoeker geschieden door afgifte ervan aan verzoeker ten kantore van het Commissariaat. 48. Het Commissariaat is van oordeel dat in het kader van de in acht te nemen zorgvuldigheid, naast de mogelijkheid die enkele belanghebbenden is geboden om voorafgaand aan het te nemen besluit een zienswijze in te dienen, tevens gevolg moet worden gegeven aan het bepaalde in artikel 6, vijfde lid van de Wob. Dit brengt mee dat de openbaar te maken documenten eerst twee weken na bekendmaking van dit besluit aan verzoeker zullen worden verstrekt. Kosten 49. Op grond van het bepaalde in artikel 12 van de Wob en artikel 2, tweede lid van het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur kan aan verzoeker een substantieel bedrag aan kopieerkosten in rekening worden gebracht. Omdat verzoeker – hoewel dit niet is voorgeschreven – hier niet direct na ontvangst van het verzoek op is gewezen en omdat het Commissariaat in de afhandeling van Wobverzoeken niet altijd gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid om kosten in rekening te brengen, zal daarvan ook in dit geval worden afgezien. Het Commissariaat benadrukt daarbij dat in het in toekomstige gevallen, in ieder geval wanneer het verzoeken van een omvang vergelijkbaar met het onderhavige verzoek betreft, gebruik zal gaan maken van de bevoegdheid om kopieerkosten in rekening te brengen. Publicatie 50. Op grond van artikel 8 van de Wob besluit het Commissariaat de tekst van dit besluit – met in achtneming van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob – twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen de belangen van de in de procedure betrokken partijen. Aan het algemeen belang dat door openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van de betrokkenen door openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld. 8 F. Besluit Het Commissariaat, 51. besluit gedeeltelijk tegemoet te komen aan het verzoek, met dien verstande dat het verstrekken van een deel van de door verzoeker gevraagde informatie achterwege blijft op grond van de in de bijlagen telkens vermelde wetsartikelen; 52. besluit dat de documenten openbaar gemaakt worden door middel van het in schriftelijke kopieën verstrekken aan verzoeker; 53. besluit dat dit besluit twee weken na bekendmaking op de website van het Commissariaat wordt gepubliceerd. Hilversum, 3 december 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs Eric. Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Awb binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. bijlagen: 2 zaaksoverzichten en de ordners met gekopieerde documenten. 9
© Copyright 2024 ExpyDoc