Bijlage 1 Uitgangspuntennotitie Pgb 2015

Uitgangspunten
Persoonsgebonden budget
2015
Op naar een positief Pgb beleid
gemeente Eindhoven
SD - Sociaal Domein, POK - POK
november 2014
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Colofon
Uitgave
Gemeente Eindhoven
SD - Sociaal Domein, POK - POK
Datum
november 2014
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Inhoudsopgave
Colofon
Inleiding
1
2
3
4
5
6
7
8
2
Positief Pgb beleid
Wettelijk kader
Verordening Sociaal Domein Eindhoven
Wie kan er aanspraak maken op een Pgb en op welke manier?
Wat en bij wie kan een Pgb-houder inkopen?
Tarifering en eigen bijdrage
Beheersing Pgb
Beschermd wonen
gemeente Eindhoven
3
4
5
7
10
12
16
19
21
23
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Inleiding
Eigen kracht en eigen regie van burgers zijn belangrijke pijlers van de systeeminnovatie
WIJEindhoven. Het Persoonsgebonden budget (Pgb) is een instrument dat er bij uitstek
voor zorgt dat mensen de eigen regie over hun leven kunnen behouden. Met het Pgb
kopen mensen zelf hun zorg/ondersteuning in, maken ze werkafspraken met hun
zorgverlener en beslissen ze op welke momenten zij hun zorg ontvangen. Op die manier
zorgt het Pgb voor zelfregie, maar ook voor doelmatig maatwerk. Daarnaast werkt het Pgb
vraaggestuurd, kent het Pgb een scherpe prijs-kwaliteitverhouding (doordat de
budgethouder fungeert als werkgever is het Pgb goedkoper dan ZIN) en is gebleken dat het
Pgb leidt tot vernieuwende zorginitiatieven (zoals kleinschalige wooninitiatieven).
Ook de regering beschouwt het Pgb, naast zorg in natura (ZIN) als een goed instrument om
tot individueel maatwerk te komen. De Wmo 2015 en de Jeugdwet geven gemeenten dan
ook de verplichting om de mogelijkheid van het Pgb te behouden. Gemeenten krijgen
daarbij wel beleidsruimte om te komen tot een Pgb-beleid dat aansluit bij de lokale situatie.
Gezien het belang dat de gemeente Eindhoven hecht aan eigen regie en eigen kracht
wordt gekozen voor een positief Pgb-beleid. Dit beleid is erop gericht om het gebruik en de
werking van Pgb’s te bevorderen en op die manier de regiemogelijkheden van burgers te
optimaliseren. We zetten het instrument Pgb neer als volwaardig alternatief voor de
gecontracteerde zorg in natura.
Het creëren van de mogelijkheid tot een Pgb voor (jeugd)zorg betreft voor de gemeente
een nog te ontginnen terrein, waar meer mogelijkheden liggen dan onder de huidige weten regelgeving. Om onszelf de tijd te geven dit terrein goed te verkennen, kiezen we ervoor
2015 als overgangs- en ontwikkeljaar te zien. In 2015 willen wij in samenspraak met de
stad, de WIJgeneralisten en de Raad onderzoeken hoe we het positief Pgb-beleid in
Eindhoven verder vormgeven.
Deze notitie schetst de uitgangspunten voor het Pgb-beleid in 2015. We beschrijven de
richting die we op willen, de concrete voorwaarden waaraan Pgb-aanvragers moeten
voldoen en het proces (van aanvraag tot uitbetaling) zoals dat er in de praktijk uit zal gaan
zien. Het voor u liggende document vormt een toelichting op de integrale verordening
Sociaal Domein (zoals vastgesteld op 14 oktober 2014) en de daarbij behorende Nadere
Regeling Sociaal Domein.
4
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
1
Positief Pgb beleid
We kiezen in Eindhoven voor een positief Pgb-beleid. Dit betekent concreet dat we:
b
b
b
b
b
b
b
b
kiezen voor een Pgb-stimulerend beleid dat het gebruik en de werking van Pgb’s
bevordert. Pgb is een volwaardig alternatief voor de gecontracteerde zorg in
natura;
uitgaan van individueel maatwerk: dit geldt ook voor de vorm waarin een cliënt
ondersteuning wil ontvangen: via ZIN of via Pgb-inzet in het eigen sociale netwerk
of bij een professional. De WIJgeneralist krijgt het mandaat om samen met de
burger te kijken wat in zijn/haar situatie de best passende oplossing is. De
mogelijkheid tot een Pgb wordt altijd door de WIJgeneralist gecommuniceerd en
indien gewenst onderzocht;
bewoners ondersteunen bij verschillende onderdelen van het Pgb-proces: bij het
aanvragen van een Pgb, bij het vinden van een kwalitatief-goede zorgaanbieder,
maar ook bij de uit het Pgb voortvloeiende administratie en werkgeverstaken.
Deze ondersteuning kan geboden worden door WIJgeneralisten, maar natuurlijk
ook door vormen van onafhankelijke, informele cliëntondersteuning;
werken met reële Pgb-tarieven die toereikend zijn om effectieve en kwalitatief
goede zorg/ondersteuning in te kopen;.
de administratieve lasten willen beperken door zoveel mogelijk uit te gaan van
vertrouwen in de budgethouder;
zorgen voor duidelijke, eenduidige communicatie over het Pgb richting burgers. De
Pgb uitgangspunten moeten dan ook eenvoudig, eenduidig en makkelijk uit te
leggen en toepasbaar zijn;
het bestaande gemeentelijke Pgb beleid voor de huidige Wmo producten/diensten
(behoudens de wettelijke bepalingen rondom het trekkingsrecht) niet wijzigen en
doorvoeren in 2015;
2015 zien als een overgangsjaar waarin we samen met de stad, de
WIJgeneralisten en de Raad onderzoeken hoe we het Pgb-beleid verder willen
ontwikkelen.
We willen het gebruik van Pgb’s bevorderen, maar tegelijkertijd willen we dat bewoners die
kiezen voor een Pgb zich bewust zijn van de verantwoordelijkheden die hierbij komen
kijken, en dat ze deze verantwoordelijkheden ook kunnen en willen dragen. Bovendien
willen we waarborgen dat de zorg/ondersteuning die wordt ingekocht met een Pgb van
voldoende kwaliteit is en dat oneigenlijk gebruik van het Pgb wordt voorkomen. Dit wordt
actief getoetst en geëvalueerd en kan ertoe leiden dat in sommige situaties toch geen Pgb
verstrekt wordt of dat de toekenning van een Pgb wordt heroverwogen. Hoogwaardig
handhaven is van belang en krijgt o.a. vorm door de invoering van het trekkingsrecht bij de
SVB. De gemeente zal ingrijpen bij signalen van oneigenlijk gebruik van het Pgb.
gemeente Eindhoven
5
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
De keuze voor een Pgb zou niet gebaseerd moeten zijn op het feit dat de gewenste
ondersteuning niet geleverd wordt door gecontracteerde zorgaanbieders (ZIN). Door de
grote slag die we als gemeente in 2015 maken met ZIN-aanbieders zou dit voorkomen
moeten worden. We vragen hen om meer gerichtheid op de burger, meer maatwerk en
meer innovatie. Dit zou tot gevolg moeten hebben dat meer burgers gebruik kunnen maken
van in natura aanbod en niet uitwijken naar Pgb’s enkel en alleen omdat het in natura
aanbod te star is. De gemeente zal monitoren of er toch groepen cliënten zijn die
noodgedwongen uitwijken naar een Pgb door het ontbreken van passende ZIN. Bij grote
aantallen wordt dit signaal doorgegeven aan de gecontracteerde aanbieders om te kijken
hoe de zorg meer afgestemd kan worden op de behoeften van mensen met een zorgvraag.
6
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
2
Wettelijk kader
De Jeugdwet en de Wmo 2015 bevatten een aantal kaders met betrekking tot het Pgb.
De wetten gaan in op de volgende thema’s:
Keuzevrijheid: In de Jeugdwet en het wetsvoorstel Wmo 2015 staat over het Pgb:
Als een cliënt (danwel zijn ouders in geval van een jeugdige) dit wenst, verstrekt het college
een Pgb dat hem in staat stelt ondersteuning die tot de individuele voorziening (Jeugd) dan
1
wel maatwerkvoorziening (Wmo) behoort van derden te betrekken.
Voorwaarden: Een Pgb wordt verstrekt als een cliënt aan drie voorwaarden voldoet:
1. de cliënt (danwel zijn ouder of verzorger) moet naar oordeel van het college op
eigen kracht voldoende in staat zijn de aan Pgb verbonden taken op verantwoorde
wijze uit te voeren. Dat mag ook met hulp uit zijn sociale netwerk of van een
curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde.
2. een cliënt (danwel zijn ouders) zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij het
Pgb wenst (Wmo) of het natura aanbod niet passend is (Jeugdwet).
3. naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede
kwaliteit is. Kwaliteit wordt in beide wetten verder uitgewerkt, de belangrijkste
eisen daarbij zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt.
Beide wetten geven ruimte aan gemeenten om een Pgb te weigeren als de cliënt niet
voldoet aan de aan het Pgb verbonden, hierboven genoemde voorwaarden. In de Jeugdwet
zijn specifieke kwaliteitseisen opgenomen die gelden voor álle professionele
jeugdhulpaanbieders, dus ook voor jeugdhulpaanbieders die via een Pgb hun diensten
leveren, namelijk:
1. De jeugdhulpaanbieder verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan
hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en
cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de
jeugdige of ouder. De jeugdhulpaanbieder organiseert zich op zodanige wijze,
voorziet zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en
dragen zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander
leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp.
2. De hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goede
hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem
rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener
2
geldende professionele standaard .
3. De jeugdhulpaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als
bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van
personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in
contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder
jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden
3
voor het tijdstip waarop betrokkene gaat werken voor de aanvrager .
1
Dit is de terminologie uit de wetsvoorstellen, maar het gaat de facto om een zelfde soort
voorziening, namelijk een voorziening waarvoor alleen met een indicatie/diagnose en
beschikking toegang tot verkregen kan worden. In dit stuk wordt verder de naam
‘maatwerkvoorziening’ gebruikt.
2
3
Artikel 4.1.1. jeugdwet.
Artikel 4.1.5 jeugdwet.
gemeente Eindhoven
7
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
4.
De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen in het
gezinsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met
de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van
hulp/zorg in het gezin.
5. Systematische bewaking, beheersing en verbetering van kwaliteit van de
hulpverlening4;
6. De jeugdhulpaanbieder stellen een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt
aangegeven hoe wordt omgegaan met signalen van huiselijk geweld of
kindermishandeling5.
7. De jeugdhulpaanbieder doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de
verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt;
8. De jeugdhulpaanbieder stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak
uit te oefenen6.
9. De jeugdhulpaanbieder handelt volgens een privacy protocol conform artikel 13
van de verordening jeugdhulp.
* de kwaliteitseisen van de Jeugdwet gelden niet voor leden van het sociale netwerk.
Sociaal netwerk
Binnen de jeugdwet kunnen gemeenten zelf bepalen onder welke voorwaarden Pgbhouders ondersteuning/ jeugdhulp mogen inschakelen vanuit hun sociale netwerk. In de
Wmo 2015 is deze mogelijkheid beperkt tot het differentiëren van het tarief voor de
ondersteuning.
Tarief
Gemeenten hebben de vrijheid om zelf de hoogte van de Pgb tarieven vast te stellen.
Als een aanvrager met het Pgb een voorziening wil bekostigen die duurder is dan de natura
voorziening, dan kan de gemeente het deel dat de prijs van de natura voorziening overstijgt
voor rekening van de aanvrager laten.
Pgb uitgesloten
In de Jeugdwet is opgenomen dat geen Pgb mag worden verstrekt als het gaat om een
minderjarige die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering heeft gekregen of
wanneer een jeugdige is opgenomen in een gesloten accommodatie.
Communicatie
In beide wetten staat dat gemeente er voor moeten zorgen dat de aanvrager (en bij
minderjarigen ook de ouders of verzorgers) wordt geïnformeerd over de mogelijkheid om te
kiezen voor een Pgb en de gevolgen van deze keuze. Dat geldt zowel in het algemeen als
voor individuele (nieuwe) cliënten.
•
Eigen bijdrage door CAK
Indien er sprake is van een op te leggen eigen bijdrage dan zal deze per 2015 worden
geïnd door het CAK. Op deze wijze is de anticumulatie geregeld, en betaalt een cliënt voor
alle individuele (maatwerk) voorzieningen samen nooit meer dan haalbaar is op grond van
zijn inkomen. Bij de huidige AWBZ Pgb houders wordt de eigen bijdrage nog vooraf op het
Pgb ingehouden (netto Pgb) en dus niet geïnd door het CAK. Met de decentralisatie komt
dit te vervallen en worden de Pgb’s bruto uitgekeerd.
4
Artikel 4.1.3 jeugdwet
Artikel 4.1.6 jeugdwet
6
Artikel 4.1.7. en 4.1.8 jeugdwet
5
8
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Overgangsrecht
Zowel in de Jeugdwet als de Wmo is een overgangsperiode van maximaal 1 jaar of 5 jaar
voor beschermd wonen opgenomen voor cliënten die ondersteuning gebruiken die per
2015 overkomt naar de gemeente. Voor de duur van deze overgangsperiode behouden
cliënten hun huidige indicatie, tenzij deze eerder afloopt. Tot die tijd verandert er eigenlijk
niets. Dit overgangsrecht geldt ook voor cliënten die zelf hun ondersteuning organiseren via
een Pgb en voor Wmo cliënten die nu een Pgb voor Wmo-huishoudelijke hulp ontvangen.
Voor alle doelgroepen waarvoor het overgangsrecht van toepassing is, geldt dat in goed
overleg en met instemming van de cliënt altijd eerder tot een nieuw arrangement kan
worden overgegaan. Voor cliënten die een Wmo voorziening ontvangen, verandert er niets.
Het overgangsrecht is niet op hen van toepassing.
Trekkingsrecht SVB
Voor de uitbetaling wordt per 1 januari 2015 een zogenoemd trekkingsrechtmodel
gehanteerd. Hierbij krijgen Pgb-houders geen geld meer op de eigen rekening gestort,
maar wordt op factuurbasis uitbetaald aan de door de Pgb-houder gecontracteerde
zorgverlener. Hiervoor moeten de gemeenten de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
inschakelen.
Het 10-uur criterium
De jeugdwet en Wmo 2015 zeggen niets over minimale of maximale duur van een Pgb in
periode of aantal uren per week. Het zogenoemde 10-uur criterium in de huidige AWBZ
(geen optie tot Pgb als er een beschikking is afgegeven voor minder dan tien uur
ondersteuning of jeugdhulp per week) vervalt.
gemeente Eindhoven
9
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
3
Verordening Sociaal Domein Eindhoven
De verordening Sociaal Domein regelt op een aantal punten het Pgb:
Hoogte pgb-tarieven (art. 2.5)
1. Het college legt in een nadere regeling de hoogte van de pgb-tarieven vast.
2. De pgb-tarieven zijn vergelijkbaar met de omvang van de kosten van de in de
betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura;
Pgb en sociaal netwerk (art. 2.6)
Een jeugdige of zijn ouders aan wie een pgb wordt verstrekt, kan een individuele
voorziening, onder de volgende voorwaarden, betrekken van een persoon die behoort tot
het sociaal netwerk:
a) deze persoon krijgt een lager tarief betaald voor zijn diensten dan het tarief
geldend voor een professionele dienstverlener,
b) deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige zijn ouders voor hem
niet tot overbelasting leidt, en
c) tussenpersonen of belangenbehartigers mogen niet uit het pgb worden betaald.
Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering (art. 2.7)
1. Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op
verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle
feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze
aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een
individuele voorziening.
2. Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande
een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:
10. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en
de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou
hebben geleid;
11. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het pgb
zijn aangewezen;
12. de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;
13. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele
voorziening of het pgb, of
14. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een
ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.
3. Een besluit tot toekenning van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het
pgb binnen 6 maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van
de voorziening waarvoor de toekenning heeft plaatsgevonden.
4. Het college kan een, als gevolg van herziening danwel intrekking, bedoeld in het
tweede lid onder a, d en e en derde lid ten onrechte genoten individuele
voorziening of pgb geheel of gedeeltelijk in geldswaarde terugvorderen van de
jeugdige of zijn ouders.
5. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan
niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb’s.
10
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
De nadere uitwerking van de wijze waarop een cliënt in aanmerking kan komen voor een
maatwerkvoorziening en een Pgb staat in de Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente
Eindhoven. Hierin is onder andere opgenomen hoe de hoogte van de Pgb-tarieven bepaald
wordt.
gemeente Eindhoven
11
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
4
Wie kan er aanspraak maken op een Pgb en op welke
manier?
In principe kan iedereen die in aanmerking komt voor ondersteuning op grond van de
Jeugdwet en/of Wmo 2015 aanspraak maken op een Pgb. In de Jeugdwet zijn alleen
Jeugdbescherming (JB), Jeugdreclassering (JR) en gesloten accommodatie met een
machtiging uitgesloten van de optie Pgb. OTS-voogdijpupillen hadden voorheen nog wel de
mogelijkheid tot het verkrijgen van een Pgb, maar deze mogelijkheid vervalt. We zijn
verplicht om ook aan deze laatstgenoemde groep continuïteit van zorg te realiseren voor de
duur van de indicatie.
Toegang
Een bewoner met een hulp-/ondersteuningsvraag kan zich vanaf 2015 melden bij het
WIJteam in zijn of haar wijk. Samen met een WIJgeneralist wordt bekeken of de hulpvraag
beantwoordt kan worden door het WIJteam in samenwerking met de bewoner en zijn/haar
sociale netwerk. Wanneer blijkt dat het WIJteam de ondersteuningsvraag samen met de
burger niet (geheel) kan beantwoorden, kan gekozen worden voor inzet van specialistische
ondersteuning (een individuele/ maatwerkvoorziening). De WIJgeneralist kijkt op dat
moment samen met de burger of een voorziening in natura of een Pgb de best passende
optie is. WIJgeneralisten zetten vooralsnog in op nieuwe aanvragen. Voor de herindicaties
die als gevolg van overgangsrecht gaan plaats vinden wordt een (tijdelijk) generalistenteam
ingericht.
Gesprek met WIJgeneralist en opstellen van een Pgb-plan
Als burgers een Pgb willen is het van belang dat zij op de hoogte zijn van de
verantwoordelijkheden die ermee samenhangen (bijv. alle werkgeverstaken) en een
bewuste keuze maken. Dit komt in het gesprek met de WIJgeneralist ter sprake. Daarnaast
wordt aan burgers gevraagd om een Pgb-plan op te stellen waarin wordt beschreven wat
de ondersteuningsvraag is, waarom ze een Pgb willen, voor welke vorm van
zorg/ondersteuning zij het Pgb willen inzetten en bij wie/waar ze de zorg willen inkopen
tegen welke prijs (begroting) en welke resultaten men gaat behalen. (zie kader 1).
Afhankelijk van de soort(en) voorziening(en) is er sprake van een eenvoudig (bijvoorbeeld
bij een eenmalige Pgb) tot een meer complex plan (maatwerkvoorziening).
Op basis van het gesprek en het opgestelde Pgb-plan bepaalt de WIJgeneralist of aan de
voorwaarden voor een Pgb wordt voldaan: is de aanvrager bekwaam genoeg om de
verantwoordelijkheden te dragen, heeft hij/zij zich georiënteerd op het aanbod in natura en
kan hij/zij motiveren waarom het Pgb het meest passend is, en sluit de vorm van
zorg/ondersteuning die hij/zij wil inkopen aan bij de beoogde resultaten (voldoende
kwaliteit)?
Kortom is de aanvrager in staat om op verantwoorde wijze om te gaan met een Pgb? De
WIJgeneralist kan toegerust worden met handvatten (zie kader 2) om het maken van deze
beoordeling te vergemakkelijken. Deze handvatten kunnen worden opgenomen in het
WIJportaal (de producten-dienstencatalogus) waarmee de generalisten werken, maar de
procedure moet zoveel mogelijk blijven rusten op maatwerk in de individuele situatie
(regelarm) en de ervaring en kennis van de WIJgeneralist.
12
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Het gesprek en het opgestelde plan zouden oneigenlijk gebruik van het Pgb moeten
tegengaan. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat het Pgb wordt ingezet om vormen van
ondersteuning of zorg te financieren die niet per se nodig zijn of die voorheen onbetaald
gebeurden. In het eerste geval gaat het bijvoorbeeld om vormen van zorg die actief door
zorgaanbieders worden ‘gepusht’ bij –vaak kwetsbare- burgers. In het tweede geval gaat
het om zorg en ondersteuning door mantelzorgers. WIJgeneralisten maken op basis van
het gesprek en het Pgb-plan een inschatting van de noodzaak van het zorgaanbod en de
noodzaak om daarvoor een Pgb te verstrekken.
Indien Pgb-aanvragers zelf niet beschikken over de benodigde vaardigheden om de regie
te voeren over het Pgb, kan in een aantal situaties toch een Pgb verstrekt worden met de
hulp van iemand uit het eigen netwerk of een wettelijk vertegenwoordiger. Deze persoon
zal in dat geval ook bij de inhoudelijke gesprekken aanwezig moeten zijn. Daarbij gelden
dezelfde afwegingscriteria als bij de beoordeling van de aanvrager. Ook als personen zelf
wel in staat zijn om de verantwoordelijkheden behorend bij het Pgb te dragen, is het
toegestaan dat ouders, zorgverleners of andere ondersteuners aanwezig zijn bij het
gesprek met de WIJgeneralist.
Kader 1
Pgb-plan
b
b
b
b
b
b
b
b
b
Het Pgb-plan bevat minimaal de volgende onderdelen:
Wat is de ondersteuningsvraag & hoe is deze vraag ontstaan?
Waarom is een Pgb gewenst?
Bij welke ondersteuning is de aanvrager gebaat? + hoe draagt deze ondersteuning bij
aan zijn/haar zelfredzaamheid?
Bij wie en hoe zal de aanvrager zijn ondersteuning inkopen? (selectie zorgaanbieder,
aangaan contract, aansturen zorgaanbieder, bijhouden administratie);
Resultaat- en kwaliteitsafspraken die gemaakt worden met aanbieder:
randvoorwaarden in de uitvoer + wijze van verantwoording.
De verwachte omvang en duur van de ondersteuning
Een begroting
Afspraken over evaluatiemomenten
Toetsing van kwaliteit
De huidige Pgb-praktijk heeft uitgewezen dat zorgkantoren onvoldoende zicht hebben op
de kwaliteit van zorg die met een Pgb wordt ingekocht. Het is daarom wettelijk vastgelegd
dat gemeenten toetsen of de kwaliteit van zorg voldoende geborgd is. Zoals gezegd zal
kwaliteit van de ondersteuning een vast onderwerp zijn in het gesprek tussen WIJgeneralist
en budgethouder. De gemaakte kwaliteitsafspraken worden vastgelegd in het Pgb-plan (zie
kader 2).
gemeente Eindhoven
13
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Kader 2
Handvatten bij het beoordelen van de (wettelijke) voorwaarden
Toetsen van pgb-bekwaamheid:
Een Pgb-aanvrager voldoet aan deze voorwaarde als hij/zij volgens de WIJgeneralist:
b goed op de hoogte is van de rechten en plichten die horen bij het beheer van een pgb.
b zelfstandig een redelijke waardering kan maken van zijn belangen ten aanzien van de
ondersteuningsvraag. Hij kan in zijn/haar persoonlijk pgb-plan uitleggen wat het
probleem/de zorgvraag is, hoe dit ontstaan is, welke doelen bereikt moeten worden en
welke ondersteuning daarvoor nodig is (duur en vorm).
b de aan pgb verbonden taken op verantwoorde wijze kan uitvoeren. Bij deze taken kan
gedacht worden aan het kiezen van een zorgverlener die in de zorgvraag voldoet, het
voeren van sollicitatiegesprekken, het aangaan van een contract, het in de praktijk
aansturen van de zorgverlener, het bewaken van de kwaliteit van de geleverde zorg en
het bijhouden van een juiste administratie.
b de benodigde werkgeversplichten kan uitvoeren die komen kijken bij vormen van
ondersteuning of hulp voor 4 dagen of meer per week. Denk hierbij onder meer aan het
overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het
hanteren van een redelijke opzegtermijn.
Toetsen van motivatie
Indien de aanvrager in zijn Pgb-plan onderbouwt dat hij/zij zich heeft georiënteerd op ZIN,
dat dit niet voldoet en dat het Pgb beter past, mag de aanvraag op deze gronden niet
geweigerd worden.
Voorbeelden van motivering:
De ondersteuning…
is vooraf niet goed te plannen,
moet worden geleverd op ongebruikelijk tijden,
wordt geboden op veel korte momenten per dag
wordt geleverd op verschillende locaties
vindt 24/7 op afroep plaats
moet worden geboden door een vaste hulpverlener
wordt het best geboden door de huidige aanbieder
moet aansluiten bij de eigen levensovertuiging.
Toetsen van kwaliteit
De budgethouder is in de rol van werkgever primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van
de geleverde zorg. De belangrijkste eisen zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en
cliëntgericht geleverd wordt. Voor aanbieders van jeugdhulp gelden wettelijk bepaalde
kwaliteitscriteria (zie wettelijk kader). Wanneer er een goed, helder Pgb-plan wordt
opgesteld met daarin de eisen waaraan de zorgverlener moet voldoen (resultaat- en
kwaliteitsafspraken), en de WIJgeneralist periodiek contact houdt met de budgethouder en
de zorgverlener om de voortgang te controleren, dan is de kwaliteitscontrole voldoende
geborgd. Hulpverleners die worden ingehuurd voor vormen van ondersteuning waarvoor
een opleiding/autorisatie wettelijk verplicht is, dienen uiteraard aan deze eisen te voldoen.
Kwaliteit zal worden gemeten naar bejegening (is de budgethouder tevreden?) en
7
effectiviteit (draagt ondersteuning daadwerkelijk bij aan zelfredzaamheid en participatie?) .
7
Deze paragraaf over toetsing van kwaliteit is gebaseerd op de handreiking ‘Een solide pgb in de
nieuwe Wmo: aandachtspunten voor een duurzaam pgb-beleid in gemeenten’ van Pgb
belangenvereniging Per Saldo (mei 2014).
14
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Ondersteuning
Het opstellen van een Pgb-plan kan een bureaucratische ‘hobbel’ zijn voor het gebruik van
een Pgb. Toch gaan we ervan uit dat burgers hier zelf, indien nodig ondersteund door hun
sociale netwerk uitvoer aan kunnen geven. Te meer omdat dit een indicatie geeft of een
burger bekwaam genoeg is om de aan een Pgb verbonden verantwoordelijkheden te
dragen. Indien bewoners toch ondersteuning nodig hebben bij het opstellen van hun Pgbplan kunnen ze zich laten ondersteunen door onafhankelijke cliëntondersteuning (bijv. door
MEE of Pgb-belangenvereniging Per Saldo). Deze vormen van cliëntondersteuning zijn
ingekocht door de gemeente of landelijk georganiseerd waardoor er geen extra kosten aan
verbonden zitten. Ook de WIJgeneralist zou ondersteuning kunnen bieden bij vragen over
het Pgb-plan.
Zorgovereenkomst
Bij het Pgb-plan dient ook een concept-zorgovereenkomst te worden gevoegd. Deze dient
als basis voor de verstrekking van het Pgb en de uitbetaling aan, en door de Sociale
Verzekeringsbank (SVB). Voor het Pgb-plan wordt door de gemeente een format
aangereikt, voor de Zorgovereenkomst hanteren we in 2015 het format van de SVB. De
administratief medewerkers in het Multi Disciplinair Team (MDT) van de gemeente zorgt
voor het goed (of af-)keuren van de zorgovereenkomst in opdracht van de SVB.
De beschikking
Wanneer het Pgb-plan positief beoordeeld is door de WIJgeneralist en de
zorgovereenkomst binnen is, worden deze documenten overgedragen aan het MDT van de
gemeente. Het MDT zorgt voor de administratieve afwikkeling van het advies van de
WIJgeneralist en stelt de Pgb-beschikking op.
In de Pgb beschikking worden volgende vragen beantwoord:
voor welk resultaat Pgb aangewend kan worden;
welke kwaliteitseisen gelden voor besteding Pgb;
wat de hoogte is van Pgb en hoe dit is bepaald;
wat de duur is van de verstrekking waarvoor Pgb bedoeld is;
de wijze waarop het netto persoonsgebonden budget wordt bevoorschot;
de wijze van verantwoording van de besteding.
Communicatie
Duidelijke en eenduidige communicatie over de optie Pgb richting bewoners is van groot
belang. Door een goede informatievoorziening zijn burgers op de hoogte van de
voorwaarden die gelden voor het verkrijgen van een Pgb en van de verantwoordelijkheden
die erbij komen kijken, waardoor bewoners zich kunnen oriënteren op deze optie en kunnen
beoordelen of zij zichzelf gemotiveerd en bekwaam achten voor het gebruik van een Pgb.
Op deze manier stimuleer je dat het Pgb een gelijkwaardig alternatief wordt voor ZIN.
De informatievoorziening zal zo breed mogelijk, via meerdere kanalen, ingezet worden: via
de gemeente (gemeentelijke webpagina (digitaal loket) of mondeling door de huidige Wmo
specialisten en WIJgeneralisten etc.), maar ook via folders bij bijv. huisartsen, bibliotheken,
huidige pgb-zorgaanbieders. De gemeente Eindhoven kan, aanvullend op de eigen
informatievoorziening, wijzen op de website van Per Saldo. Op deze website is een
‘zelftest’ te vinden waarbij bewoners aan de hand van een aantal vragen inzicht krijgen in
de vaardigheden die nodig zijn voor het beheren ven een Pgb en de mate waarin zij zelf
over deze vaardigheden beschikken (zie http://www.pgb.nl/test-uzelf-pgb-iets-voor-u).
Tevens zal de SVB zelf communiceren naar Pgb-houders over de veranderingen in 2015.
gemeente Eindhoven
15
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
5
Wat en bij wie kan een Pgb-houder inkopen?
Wat?
Vanaf 1 januari 2015 is het binnen de Jeugdwet en de Wmo mogelijk om voor vrijwel alle
individuele (maatwerk)voorzieningen een Pgb in te zetten. Zoals gezegd is in de Jeugdwet
bepaald dat jeugdbescherming- & jeugdreclasseringmaatregelen en opname in een
gesloten accommodatie zijn uitgesloten van een Pgb.
Dit betekent concreet dat mensen een Pgb kunnen aanvragen voor die zorgvormen die op
8
basis van de huidige regeling subsidies AWBZ ook worden verstrekt ; het gaat hier om:
Pgb’s voor Begeleiding individueel, Begeleiding groep(+ vervoer), kortdurend verblijf, een
klein deel van Persoonlijke verzorging (5%) en Beschermd Wonen (GGZ C). De AWBZ
zorgvorm Verpleging wordt vanaf 2015 vergoed op basis van de zorgverzekeringswet
(Zvw), ook het grootste deel (95%) van Persoonlijke verzorging valt onder de Zvw. In
aanvulling op het voorgaande continueert de gemeente het bestaande gemeentelijke Pgb
beleid 2014 voor de huidige Wmo producten/diensten. Ook het gemeentelijk Prb
(Persoonlijk reïntegratiebudget)-beleid blijft bestaan.
Daarnaast zullen er zorgvormen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente komen te
vallen die voorheen geen mogelijkheid tot Pgb kenden, zoals behandeling (vanuit Awbz),
GGZ zorg aan jeugdigen en de jeugdzorgvormen die voorheen provinciaal gefinancierd
werden (ambulante specialistische jeugdhulp en dagbehandeling/begeleiding). Ook voor
deze zorgvormen bestaat een PGB mogelijkheid.
Bij een Pgb aanvraag voor zwaardere ondersteuningsvormen zoals specialistische (GGZ)
behandeling. zal extra goed gekeken worden of een cliënt (of zijn/haar ouders,
vertegenwoordigers) voldoet aan de gestelde voorwaarden. Ook de beoogde
zorgaanbieder moet kwaliteit kunnen waarborgen en moet kunnen voorzien in de te
behalen resultaten. De WIJgeneralist bepaalt in samenspraak met de cliënt of dit het geval
is. Bij twijfel aan de kwaliteitseisen en/of geschiktheid zal geen Pgb toegekend worden.
Relatie met Wet Langdurige zorg
Op basis van een door de Tweede Kamer aangenomen motie kunnen mensen met
psychiatrische problematiek in aanmerking komen voor de Wet Langdurige Zorg (Wlz), de
9
opvolger van de AWBZ . Het gaat dan om mensen die langdurig aangewezen zijn op een
beschermde woonomgeving en intensieve 24-uurs nabije zorg (dat kunnen mensen met
zowel een ZZP C-pakket als een B-pakket zijn). Deze cliënten ontvangen een brief van het
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) waarmee zij rechtstreeks kunnen instromen in de Wlz.
Indien de cliënt hiervoor kiest, dan wordt de huidige indicatie administratief omgezet naar
een indicatie voor de Wlz. Over de (criteria van de) toegang tot de Wlz is de besluitvorming
nog niet afgerond, waardoor de overgang per 1 januari 2015 voor iedere cliënt nog niet
meteen definitief zal zijn.
8
Deze regeling vervalt per 01-01-’15
Vanaf 2015 vallen alle cliënten met ZZP-C indicatie onder Wmo 2015. Echter, een deel van deze
cliënten zal in de toekomst mogelijk aanspraak maken op de Wet langdurige zorg (Wlz). In de loop van
2015 zal hierover vermoedelijk meer duidelijkheid komen. Dit betekent dus dat een deel van de
cliënten slechts tijdelijk aanspraak doet op de Wmo.
16
gemeente Eindhoven
9
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Bij wie?
Een Pgb-houder kan ondersteuning/zorg inkopen bij een persoon uit zijn/haar informele
netwerk, bij een ZZP’er of bij een formele aanbieder. Gezien de keuzevrijheid voor een Pgb
is het in principe ook mogelijk dat een Pgb-houder hulp inkoopt bij een aanbieder die ook
een inkoopcontract heeft afgesloten met de gemeente. Het zal dan wel gaan om
andersoortige hulp dan die valt onder het contract, of hulp die op andere manier geboden
dient te worden (bijv. vaker, op onregelmatige tijden, door een vaste hulpverlener). Met
andere woorden, de Pgb-houder moet de noodzaak van het Pgb kunnen onderbouwen.
Pgb-inzet in het informeel netwerk
Het Pgb kan worden ingezet om niet-professionele zorgverleners te betalen. Dit kan
bijvoorbeeld iemand zijn uit het sociale netwerk van de aanvrager. Tot het sociale netwerk
worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een
sociale relatie onderhoudt. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan familieleden die
10
niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen, etc. .
Het uitgangspunt hierbij is dat het uitbetalen van een Pgb aan niet-professionele
zorgverleners beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en
effectievere ondersteuning leidt en doelmatiger is dan de inzet van een in natura
voorziening of een voorziening middels Pgb door een professional. Daarnaast is het niet de
bedoeling dat het Pgb ingezet wordt om mantelzorgers te betalen voor een vorm van
ondersteuning die ze eerder onbetaald konden en wilden verrichtten (een vorm van
oneigenlijk gebruik van het Pgb). De nut en de noodzaak van het inzetten van een Pgb in
het sociale netwerk van de cliënt kan de WIJgeneralist het best beoordelen in samenspraak
met de jeugdige of de cliënt en de betrokken mantelzorgers. Voor jeugd geldt dat een ouder
zelf de (betaalde) zorgverlener mag zijn en ook gemachtigd is als Pgb-houder.
Pgb of niet?
Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden als de aanvrager maakt de gemeente
gebruik van de bepalingen rond gebruikelijke zorg die zijn vastgelegd in het protocol
‘Gebruikelijke zorg gemeente Eindhoven’. Wanneer de ondersteuningsvraag getypeerd kan
worden als gebruikelijke zorg, wordt geen Pgb versterkt. Gebruikelijke zorg wordt
omschreven worden als “de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende
11
kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden” . Buiten
‘gebruikelijke zorg’ zijn er op dit moment geen Pgb-zorg-/ondersteuningsvormen die we op
voorhand willen uitsluiten van het informele netwerk.
De gemeente Eindhoven hecht veel waarde aan mantelzorgers en vindt het belangrijk dat
zij hun zorg kunnen blijven bieden zonder overbelast te raken en te stoppen met hun
betaalde baan. Hoewel we het uitbetalen van naasten willen beperken, willen we de
mogelijkheid van het uitbetalen van zwaarbelaste mantelzorgers behouden. De noodzaak
tot betaling van leden van het informele netwerk wordt door WIJgeneralisten bepaald door
te kijken naar:
b de omvang van de zorg waarbij we als uitgangspunt hanteren dat er sprake is van
(gemiddeld) meer dan 8 uur ondersteuning per week;
b de optie tot het opnemen van zorgverlof tot de mogelijkheid.
10
11
Handreiking PGB blz. 20.
CIZ Indicatiewijzer juli 2014
gemeente Eindhoven
17
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Andere factoren die meegenomen kunnen worden in de afweging van het al dan niet
uitbetalen van het informele netwerk zijn:
b de totale belasting van de mantelzorger (gebruikelijke zorg, mantelzorg en werk),
b het type hulp, de frequentie van de geboden hulp,
b de duur van de hulp (tijdelijk/niet),
b de mate van verplichting,
b de noodzaak om een betaalde baan (deels) op te zeggen,
b de kosten die iemand moet maken om mantelzorg te verlenen en de mogelijkheid
om dit zelf te betalen;
Per situatie is maatwerk geboden.
18
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
6
Tarifering en eigen bijdrage
Naast de wettelijke bepalingen regelt de verordening sociaal domein op een aantal punten
het Pgb. Zo legt het college in een nadere regel de hoogte van de Pgb tarieven vast. In het
overgangsjaar 2015 hanteert het college de volgende tarieven:
1. voor de voorzieningen begeleiding individueel, begeleiding groep, kortdurend verblijf,
persoonlijke verzorging en beschermd wonen, worden de maximum pgb-tarieven
overgenomen zoals het zorgkantoor deze in 2014 voor de AWBZ hanteert;
2. voor voorzieningen, niet zijnde de voorzieningen genoemd onder 1, is er sprake van
een gedifferentieerde tariefstelling voor het persoongebonden budget, te weten:
2.1. maximaal 100% van het tarief dat het college heeft afgesproken voor deze
diensten met gecontracteerde zorgaanbieders (ZIN) bij het inschakelen van
medewerkers in loondienst bij een zorgorganisatie;
2.2. maximaal 85% van het tarief dat het college heeft afgesproken voor deze
diensten met gecontracteerde zorgaanbieders (ZIN) bij het inschakelen van een
zelfstandige zonder personeel (zpp);
3. voor een voorziening met ondersteuning door een informele hulp maximaal 50% van
de tarieven genoemd onder punt 1 en 2.1 met een maximum van € 20,- per uur en bij
kortdurend verblijf maximaal € 30,- per etmaal (zie ook pgb tarief WLZ en AWBZ).
Het inzetten van ondersteuning door informele hulp is gebonden aan aantal
uitgangspunten. Er dient o.a. sprake te zijn van meer dan 8 uur ondersteuning per
week en de mogelijkheid tot het wettelijk opnemen van zorgverlof ontbreekt.
4. De genoemde kortingspercentages onder 1 en 2 gelden als uitgangspunt. Indien de
Pgb budgethouder aantoont dat het tarief ontoereikend is om passende ondersteuning
in te kopen, kan aanpassing plaatsvinden.
Het college hanteert het standpunt dat het Pgb aan de inkoop van zorg en ondersteuning
dient te worden besteed. Dit betekent dat kosten als gevolg van administratie, (in principe)
bemiddeling, coördinatie, feestdagenuitkering en verantwoordingsvrij bedrag niet ten lasten
mogen worden gelegd van het Pgb-budget. Het college maakt een uitzondering als er
sprake is van einde Pgb buiten de schuld om van de budgethouder bij overlijden. Dan mag
maximaal één volledig maandsalaris (zoals is vastgesteld in de zorgovereenkomst) ter
compensatie van het verlies van inkomsten van de particuliere zorgverlener betaald
worden.
Net als onder de huidige AWBZ kan een de Pgb-houder bij een verwijzing voor persoonlijke
verzorging en begeleiding individueel een extra jaarlijkse toelage van € 3.332,- als de
cliënte niet in een instelling verblijft en een extra jaarlijkse toelage van € 4.000,- als de
cliënt woont in een kleinschalig wooninitiatief. Dit zal per situatie moeten worden
beoordeeld of hiervan sprake is. Deze toelage is meegenomen in de berekening van de
tarieven Beschermd Wonen.
gemeente Eindhoven
19
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Eigen bijdrage en ouder bijdrage
De eigen bijdrage wordt niet meer ingehouden op het Pgb, maar door het CAK conform
landelijke regelgeving vastgesteld. Het CAK neemt hierover met de cliënten contact op. De
eigen bijdrage mag niet van het Pgb worden betaald.
Als een kind hulp met verblijf buiten het gezin krijgt, zijn ouders verplicht bij te dragen in de
kosten. Gemeenten leggen de ouderbijdrage op, maar het CAK stelt de hoogte vast en int
de bijdrage. Als een jeugdige deels elders verblijft wordt de hoogte van de bijdrage daarop
aangepast
20
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
7
Beheersing Pgb
De afgelopen jaren is gebleken dat Pgb’s niet altijd ingezet zijn voor de zorg waarvoor ze
bedoeld waren en dat er soms onvoldoende zicht was op de kwaliteit van de zorg die
ingekocht werd met een Pgb.
Trekkingsrecht
Om redenen van uniformiteit, doelmatigheid en gecoördineerde aanpak van fraude is door
de regering het trekkingsrecht ingevoerd en centraal belegt bij één organisatie, de Sociale
Verzekeringsbank (SVB). Door gestandaardiseerde uitvoering van het trekkingsrecht kan
fraude worden tegengegaan en op landelijke schaal worden aangepakt.
Als gevolg van het trekkingsrecht ontvangt niet de budgethouder het Pgb, maar maakt de
gemeente dit over naar pgb-houder gestort, maar de gemeente maakt de pgb-middelen
over naar de SVB welke vervolgens de zorgaanbieder uitbetaalt. Het MDT doet een
inhoudelijke toets op de zorgcontracten die worden afgesloten. De SVB controleert het
contract op arbeidsrechtelijke aspecten. Zorgverleners kunnen vervolgens hun facturen
sturen aan de SVB. Is de factuur in overeenstemming met de beschikking, dan betaalt SVB
de factuur rechtstreeks aan de zorgverlener. SVB signaleert bovendien onregelmatigheden
(‘red flags’) in de besteding van de pgb’s.
Naast de voordelen die het trekkingsrecht met zich meebrengt, zet de gemeente Eindhoven
onderstaande instrumenten in om te waarborgen dat het Pgb budget optimaal besteed
wordt aan de inkoop van kwalitatieve zorg en ondersteuning
Gesprek en Pgb-plan
Zoals duidelijk gemaakt, is het gesprek tussen burger en WIJgeneralist het cruciale
instrument om de risico’s van het werken met Pgb’s aan de voorkant te beheersen. Hiertoe
biedt de wetgever meer kaders dan tevoren, doordat bekwaamheid, motivering, kwaliteit
van het aanbod en het voorliggende karakter van informele zorg in de wet als
randvoorwaarden zijn vastgelegd.
Periodieke evaluatie t.b.v. kwaliteit & optie tot heroverwegen
Periodiek worden in een persoonlijk gesprek tussen Pgb-houder en WIJgeneralist de
behaalde resultaten besproken. Deze evaluatiemomenten worden in het Pgb-plan
vastgelegd. Samen kijken WIJgeneralist en Pgb-houder aan de hand van het Pgb-plan of
de Pgb-houder tevreden is over de geleverde ondersteuning en of de ondersteuning
bijdraagt aan de beoogde doelen (zelfredzaamheid en participatie). Dit maakt de kwaliteit
en doelmatigheid van de geboden ondersteuning inzichtelijk. Ook kan er
steeksproefsgewijs een huisbezoek worden gebracht aan de Pgb-houders om het gebruik
van het Pgb te evalueren. Dit kan leiden tot bijstelling van het Pgb-plan en een verandering
in het Pgb-tarief. Tevens kan tijdens de evaluatie naar voren komen dat een cliënt bewust
of onbewust het budget heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het Pgb is
afgegeven. Bij dergelijke signalen van oneigenlijk gebruik, of bij signalen van de SVB (red
flags) kan de afdeling handhaving van de gemeente ingeschakeld worden. Dit kan leiden
tot het heroverwegen van de beschikking. Dit is een middel om fraude en oneigenlijk
gebruik tegen te gaan. Op basis van de Jeugdwet en het wetsvoorstel Wmo-2015 heeft een
gemeente een mogelijkheid om een Pgb bij oneigenlijk gebruik terug te vorderen.
gemeente Eindhoven
21
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
In de verordening Sociaal Domein zijn bepalingen opgenomen op grond waarvan de
beslissing om een Pgb uit te keren herzien dan wel ingetrokken kan worden (bijv. niet
voldoen aan de voorwaarden, verstrekken van onjuiste/onvolledige informatie). De
aanvrager kan bezwaar aantekenen wanneer het college het Pgb weigert zoals in de
beschikking is opgenomen.
22
gemeente Eindhoven
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
8
Beschermd wonen
Zoals gesteld in hoofdstuk 5 krijgt de gemeente, met de inwerkingtreding van de Wmo 2015
ook de verantwoordelijkheid voor Beschermd wonen. Voor deze zorgvorm blijft de
mogelijkheid tot Pgb bestaan. Beschermd Wonen is de enige vorm van langdurige
intramurale ondersteuning die binnen de Wmo komt te vallen. Bij Beschermd Wonen gaat
het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen bij wie op participatie
gerichte ondersteuning vanuit een beschermde woonomgeving centraal staat.
Tijdelijke voorziening als onderdeel van de keten
Beschermd wonen wordt gezien als een schakel in een groter geheel. Cliënten die een
beroep doen op beschermd wonen komen uit een GGZinstelling, maken gebruik van
maatschappelijke opvang of ontvangen ambulante ondersteuning thuis. Beschermd Wonen
is een (tijdelijke) maatwerkvoorziening die erin moet voorzien dat de betrokkene uiteindelijk
(op termijn) weer in staat is zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Echter,
er zijn cliënten die levenslang aangewezen zijn in een beschermde setting te wonen. De
verantwoordelijkheid voor een (snellere) uitstroom uit beschermd wonen naar begeleiding
bij zelfstandig wonen, leggen de gemeenten neer bij de aanbieders.
Ook gedetineerden kunnen, vanuit de forensische zorg, gebruikmaken van beschermd
wonen. Deze ondersteuning valt niet onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Als de
forensische titel naar verloop van tijd verdwijnt, kunnen deze cliënten voor de
centrumgemeenten wel Wmo-aanvragers worden die al in een beschermd wonen
voorziening verblijven.
Centrumgemeente
Alle gemeenten zijn op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor het bieden van
voorzieningen voor beschermd wonen. Bestuurlijk is de afspraak gemaakt deze
verantwoordelijkheid te beleggen bij een centrumgemeente. Deze gemeenten regelen de
inkoop en toegang van beschermd wonen. De gemeente Eindhoven is de
centrumgemeente voor de 13 gemeenten in de regio te weten de gemeenten Bladel,
Bergeijk, Best, Cranendonck, Eersel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot,
Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. De
centrumgemeente stelt vast of beschermd wonen de meeste gepast vorm van
ondersteuning is.
Toegang
Omdat de WIJgeneralisten in 2015 niet in één keer de toegang tot alle ondersteuning
kunnen overnemen, is het voornemen om de toegang naar Beschermd Wonen te
organiseren via een toeleidingscommissie voor maatschappelijke opvang en beschermd
wonen. In deze commissie zitten betrokken (zorg)instellingen, een medisch specialist (bijv.
SPV’er of psychiater), vertegenwoordiging van de regiogemeenten en de WIJorganisatie
onder voorzitterschap van de gemeente Eindhoven. In 2015 wil gemeente Eindhoven in
samenwerking met de regiogemeenten de georganiseerde toegang evalueren om vanaf
2016 te komen tot een meer definitieve vorm van de toegang tot beschermd wonen.
gemeente Eindhoven
23
november 2014
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015 - Op naar een positief Pgb beleid
Samen zorg inkopen
Naast professionele plekken waar Beschermd Wonen wordt aangeboden, zoals het RIBW,
een geestelijke gezondheidszorginstelling of een instelling voor Maatschappelijke Opvang
met RIBW-toekenning, zijn er ook particuliere initiatieven die door cliënten of hun omgeving
met een Pgb worden ingekocht. Hierbij worden verschillende woonvormen geboden: van
individuele appartementen tot een woongroep die onderdeel zijn van een grotere woonvorm
tot kleinschalige wooninitiatieven. Vanuit de gedachte dat de cliënt door middel van
zelfredzaamheid, eigen kracht en eigen regie vorm geeft aan de wijze hoe hij zijn zorg en
ondersteuning organiseert zien wij het gezamenlijk inkopen van zorg als een mooie vorm
van het bundelen van krachten. Het blijft dan ook mogelijk om Pgb’s van meerdere cliënten
te verzamelen om gezamenlijk zorg in te kopen. Het proces van aanvraag, afhandeling,
declaratie, facturering en verantwoording blijft individueel..
24
gemeente Eindhoven