Hogeschool Inholland Alkmaar Aalberts Industries N.V. Integrale bedrijfsanalyse Robin Feld Jade de Graaf Daan Stam 01-06-2014 Titel : Integrale bedrijfsanalyse Bedrijf : Aalberts Industries Inleverdatum : 01-06-2014 Opdrachtgever : Henk Schilstra Klas & Opleiding : 2F1, Accountancy Opsteller(s) : Robin Feld 526188 Jade de Graaf 522776 Daan Stam 526864 : Inholland Alkmaar, 2014 Colofon 1 Executive Summary In this report is Aalberts Industries N.V. integral analyzed. The holding Aalberts Industries with all her subsidiaries thereunder, is split in five business segments. The business segments that have the dominant factor inside Aalberts Industries are Industries Services and Flow Control. From the analysis of the Ashridge mission model it has been found that Aalberts Industries gives a lot of attention to different stakeholders. Two of the stakeholders of Aalberts Industries are the shareholders and suppliers, they find it important that the enterprise stay profitable. Aalberts Industries is leader in her sector. Aalberts want to keep this position by means of research, development and technological innovation. All developments are based on the specific wishes of customers and the markets. Thus Aalberts Industries will stay one step ahead of the competition. If Aalberts Industries stops with innovating products, she will be overtaken by her competition. Looking at the 7S model, Aalberts Industries is working with Local managers that are taking their responsibilities to the group-managers. It is also known that the enterprise uses a personal education development planning and a code of conduct. In the industry analysis is the business segment Flow Control with help of the five forces model of Porter investigated. Aalberts Industries has with its suppliers dynamic purchasing contacts closed, which gives the power advantage to Aalberts Industries. Furthermore, it is not possible for suppliers to take on the role of Aalberts Industries this is due to high fixed costs and advanced machines. It is also hard for the customers to take over Aalberts Industries. Moreover Aalberts Industries, provides a portion of its products directly to its subsidiaries. An entrant in the Flow Control market can be a recipient of Aalberts Industries, when its customers start producing the products themselves. Also, there is no substitution threats in the market for Flow Control. The business analysis consists of four parts. The fundamental analysis can be concluded that the ratios between 2002 and 2008 remained broadly stable or even increased slightly. In 2009, it is striking that almost every indicator is considerably decreased. This shows that Aalberts Industries suffered from the economic crisis. After 2009, the ratios increased again, and they have gradually reached their former level. The indicators show that Aalberts Industries is a successful and stable company. The Altman's Z-score also indicates that Aalberts Industries is a financial healthy company. The revenue and profit analysis showed that in the United States, most revenue is generated. The United States also have the most growth, making the United States the star of the company. France, however, approaches the downturn phase. 2 The technical analysis showed that the rate of Aalberts Industries share in recent years has increased significantly. The course line has stayed within the trend channel for the past year, which causes the shares of Aalberts Industries to be seen as, stable. The RSI index fluctuated around 70 last year. The zone 30-70 is the stable zone. At the moment that the share is far above 70, there will be a declining course in the market. Using the risk rating of the past ten years a risk analysis has been made. The commercial risk of Aalberts Industries is 29%. This risk by Aalberts Industries is being limited as much as possible by usage of currency instruments and commodity futures by enhancing contracts with the customers. The operating result of Aalberts Industries may differ 32% from the average, which is the business risk. Additionally Aalberts Industries has an operating leverage factor of 1.10. The financial risk is determined by the height of the interest obligations. Aalberts Industries Financial risk is 34%. Aalberts Industries tries to reduce this as much as possible by taking out loans against variable interest. In addition, the company makes a restrictive policy on credit. After analyzing the total risk it shows that the efficiency of Aalberts Industries has greatly improved and the associated risk is reduced. This makes the share of Aalberts Industries more attractive to investors. Aalberts Industries uses the growth routes 1.1, 1.2, 1.3, 2.5, 3.1, 3.2, 3.3 and 3.4. The company grows mostly autonomous and through acquisitions. The chance of organic growth is there, and Aalberts Industries will fully benefits from the revenues. On the other hand if there are losses then this will be also for Aalberts Industries. Growth through acquisitions provides access to new markets, but it will bring high costs at first. In the forecast it’s predicted that in 2014 the sales volume will rise. The prediction is that the solvency of the company will be 55% in 2014 and the Return on Debt 3.1%. Most of the posts on the balance sheet and income statements shall rise according to the historical trend. The cost of staff will rise but as a percentage of the sales volume it will decrease. This is in line with the trend ‘do more with less’. The forecast also shows that Aalberts Industries company will be growing and stay healthy. The SWOT-analyse compares the external issues, strengths and weaknesses, of Aalberts Industries in the confrontation matrix. This also showed that the greatest opportunity for Aalberts Industries is developing their own portfolio. The biggest threat is an economic crisis. The company should choose an attack strategy in expanding their portfolio. Aalberts Industries must defend the strong cash flow and apply cross-selling to strengthen the company. In the short term (six months) a HOLD advice has been given for Aalberts Industries share. For the longer term (two years) a BUY advice is given. 3 Inhoudsopgave Executive Summary Inhoudsopgave 4 Inleiding 8 1 Profiel van de onderneming 1.1 Doel 10 1.1.2 Strategie 11 1.1.3 Waarden 11 1.1.4 Gedragsnormen 12 1.1.5 Karakter 12 1.2 Stakeholders analyse 13 1.3 Krachtenveld analyse 13 1.4 7S model 14 1.4.1 Strategie 14 1.4.2 Structuur 15 1.4.3 Systemen 15 1.4.4 Personeel 16 1.4.5 Stijl 16 1.4.6 Vaardigheden 16 Conclusie Branche analyse 2.1 Interne concurrentie 2.1.1 2.2 Interne concurrentie wordt bepaald door: Externe concurrentie 16 18 18 18 20 2.2.1 De kracht van toeleveranciers wordt bepaald door: 20 2.2.2 Afnemersmacht wordt bepaald door: 21 2.3 Potentiële concurrentie 24 2.3.1 De kracht van nieuwe toetreders wordt bepaald door: 24 2.3.2 Substitutiedreiging wordt bepaald door: 25 2.4 3 10 1.1.1 1.5 2 Ashridge mission model 10 Conclusie 25 Bedrijfsanalyse 26 3.1 Fundamentele analyse 3.1.1 Solvabiliteit 26 26 4 3.1.2 Liquiditeit 27 3.1.3 Rentabiliteit 28 3.1.4 Activiteitskengetallen 31 3.1.5 Werknemerskengetallen 34 3.1.6 Omgevingsanalyse 37 3.1.7 Dupont chart 40 3.1.8 Beleggingskengetallen 42 3.2 5 45 3.2.1 Geografische spreiding 45 3.2.2 Verdeling naar activiteiten 47 3.2.3 Verdeling naar distributiekanalen 49 3.2.4 Portfolio-analyse 49 3.3 Bedrijfstaklevenscyclus 50 3.4 Technische analyse 51 3.4.1 Grafieken 51 3.4.2 Trendanalyse 52 3.4.3 Koerspatronen 54 3.4.4 Cross-over techniek 55 3.4.5 Indicatoren 55 3.5 4 Omzet- en winstanalyse Conclusie 57 Risicomanagement 58 4.1 Commercieel risico 58 4.2 Bedrijfsrisico 60 4.3 Financieel risico 61 4.4 Totaal risico 62 4.5 Conclusie 63 Groei management 64 5.1 Groei routes 64 5.1.1 Groei routes 1.1 en 3.1 64 5.1.2 Groei routes 1.2 en 3.2 64 5.1.3 Groei routes 1.3 en 3.3 65 5.1.4 Groei route 3.4 65 5.1.5 Groei route 2.5 65 5.2 Kansen en bedreigingen van groeiroutes 65 5 5.2.1 Organische groei 66 5.2.2 Groei door samenwerking 66 5.2.3 Groei door overnames 66 5.3 6 Forecasting 6.1 Top down forecasting 67 68 68 6.1.1 Omzetprognose 68 6.1.2 Externe kosten 71 6.1.3 Personeelskosten 71 6.1.4 Balanstotaal 72 6.1.5 Vaste en vlottende activa 73 6.1.6 Afschrijvingen 73 6.1.7 Solvabiliteit 74 6.1.8 Overige posten resultatenrekening 75 6.1.9 Debetzijde balans 76 6.1.10 Creditzijde balans 77 6.1.11 Resterende voorspellingen 79 6.1.12 Balans 80 6.2 Fine tuning van de forecast 80 6.2.1 Vergelijking boekjaar 2013 81 6.2.2 Vergelijking boekjaar 2014 82 6.3 7 Conclusie Conclusie 83 SWOT analysis 84 7.1 Huidige strategie 84 7.2 Externe issues 84 7.2.1 Cross-selling (1) 84 7.2.2 Uitbreiding portfolio (2) 85 7.2.3 Sterke cashflow (3) 85 7.2.4 Concurrentie uit lagelonenlanden (4) 85 7.2.5 Volatiliteit grondstoffen (5) 85 7.2.6 Economische crisis (6) 85 7.3 Sterktes en zwaktes 86 7.4 Confrontatiematrix 86 7.5 Kansen en bedreigingen 87 6 8 7.6 Strategische opties 88 7.7 Conclusie 89 Conclusies en aanbevelingen 91 8.1 Conclusies 91 8.2 Beleggingsadvies 94 Bibliografie 97 7 Inleiding Vrijwel elke Nederlander vindt het normaal dat wanneer men de kraan opendraait, er water uitstroomt en als men de verwarming aanzet, deze warmte uitstoot. Hoe vanzelfsprekend is dat eigenlijk? Waar komt dat water vandaan en hoe komt gas het huis binnen? Aalberts Industries N.V. is een wereldwijde speler op het gebied van de ontwikkeling van gespecialiseerde, industriële producten, systemen en processen onder andere op het gebied van regulering en distributie van vloeistoffen en gassen. Wat in 1975 klein begon in Nederland, is inmiddels uitgegroeid tot een wereldwijde holding met meer dan honderd groepsmaatschappijen. Aalberts Industries maakt geavanceerde, hoogwaardige producten die het mogelijk maken om bijvoorbeeld gas van punt A naar B te verplaatsen. Met behulp van innovatie heeft de onderneming haar huidige positie bereikt. De overtuiging is dat zij door middel van het ontwikkelen van een innovatief productportfolio, dat nauw aansluit op de wensen van de klant, haar huidige marktpositie kan behouden en verstevigen. In dit rapport wordt het bedrijf Aalberts Industries integraal geanalyseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het begeleidende boek ‘Integrale bedrijfsanalyse’ geschreven door dhr. Schilstra en het daarbij behorende ExcelAnalyseModel, waarin de cijfers uit de jaarverslagen van de afgelopen elf jaar zijn opgenomen. Het rapport bestaat uit acht hoofdstukken die ieder elk een aspect van de analyse behandelen. In hoofdstuk 1 wordt het profiel van de onderneming belicht. Anders gezegd: waar staat het bedrijf voor, en hoe is het ingericht. Vervolgens wordt een analyse gemaakt van een specifieke branche waarin de onderneming actief is. In dit geval ‘Flow Control’. In hoofdstuk 3 wordt het gehele bedrijf onder de loep genomen. Hierbij wordt onder andere een groot aantal kengetallen van de afgelopen elf jaar met elkaar vergeleken. Ook wordt er een technische analyse van het aandeel gemaakt. Daarna komt in het vierde hoofdstuk het risicomanagement aan bod. Daarbij wordt gekeken in hoeverre Aalberts Industries de op haar van toepassing zijnde risico’s heeft weten te managen. In het vijfde hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de groeiroutes die Aalberts Industries bewandeld. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 een forecast gemaakt voor de boekjaren 2013 en 2014. Deze worden vergeleken met de werkelijke cijfers en voorspellingen van andere ondernemingen. In hoofdstuk 7 wordt een SWOT-analyse gemaakt van Aalberts Industries. Hierbij worden de kansen en bedreigingen voor de onderneming geïdentificeerd. Als laatste wordt in hoofdstuk 8 de conclusie opgemaakt en wordt een beleggingsadvies voor het aandeel Aalberts Industries gegeven voor de korte en lange termijn. 8 In de bijlagen van het rapport zijn opgenomen de essays over corporate governance, de opdracht van externe verslaggeving, de opdracht van financiering en de opdracht kwantitatieve data analyse. Het rapport is kortom een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de onderneming Aalberts Industries, of de werking van de integrale bedrijfsanalyse. De gebruikte methoden en analyses zijn gestructureerd doorlopen en toegelicht en de gebruikte tabellen en grafieken zorgen voor een verduidelijking van het in de tekst geschetste beeld. 9 1 Profiel van de onderneming In dit hoofdstuk wordt het bedrijfsprofiel van Aalberts Industries beschreven. Dit wordt gedaan aan de hand van verschillende modellen en analyses. De modellen die worden gebruikt zijn het Ashridge mission model van Campbell en het 7S model van McKinsey. De analyses die gebruikt worden in dit hoofdstuk zijn de stakeholdersanalyse en de krachtenveldanalyse. De onderneming Aalberts Industries is opgesplitst in vijf business segmenten, te weten: - Building Installations Europe - Building Installations North America - Climate Control - Flow Control Industrial|Oil & Gas - Industrial Services Elk business segment richt zich op een aantal belangrijke markten. 1.1 Ashridge mission model In deze paragraaf wordt de strategie van Aalberts Industries bekeken aan de hand van het Ashridge mission model. Met dit model kan de kwaliteit van de missie gemeten worden. 1.1.1 Doel Missie van Aalberts Industries: “Aalberts Industries richt zich op duurzame, winstgevende groei, zowel autonoom als via acquisities, en streeft naar een continue versterking van (leidende) marktposities en een verbetering van de operationele marge. De holding neemt hierbij het initiatief, ondersteund door het groepsmanagement. De strategie wordt structureel op diverse niveaus binnen de organisatie besproken en geëvalueerd.” Na het analyseren van de missie van Aalberts Industries, is er naar voren gekomen dat zij zich vooral richt op de groei van de winstgevendheid. Dit dient vooral de belangen van de stakeholders en de aandeelhouders. Het is vooral een globale missie, deze missie bevat geen punten waarmee gemeten kan worden of de gestelde doelen behaald zijn. Zij hebben in de uitwerking van de doelstellingen deze percentages overigens wel uitgebreid omschreven. Aalberts Industries streeft naar stabiele winstgroei per aandeel, stabiele omzetgroei, evenwichtige resultaatverdeling, toonaangevende marktposities en solide balansverhouding. Er zijn een aantal financiële doelstellingen geformuleerd, om te toetsen of de resultaten aan de verwachtingen voldoen. 10 Aalberts Industries neemt in haar missie gedeeltelijk de verantwoordelijkheid naar haar stakeholders. Er wordt gesproken over een stabiele winstgroei per aandeel, dit betekent voor de aandeelhouders dat zij kunnen rekenen op een jaarlijks stabiel dividend. Bovendien kunnen zij er op rekenen dat de waarde van het aandeel geleidelijk zal stijgen. Daarnaast wordt er verantwoordelijkheid gedragen naar de klanten en leveranciers. Door het streven naar een stabiele omzetgroei geeft Aalberts Industries haar klanten en leveranciers een stukje zekerheid dat de onderneming nog jaren zal voortbestaan. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries), (Campbell) 1.1.2 Strategie Uit de verklaring blijkt dat de holding Aalberts Industries is opgesplitst in twee segmenten; Industrial Services en Flow Control. Deze segmenten bestaan uit een groot aantal dochters die verspreid over de hele wereld zijn gevestigd. Dit is aantrekkelijk, omdat de onderneming momenteel hoofdzakelijk in Europa gevestigd is. In de nabije toekomst zou een slag gemaakt kunnen worden naar meerdere vestigingen in andere werelddelen. Momenteel is Aalberts Industries marktleider in de sector. Deze positie wil Aalberts Industries uiteraard behouden door middel van onderzoek, ontwikkeling en technologische innovatie. Aalberts Industries blijft niet stilzitten en introduceert elk jaar nieuwe, innovatie producten, systemen, processen en technologieën die gebaseerd zijn op de specifieke wensen van klanten en markten. Op deze manier wil Aalberts Industries de concurrentie een stapje voor blijven. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries), (Campbell) 1.1.3 Waarden In de strategie van het bedrijf moeten waarden zijn beschreven waar de werknemers trots op kunnen zijn. Bij Aalberts Industries wordt niet gesproken over waarden van werknemers en milieuvriendelijkheid. Echter, wanneer er verder wordt gekeken naar de specifieke doelstellingen per individuele stakeholder komt er naar voren dat Aalberts Industries bewust wil omgaan met het welzijn van haar medewerkers en het milieu. Concluderend kan gezegd worden dat Aalberts Industries overtuigingen heeft die verder kijken dan alleen het verbeteren van haar eigen resultaten. Er wordt gekeken naar het recyclen en minimaliseren van afval. Ook beschikt zij over een gecertificeerd milieumanagementsysteem volgens de norm ISO14001. Bovendien wordt er gestreefd naar een zo veilig mogelijke werkomgeving voor werknemers. Het is belangrijk dat de strategie gedragsnormen bevat die de basis zijn voor de waarden van de organisatie. Aalberts Industries staat voor eerlijkheid, integriteit, handelen volgens de wet en respectvol omgaan met partners. De strategie van Aalberts Industries – het behalen van duurzame, 11 winstgevende groei – kan alleen worden behaald zonder daarbij de wet te overtreden en door respectvol om te gaan met stakeholders. Aalberts Industries is verplicht jaarlijks haar cijfers te publiceren. Een onderdeel van de gedragscode is dat zij tijdig eerlijke informatie openbaar maken. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries), (Campbell) 1.1.4 Gedragsnormen De gedragsnormen waar Aalberts Industries voor staat zijn zodanig beschreven dat de individuele werknemer zelf kan beoordelen of zij zich correct gedraagt. Een van de gedragsnormen is: juiste machtiging en goedkeuring. Om hier aan te voldoen zal Aalberts Industries een goede functiescheiding hebben doorgevoerd binnen haar organisatie. Als er onregelmatigheden optreden moeten zij dit melden bij de manager. In de gedragscode is beschreven dat de werknemer volgens de wet dient te handelen. De werknemer kan zelf beoordelen of zij zich correct heeft gedragen. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries), (Campbell) 1.1.5 Karakter In de verklaring wordt een duidelijk beeld geschetst over hoe de organisatiestructuur in elkaar steekt. Er zijn dertien groepsdirecteuren, zij zijn verantwoordelijk voor één of meerdere ondernemingen. Elke onderneming in de groep heeft een eigen managementteam. Elk managementteam heeft haar eigen verantwoordelijkheden. Aalberts Industries heeft een ondernemende cultuur. Dit komt goed tot uiting in innovatie van producten en een actieve marktbenadering. Dit sluit aan op de strategie om elk jaar te verbeteren. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries), (Campbell) 12 1.2 Stakeholders analyse In figuur 1.1 zijn de belangrijkste stakeholders van Aalberts Industries weergegeven. Daarbij is gekeken wat de behoeften zijn, anders gezegd wat zij wil dat Aalberts Industries voor hen doet. Daarnaast is gekeken naar de bijdrage die Aalberts Industries van haar stakeholders verlangd. Figuur 1.1: Stakeholders analyse Stakeholders behoeften Stakeholders (wensen en behoeften) Veilige, gezonde en inspirerende werkomgeving Duurzame winstgroei en financiële resultaten Hoogwaardige en duurzame producten, realisatie van projecten en installaties met behulp van innovaties, R&D inspanningen, patenten, productinformatie, duurzame oplossingen en goede prijs/kwaliteit Betrouwbare partner en duurzame relatie Voldoen aan wet- en regelgeving Zuinig omgaan met energie en minimaliseren van afval en maximaliseren van recycling (Aalberts Industries), (Schilstra, 2010) Stakeholders bijdrage (behoeften van de organisatie) Medewerkers Aandeelhouders Klanten Leveranciers Overheid Maatschappij Kennis, kunde, inzet, vaardigheden en naleven van de gedragscode Kapitaal, krediet, risico en support Vertrouwen, omzet, winst en groei Snel, goed, goedkoop, gemakkelijk, betrouwbare partner en duurzame relatie Duidelijke wet- en regelgeving, vergunningen en juridisch, Transparantie en advies 1.3 Krachtenveld analyse Met behulp van de in vorige paragraaf gemaakte stakeholdersanalyse kan er een krachtenveldanalyse worden gemaakt. Aalberts Industries is een onderneming die zich richt op het produceren van industriële producten, systemen en processen met hoogwaardige technologische kennis. Door middel van het centraal stellen van innovatie heeft Aalberts Industries een leidende positie in de markt weten te verwerven. Een belangrijke doelstelling van de onderneming is om de marktpositie continu te versterken. De onderneming is gevestigd op verschillende continenten. Momenteel concentreren de activiteiten van Aalberts Industries zich vooral op markten van Europa en de Verenigde Staten. In de toekomst 13 zal Aalberts Industries haar huidige positie doorlopend willen vergroten. Dit wil zij bereiken door een voorloper te zijn op het gebied van industrie. Als Aalberts Industries zal stoppen met het innoveren van producten, zal zij voorbij worden gestreefd door haar concurrenten en haar sterke marktpositie verliezen. (Schilstra, 2010), (Lewin) 1.4 7S model In deze paragraaf wordt Aalberts Industries bekeken vanuit het 7S model van McKinsey. De volgende subparagrafen beschrijven elk een factor uit het model. De factoren bij elkaar beschrijven de ‘shared values’ van de onderneming. (McKinsey), (Schilstra, 2010) 1.4.1 Strategie Door efficiënt om te gaan met grondstoffen om op die manier de hoeveelheid afval te minimaliseren probeert Aalberts Industries de kosten zo laag mogelijk te houden. Door het laag houden van de kosten kan de winstgevendheid worden vergroot, één van de doelstellingen van Aalberts Industries. Door het opstellen van een Gedragscode hebben de medewerkers duidelijke richtlijnen over hoe zij dienen te handelen. Dit leidt er toe dat het personeel zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet. (Aalberts Industries) 14 1.4.2 Structuur Figuur 1.2: Organisatiestructuur Aalberts Industries Aalberts Industries N.V. Raad van commissarissen Directie Industrial Services Groepsmanagement Lokaal management Flow Control Groepsmanagement Lokaal management (Aalberts Industries) Aalberts Industries NV is een holding, met daaronder de groepsactiviteiten Industrial Services en Flow Control. Deze groepsactiviteiten hebben hun eigen groepsmanagement met daaronder lokaal management. De groepsdirecteuren zijn op hun beurt verantwoordelijk voor één of meer ondernemingen en houden kantoor op een van de locaties. De ondernemingen in de groepen hebben weer eigen managementteams met ook weer eigen verantwoordelijkheden. (Aalberts Industries) 1.4.3 Systemen Om medewerkers te stimuleren en verder te ontwikkelen wordt er gebruik gemaakt van het persoonlijkontwikkelingsplan. Hierbij wordt met elke medewerker individueel gekeken of haar persoonlijke doelstellingen zijn bereikt. Aan de hand van de Gedragscode worden verschillende richtlijnen gegeven, waarin is vastgelegd hoe de medewerkers binnen de organisatie zich horen te gedragen. Daarnaast beschikt Aalberts Industries over de certificaten van kwaliteitsmanagement ISO9001, veiligheidsmanagementsystemen OHSAS18001 en miliuemanagementsysteem ISO14001. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries) 15 1.4.4 Personeel Het beschikbare personeel is op het jaareinde van 2012 als volgt verdeeld: Tabel 1.1: Werknemersverdeling 2012 Afdeling Aantal werknemers Industrial Services 4.585 Flow Control 7.445 Overige 18 TOTAAL 12.048 (Aalberts Industries N.V., 2013) 1.4.5 Stijl Bij Aalberts Industries is sprake van een grote mate van operationele eindverantwoordelijkheid. De strategie wordt opgesteld door de holding in samenwerking met de groepsmaatschappijen. Dit alles leidt tot een ondernemende cultuur waarin innovatie een belangrijke rol speelt. Aalberts Industries heeft als doel haar marktpositie te behouden. Het management is eindverantwoordelijk. Zij moeten de medewerkers op een zodanige manier motiveren zodat de doelstellingen behaald worden. (Aalberts Industries N.V., 2013) 1.4.6 Vaardigheden Aalberts Industries is heel erg innovatief. Dit is nodig om haar marktpositie te verstevigen en te vergroten. Er wordt bij Aalberts Industries doorlopend onderzoek gedaan naar innovatiemogelijkheden in de verschillende productgroepen, door middel van Research&Development. Om de vaardigheden van de werknemers te vegroten wordt er actief gedaan aan scholing en training. Aalberts Industries wil continu op de hoogte zijn van de ontwikkelingen op de markt. Om dit te bereiken doet zij aan een actieve marktbenadering. Er wordt continu contact gehouden met klanten en afnemers om zo goed mogelijk te voldoen aan haar specifieke wensen. 1.5 Conclusie In dit hoofdstuk is de eerste stap gezet voor het maken van de bedrijfsanalyse. Aalberts Industries is geïntroduceerd aan de hand van diverse mangagementtheorieën. De holding Aalberts Industries, met al haar dochterondernemingen daaronder, is grofweg op te delen in twee verschillende activiteiten; Industrial Services en Flow Control. Aan de hand van het Ashridge mission model is de missie en bijbehorende ondernemingsinformatie onder een vergrootglas gelegd. Uit deze analyse is gebleken dat Aalberts Industries hierin aandacht 16 besteedt aan verschillende stakeholders. De onderneming heeft een duidelijk ideaalbeeld geschetst en heeft onderbouwd op welke manier zij dat wil bereiken. De stakeholdersanalyse heeft de behoeften en belangen van de verschillende stakeholders in kaart gebracht. Voor aandeelhouders en leveranciers is het vooral belangrijk dat de onderneming winstgevend blijft. Andere groepen die meer buiten de onderneming staan, zoals overheden en de maatschappij hechten vooral waarde aan eerlijkheid, transparantie, rechtmatigheid en het streven naar een betere wereld. Aalberts Industries bevindt zich in een veranderende markt. Door middel van het schenken van veel aandacht en kapitaal aan innovatie, streeft zij ernaar de concurrentiestrijd in haar voordeel te beslissen. Het 7S model heeft geleid tot het benoemen van de shared values van Aalberts Industries. De structuur van de holding is onder de aandacht gebracht. Aalberts Industries werkt met lokale managers, die verantwoording afleggen aan groepsmanagers. Bekend is dat de onderneming gebruik maakt van persoonlijkontwikkelplannen en een gedragscode, om werknemers te sturen en verder te ontwikkelen. Daarnaast is ook uit deze analyse voortgekomen dat innovatie een stuwende kracht is achter het succes van Aalberts Industries. 17 2 Branche analyse In dit hoofdstuk wordt de Flow control markt geanalyseerd. Er is voor deze markt gekozen, omdat dit samen met Industrial Services de grootste markt is waarop Aalberts Industries actief is. Om de markt te analyseren wordt gebruik gemaakt van het vijf krachten model van Porter. Bij dit model wordt de concurrentie opgedeeld in vijf verschillende krachten bestaande uit de interne concurrentie, de kracht van toeleveranciers, afnemersmacht, de nieuwe toetreders en als laatste de substitutiedreiging. 2.1 Interne concurrentie 2.1.1 2.1.1.1 Interne concurrentie wordt bepaald door: Aantal, omvang en sterkte van de rivalen In de Flow control markt is er sprake van een geconcentreerde markt. Om een beeld te krijgen van de concurrentie is er gekozen voor de Standaard Bedrijfsindeling: ‘vervaardiging van de appendages’. Om deze markt heeft Aalberts Industries te maken met een aantal grote aanbieders. De drie grootste concurrenten zijn: - Flow Service B.V. - Pentair Valves & Controls Netherlands B.V. - Asco Controls B.V. Om tot een oordeel te komen over de positie van Aalberts Industries op deze markt is het onderstaande cirkeldiagram gemaakt, aan de hand van de omzetten van de bovengenoemde ondernemingen, inclusief Aalberts Industries. Figuur 2.1: Omzet verhouding Aalberts Industries Flowserve B.V. Pentair Valves & Conctrols Netherlands B.V. Asco Controls B.V. (company.info), (Aalberts Industries N.V., 2013) 18 Uit de cirkeldiagram komt naar voren dat Aalberts Industries de marktleider is op het gebied van Flow Control. Aalberts Industries bezit ruim driekwart van de Flow Control markt. De drie grootste concurrenten zijn in vergelijking met Aalberts Industries kleine spelers. 2.1.1.2 Groeipotentie van de markt Aalberts Industries heeft veel aandacht besteed aan het versterken van haar marktpositie. Dit heeft zij gedaan door verbetering van haar productportfolio, aanscherping van de managementfocus op bepaalde marktsegmenten, product- en merkontwikkeling, gezamenlijke marketing, presentatie en training van het product- en systeemportfolio aan haar medewerkers, eindgebruikers en voorschrijvende instanties, specificatie en het navolgen van projecten en versterking van het key accountmanagement. Om deze investeringen mogelijk te maken is er in 2012 9% meer geïnvesteerd dan in het voorgaande jaar. Hieruit blijkt dat er nog voldoende groeipotentie is in deze markt. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.1.1.3 Hoogte van het vaste kosten niveau Aalberts Industries vervaardigt industriële producten. Bij de productie wordt veel gebruik gemaakt van geavanceerde machines. Deze machines worden afgeschreven en moeten worden onderhouden, dit leidt tot hoge vaste kosten. Van al het personeel wat bij Aalberts Industries werkt is het grootste deel actief voor de afdeling Flow Control. Flow Control beschikt in 2012 over 7.445 werknemers. Daarnaast is Aalberts Industries continu bezig met het verbeteren van de productefficiency onder andere op het gebied van automatisering, hierdoor worden de vaste kosten verlaagd. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.1.1.4 Mogelijke productdifferentiatie Doordat Aalberts Industries veel aandacht geeft aan het ontwikkelen van innovatieve producten, blijft zij haar concurrentie altijd een stapje voor met innovatieve producten. Met deze producten onderscheidt zij zich van de concurrent. Er is dus sprake van productdifferentiatie, dit komt ook tot uiting in de omzet verhouding. Als er sprake zou zijn van homogene producten zou de totale omzet van de markt meer gelijk verdeeld zijn. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.1.1.5 Diversiteit van de rivalen Door de sterke marktpositie van Aalberts Industries, heeft zij in vergelijking met haar concurrenten relatief veel mogelijkheden om te investeren. De concurrenten van Aalberts Industries hebben minder vermogen om te investeren en dus minder mogelijkheden om innovatieve producten te produceren. Hierdoor zijn zij gedwongen om de productlijn van Aalberts Industries te kopiëren. Er is dus voor de rivalen niet veel mogelijkheid om zich te onderscheiden in de markt. 19 2.1.1.6 Hoogte van de uittreebarrières De concurrenten van Aalberts Industries zullen niet snel uit de markt stappen, dit vanwege dat zij al veel geïnvesteerd hebben in duurzame en geavanceerde machines. De uittreebarrière is dus hoog. 2.2 Externe concurrentie Externe concurrentie wordt bepaald door de kracht van toeleveranciers en die van afnemers. 2.2.1 2.2.1.1 De kracht van toeleveranciers wordt bepaald door: Aantal en omvang van toeleveranciers Er staat niet precies vast over hoeveel toeleveranciers Aalberts Industries beschikt. Aalberts Industries maakt gebruik van dynamische inkoopcontracten, dit wil zeggen dat de macht bij Aalberts Industries ligt en niet bij de toeleveranciers. Ook is er een gedragscode opgesteld ten aanzien van de toeleveranciers. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.2.1.2 Vervangende producten De producten die de toeleveranciers verstrekken aan Aalberts Industries zijn vooral metaal en koper. Dit zijn grondstoffen die niet te vervangen zijn, dus zonder deze middelen kan Aalberts Industries niet produceren. Hierdoor zal het productieproces stil vallen. 2.2.1.3 Geleverd volume In het jaarrapport van Aalberts Industries is de volgende passage opgenomen: “Ten aanzien van het inkoopbeleid worden inkoopvolumes geconsolideerd en dynamische inkoopcontracten met leveranciers afgesloten in termen van prijzen, volumes en perioden.” Hieruit kan worden opgemaakt dat Aalberts Industries raamcontracten heeft afgesloten met haar toeleveranciers. Aalberts Industries spreekt bijvoorbeeld af om jaarlijkse een hoeveelheid koper af te nemen. Wanneer Aalberts Industries dit nodig heeft kan zij op afroep de grondstoffen toegeleverd krijgen. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.2.1.4 Productdifferentiatie Aangezien het gaat om grondstoffen, en niet om eindproducten, is differentiatie vrijwel onmogelijk. Wel zou het mogelijk zijn om de verhoudingen van bijvoorbeeld koper aan te passen. De grondstof blijft echter in de basis hetzelfde. 20 2.2.1.5 Invloed op prijs c.q. kwaliteit In de Gedragscode van Aalberts Industries staat beschreven dat de toeleveranciers duurzame en betrouwbare producten leveren. Als zij dit niet doen, beëindigt Aalberts Industries de samenwerking en zal zij op zoek gaan naar een andere toeleverancier. In de contracten met toeleveranciers staat de prijs vermeld. Aalberts Industries heeft de mogelijkheid hierover te onderhandelen, want de macht ligt bij Aalberts Industries. Op het moment dat Aalberts Industries een stijging van de prijzen voorziet, zal zij deze zo snel mogelijk proberen door te berekenen naar de klant. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.2.1.6 Mogelijkheid tot voorwaartse integratie In de markt Flow Control is er weinig mogelijkheid tot voorwaartse integratie, omdat de toeleveranciers dan duurzame en geavanceerde machines moeten aanschaffen om de eindproducten van Aalberts Industries te produceren. Zodoende heeft Aalberts Industries macht over haar toeleveranciers. 2.2.1.7 Kosten van verandering van leverancier voor afnemer Aangezien Aalberts Industries alleen grondstoffen inkoopt, heeft zij veel mogelijkheden bij de keuze van leveranciers. Het gaat om simpele grondstoffen die door meerdere partijen kunnen worden geleverd. Om over te stappen hoeft Aalberts Industries geen extra kosten te maken, tenzij er een langdurig contract is afgesloten. 2.2.2 2.2.2.1 Afnemersmacht wordt bepaald door: Aantal en omvang van afnemers De afdeling Flow Control richt zich op verschillende markten. De belangrijkste zijn: Pulp & papier, horeca, energie, marine, (petro)chemie, mijnbouw en Olie & gas (transport en distributie) en LNG / Schaliesgas/-olie. Op elke markt heeft Aalberts verschillende afnemers, het specifieke aantal staat niet vermeld. Kleine onderdelen worden verkocht via lokale verkooppunten en de grote producten worden verkocht aan gecertificeerde ondernemingen. (Aalberts Industries) De activiteiten van Aalberts Industries hebben het karakter van business-to-business (b2b). Er wordt geleverd aan andere ondernemingen en niet aan particulieren. (Schilstra, 2010) 21 2.2.2.2 Afgenomen volume Figuur 2.2: Omzet per regio 2012 Business unit Verenigde Staten Duitsland Benelux Frankrijk Oost Europa Rest of the world TOTAAL Absolute omzet 2012 in € 388.479 357.608 281.696 212.404 220.035 564.259 2.024.481 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De volumes in aantallen stonden niet vermeld, dus is uitgegaan van de omzet verdeeld over de verschillende regio’s wereldwijd. Hier uit blijkt dat Aalberts Industries vooral actief is in Europa, waarbij de meeste Europese omzet behaald is in Duitsland. 2.2.2.3 Resultaten van afnemers Aalberts Industries doet aan cross selling, dat wil zeggen dat de producten centraal geproduceerd worden en vervolgens doorverkocht worden aan de dochterondernemingen. Uit de geconsolideerde winst-en-verliesrekening blijkt dat de holding winst heeft gemaakt, dus kan worden geconcludeerd dat de verschillende dochtermaatschappijen ook winstgevend zijn. Eén van de peer group concurrenten van Aalberts Industries is MRC Transmark Group B.V., deze onderneming zou ook een afnemer van Aalberts Industries kunnen zijn, omdat zij alleen de producten verkoopt en niet produceert. Het resultaat van MRC Transmark Group B.V. is positief. (company.info), (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.2.2.4 Mate van productdifferentiatie Op de markt van Flow Control is nauwelijks sprake van productdifferentiatie, omdat er geen substituten aanwezig zijn. Aalberts Industries houdt bij haar productie rekening met de wensen van de klant. De innovaties worden gebaseerd op wat de klant wil en in hoeverre dat mogelijk is. Doordat Aalberts Industries voortdurend een stapje voor loopt op concurrenten, zijn er voor afnemers weinig mogelijkheden om over te stappen op een ander product. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.2.2.5 Kosten van verandering van leverancier voor afnemers Het milieubeleid is erg belangrijk voor Aalberts Industries, vandaar dat zij hierin investeert. De kosten die dat met zich meebrengt, worden deels doorberekend in de verkoopprijs. Aalberts Industries 22 maakt gebruik van verschillende grondstoffen. Als de prijzen van de grondstoffen stijgen, zullen deze kosten doorberekend worden aan klanten. Wellicht maakt Aalberts Industries gebruik van vaste contracten met afnemers. Als de afnemers onder deze contacten uit willen, zullen zij ongetwijfeld een boete moeten betalen. (Schilstra, 2010) 2.2.2.6 Mogelijkheid tot achterwaartse integratie De mogelijkheden tot achterwaartse integratie zijn in de markt van Flow Control beperkt. Het is voor afnemers een behoorlijke investering om zelf de productie op zich te nemen. Wel zou het mogelijk zijn dat een grote afnemer een kleine concurrent van Aalberts Industries overneemt. Om zo voor eigen gebruik te produceren. (Schilstra, 2010) 2.2.2.7 Prijs- c.q. kwaliteitsgevoeligheid De vraag naar de producten van Aalberts Industries is vooral gebaseerd op kwaliteit en minder op prijs. Aalberts Industries maakt producten voor onder andere vliegtuigen, auto’s en oliemaatschappijen, waardoor de veiligheid en betrouwbaarheid van deze producten voor de afnemers erg belangrijk zijn. (Schilstra, 2010), (Aalberts Industries) 2.2.2.8 Beschikking over marketing informatie Aalberts Industries investeert veelal in marketing- en verkoopinspanningen. Hierdoor weet Aalberts Industries wat de behoefte van de afnemers zijn. Hier speelt zij op in door continu innovatieve producten te ontwikkelen. Doordat Aalberts Industries bereid is veel te investeren in klantencontact geeft dit haar een concurrentievoordeel. (Aalberts Industries) 23 2.3 Potentiële concurrentie Potentiele concurrentie wordt bepaald door de kracht van nieuwe toetreders en de kracht van substituten. 2.3.1 2.3.1.1 De kracht van nieuwe toetreders wordt bepaald door: Vereiste schaalgrootte De vereiste schaalgrootte is erg hoog in de markt van Aalberts Industries, dit komt doordat er grote investeringen gedaan moeten worden om in de markt te kunnen toetreden. Voor de vervaardiging van eindproducten zijn geavanceerde machines nodig, die veel kosten met zich mee brengen. Een kleine speler heeft op de markt niet veel in te brengen en is gedwongen tot het volgen van de marktleider. 2.3.1.2 Sterkte van gevestigde namen/merken Een potentiële concurrent van Aalberts Industries is MCR Transmark Group B.V., deze onderneming heeft al een goede en sterke naam van zichzelf. Als zij het produceren van de producten zelf in handen wil nemen, zal de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de producten moeten worden voortgezet, zodat zij haar sterke naam blijft behouden. Aalberts Industries heeft ook een sterke naam, dus zal het voor kleine aanbieders moeilijker zijn om de concurrentiestrijd aan te gaan, laat staan te winnen. (company.info) 2.3.1.3 Kapitaalbehoefte Voor de productie van onderdelen in de Flow Control markt zijn geavanceerde machines vereist. De aanschafwaarde van deze machines is hoog. Potentiële toetreders hebben dus veel startkapitaal nodig om te kunnen toetreden tot de markt van Flow Control. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.3.1.4 Toegang tot distributiekanalen Een ander heikel punt is de toegang tot distributiekanalen. De afnemers hebben hun eigen toeleveranciers waarmee zij een goede relatie onderhouden. Voor een nieuwe toetreder is het lastig om hier tussen te komen en het vertrouwen te winnen van de afnemers. 2.3.1.5 Kostenvoordelen van bestaande rivalen De kostenvoordelen van MCR Transmark Group B.V. zijn dat zij al actief zijn in de desbetreffende markt. Vandaar dat zij al over leer- en ervaring curve beschikken. Ook zijn zij al gevestigd op de juiste marktlocaties. Een minder gunstig aspect is dat de potentiële toetreder nog niet beschikt over geavanceerde producttechnologie. (company.info), (Schilstra, 2010) 24 2.3.1.6 Verwachte reactie van bestaande rivalen Aalberts Industries kan rekenen op een goede naam. Deze is opgebouwd door voortdurend in te spelen op de vraag van de klant en het leveren van kwaliteit. De onderneming zal niet in paniek raken wanneer nieuwe spelers zich aandienen op de markt. Ook innoveert Aalberts Industries haar producten aan de hand van de klantbehoefte. (Aalberts Industries N.V., 2013) 2.3.1.7 Hoogte van deze intreebarrières Om in deze markt toe te treden moet er veel kapitaal bij de toetreder aanwezig zijn. Tijdens de productie van de producten komen er veel chemische afvalstoffen vrij, vandaar dat de toetreder zich aan de strenge milieueisen moet houden. Dit brengt ook extra kosten met zich mee. Ook moet de toetreder geavanceerde machines aanschaffen. Daarnaast moet de toetreder zich aan de ISO kwaliteitsnormen houden. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Schilstra, 2010) 2.3.2 Substitutiedreiging wordt bepaald door: Op de markt van Flow Control is er geen sprake van substitutiedreiging. De distributie en regulering van gassen en vloeistoffen vindt alleen plaats via metalen leidingen. Deze regulering kan niet zomaar gedaan worden door een substituut, bijvoorbeeld plasticbuizen. Daarom hoeft Aalberts Industries niet bang te zijn voor substitutiedreigingen. In de toekomst zou er eventueel wel een substituut ontwikkeld kunnen worden, dat de producten van Aalberts Industries kan vervangen. 2.4 Conclusie Aan de hand van de resultaten uit het vijf krachtenmodel van Porter, kan er geconcludeerd worden dat Aalberts Industries een sterke concurrentiepositie heeft. Aalberts Industries is momenteel marktleider op de markt van Flow Control, dit komt doordat zij doormiddel van innovatie continu de nieuwste producten kan leveren. Met de toeleveranciers zijn dynamische inkoopcontacten afgesloten, waardoor de macht bij Aalberts Industries ligt. Daarnaast is het voor de toeleveranciers niet mogelijk om de rol van Aalberts Industries over te nemen, dit komt door hoge vaste kosten en geavanceerde machines. Ook voor de afnemers geldt dat het voor hun lastig is om de positie van Aalberts Industries over te nemen. Bovendien levert Aalberts Industries een deel van haar producten rechtstreeks aan haar dochterondernemingen. Een toetreder op de Flow Control markt kan een afnemer van Aalberts Industries zijn, wanneer haar afnemers zelf de producten gaan produceren. Ook is er geen sprake van substitutiedreigingen op de markt van Flow Control. 25 3 Bedrijfsanalyse In de voorgaande hoofdstukken is Aalberts Industries geïntroduceerd. Het profiel van de onderneming is beschreven en een specifieke bedrijfstak, Flow Control, is onderzocht. Met behulp van vier verschillende analyses wordt in dit hoofdstuk het bedrijfseconomische perspectief van de onderneming belicht. Als eerste wordt een fundamentele analyse gemaakt, gevolgd door een omzeten winstanalyse. Daarna wordt gekeken naar de positie van de verschillende regio’s in de bedrijfstaklevenscyclus. Afgesloten wordt er met een technische analyse van het aandeel Aalberts Industries. 3.1 Fundamentele analyse Met behulp van de fundamentele analyse die in deze paragraaf is opgesteld, kan de huidige status van de onderneming worden vergeleken met eerdere jaren. Dit gebeurt aan de hand van een groot aantal kengetallen, zowel financieel als niet-financieel. Deze zijn berekend voor de periode 20022012 en zijn overzichtelijk weergegeven in grafieken en tabellen. Onderwerpen die in deze paragraaf voorbij komen zijn: solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit, activiteitskengetallen, werknemerskengetallen, omgevingsanalyse, Dupont chart en beleggingskengetallen. 3.1.1 Solvabiliteit Figuur 3.1: Solvabiliteit Aalberts Solvabiliteit (%) 60 50 40 30 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De solvabiliteit staat voor de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen uitgedrukt in een percentage. Uit de analyse van de solvabiliteit is gekomen dat deze normaal ligt tussen de dertig en veertig procent. Sinds 2009 overschrijdt Aalberts Industries deze trendlijn. Dit is positief, want er wordt meer gefinancierd met het eigen vermogen dan met het vreemd vermogen. 26 Het is gunstig dat er meer wordt gefinancierd met het eigen vermogen, want over vreemd vermogen moet interest worden betaald. Vanaf 2009 is Aalberts Industries meer winst gaan maken ten opzichte van de voorgaande jaren. Deze extra winst wordt niet uitgekeerd aan de aandeelhouders, dit blijkt uit de uitkering van dividend per aandeel. Deze extra winst wordt toegevoegd aan de reserves, hierdoor stijgt het eigen vermogen sneller ten opzichte van het vreemd vermogen. 3.1.2 Liquiditeit Figuur 3.2: Liquiditeit Aalberts Current ratio Quick ratio 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Het kengetal current ratio geeft een beeld van in hoeverre de onderneming kan voldoen aan haar kortlopende verplichtingen. De current ratio wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden. Bij Aalberts Industries is sprake van een zeer stabiele current ratio. Deze schommelt voortdurend tussen de 1,1 en de 1,2. Dit wil zeggen dat Aalberts Industries een betrouwbaar bedrijf is, en kan voldoen aan haar kortlopende verplichtingen. De current ratio geeft niet een heel getrouw beeld, omdat dit kengetal is te beïnvloeden door de hoogte van de voorraad. Dus een onderneming kan veel voorraad aantrekken om window dressing toe te passen. Hierdoor is het mogelijk dat dit kengetal positief is, maar de vlottende activa voor het grootste gedeelte bestaan uit voorraad. Om een betrouwbaarder beeld te krijgen of een onderneming kan voldoen aan de kortlopende schulden wordt de quick ratio gebruikt. De quick ratio kan worden berekend door de vlottende activa minus de voorraden te delen door kortlopende schulden. Een gezonde quick ratio ligt tussen de 0,5 en 1,0. Bij Aalberts Industries ligt de gemiddelde quick ratio rond de 0,4. Voor Aalberts Industries is dit geen groot probleem, omdat zij beschikt over voorraden met een hoge waarde die verkocht kunnen worden. 27 Figuur 3.3: Nettowerkkapitaal Nettowerkkapitaal NWK 120000 100000 80000 60000 40000 20000 0 2002 -20000 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 -40000 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Het nettowerkkapitaal wordt berekend door vlottende activa minus kort vreemd vermogen. In figuur 3.3 is het nettowerkkapitaal van Aalberts Industries weergegeven van 2002 t/m 2012. Vanaf 2006 heeft Aalberts Industries een positieve lijn ingezet, waarbij het nettowerkkapitaal enorm toenam. In 2012 is deze stijging iets afgezwakt. 3.1.3 Rentabiliteit Rentabiliteit is de verhouding tussen de winst en het vermogen van een onderneming. Er zijn verschillende vormen mogelijk om de rentabiliteit te analyseren. In deze paragraaf worden de volgende kengetallen gebruikt; Bruto- en nettowinstmarge Rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) Rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) Rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV) Financiële hefboomwerking 28 3.1.3.1 Bruto- en nettowinstmarge Figuur 3.4: Brutowinstmarge in % Figuur 3.5: Omzet en nettowinst Aalberts Aalberts Omzet Bruto winstmarge in % Netto winst 2500000 14,0 160000 CIJFERS x EUR 1000 2000000 10,0 120000 100000 1500000 8,0 6,0 80000 1000000 4,0 60000 40000 500000 2,0 20000 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De brutowinstmarge wordt berekend door de kostprijs van de verkochte goederen af te trekken van de verkoopprijs. In de bovenstaande figuur 3.4 is de brutowinstmarge aangegeven als een percentage van de omzet. In dit geval wordt het berekend door het bedrijfsresultaat te delen door de omzet maal honderd procent. De gemiddelde brutowinstmarge in percentages bij Aalberts Industries is 10%, dat wil zeggen dat op elke euro omzet tien cent brutowinst wordt behaald. Na aftrek van belastingen, dividend en interest blijft de nettowinst over. De nettowinst is de pure winst die de onderneming maakt. Kijkend naar figuur 3.5 zit er een voortdurende stijging in de omzet/ nettowinst. Echter in 2009 heeft er een forse daling plaats gevonden, dit komt door onzekerheid op de markt. Het activiteitenniveau van Aalberts Industries is lager geworden, dit komt doordat het voorraadniveau van de klanten ook is afgenomen. Klanten gingen in plaats van inkopen bij Aalberts Industries eerst hun eigen voorraden op maken. Hierdoor liep Aalberts Industries orders mis, maar hun kosten bleven gelijk. Vandaar dat er minder nettowinst werd gemaakt ten opzichte van de omzet. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries), (P. de Boer, 2011) 29 CIJFERS x EUR 1000 140000 12,0 3.1.3.2 Rentabiliteit van het totaal en eigen vermogen Figuur 3.6: Rentabiliteit Aalberts RTV in % REV in % 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De rentabiliteit van het totale vermogen wordt berekend zodat er inzicht kan worden gegeven in de verhouding van het bedrijfsresultaat voor interest en belasting tot het totaal geïnvesteerd vermogen maal honderd procent. Uit de RTV wordt duidelijk hoeveel de onderneming terugkrijgt voor elke euro geïnvesteerd vermogen. In 2009 is het bedrijfsresultaat teruggelopen, waardoor ook de RTV ratio is gedaald. In de andere jaren is de rentabiliteit van het totale vermogen stabiel tussen de tien en dertien procent. De verhouding tussen het netto bedrijfsresultaat en het eigen vermogen wordt rentabiliteit eigen vermogen genoemd. Dit kengetal wordt berekend door het netto bedrijfsresultaat gedeeld door eigen vermogen maal honderd procent. Deze verhouding zegt iets over het rendement voor de eigenvermogen verschaffers. Tussen 2002 en 2007 is de ratio rentabiliteit eigen vermogen stabiel tussen 22 en 24 procent. Hierna is het gedaald door twee componenten. De eerste component is dat de preferente aandelen in 2008 zijn afgeschaft, waardoor het gemiddelde geïnvesteerd eigen vermogen verlaagd is. Doordat in 2009 het bedrijfsresultaat is gedaald, is ook de REV ratio gedaald. In 2010 en verdere jaren is het bedrijfsresultaat weer uit het dal gekropen. (Aalberts Industries N.V., 2013), (P. de Boer, 2011), (Aalberts Industries), (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.3.3 Rentabiliteit vreemd vermogen De rentabiliteit van het vreemd vermogen wordt berekend door de betaalde interest te delen door het vreemd vermogen maal honderd procent. De RVV zegt iets over hoeveel interest er betaald moet worden over het vreemd vermogen. In het algemeen is de RVV elk jaar gelijk, maar de jaren 2007 en 2008 wijken af. Deze afwijking komt doordat er in deze jaren meer interest is betaald. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 30 Tabel 3.1: Rentabiliteit 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 RTV 10,2 10,9 13,1 12,3 13,0 13,6 9,7 5,7 9,8 10,4 10,8 REV 22,2 21,0 25,9 23,9 24,8 22,0 16,1 6,7 14,3 15,5 13,9 RVV 3,6 3,6 3,9 3,6 3,9 5,1 5,0 4,3 3,7 3,4 3,3 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.3.4 Financiële hefboomwerking Figuur 3.7: Financiële hefboomwerking Aalberts financiële hefboom RTV in % 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De financiële hefboomwerking wordt berekend door de volgende formule: (RTV-RVV) * VV/EV De RTV is altijd hoger dan de RVV. Dit betekent dat Aalberts Industries altijd voordeel behaald op het aantrekken van vreemd vermogen, dit voordeel komt ten goede aan de verstrekkers van het eigen vermogen. In 2012 is te zien dat het gebruik van 1 euro vreemd vermogen Aalberts Industries 0,033 euro aan interest kost, deze euro levert de onderneming 0,108 euro op. (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010), (Danklof, 2007) 3.1.4 Activiteitskengetallen Om erachter te komen of Aalberts Industries haar productiemiddelen efficiënt heeft ingezet, worden in deze paragraaf de activiteitskengetallen geanalyseerd. Ook kunnen zij helpen bij het geven van een verklaring van de veranderingen in de rentabiliteit. In deze paragraaf komen de volgende activiteitskengetallen aan bod: Aantal voorraaddagen Aantal debiteurendagen Aantal crediteurendagen Omloopsnelheid van het totale vermogen 31 Fixed Asset Turnover Werkzaam vermogen/vaste activa 3.1.4.1 Voorraad-, debiteuren- en crediteurendagen Figuur 3.8: Ontwikkeling activiteitskengetallen Aalberts Debiteurendagen Voorraaddagen Crediteurendagen 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Om het aantal voorraaddagen te berekenen wordt de voorraad gedeeld door de omzet, vervolgens wordt dit vermenigvuldigd met 365 dagen. Dit zegt iets over hoeveel dagen een artikel gemiddeld in de voorraad aanwezig is. Bij Aalberts Industries is dit de afgelopen tien jaar voortdurend gemiddeld tussen de zeventig en tachtig dagen. Ten opzichte van de debiteuren- en crediteurendagen is het aantal voorraaddagen meer. Het aantal debiteurendagen wordt berekend met behulp van de volgende formule: debiteuren / omzet * 365 dagen. Dit kengetal geeft weer hoelang het gemiddeld duurt voordat de debiteuren Aalberts Industries betalen. Bij Aalberts Industries zit er een dalende lijn in, dus gaan debiteuren eerder betalen. Dit is gunstig, want dan kan Aalberts Industries gemakkelijker aan haar kortlopende verplichtingen voldoen. De normale debiteurentermijn bij Aalberts Industries volgens de jaarrekening, is vastgesteld op dertig dagen. Aalberts Industries ligt hier dus iets boven. Tot slot wordt gekeken naar het aantal crediteurendagen. Logischerwijs wordt dit berekend door de crediteuren te delen door de omzet. Dit kengetal geeft aan hoelang het duurt voordat Aalberts Industries haar crediteuren betaald. Uit figuur 3.8 blijkt dat de crediteurendagen het aantal debiteurendagen volgt. Het aantal debiteurendagen is minder dan het aantal crediteurendagen, dit betekent dat Aalberts Industries haar crediteuren kan betalen met geld dat van debiteuren ontvangen wordt. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010), (Aalberts Industries N.V., 2013) 32 3.1.4.2 Omloopsnelheid van het totale vermogen Een onderneming streeft naar een hoge omloopsnelheid van het totale vermogen. Door investeringen neemt het balanstotaal toe. Wanneer de omloopsnelheid groter of gelijks is aan 1, neemt de omzet ook toe met de balanstoevoeging. Een onderneming streeft dus altijd naar een minimale omloopsnelheid van 1, zodat alle investeringen leiden tot een stijging van de omzet. In 2009 en 2010 had Aalberts Industries een omloopsnelheid die lager lag dan 1. Echter is in de laatste jaren het herstel ingezet. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) Figuur 3.9: Ontwikkeling brutowinstmarge en omloopsnelheid Aalberts Bruto winstmarge in % 14,0 1,4 12,0 1,2 10,0 1 8,0 0,8 6,0 0,6 4,0 0,4 2,0 0,2 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.4.3 Fixed Asset Turnover Tabel 3.2: Fixed Asset Turnover Fixed asset turnover 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 1,6 1,8 1,8 1,7 2,0 2,0 1,5 1,3 1,5 1,5 1,6 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De Fixed Asset Turnover geeft de verhouding weer tussen de omzet en de vaste activa. Dit geeft een beeld van of de onderneming met haar jaarlijkse omzet haar vaste activa kan financieren. Wanneer het kengetal groter is dan 1, voegt de onderneming waarde toe met haar vaste activa. Een onderneming streeft naar een zo hoog mogelijke Fixed Asset Turnover. Bij Aalberts Industries schommelt het gemiddelde tussen de 1,5 en 2,0. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.1.4.4 Werkzaam vermogen/vaste activa Het werkzaam vermogen in percentage van vaste activa wordt berekend door het totale vermogen minus kortlopende schulden te delen door de vaste activa. Uit tabel 3.3 kan worden geconcludeerd dat de vaste activa zijn gefinancierd met lang vermogen, omdat het kengetal altijd rond de 1,0 33 schommelt. De vaste activa van Aalberts Industries gaan lang mee, wellicht financiert zij haar vaste activa daarom met lang vermogen. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) Tabel 3.3: Werkzaam vermogen vaste activa in % Werkzaam verm./ vaste activa (%) 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 1,0 1,0 1,0 1,0 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,0 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.5 Werknemerskengetallen De kwaliteit en het aantal werknemers is belangrijk voor de onderneming. Werknemers leveren met hun kennis, kunde en vaardigheden een toegevoegde waarde aan de onderneming. In deze paragraaf komen de volgende kengetallen aan bod; Aantal werknemers Omzet per werknemer Toegevoegde waarde per werknemer Kosten per werknemer Nettowinst per werknemer Tabel 3.4: Werknemerscijfers 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Aantal werknemers 6220 6457 7131 8017 9370 10686 10880 10241 11536 12282 12048 Omzet/werknemers x EUR 1000 115 120 127 133 154 160 161 137 146 158 168 Netto-winst/werknemers x EUR 1000 6 7 10 10 11 11 9 4 9 11 11 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.5.1 Aantal werknemers Het aantal werknemers was vanaf 2002 tot en met 2007 gelijkmatig gestegen, maar door de recessie daalde het activiteitenniveau van Aalberts Industries waardoor er minder werknemers nodig waren. In 2010 trok de markt weer aan. Hierdoor nam het activiteitenniveau toe en waren er weer meer werknemers nodig. Het aantal werknemers stijgt geleidelijk met de omzet mee. Tot op heden is het aantal werknemers rond de 12.000 werknemers. 34 Figuur 3.10: Aantal werknemers Aalberts Aantal werknemers 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.5.2 Omzet per werknemers De omzet per werknemer wordt berekend door de totale omzet te delen door het totale aantal werknemers. Bij Aalberts Industries stijgt de omzet per werknemer geleidelijk, dit betekend dat de omzet relatief meer stijgt ten opzichte van de werknemers. Natuurlijk is er zoals, er met elk kengetal dat met de omzet te maken heeft, een dip in 2009. Geconcludeerd kan worden dat er bij Aalberts Industries steeds effectiever gewerkt wordt. 3.1.5.3 Toegevoegde waarde en kosten per werknemer De toegevoegde waarde is de waarde die door de werknemers wordt toegevoegd. Dat wil zeggen dat de omzet verminderd wordt met de externe kosten, zoals inkoopkosten. Dit wordt dan gedeeld door het aantal werknemers, zodat de toegevoegde waarde per werknemer zichtbaar is. Een onderneming zal streven naar een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde per werknemer. Wanneer de toegevoegde waarde per werknemer meer stijgt dan de personeelskosten per werknemer is dit gunstig, omdat er meer waarde wordt toegevoegd dan dat de kosten stijgen. 35 Figuur 3.11: Werknemerscijfers in € Aalberts 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Toegevoegde waarde/werknemers x EUR 1000 2009 2010 2011 2012 Personeelskosten/werknemers x EUR 1000 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De laatste jaren stijgt de toegevoegde waarde per werknemer. In 2012 is het hoogste punt bereikt van de afgelopen elf jaar. De personeelskosten per werknemer zijn ongeveer gelijk gebleven. Hier zal Aalberts Industries zeer tevreden mee zijn. Hierdoor wordt het verschil tussen de toegevoegde waarde per werknemer en de personeelskosten per werknemer steeds groter. Bij Aalberts Industries is er sprake van kapitaalintensieve productie, waardoor de toegevoegde waarde per werknemer relatief hoog is. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010), (Danklof, 2007) 3.1.5.4 Nettowinst per werknemer Dit kengetal wordt berekend door nettowinst te delen door het aantal werknemers. Doordat in 2009 de nettowinst een dip kende had dit natuurlijk ook gevolgen voor dit kengetal, ondank dat het aantal werknemers ook afnam. Normaal ligt dit kengetal bij Aalberts Industries tussen de 9 en 11. Na de dip in 2009 heeft dit zich gerevancheerd tot het normale niveau. Tabel 3.5: Nettowinst per werknemer Netto-winst/werknemers x EUR 1000 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 6 7 10 10 11 11 9 4 9 11 11 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 36 3.1.6 Omgevingsanalyse Om een beeld te krijgen over de factoren die de onderneming kunnen beïnvloeden, wordt er in deze paragraaf een omgevingsanalyse gemaakt. Hierbij worden zeven, specifiek op Aalberts Industries van toepassing zijnde omgevingsfactoren toegelicht; 1. Economische factoren 2. Arbeidsmarkten 3. Concurrentie 4. Demografie 5. Overheidsinvloed 6. Technologische factoren 7. Milieu Figuur 3.12: Omgevingsanalyse (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.1.6.1 Economische factoren Als de economie zich in een zwakke periode bevindt, zullen de industriële activiteiten dalen. Aalberts Industries zal als wereldwijde leverancier van industriële producten hier last van hebben. De klanten van Aalberts Industries zullen eerst haar voorraadniveau verlagen. Hierdoor daalt het activiteitenniveau van Aalberts Industries. In slechte economische tijden zal Aalberts Industries een minder hoge omzet behalen. 37 3.1.6.2 Arbeidsmarkten Aalberts Industries maakt veel gebruik van geavanceerde machines. Als zij dit zouden gaan uitbreiden, zullen er wellicht banen verloren gaan. Als de concurrenten door toenemende automatisering veel werknemers ontslaan, wordt het voor Aalberts Industries gemakkelijker om nieuw personeel aan te trekken. Doordat Aalberts Industries gebruik maakt van geavanceerde machines zijn er gespecialiseerde werknemers nodig om deze machines te bedienen. Hierdoor zou het moeilijk kunnen zijn om geschoold personeel te vinden. 3.1.6.3 Concurrentie Op de markten waar Aalberts Industries actief is, is er sprake van weinig concurrentie. De toetreedbarrière is hoog. Dit wordt mede veroorzaakt door het hoge vaste kosten niveau, vanwege de aanschaf van geavanceerde machines. De kans bestaat echter wel dat klanten van Aalberts Industries haar rol in de bedrijfskolom zullen overnemen. Dit wil zeggen dat zij de producten die Aalberts Industries levert zelf gaan produceren. 3.1.6.4 Demografie Als Aalberts Industries gevestigd is bij een gebied waar olie gewonnen wordt, zal dit als een voordeel voor Aalberts Industries uitpakken. Aalberts Industries zal dan eerder benaderd worden als toeleverancier vanwege haar gunstige ligging. Daarnaast maakt Aalberts Industries gebruik van natuurlijke grondstoffen. Het is voor Aalberts Industries gunstig als haar productieapparaat gevestigd is in de omgeving van de door haar benodigde natuurlijke grondstoffen. Hierdoor zullen de transportkosten van de natuurlijke grondstoffen laag zijn. 3.1.6.5 Overheidsinvloed De overheid heeft veel macht binnen de productie van onderdelen. Zij kan namelijk bepaalde eisen stellen waaraan de ondernemingen dienen te voldoen. Wanneer de overheid aan de producten van Aalberts Industries bepaalde veiligheidseisen stelt is Aalberts Industries verplicht om hieraan te voldoen. Dit kan leiden tot extra kosten om te organiseren dat aan deze eisen wordt voldaan. 3.1.6.6 Technologische factoren De belangrijkste doelstelling van Aalberts Industries is om haar leidende marktpositie te behouden door middel van innovatie. Aalberts Industries zal dus op elk moment op de hoogte moeten zijn van de technologische ontwikkelingen, zodat zij haar klanten steeds de nieuwste producten kan leveren. Hierdoor zal Aalberts Industries veel investeren in Research & Development en de aanschaf van de nieuwste geavanceerde machines. 38 3.1.6.7 Milieu Voor de buitenwereld is het belangrijk dat Aalberts Industries zich houdt aan de wettelijke en door de milieuorganisaties opgestelde eisen. Mocht Aalberts Industries zich niet blijven houden aan de voorgestelde eisen, komt haar naam in een slecht daglicht te staan waardoor de onderneming schade oploopt. Aalberts Industries is in zekere zin verplicht om de kosten te maken die het gevolg zijn van een verantwoord milieubeleid, zoals het recyclen van afval en waterbesparende maatregelen. (Aalberts Industries N.V., 2013) 39 3.1.7 Dupont chart Figuur 3.13: Dupont Chart 2009 Dupont Chart 2009 Aalberts x EUR 25-mrt-14 1000 Omzet 1404933 Omlo o psnelheid van het to tale vermo gen Vaste activa : 0,89 1098141 + 1577907 A ctiva 479766 RTV in % Vlo ttende activa x 5,66 x Winst vo o r intrest en belasting Eigen vermo gen 89309 Resultaat vo o r belastingen - + 1577907 37803 962250 financiële lasten 824055 412065 82663 externe ko sten o verige vo rderingen effecten liquide middelen 1404933 - 89309 ko rt 411178 : debiteuren Winst vo o r intrest en belasting REV vo o r belasting (%) 8,4 vo o rraden Omzet 615657 To taal B alans 51506 298434 153737 27495 0 100 Vreemd vermo gen 615657 + 1318783 551072 lang 6,36 : To tale ko sten perso neelsko sten afschrijvingen +/- B ruto winstmarge in % 3159 Eigen vermo gen bijz. baten & lasten 1404933 Omzet (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Figuur 3.14: Dupont Chart 2012 Dupont Chart 2012 Aalberts x EUR 25-mrt-14 1000 Omzet 2024481 Omlo o psnelheid van het to tale vermo gen Vaste activa : 1,04 1292934 + 1955494 A ctiva 662560 RTV in % Vlo ttende activa x 10,78 x Winst vo o r intrest en belasting Eigen vermo gen 210836 Resultaat vo o r belastingen - + 1955494 28959 financiële lasten o verige vo rderingen effecten liquide middelen 2024481 210836 ko rt - 605011 : debiteuren Winst vo o r intrest en belasting REV vo o r belasting (%) 18,8 vo o rraden Omzet 968935 To taal B alans 181877 428170 204737 29553 0 100 986559 Vreemd vermo gen 968935 + 381548 lang 1822388 10,41 : To tale ko sten 1171194 557224 93970 externe ko sten perso neelsko sten afschrijvingen +/- B ruto winstmarge in % 8743 Eigen vermo gen bijz. baten & lasten 2024481 Omzet (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 40 In deze paragraaf wordt de Dupont chart van Aalberts Industries geanalyseerd. De Dupont chart is een instrument dat helpt bij het beoordelen van de financiële positie van de onderneming. Twee Dupont charts uit de jaren 2002 t/m 2012 worden nader toegelicht. Gekozen is voor de jaren 2009 en 2012, omdat er tussen deze jaren grote verschillen zijn. Deze verschillen zijn ontstaan, doordat Aalberts Industries in 2009 veel last had van de economische crisis en daarom een terugloop in de omzet zag. De genoemde Dupont charts zijn te vinden in figuur 3.13 en 3.14. Bij de analyse van de Dupont chart wordt gekeken naar de volgende kengetallen van de onderneming: Omloopsnelheid totaal vermogen Brutowinstmarge Rentabiliteit totaal vermogen Rentabiliteit eigen vermogen via de financiële hefboomformule 3.1.7.1 Omloopsnelheid totaal vermogen In 2009 was de omloopsnelheid van het totaal vermogen 0,89 en in 2012 1,04. In 2009 zit het kengetal dus onder de 1, dit betekent dat de waarde van de activa hoger is dan de omzet. De trend van ‘ meer doen met minder’ geldt niet in 2009 voor Aalberts Industries. Daarentegen wordt er in 2012 meer omzet gemaakt, dan er activa aanwezig is. Dit is te herleiden door een toename van de voorraad en debiteuren. De investeringen in activa zijn dus succesvol geweest, want de omzet is meer gegroeid dan de totale waarde van de activa zelf. 3.1.7.2 Brutowinstmarge De brutowinstmarge bedroeg in 2009 en 2012 respectievelijk 6,36% en 10,41%. Het verschil tussen deze jaren is voornamelijk te verklaren door het enorme verschil in omzet. De omzet was in 2012, evenals de kosten, hoger dan in 2009. Zo zijn bijvoorbeeld de afschrijvingskosten omhoog gegaan. Dit kan komen door de aanschaf van nieuwe machines. Deze machines kunnen meer en efficiënter produceren, waardoor de omzet steeg. Dit leidde echter wel tot hogere personeelskosten, omdat meer personeel nodig was om de machines aan te sturen. 3.1.7.3 Rentabiliteit totaal vermogen In 2012 bedroeg de RTV 10,78% ten opzichte van 5,66% in 2009. Dit verschil is de oorzaak van een enorm verschil in omzet tussen beide jaren. De RTV wordt berekend door de omloopsnelheid van het totaal vermogen te vermenigvuldigen met de brutowinstmarge. De verandering in de RTV is dus afhankelijk van de bovenstaande kengetallen. 41 3.1.7.4 Rentabiliteit eigen vermogen via de financiële hefboomformule In 2009 was de REV voor belasting 8,4% tegenover 18,8% in 2012. Er zit een groot verschil in het eigen vermogen van 2009 en 2012, dit komt doordat Aalberts Industries minder groot percentage van haar winst heeft uitgekeerd aan aandeelhouders. De niet uitgekeerde winst werd toegevoegd aan de reserves, waardoor het eigen vermogen vergroot werd. Ook was de RTV in 2012 hoger dan in 2009, dit zorgde voor een hogere winst voor interest en belasting. Dit leidde tot een toename in het resultaat voor belasting, waardoor de REV steeg. Een toename van de REV heeft ertoe geleid dat Aalberts Industries een stuk aantrekkelijker is geworden voor beleggers. 3.1.8 Beleggingskengetallen In deze paragraaf worden de volgende beleggingskengetallen besproken; Winst per aandeel Dividend per aandeel Cashflow per aandeel Intrinsieke waarde per aandeel Pay-out ratio Koers/winst verhouding Dividendrendement in % Cashflow/winst verhouding Altman’s Z-score Tabel 3.6: Beleggingskengetallen 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 92888 94956 96800 97600 98400 101664 103353 106061 106683 107643 108909 Winst/aandeel (EUR) 0,41 0,45 0,69 0,79 1,00 1,16 0,89 0,39 0,98 1,22 1,24 Dividend/aandeel (EUR) 0,13 0,14 0,18 0,21 0,28 0,32 0,28 0,28 0,28 0,34 0,35 Cashflow/aandeel (EUR) 0,93 1,00 1,13 1,31 1,63 1,85 1,69 1,17 1,74 2,01 2,10 Intrinsieke waarde/aandeel (EUR) 1,95 2,24 2,74 3,37 4,11 5,32 5,58 5,80 6,87 7,89 8,90 Pay-out ratio (%) 30,5 31,3 25,4 27,0 27,4 27,6 31,3 71,6 28,6 27,9 28,2 Koers einde boekjaar 3,70 5,13 8,93 11,21 16,38 13,60 5,06 10,09 15,77 12,98 15,70 Koers/winst verhouding 9,0 11,5 13,0 14,3 16,3 11,7 5,7 25,8 16,1 10,6 12,7 Koers/intrinsieke waarde verhouding 1,9 2,3 3,3 3,3 4,0 2,6 0,9 1,7 2,3 1,6 1,8 Dividendrendement in % 3,4 2,7 2,0 1,9 1,7 2,4 5,5 2,8 1,8 2,6 2,2 Cashflow/winst verhouding 2,2 2,2 1,6 1,6 1,6 1,6 1,9 3,0 1,8 1,6 1,7 11,1 8,7 7,7 7,0 6,1 8,5 17,7 3,9 6,2 9,4 7,9 2,0 2,4 2,5 2,7 3,0 2,9 2,0 2,1 2,7 2,6 3,0 Aantal aandelen x 1000 Winst/koers verhouding in % Altman’s Z-score (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 42 Figuur 3.15: Ontwikkeling winst per aandeel Figuur 3.16: Winst- en dividend per aandeel Aalberts Aalberts Mutaties in procenten jaar op jaar (%) Aalberts Winst/aandeel (EUR) Winst/aandeel (EUR) 200 Dividend/aandeel (EUR) 1,40 150 1,20 1,00 100 0,80 50 0,60 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2011 2012 0,40 0,20 -50 0,00 2002 -100 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 3.1.8.1 2010 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Winst per aandeel De winst per aandeel zegt iets over hoeveel nettowinst Aalberts Industries maakt per aandeel. Dit kengetal wordt berekend door de nettowinst te delen door het aantal geplaatste aandelen. De winst per aandeel van Aalberts Industries steeg vanaf 2002 tot en met 2007 geleidelijk. In 2008 en 2009 daalde de winst per aandeel terug naar het niveau van 2002. Dit valt te verklaren door de dalende winst in de genoemde jaren. Na 2009 herstelt het kengetal enorm en overstijgt het haar hoogste niveau vanaf 2002. In 2012 komt de winst per aandeel uit op een recordhoogte van € 1,24. 3.1.8.2 Dividend per aandeel De winst per aandeel zou volledig kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Dit gebeurt echter zelden. Vandaar dat het kengetal dividend per aandeel in het leven is geroepen om weer te geven welk deel van de winst per aandeel als dividend wordt uitgekeerd. Bij Aalberts Industries neemt het dividend per aandeel geleidelijk toe. In 2012 is het dividend per aandeel € 0,35. Dat is bijna drie keer zo hoog als in 2002, toen het dividend per aandeel € 0,13 bedroeg. Het dividend per aandeel bij Aalberts Industries hangt niet af van de winst. In 2009 daalde de winst enorm, maar bleef het dividend per aandeel stabiel. Er kan dus worden gesteld dat Aalberts Industries een stabiel dividendbeleid voert. 3.1.8.3 Cashflow per aandeel Om een betrouwbaarder beeld te schetsen voor de verschaffers van vreemd vermogen, wordt de cashflow per aandeel bekeken. Dit kengetal wordt berekend door de afschrijvingen op te tellen bij de nettowinst en vervolgens te delen door het aantal geplaatste aandelen. Dit kengetal geeft een betrouwbaarder beeld dan de winst per aandeel. De cashflow bij Aalberts Industries stijgt, net als de winst per aandeel, geleidelijk. Alleen in 2009 valt een daling te constateren. Dit komt door de enorme afname van de winst. In 2012 heeft dit kengetal bij Aalberts Industries een all time high bereikt van € 2,10. (Danklof, 2007) 43 3.1.8.4 Intrinsieke waarde per aandeel De intrinsieke waarde per aandeel wordt berekend door het eigen vermogen van de onderneming te delen door het aantal geplaatste aandelen. Bij Aalberts Industries stijgt de intrinsieke waarde per aandeel geleidelijk, maar wel met een steeds grotere toename. Dit valt te verklaren doordat het uitgekeerd dividend relatief gelijk blijft, terwijl de winst stijgt. Er wordt dus steeds meer winst toegevoegd aan de reserves, wat leidt tot een toename van het eigen vermogen. In 2012 ligt de intrinsieke waarde per aandeel op € 8,90. Dit is het hoogste van de afgelopen tien jaar. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.1.8.5 Pay-out ratio Om iets te zeggen over welk gedeelte van de winst per aandeel wordt uitgekeerd aan aandeelhouders in de vorm van dividend, wordt de pay-out ratio berekend. Dit kengetal wordt berekend door het dividend per aandeel te delen door de winst per aandeel en dit vervolgens te vermenigvuldigen met honderd procent. De pay-out ratio ligt bij Aalberts Industries tussen 2002 en 2012 stabiel tussen de 25% en 30%. Alleen in 2009 valt een enorme uitschieter van 71,6% te constateren. Dit komt doordat het uitgekeerd dividend stabiel bleef, terwijl de winst per aandeel enorm daalde. Dit kengetal geeft dus weer dat Aalberts Industries jaarlijks circa 70% van de winst toevoegt aan haar eigen vermogen. (P. de Boer, 2011) 3.1.8.6 Koers/winst verhouding Om de koers/winst verhouding van Aalberts Industries te bereken wordt de koers van het aandeel op het einde van het boekjaar gedeeld door de winst per aandeel. Het kengetal zegt iets over de waarde van het aandeel ten opzichte van de winst, oftewel is het aantrekkelijk om in dit aandeel te beleggen. Bij Aalberts Industries varieert de waarde van dit kengetal behoorlijk, gekeken naar de afgelopen tien jaar. Vanaf 2002 tot 2007 nam zowel de koers als de winst geleidelijk toe. Dit zorgde voor een stijging van de koers/winst verhouding. In de jaren die volgde, daalde de beurskoers, terwijl de winst per aandeel bleef stijgen. Dit leidde tot een afname van de winst per aandeel. In 2009 viel nog een enorm verschil te constateren door de enorme daling van de winst en de relatief stabiel blijvende aandelenkoers. Daarna herstelde het kengetal zich weer richting het niveau van 2003. 3.1.8.7 Dividendrendement in % Om een beeld te krijgen van het rendement van een belegging in aandelen Aalberts Industries wordt het dividendrendement berekend. Dit wordt gedaan door het uitgekeerde dividend per aandeel te delen door de beurskoers. Aalberts Industries voert een stabiel dividendbeleid. Veranderingen in het dividendrendement zijn dus doorgaans de gevolgen van koersveranderingen. Doordat in 2008 de beurskoers van het aandeel enorm kelderde, is het dividendrendement in dat jaar relatief hoog in 44 vergelijking met andere jaren. Het dividendrendement in % ligt bij Aalberts Industries tussen 2002 en 2010 rond de 2,3%. Dit betekent dat Aalberts Industries 2,3% van de beurskoers uitkeert aan dividend. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.1.8.8 Cashflow/winst verhouding Dit kengetal wordt berekend door de cashflow per aandeel te delen door de winst per aandeel. De cashflow/winst verhouding bij Aalberts Industries kan als stabiel worden omschreven. Deze ligt bij Aalberts Industries rond de 2, met als uitzondering 2009 (3). 3.1.8.9 Altman’s Z-score De Altman’s Z-score geeft een beeld in hoeverre de onderneming financieel gezond is. Een onderneming is volgens dit kengetal financieel gezond wanneer de score zich bevind boven de 2,675. Kijkend naar Aalberts Industries is zij vanaf 2005 financieel gezond. De jaren daarvoor viel een toename te constateren, maar zat zij nog wel onder de Z-score. Doordat Aalberts Industries in 2008, en met name 2009, mindere jaren kende, gaf ook de Z-score weer dat Aalberts Industries niet voldoende financieel gezond was. Daarna herstelde de onderneming zich echter in rap tempo richting haar oude niveau. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.2 Omzet- en winstanalyse In de voorgaande paragraaf is stilgestaan bij de resultaten van Aalberts Industries en de daaruit voortvloeiende kengetallen. Met behulp van de omzet- en winstanalyse wordt in deze paragraaf gekeken waar Aalberts Industries haar omzet heeft behaald. Hierbij wordt gekeken naar de verdeling over regio’s, activiteiten en distributiekanalen. Tot slot wordt stilgestaan bij de plaats die de verschillende businessunits van Aalberts Industries innemen in de BCG-matrix. 3.2.1 Geografische spreiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de geografische spreiding van de omzet bij Aalberts Industries. Hierbij wordt gekeken naar een vijftal grote afzetmarkten. De andere landen worden gebundeld onder het kopje ‘rest of the world’. Met behulp van deze analyse wordt een beeld geschetst van waar Aalberts Industries actief is en waar de meeste groeipotentie is. 45 Tabel 3.7: Geografische omzetspreiding Business unit Verenigde Staten Duitsland Benelux Frankrijk Oost Europa Rest of the world TOTAAL Absolute omzet 2011 in € Absolute omzet 2012 in € Groei in % 344.551 337.916 286.860 210.678 204.880 552.534 388.479 357.608 281.696 212.404 220.035 564.259 12,7 5,8 -1,8 0,8 7,4 2,1 1.937.419 2.024.481 4,5 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Figuur 3.17: Sectorverkopen 2011 en 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Zoals blijkt uit tabel 3.7 en de bijbehorende cirkeldiagrammen behaalt Aalberts Industries haar meeste omzet in de Verenigde Staten, op de voet gevolgd door Duitsland. Daarbij moet worden opgemerkt dat ‘rest of the world’ het grootste aandeel heeft, maar dit komt doordat er vele markten zijn gebundeld onder deze noemer. Onder andere door een uitbouw van de activiteiten van Industrial Services, een ontwikkeling in de vraag naar warmtebehandeling van specifieke producten en groei in de activiteiten van de turbineen luchtvaartindustrie, groeide de omzet in de Verenigde Staten. De focus in de Verenigde Staten ligt op Flow Control. De omzet in deze bedrijfstak is vele malen groter dan die in Industrial Services. In Duitsland is groei gerealiseerd door een toenemende vraag naar producten van aluminium ten behoeve van de luchtvaartindustrie. In de Industrial Services tak in Duitsland is extra geïnvesteerd. Deze investeringen hebben geleid tot een omzettoename. 46 In Frankrijk groeide de activiteiten in de tubine- en luchtvaartsector. Bovendien vond er een toename van de investeringen plaats. Hier staat tegenover dat de vraag naar warmtebehandeling van klantspecifieke producten daalde. Deze daling kon deels worden gecompenseerd door een breed scala aan nieuwe productinitiatieven. Grote kansen voor Aalberts Industries liggen in Oost-Europa. In de tak van Flow Control vindt een enorme groei plaats op verschillende deelmarkten. Dit komt met name door de snelgroeiende productlijnen. Aalberts Industries poogt deze groei te stimuleren door training aan te bieden voor installateurs in dit gebied. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010), (Aalberts Industries N.V., 2013), (Aalberts Industries) 3.2.2 Verdeling naar activiteiten Om inzicht te krijgen in de omzetverdeling naar activiteit, wordt in deze paragraaf gekeken naar de markten waar Aalberts Industries haar omzet op behaald. Het bedrijf Aalberts Industries is op te splitsen in twee divisies; Industrial Services en Flow Control. Onder de beide divisies hangen verschillende activiteiten. Deze activiteiten zijn weergegeven in tabel 3.8. Bij Aalberts Industries zijn de cijfers gesplitst naar activiteit niet gepubliceerd. Aalberts Industries maakt alleen een splitsing van de omzet tussen de twee divisies, per land. Daarom wordt in het vervolg van deze paragraaf niet meer gekeken naar de verschillende activiteiten van Aalberts Industries, maar alleen naar het verschil in divisies. Tabel 3.8: Activiteiten Aalberts Industries Industrial Services Flow Control Automobiel Machinebouw Luchtvaart Metalektro Olie & Gas Turbine Districtenergie Olie & Gas Utiliteit Bouwinstallaties | Commercieel Klimaatbeheersing Food Halfgeleider Automobiel | Suspensie Medisch Bouwinstallaties | Renovatie Industrie | Pulp & Papier Irrigatie Industrie | Chemisch Bier & softdrink Spa & Pool (Aalberts Industries) 47 Figuur 3.18: Omzet- en EBITA verdeling naar divisie 100% Bij de vergelijking van de omzet en winst wordt gebruik 90% gemaakt van de EBITA. Dit kengetal staat voor winst voor 80% aftrek van rente, belasting en afschrijving. 70% 60% 71% 64% deel van haar omzet behaald uit Flow Control, ruim 70%. De 50% divisie Industrial Services zorgt echter voor relatief meer 40% winst op de omzet. Dit komt doordat op de producten en 30% diensten van deze divisie een hogere winstmarge ligt. 20% 10% Uit figuur 3.18 blijkt dat Aalberts Industries het grootste 29% 36% Wanneer Aalberts Industries wil investeren, kan zij er het beste voor kiezen om dit te doen in de divisie Industrial 0% Omzet Industrial Services EBITA Services, omdat dit een hoger rendement oplevert. Flow Control (Aalberts Industries N.V., 2013) Figuur 3.19: Omzet per divisie per regio (Aalberts Industries) Kijkend naar figuur 3.19 kan worden geconcludeerd dat Aalberts Industries veruit haar meeste omzet behaald in Flow Control in de Verenigde Staten. De activiteiten in Industrial Services zijn daarentegen erg laag in dit gebied. De meeste groei van de divisie Flow Control heeft plaatsgevonden in de Verenigde Staten. Van de andere regio’s kan worden gezegd dat de omzet redelijk gelijk is gebleven. De divisie Industrial Services is het grootste in Duitsland, Benelux en Frankrijk. 48 3.2.3 Verdeling naar distributiekanalen Om een breder inzicht te verkrijgen in de spreiding van de omzet kan een analyse worden gemaakt van de omzetverdeling naar distributiekanalen. Aalberts Industries werkt samen met een groot aantal groepsmaatschappijen. De afdeling Industrial Services bestaat uit 51 groepsmaatschappijen, Flow Control uit 71. De groepsmaatschappijen kunnen worden gezien als de distributiekanalen, omdat Aalberts Industries haar producten doorgeeft aan deze ondernemingen. Zij zorgen weer voor de verkoop in de verschillende regio’s. Van de groepsmaatschappijen zijn echter geen gegevens bekend, waardoor het maken van een verdere analyse niet mogelijk is. (Aalberts Industries N.V., 2013) 3.2.4 Portfolio-analyse In deze paragraaf worden de verschillende regio’s geanalyseerd met behulp van de portfoliomatrix van de Boston Consulting Group (BCG). In dit model zijn vier verschillende kwadranten; cash cow, star, question mark en dog. In welk kwadrant een activiteit belandt, hangt af van in hoeverre de investeringen leiden tot marktgroei. Een star is positief, een dog negatief. Figuur 3.20: Portfolio-analyse Aalberts portfolio-analyse 2012 star question mark cash cow Verenigde Staten dog Duitsland Benelux Frankrijk Oost Europa Rest of world (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Uit figuur 3.20 blijkt dat de Verenigde Staten de absolute ster van de onderneming is. Dit bevestigd het beeld uit voorgaande paragrafen, waar is geconstateerd dat er veel groei plaats vind in deze regio. Ook de regio Oost-Europa is een star. Om deze regio’s succesvol te laten blijven, is het belangrijk dat Aalberts Industries hier voldoende blijft investeren. De gebieden Benelux, Rest of 49 world en Frankrijk zijn cash cows. Hieruit blijkt dat deze regio’s zich bevinden in de verzadigingsfase. Dit betekent dat er weinig marktgroei mogelijk is, dus dat verdere investeringen niet zullen leiden tot een hogere omzet. De rek is uit deze regio’s. Alleen wanneer concurrenten uit de markt zullen stappen, is het nog aantrekkelijk om het activiteitenniveau te verhogen. Vooral Frankrijk is een risico, omdat deze regio zich steeds meer richting het kwadrant van dog beweegt. Geen van de regio’s waarin Aalberts Industries actief is, bevind zich in het kwadrant van question mark. Dit betekend dat er weinig onzekerheid is in de markten. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010), (Marcus & Van Dam, 2012) 3.3 Bedrijfstaklevenscyclus Om een beeld te krijgen in welke fases de verschillende regio’s zich bevinden, wordt in deze paragraaf een analyse gemaakt met behulp van de bedrijfstaklevenscyclus. In deze methode worden vier verschillende fases weergegeven te weten; introductiefase, groeifase, verzadigingsfase en neergangsfase. De verschillende regio’s waarin Aalberts Industries actief is, zijn in de onderstaande figuur geplaatst. Figuur 3.21: Bedrijfstaklevenscyclus Aalberts in de bedrijfstaklevenscyclus 2012 Verenigde Staten Duitsland Benelux Frankrijk Oost Europa Rest of world (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De groeiende markten waar Aalberts Industries zich bevindt zijn volgens bedrijfstaklevenscyclus de Verenigde Staten, Duitsland en Oost-Europa, deze regio’s bevinden zich in de groeifase. Dit sluit aan op de BCG-matrix uit de vorige paragraaf. De regio Benelux bevindt zich momenteel in de verzadigingsfase en heeft haar top bereikt. Frankrijk nadert de neergangsfase, maar bevindt zich nog 50 net in de verzadigingsfase. Hieruit kan worden geconcludeerd dat deze regio haar beste tijd heeft gehad. De bedrijfstaklevenscyclus sluit hiermee aan op de in paragraaf 3.2 gemaakte omzetanalyse. Aalberts Industries heeft momenteel geen regio’s die zich bevinden in de neergangsfase. Dit kan worden gezien als een positief signaal, een mogelijke reden hiervoor is de innovatiekracht van de onderneming. 3.4 Technische analyse Tot slot wordt in dit hoofdstuk een technische analyse van het aandeel Aalberts Industries gemaakt. Deze analyse kan beleggers hulp bieden bij het maken van aan- en verkoopbeslissingen. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende grafieken uit het verleden, die worden geanalyseerd met behulp van verschillende indexen. Met behulp van de analyse kan een toekomstbeeld worden bepaald. De grafieken die in deze paragraaf worden gebruikt hebben betrekking op de periode maart 2011 tot en met maart 2014. 3.4.1 Grafieken In deze paragraaf zijn de grafieken verzameld die worden gebruikt bij de technische analyse. Het gaat hierbij om de lijngrafiek, de bar chart en de candlestick grafiek. Deze grafieken worden in het verloop van de paragraaf gebruikt bij de verschillende analyses. Figuur 3.22: Lijngrafiek (Trivano) 51 Figuur 3.23: Bar Chart (Trivano) Figuur 3.24: Candlestick (Trivano) 3.4.2 Trendanalyse In deze paragraaf wordt een trendanalyse gemaakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de lijngrafiek van Aalberts Industries. In deze grafiek wordt gezocht naar trendlijnen, trendkanalen en trenddoorbraken. Deze drie hulpmiddelen zijn in aparte grafieken weergegeven. 52 Figuur 3.25: Trendlijnen In figuur 3.23 is de trendlijn van hoofdtrendlijn van de beurskoers van het aandeel Aalberts Industries weergegeven. Bij de analyse zijn twee grote trendbreuken geconstateerd, een neerwaartse en een opgaande. De neerwaartse trend van Aalberts Industries is niet heel sterkt. In november werd een koers genoteerd van iets onder € 13,-. Daarna zette de opgaande trend zich in. Momenteel bevindt het aandeel zich nog steeds in deze opgaande trend, en nadert een kruising met de hoofdtrendlijn. Figuur 3.26: Trendkanaal In de bovenstaande grafiek is een trendkanaal geconstateerd. Hierbij zijn een aantal toppen en dalen van de opgaande trend met elkaar verbonden. De opgaande lijn van de beurskoers beweegt zich voornamelijk tussen deze twee trendlijnen in. Zolang dit trendkanaal niet wordt doorbroken, zal het aandeel tussen dit kanaal doorgroeien. 53 Figuur 3.27: Trendlijndoorbraak Tot slot is er een trendlijndoorbraak geconstateerd. In juli 2011 bereikte het aandeel een laag punt, dat later in maart 2012 als een weerstandspunt kon worden gezien. In die tijd lukte het Aalberts Industries niet om boven een koers van ongeveer € 16,- te raken. Ruim een jaar later kon dit punt worden gezien als een nieuwe steun. Het aandeel Aalberts Industries kwam in een opkomende lijn en zakte niet meer terug naar het punt dat eerder als weerstand werd gezien. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.4.3 Koerspatronen In een aandelenkoers kunnen verschillende koerspatronen worden ontdekt; de hoofdschouderformatie, dubbele top/dubbelde bodem, driehoekformaties en rechthoekformaties. Er is gekozen voor het behandelen van een hoofd-schouderformatie patroon, omdat deze het duidelijkst is te ontdekken bij Aalberts Industries. Figuur 3.28: Hoofd-schouderformatie 54 In de bar chart van Aalberts Industries zijn twee hoofd-schouderformatie patronen te zien. Een korte eind 2011 en een wat langere in het eerste halfjaar van 2012. De toppen en dalen van beide patronen zijn echter niet heel groot. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.4.4 Cross-over techniek De gemiddelde lijnen zijn in onderstaande figuur weergegeven. Deze lijnen kunnen worden gebruikt bij het ontdekken van een up- of down cross. De bruine lijn staat voor een gemiddelde van 10 dagen, de paarse voor 50 dagen. Figuur 3.29: Cross-overtechniek (Trivano) Als de korte lijn lager wordt dan de lange lijn, is er sprake van een up cross, ook wel dead cross genoemd. Wanneer de lange lijn onder de korte lijn ligt, is er sprake van een down cross, anders gezegd een golden cross. Bij het aandeel Aalberts Industries is in de afgelopen drie jaar twee keer sprake geweest van een golden cross en een dead cross. Momenteel bevindt Aalberts Industries zich nog steeds in een golden cross. Dit kan worden gezien als een koopsignaal. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 3.4.5 Indicatoren In deze paragraaf wordt een analyse van het aandeel gemaakt aan de hand van verschillende indicatoren. In onderstaand figuur zijn, naast de beurskoers, de volgende indicatoren opgenomen: de Moving Average Overbought/Oversold index (MACD), de Relatieve Sterkte Index (RSI) en het Momentum. 55 Figuur 3.30: Beurskoers en indicatoren (Trivano) Bij Aalberts Industries is sprake van een stijgende beurskoers. Het volume is de laatste jaar redelijk stabiel, maar bevindt zich wel in een stijgende lijn. Dit duidt erop dat het aandeel stabiel is, maar net geen bull-market. De MACD index laat zien in hoeverre de koers afwijkt van het lange en het korte gemiddelde. Bij Aalberts Industries is er nauwelijks sprake van een afwijking, hierdoor kan de koers van het aandeel stabiel worden genoemd. Bij een grote afwijking van de gemiddelde lijn hangt een koerscorrectie in de lucht. Het aandeel Aalberts Industries bevindt zich de afgelopen drie jaar vrijwel altijd in de 30-70 zone van de RSI index. Dit is de neutrale zone van de index en geeft aan dat de koers van het aandeel stabiel is. Echter stijgt Aalberts Industries het laatste halfjaar iets boven de 70. Dit kan uitmonden tot een daling van de beurskoers. Wanneer de RSI index van Aalberts Industries de 70 ruim gaat overschrijden, kan dit een moment zijn om het aandeel te verkopen. Met behulp van het Momentum kan de snelheid van stijgen en dalen van een aandelenkoers worden weergegeven. Hierbij wordt de koers op een bepaald moment vergeleken met de koers van een 56 bepaald aantal dagen terug. Bij Aalberts Industries is het Momentum het laatste jaar positief. Dit is in overeenstemming met de stijgende beurskoers. 3.5 Conclusie In dit hoofdstuk is er van Aalberts Industries een bedrijfsanalyse gemaakt. De bedrijfsanalyse bestaat uit verschillende onderdelen; de fundamentele analyse, de omzet- en winstanalyse, de bedrijfstaklevenscyclus analyse en de technische analyse. Uit de fundamentele analyse kan worden geconcludeerd dat de kengetallen tussen 2002 en 2008 overwegend stabiel zijn gebleven, of zelfs licht gegroeid. In 2009 is het opvallend dat bijna elk kengetal aanzienlijk is teruggelopen. Hieruit blijkt dat ook Aalberts Industries last had van de economische crisis. Na 2009 zijn de kengetallen weer opgelopen en hebben zij geleidelijk hun oude niveau bereikt. Uit de kengetallen blijkt dat Aalberts Industries een goedlopende en stabiele onderneming is. De Altman’s Z-score geeft aan dat Aalberts Industries een financieel gezonde onderneming is. Om erachter te komen in welke regio de grootste omzet worden behaald en welke activiteiten het grootste omzetdeel opleveren, is er een omzet- en winstanalyse gemaakt. Uit de omzet- en winstanalyse is gebleken dat in de Verenigde Staten de meeste omzet wordt gegenereerd. In de Verenigde Staten zit ook nog de meeste groei, waardoor de Verenigde Staten de star is van de onderneming. Kijkend naar de bedrijfstaklevenscyclus kan worden geconcludeerd welke regio zich in welke fase bevindt. Hieruit blijkt ook dat de Verenigde Staten zich nog in de groeifase bevindt en Frankrijk de neergangsfase nadert. Als laatste is er een technische analyse gemaakt. Uit de technische analyse is gebleken dat de koers van het aandeel Aalberts Industries in de laatste jaren aanzienlijk is gestegen. De koerslijn is het afgelopen jaar binnen het trendkanaal gebleven, waardoor het aandeel Aalberts Industries als stabiel kan worden beschouwd. De RSI index schommelt het laatste jaar rond de 70. De zone 30-70 is de stabiele zone. Op het moment dat het aandeel ruim boven de 70 uit zal schieten, wordt een dalende beurskoers verwacht. Dat zou een moment kunnen zijn om te besluiten het aandeel van de hand te doen. 57 4 Risicomanagement Een onderneming probeert zoveel mogelijk haar eigen resultaten te sturen door een stabiel beleid te voeren. Echter heeft de onderneming niet op alle factoren invloed en kan zij niet altijd voorspellen wat er in de toekomst zal gaan gebeuren. De risico’s die horen bij de bedrijfsvoering moeten zo goed als mogelijk worden gemanaged. In dit hoofdstuk wordt gekeken van welke risico’s er sprake is bij Aalberts Industries en in hoeverre zij in staat is geweest om deze te managen. Er wordt onderscheid gemaakt in vier verschillende risico’s namelijk: commercieel risico, bedrijfsrisico, financieel risico en het totaal risico. 4.1 Commercieel risico Onder het commercieel risico wordt verstaan de kans dat de werkelijke omzet afwijkt van de verwachte omzet. De omzet komt tot stand door prijs en afzet, vandaar dat het commercieel risico kan worden onderverdeeld in een prijs en een afzet risico. Het prijsrisico wordt in grote mate bepaald door het valutarisico wanneer een onderneming handel drijft in verschillende valutagebieden. Figuur 4.1: Lijndiagram omzet en nettowinst Aalberts Omzet Netto winst 2500000 160000 140000 120000 100000 1500000 80000 1000000 60000 CIJFERS x EUR 1000 CIJFERS x EUR 1000 2000000 40000 500000 20000 0 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Om de spreiding in de omzet te bepalen, zijn het gemiddelde, de standaarddeviatie en de variatiecoëfficiënt berekend over de afgelopen tien jaar en over de afgelopen vijf jaar. De resultaten zijn opgenomen in tabel 4.1. 58 Tabel 4.1: Risicocijfers Resultaatrekening 2003-2012 Gemiddelde Omzet Standaard deviatie 2008-2012 Variatiecoëfficiënt Gemiddelde Standaard deviatie Variatiecoëfficiënt 1.469.579 431.932 0,29 1.760.073 241634 0,14 commercieel risico Bedrijfsresultaat 146.090 46.100 0,32 163.800 46.032 0,28 bedrijfsrisico financiële lasten 31.853 10.740 0,34 37.248 8.996 0,24 financieel risico Netto winst 91.596 33.063 0,36 101.014 37.765 0,37 totaal risico 18,40 6,09 0,33 13,30 3,77 0,28 risico 8,32 3,66 0,44 9,01 5,26 0,58 rendement REV in % Winst/koers verhouding in % (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) De variatiecoëfficiënt geeft aan dat de omzet de afgelopen tien jaar met 29% kan afwijken van de gemiddelde omzet van € 1.469.579, -. Dat is aanzienlijk, maar is verklaarbaar. Uit figuur 4.1 kan namelijk worden afgeleid dat de omzet van Aalberts Industries de afgelopen tien jaar een stijgende lijn vertoont met een korte dip. Het verschil tussen de laagst en hoogst behaalde omzet is groot, waardoor het gemiddelde geen getrouw beeld geeft. Aalberts Industries is via haar groepsmaatschappijen wereldwijd gevestigd. Het is belangrijk dat de onderneming op de hoogte is van de conjuncturele ontwikkelingen in de regio’s waar zij actief is. Een regio die zich bevindt in een hoogconjunctuur kent veel vraag en hoge prijzen. Het omgekeerde geldt voor een land in een laagconjunctuur. Daar is sprake van weinig vraag, waardoor een prijsverlaging noodzakelijk is. Aangezien Aalberts Industries bij de vervaardiging van haar producten natuurlijke bronnen nodig heeft, zijn de ontwikkelingen in de grondstof- en energieprijzen voor Aalberts Industries belangrijk. Aalberts Industries heeft geen invloed op deze prijsontwikkelingen, maar past wel instrumenten toe om het risico zoveel mogelijk te beperken. Prijsstijging van grondstoffen worden veelal doorberekend in de uiteindelijke prijs. Met leveranciers worden dynamische inkoopcontracten afgesloten. Er worden afspraken gemaakt over prijs, volume en periode. Daarnaast vindt de inkoop zoveel als mogelijk centraal plaats, in plaats van elke groepsmaatschappij voor zich, waardoor prijsvoordelen, in de vorm van kwantumkortingen, kunnen worden gerealiseerd. Uiteraard heeft Aalberts Industries door haar wereldwijde activiteit ook te maken met het valutarisico. De onderneming is het meest gevoelig voor schommelingen in de Britse pond en de Amerikaanse dollar. Leningen die worden aangetrokken ten behoeve van een groepsmaatschappij worden, wanneer mogelijk, afgesloten in lokale valuta. Hiermee wordt het valutarisico beperkt. Om het valutarisico zoveel mogelijk te beperken wordt gebruik gemaakt van verschillende valutainstrumenten. Op directieniveau zijn richtlijnen vastgesteld over het gebruik van dergelijke instrumenten. Deze kunnen per groepsmaatschappij variëren. 59 De geconsolideerde jaarrekening van Aalberts Industries is opgesteld in euro’s. De balansen van dochters worden omgerekend tegen de wisselkoers op balansdatum. Voor de omrekening van de kosten en opbrengsten wordt gebruik gemaakt van een gemiddelde wisselkoers. Daarbij kan worden opgemerkt dat door de grote variatie in valuta’s bepaalde risico’s tegen elkaar wegvallen. Een stijging van de dollarkoersen is ongunstig voor de Europese activiteiten, maar positief voor de groepsmaatschappijen die zijn gevestigd in de Verenigde Staten. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Danklof, 2007) 4.2 Bedrijfsrisico Onder het bedrijfsrisico wordt verstaan de spreiding in het bedrijfsresultaat. Het gemiddelde bedrijfsresultaat van Aalberts Industries over de afgelopen tien jaar is €146.090,-. De variatiecoëfficiënt van 0,32 geeft aan dat het bedrijfsresultaat 32% kan afwijken van het gemiddelde. Dit is, evenals bij de omzet hoog. Dat komt doordat het bedrijfsresultaat de afgelopen tien jaar sterk is toegenomen. Het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde is groot, waardoor de spreiding groot is. Bij Aalberts Industries is de waarde van de materiële vaste activa in 2012 €592.393,-. Dit is 30% van het balans totaal. Hieruit blijkt dat Aalberts Industries een kapitaalintensieve onderneming is. Bij Aalberts Industries is er sprake van hoge vaste kosten in verhouding tot de totale kosten. Voor Aalberts Industries is het dus belangrijk om zoveel mogelijk producten te verkopen, want de vaste kosten zijn altijd aanwezig ongeacht het afzetvolume. Om de invloed van de kostenstructuur op het bedrijfsrisico te bepalen, wordt er gebruik gemaakt van de operationele hefboomfactor. Deze wordt berekend door het bedrijfsrisico te delen door het commercieel risico. Bij Aalberts Industries komt dit over de afgelopen tien jaar uit op 1,10 (0,32/,029). Om het bedrijfsrisico te reduceren moet de operationele hefboomfactor verlaagd worden. Er zijn verschillende manieren op de operationele hefboomfactor te verkleinen. Een voorbeeld hiervan is het flexibiliseren van het personeelsbestand exclusief het gespecialiseerd personeel. Dit kan gedaan worden door uitzendkrachten in te huren of het afsluiten van korte termijn contacten. Een andere mogelijkheid kan zijn het toepassen van balansverkorting. Echter is dit bij Aalberts Industries niet van zelfsprekend, omdat zij bij haar productieproces intensief gebruik maakt van geavanceerde machines. 60 Door het hoge vaste kostenniveau van Aalberts Industries biedt dit haar de mogelijkheid om een lagere prijs te hanteren dan haar concurrenten. Elk product dat meer verkocht wordt dan het breakevenpoint zorgt voor meer omzet en dus een beter bedrijfsresultaat. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 4.3 Financieel risico Onder het financieel risico wordt verstaan de mogelijkheid op een afwijking van de verwachte financiële lasten. De variatiecoëfficiënt van de afgelopen tien jaar van 0,34 geeft aan dat de financiële lasten jaarlijks 34% kunnen afwijken van het gemiddelde. Figuur 4.2: Ontwikkeling interest dekkingsgetal Aalberts Interest dekkingsgetal 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) In figuur 4.2 is het interest dekkingsgetal weergegeven. Dit wordt berekend door de interestlasten op te tellen bij het resultaat voor belasting, en vervolgens te delen door de interest lasten. Het interest dekkingsgetal zegt iets over in hoeverre de onderneming aan haar interestverplichting kan voldoen. Een gezond interest dekkingsgetal ligt tussen de 2,5 en 5,0. Uit figuur 4.2 blijkt dat Aalberts Industries zich de laatste jaren boven deze norm bevind. Momenteel is het interest dekkingsgetal 7,3. Hieruit blijkt dat Aalberts Industries totaal geen problemen heeft om aan haar interestverplichtingen te voldoen. Aalberts Industries voert met betrekking tot de financiering van haar activa een beleid dat gericht is op het afsluiten van leningen tegen een variabele rente. Om eventuele rente risico’s te reduceren maakt zij gebruik van renteswaps, die het mogelijk maken om de variabele rente om te zetten in een vaste rente. 61 Het terug dringen van debiteuren en voorraad wordt aangeduid door de term restrictief beleid. Dit beleid past Aalberts Industries toe. Bij Aalberts Industries worden de debiteuren niet teruggedrongen, maar herhaaldelijke getoetst. Daarnaast heeft Aalberts Industries haar debiteurenbestand grotendeels kredietverzekerd. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 4.4 Totaal risico Het totaalrisico van de onderneming kan op twee manieren worden uitgedrukt. De eerste is de afwijking van de rentabiliteit van het eigen vermogen van het afgelopen tien jaar ten opzichte van het gemiddelde. De tweede methode is de verandering in de gemiddelde nettowinst van de afgelopen tien jaar. Bij Aalberts Industries bedraagt de gemiddelde REV 18,40 en de variatiecoëfficiënt 0,33. Dit houdt in dat de REV in een bepaald jaar 33% kan afwijken van het tienjarig gemiddelde. De gemiddelde nettowinst van Aalberts Industries bedroeg €91.596,-, met een daarbij behorende variatiecoëfficiënt van 0,36. De verandering in de nettowinst kan dus 36% van het gemiddelde bedragen, zowel positief als negatief. Figuur 4.3: Risico/rendement Aalberts risico/rendement 9,1 9,0 rendement (gem. w/k) 8,9 8,8 8,7 8,6 8,5 8,4 8,3 8,2 0,28 0,29 0,30 2008-2012 0,31 2003-2012 0,32 0,33 0,34 risico (vc[REV]) (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Kijkend naar figuur 4.3 kan opgemerkt worden dat Aalberts Industries de afgelopen vijf jaar haar risico verminderd heeft ten opzichte van de afgelopen tien jaar. Bovendien is het rendement toegenomen van 8,3 naar 9,0. Dit kan worden gezien als een zeer positieve ontwikkeling voor beleggers. Zij lopen namelijk minder risico, maar behalen wel een hoger rendement. Dit is in overeenstemming met de aandelenkoers van Aalberts Industries. Een aandeel met weinig risico en een hoog rendement is aantrekkelijk voor beleggers. De populariteit van deze aandelen zal gepaard gaan met een koersstijging. 62 Figuur 4.4: Risicoprofiel Aalberts risicoprofiel commercieel risico bedrijfsrisico financieel risico totaal risico 0,00 0,05 0,10 2003-2012 0,15 0,20 2008-2012 0,25 0,30 0,35 0,40 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) Figuur 4.4 geeft de ontwikkeling van de verschillende risicoprofielen over de afgelopen vijf en tien jaar weer. Het commercieel-, bedrijfs- en financieel risico van de afgelopen vijf jaar zijn verbetert ten opzichte van de afgelopen tien jaar. Daarentegen is het totale risico toegenomen. 4.5 Conclusie Om het risicoprofiel van Aalberts Industries in beeld te brengen is in dit hoofdstuk de risicoanalyse gemaakt met behulp van risicocijfers van de afgelopen tien jaar. Hierbij zijn vier soorten risico’ s geanalyseerd, te weten: commercieel-, bedrijfs-, financieel- en totaalrisico. Het commercieel risico van Aalberts Industries is 29%. Dit risico wordt door Aalberts Industries zoveel als mogelijk beperkt door gebruik te maken van valuta-instrumenten en goederentermijncontracten af te sluiten met afnemers. Het bedrijfsresultaat bij Aalberts Industries kan 32% afwijken van het gemiddelde, dit is het bedrijfsrisico. Daarnaast heeft Aalberts Industries een operationele hefboomfactor van 1,10. Om het bedrijfsrisico te verlagen kan Aalberts Industries overwegen een deel van haar vaste werknemers te vervangen door uitzendkrachten of contracten voor een kortere termijn afsluiten. Het financieel risico wordt bepaald door de hoogte van de interestverplichtingen. Bij Aalberts Industries is het financieel risico 34%. Aalberts Industries probeert deze zoveel mogelijk te beperken door het afsluiten van leningen tegen variabele rente. Daarnaast doet de onderneming aan een restrictief debiteurenbeleid. Uit het totaalrisico blijkt dat het rendement van Aalberts Industries sterk verbeterd is en het bijbehorende risico is verlaagd. Dit maakt het aandeel Aalberts Industries aantrekkelijker voor beleggers. Bijna alle risico’s van Aalberts Industries zijn verbeterd. Alleen het totaalrisico van de onderneming is verslechterd. 63 5 Groei management In dit hoofdstuk wordt het groeimanagement behandeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende groei routes die bij Aalberts Industries van toepassing zijn. Er wordt onderscheid gemaakt in vijf verschillende groeirichtingen te weten; marktpenetratie, marktontwikkeling, productontwikkeling, diversificatie en verticale integratie. Daarnaast wordt er gekeken welke kansen en bedreigingen de groeivormen met zich mee brengen. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt in drie verschillende groeivormen; organische groei, groei door samenwerking en groei door overnames. 5.1 Groei routes In de onderstaande tabel zijn de groei routes die bij Aalberts Industries van toepassing zijn, gemarkeerd. Tabel 5.1: Groei routes Autonoom Marktpenetratie Route 1.1 Marktontwikkeling Route 1.2 Productontwikkeling Route 1.3 Diversificatie Route 1.4 Verticale integratie Route 1.5 (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 5.1.1 Samenwerking Acquisitie Route 2.1 Route 2.2 Route 2.3 Route 2.4 Route 2.5 Route 3.1 Route 3.2 Route 3.3 Route 3.4 Route 3.5 Groei routes 1.1 en 3.1 Er is sprake van marktpenetratie als de onderneming op dezelfde markt met hetzelfde product groei behaald. Bij Aalberts Industries is hiervan sprake, via de groeivormen autonoom en acquisitie. Autonoom, omdat Aalberts Industries haar producten zelf fabriceert en verkoopt. Bij acquisitie is dit omdat Aalberts Industries haar producten ook doorverkoopt aan haar dochterondernemingen. Dit is bijvoorbeeld het geval in Duitsland. In dit land realiseert Aalberts Industries de laatste jaren een sterke groei op de Industrial Services markt met hetzelfde product. Doordat Aalberts Industries meer ondernemingen overneemt, groeit het marktaandeel en kunnen zij de producten verder verkopen. (Aalberts Industries N.V., 2013) 5.1.2 Groei routes 1.2 en 3.2 Er vindt marktontwikkeling plaatst wanneer een onderneming met bestaande producten een nieuwe markt betreed. Aalberts Industries doet dit zowel autonoom als via acquisities. De onderneming probeert haar winstgevendheid te vergroten door het zoeken naar nieuwe afzetgebieden. Eerst was Aalberts Industries voornamelijk geconcentreerd op West-Europa en de Verenigde Staten. Momenteel richt Aalberts Industries zich ook op Oost-Europa en Azië. In Oost-Europa vindt een sterke groei plaatst op de markt van Flow Control. De groei in Oost-Europa en Azië vindt vooral plaats 64 door ondernemingen in deze gebieden over te nemen, zodat Aalberts Industries haar bestaande productportfolio daar kan verkopen. (Aalberts Industries N.V., 2013) 5.1.3 Groei routes 1.3 en 3.3 Men spreekt van productontwikkeling wanneer er nieuwe producten worden uitgebracht op een bestaande markt van de onderneming. Bij Aalberts Industries is dit het geval, omdat zij steeds nieuwe innovatieve producten ontwikkelt naar de wensen van de klant en deze verkoopt op de bestaande markten. Op deze manier probeert Aalberts Industries haar marktpositie te versterken en te vergroten. De routes 1.3 en 3.3 komen bij Aalberts Industries het meeste voor. Aalberts Industries is de holding en is tevens het productiebedrijf. Vandaar dat zij de nieuwe producten ontwikkelt, en de vorm autonoom aanneemt. Daarnaast neemt Aalberts Industries ondernemingen over om zo meer kennis te verwerven die kan bijdragen bij het ontwikkelen van nieuwe producten. (Aalberts Industries N.V., 2013) 5.1.4 Groei route 3.4 Er is sprake van diversificatie wanneer een onderneming een nieuw product lanceert op een voor haar nieuwe markt. Deze groeiroutes zijn van toepassing op Aalberts Industries, omdat zij voortdurend nieuwe producten ontwikkeld en op zoek is naar nieuwe geografische markten. Op het moment is Aalberts Industries zich aan het penetreren op de Aziatische markt. De Climate Control markt met haar nieuwe producten zijn het laatste jaar geïntroduceerd op de nieuw aangeboorde Aziatische markt. De diversificatie wordt mede gerealiseerd door het overnemen van ondernemingen in nieuwe geografische markten. (Aalberts Industries N.V., 2013) 5.1.5 Groei route 2.5 Bij Aalberts Industries is er sprake van voorwaartse integratie, dit wil zeggen dat Aalberts Industries een opererende schakel van de verkoopmarkt overneemt als ondernemingsactiviteit. Aalberts Industries heeft dan ook ondernemingen overgenomen, deze ondernemingen zijn nu de dochterondernemingen van Aalberts Industries. Met deze dochterondernemingen werkt Aalberts Industries intensief samen om haar producten te verkopen. (Aalberts Industries N.V., 2013), (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 5.2 Kansen en bedreigingen van groeiroutes In deze paragraaf worden alle kansen en bedreigingen van de hiervoor toegepaste groei routes van Aalberts Industries beschreven. Het gaat daarbij om autonome groei, groei via samenwerking en groei door acquisities. 65 5.2.1 Organische groei Wanneer de onderneming kiest voor organische groei heeft dit als voordeel dat zij zelf alles in eigen hand kan houden. De onderneming hoeft dan geen rekening te houden met andere partijen en kan volledig haar eigen koers varen. Een andere kans die het biedt, is dat de opbrengsten volledig aan de onderneming toekomt. Deze strategie heeft er bij Aalberts Industries toe geleid dat zij nu marktleider is in de markten waar zij actief is. Dit is ook meteen een bedreiging, want een eventueel verlies moet volledig worden gedragen door de onderneming. Een andere kans is dat Aalberts Industries nieuwe klanten kan aantrekken, omdat zij samenwerkt met klanten om nieuwe innovatie producten te ontwikkelen. Organische groei leidt ook tot meer motivatie bij de werknemers. Dit komt doordat de onderneming zelf verantwoordelijk is voor nieuwe ideeën om haar marktpositie te verbeteren. Hierdoor ligt de uitdaging bij de werknemers van Aalberts Industries. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 5.2.2 Groei door samenwerking Aalberts Industries werkt alleen samen met haar dochterondernemingen. Een kans die dit biedt is kennisbundeling. Door het samenwerken met andere ondernemingen verschaft Aalberts Industries zichzelf kennis die zijzelf niet of beperkt heeft. De samenwerkingsverbanden hebben voor Aalberts Industries alleen maar voordelen, omdat zij de holding is en alle winsten uiteindelijk toekomen aan haar. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 5.2.3 Groei door overnames Bij Aalberts Industries is er veel sprake van groei door middel van overnames. Een kans hiervan is dat het toegang biedt tot nieuwe geografische afzetmarkten. Aalberts Industries hoeft dus niet vanaf de grond af iets nieuws op te bouwen. Zij kunnen verder bouwen op de bestaande onderneming. Dit biedt gelijk een tweede kans namelijk kostenbesparing, want Aalberts Industries hoeft zich niet te introduceren in de markt. Een andere kans die het biedt is dat de nieuwe dochterondernemingen gevestigd zijn in de nabijheid van natuurlijke grondstoffen, die nodig zijn bij het maken van de producten van Aalberts Industries. Daarnaast vergroot Aalberts Industries haar kennis met het overnemen van ondernemingen. Een bedreiging van groei door overnames is het kostenplaatje. Het overnemen van andere ondernemingen kost geld, terwijl zelf doen of samenwerken goedkoper is. Als de overname goed uitpakt, verdient deze investering zichzelf weer terug. Een andere bedreiging is dat de markt kan instorten in een bepaald geografisch gebied. Aalberts Industries zit dan vast aan de dochteronderneming, en is verantwoordelijk voor de verliezen. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) 66 5.3 Conclusie In dit hoofdstuk is gekeken naar het groeimanagement van Aalberts Industries. Aalberts Industries maakt gebruik van de volgende groei routes; 1.1, 1.2, 1.3, 2.5, 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4. De onderneming maakt gebruik van alle groeirichtingen. De meeste groei vindt plaats door middel van autonoom en acquisities. Een voorbeeld van acquisitie is bij de groeirichting diversificatie. Hierbij penetreert Aalberts Industries een nieuwe markt, de Aziatische markt. Zij doet dit met behulp van nieuwe producten op het gebied van Climate Control. Hierbij neemt Aalberts Industries ondernemingen in Azië over. Een voorbeeld van autonoom is marktpenetratie. Aalberts Industries probeert in Duitsland groei te realiseren met behulp van zelf ontwikkelde, bestaande producten. De groei vormen brengen verschillende kansen en bedreigingen met zich mee. Een kans van organische groei is dat de onderneming zelf alles in eigen hand kan houden en de opbrengsten volledig toekomen aan de onderneming. Een bedreiging is dat eventuele verliezen volledig voor rekening van Aalberts Industries komen. Een kans van groei bij samenwerking is dat de kennis gedeeld kan worden. Ten slotte zijn er nog kansen en bedreigingen bij groei door overnames. Een kans is onder andere dat het toegang biedt tot nieuwe geografische afzetmarkten en leidt tot kostenbesparingen. Een bedreiging hiervan is dat de kosten in eerste instantie hoog zijn. Als de markt instort is Aalberts Industries verantwoordelijk voor de verliezen. 67 6 Forecasting In dit hoofdstuk wordt een forecast voor Aalberts Industries gemaakt. Dit wordt gedaan voor twee boekjaren, 2013 en 2014. In de eerste paragraaf wordt de gemaakte forecast van een uitgebreide toelichting voorzien. Hieruit wordt duidelijk hoe aan de verschillende cijfers gekomen is. Daarna wordt in paragraaf 2 een vergelijking gemaakt met de werkelijke cijfers uit 2013 en een bestaande forecast van 2014. Er wordt afgesloten met een conclusie. 6.1 Top down forecasting Er moeten elf stappen worden gezet om tot de top down forecasting te komen. Deze stappen worden in deze paragraaf doorlopen, onderverdeeld in subparagrafen. De berekeningen van de forecasting zijn gemaakt in een Excel model, en worden in deze paragraaf uitgebreid toegelicht. 6.1.1 Omzetprognose Om de omzetprognose te berekenen is er uitgegaan van groeifactoren. Deze staan in figuur 6.1 weergegeven. Figuur 6.1: Groeifactoren omzet Business unit groei 2012 tov 2011 groei 2013 tov 2012 groei 2014 tov 2013 Verenigde Staten 12,7% 13,5% 14,0% Duitsland 5,8% 5,0% 6,5% Benelux -1,8% -2,0% -2,0% Frankrijk 0,8% 0,2% -0,1% Oost-Europa 7,4% 8,8% 9,0% Verenigd Koninkrijk 1,0% 1,0% 1,5% Scandinavië -2,3% -2,5% 3,0% Spanje & Portugal -4,2% -4,5% -5,0% Overige 6,2% 6,0% 7,0% 4,5% 4,8% 5,8% (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) De omzet is opgesplitst in verschillende business units. Dit zijn de business units die Aalberts Industries vermeld in haar jaarrapport. De groeifactor 2012 ten opzichte van 2011 is berekend met behulp van bestaande gegevens. In de Verenigde Staten was in 2012 een groei gerealiseerd van 12,75%. In hoofdstuk 3 is de Verenigde Staten gedefinieerd in het marktportfolio als een star en bevindt zij zich volgens de bedrijfstaklevenscyclus in de groeifase. De verwachtingen voor deze business unit zijn positief, dit wordt mede veroorzaakt door de investeringsprojecten die Aalberts Industries in 2012 in dit land heeft opgestart. Vandaar dat er een sterkere groei wordt voorspeld voor de jaren 2013 en 2014. Met name in de markt van Flow Control is de verwachting dat Aalberts Industries blijft doorgroeien. De business unit Duitsland is gespecialiseerd in Industrial Services. Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor Aalberts Industries. Ook Duitsland wordt in het marktportfolio gezien als een van de 68 sterren van de onderneming en bevind zich nog altijd in de groeifase. In 2012 heeft Aalberts Industries in Duitsland haar capaciteit vergroot om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen. Mede hierdoor wordt in 2013 een omzetgroei van 5% geprognosticeerd. De verwachting is dat Duitsland zich in 2014 nog meer zal verbeteren, mede door de investeringen. Daarom wordt in 2014 een omzetgroei van 6,5% verwacht. Binnen Aalberts Industries bevinden zich ook business units waar geen groei meer mogelijk is. Eén hiervan is de Benelux. Volgens de BCG-matrix bevindt deze business unit zich in het gebied van cashcow. In 2012 daalde de omzet ten opzichte van 2011. Ook de investeringen die Aalberts Industries deed in materiële vaste activa in deze business unit daalde in 2012. De verwachting is dat deze daling, zowel in omzet als in investeringen, zich in de komende jaren zal doorzetten. Vandaar dat in de jaren 2013 en 2014 een krimp van 2% van de omzet verwacht wordt. Volgens de bedrijfstaklevenscyclus bevindt Frankrijk zich in de verzadigingsfase en naderde zij de neergangsfase. Ook de BCG-matrix geeft aan dat Frankrijk haar beste tijd gehad heeft. In 2012 bleek dit al door de minieme omzetgroei van 0,82% die gerealiseerd werd. De verwachting is dat in het jaar 2013 nog een kleine omzetstijging zal plaatsvinden, mede doordat Aalberts Industries nog een aantal investeringen gepland heeft in dit land. Echter wordt verwacht dat Frankrijk in 2014 en de daaropvolgende jaren een dalende lijn inzet, te beginnen met een daling van de omzet van 0,10% in 2014. De business unit Oost-Europa is een potentieel zeer interessante afzetmarkt voor Aalberts Industries. De onderneming probeert de groei in Oost-Europa te stimuleren door investeringen, het introduceren van nieuwe innovatieve producten en het trainen van installateurs. Uit de cijfers van 2012 blijkt dat deze methode aanslaat. In dit jaar werd een omzetgroei van 7,4% gerealiseerd. Aalberts Industries zal zich in Oost-Europa steeds meer willen profileren, vandaar dat een sterkere groei verwacht wordt in de komende jaren. Bovendien bevindt Oost-Europa zich aan het begin van de bedrijfstaklevenscyclus in de groeifase en is zij een van de sterren van de onderneming. Het Verenigd Koninkrijk is niet specifiek meegenomen in de BCG-matrix maar was onderverdeeld in rest of World, waardoor er van business unit niet specifiek bekend is in welk gebied zij zich bevindt. Het is in de omzetprognose wel uitgesplitst om de omzet nog beter te voorspellen. Er wordt verwacht dat in 2013 in het Verenigd Koninkrijk een groei plaatsvindt van 1%. Deze groei is gebaseerd op de groei van 2012 van 1,03% en de start die wordt gemaakt met investeringsprojecten op het gebied van de turbine- en luchtvaartindustrie. In 2014 wordt er een grotere groei verwacht 69 omdat het activiteitenniveau van Aalberts Industries zal gaan verbeteren. Deze groei wordt verwacht omdat de economie weer opkrabbelt. In 2014 is de verwachte omzetgroei 1,5%. Er zijn in 2012 investeringsprojecten opgestart in Scandinavië. In 2012 daalde de omzet met 2,33%. De investeringen zullen niet direct zijn uitwerkingen hebben op de omzet, hier zal enige tijd overheen gaan. Vandaar dat in 2013 nog een daling van de omzet wordt verwacht van 2,50%. In 2014 zullen de investeringen zich terugbetalen door een stijgende omzet. Er wordt gespeculeerd op een omzetstijging van 3%. De business unit Spanje & Portugal is het zorgenkindje van Aalberts Industries. In 2012 daalde de omzet met 4,2% onder andere door de matige markt op het gebied van bouwinstallaties. De verwachting is dat deze business unit, in overeenstemming met de andere West-Europese business units, met uitzondering van Duitsland, haar top bereikt heeft. Aalberts Industries is sterk afhankelijk van de economische ontwikkelingen in Zuid-Europa. De verwachte omzet is pessimistisch; er wordt een daling verwacht van 4,5% in 2013 en 5% in 2014. Tot de noemer ‘Overige’ behoren alle nog niet hiervoor gedefinieerde business units. De groei hiervan is lastig te voorspellen, doordat een groei in het ene land een daling in het andere land camoufleert. In 2012 bedroeg de omzetgroei 6,24%. De verwachting is dat de omzet in deze business unit, in overeenstemming met de gehele onderneming, toeneemt. Azië is voor Aalberts Industries een markt met veel potentieel. In 2012 is in dit gebied een start gemaakt met projecten op het gebied van Climate Control. Onder andere in China wordt een sterke groei verwacht door de realisatie van een tweede productielocatie in 2013. Dit leidt mede tot een omzetgroei van 6% in 2013. De verwachting is dat in 2014 de groei zich doorzet naar 7%. Figuur 6.2: Omzetprognose per business unit (getallen x 1.000 euro) Omzetprognose Business unit Verenigde Staten Duitsland Benelux Frankrijk Oost-Europa Verenigd Koninkrijk Scandinavië Spanje & Portugal Overige 2011 2012 2013 2014 344.551 388.479 441.000 503.000 337.916 357.608 375.000 399.000 286.860 281.696 276.000 270.000 210.678 212.404 213.000 213.000 204.880 220.035 239.000 261.000 185.754 187.661 190.000 193.000 94.361 92.161 90.000 93.000 47.804 45.795 44.000 42.000 224.615 238.642 253.000 271.000 1.937.419 2.024.481 2.121.000 2.245.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 70 In 2012 groeide de totaalomzet van Aalberts Industries met 4,49%. De verwachting is dat het merendeel van de business units zich de komende jaren positief zal ontwikkelen. De gerealiseerde omzetcijfers uit 2012 zijn vermenigvuldigd met de groeipercentages, die in deze paragraaf zijn toegelicht en in figuur 6.1 zijn weergegeven. De uitkomsten hiervan staan vermeld in figuur 6.2. Hieruit kan worden geconcludeerd dat in twee jaar tijd een omzettoename van ruim 200 miljoen euro verwacht wordt. Dit komt overeen met een groei van de totaalomzet van 4,75% in 2013 en 5,8% in 2014. (Aalberts Industries N.V., 2013) 6.1.2 Externe kosten Nu de omzetprognose is vastgesteld, kunnen de externe kosten worden bepaald. De externe kosten bestaan onder andere uit de kosten van grondstoffen en producten en diensten die worden geleverd door derden. Figuur 6.3: Externe kosten (getallen x 1.000 euro) Externe kosten Omzet Percentage van de omzet Externe kosten 2011 2012 2013 2014 1.937.419 2.024.481 2.121.000 2.245.000 58,1% 57,9% 57,0% 56,5% 1.126.036 1.171.194 1.209.000 1.268.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) De externe kosten worden berekend door middel van een percentage van de omzet. Doordat Aalberts Industries marktleider is, is het voor haar gemakkelijk om de externe kosten te drukken. Bovendien doet Aalberts Industries nauwelijks aan outsourcing, wat er voor zorgt dat de externe kosten laag blijven. In 2011 en 2012 schommelde het percentage rond de 58%. Zoals gezegd, wordt verwacht dat Aalberts Industries de externe kosten weet te drukken. Daarom wordt in 2013 een percentage van 57% van de omzet geschat. Een jaar later zullen de externe kosten als percentage van de omzet wederom dalen naar 56,5%. Dit komt neer op een bedrag van € 1.268.000.000. De externe kosten als getal stijgen wel, maar dit valt te verklaren door een hogere omzetstijging. 6.1.3 Personeelskosten Stap 3 van de Forecast is het bepalen van de personeelskosten. Om hiertoe te komen wordt eerst de omzet per werknemer bepaald. Aangezien de omzet groeit en Aalberts Industries meer omzet wil behalen met minder personeel, zal de omzet per werknemer toenemen. De groei van de omzet per werknemer in 2012 bedroeg 6,5%. Verwacht wordt dat dit percentage zal stijgen naar respectievelijk 6,8% in 2013 en 7,1% in 2014. 71 Aan de hand van de groeipercentages is de omzet per werknemer bekend. Aangezien de omzetprognose al is vastgesteld kan het aantal werknemers worden berekend. Vervolgens zijn de personeelskosten per werknemer bepaald. In 2012 was dit € 46.000. In personeelskosten wordt een stijging verwacht, omdat door de opkrabbelende economie de lonen zullen gaan stijgen. In 2013 wordt verwacht dat de personeelskosten per werknemer met 6,8% zullen stijgen. Dit komt overeen met de stijging in 2012. Ook voor 2014 wordt een verdere stijging van de personeelskosten per werknemer verwacht, namelijk 7,0%. Met behulp van de verwachte groeipercentages kunnen de personeelskosten per werknemer worden vastgesteld. Door de personeelskosten per werknemer te vermenigvuldigen met het aantal werknemers zijn de personeelskosten bekend. Uiteindelijk zijn de verwachte personeelskosten in 2014 € 618.000.000. Figuur 6.4: Personeelskosten (getallen x 1.000 euro) Personeelskosten 2011 2012 2013 2014 Omzet per werknemer 158 168 180 192 Omzet 1.937.419 2.024.481 2.121.000 2.245.000 Aantal werknemers 12.282 12.048 11.800 11.700 Personeelskosten 531.975 557.224 583.000 618.000 Personeelkosten per werknemer 43 46 49 53 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 6.1.4 Balanstotaal Met behulp van de omzet en het kengetal omloopsnelheid van het totaal vermogen kan het balanstotaal bepaald worden. Aangezien de trend is om meer te doen met minder is het de bedoeling dat dit kengetal een stijgende lijn vertoont. Doordat Aalberts Industries een kapitaalkrachtige onderneming is en weinig mogelijkheden heeft tot balansverkorting, zal bij Aalberts Industries de stijging van dit kengetal niet bijzonder groot zijn. Figuur 6.5: Balanstotaal (getallen x 1.000 euro) Balanstotaal 2011 2012 2013 2014 Omzet 1.937.419 2.024.481 2.121.000 2.245.000 Totaal vermogen 1.932.075 1.955.494 1.982.000 2.041.000 Omloopsnelheid totaal vermogen 1,00 1,04 1,07 1,10 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) In 2012 bedroeg de omloopsnelheid totaal vermogen 1,04. Zoals gezegd zal bij Aalberts Industries de omloopsnelheid totaal vermogen niet aanzienlijk toenemen, wel wordt verwacht dat dit kengetal in 2013 1,07 is. De trend zal zich doorzetten, waardoor de omloopsnelheid totaal vermogen in 2014 72 1,10 zal zijn. Door de omzet te delen door de geschatte omloopsnelheid totaal vermogen is het balanstotaal berekend voor de jaren 2013 en 2014. 6.1.5 Vaste en vlottende activa In deze stap wordt het balanstotaal opgesplitst in vaste en vlottende activa. Dit wordt gedaan door middel van percentages van het balanstotaal. Uit de historische cijfers is gebleken dat ongeveer 66% van het balanstotaal bestaat uit vaste activa. Een verandering in de vaste activa is afhankelijk van toekomstige investeringen. Aangezien deze lastig zijn in te schatten wordt vastgehouden aan dezelfde verhouding. Dus in 2013 en 2014 wordt een percentage geschat van rond de 66%. Logischerwijs zijn de vlottende activa dan ongeveer rond de 34% van het balanstotaal. De resultaten van deze verhouding zijn opgenomen in figuur 6.6. Figuur 6.6: Vaste en vlottende activa (getallen x 1.000 euro) Vaste en vlottende activa Balanstotaal Vaste activa in procenten Vaste activa in getal Vlottende activa in procenten Vlottende activa in getal Totaal 2011 2012 2013 2014 1.932.075 1.955.494 1.982.000 2.041.000 66,4% 66,1% 66,5% 66,0% 1.283.738 1.292.934 1.318.000 1.347.000 33,6% 33,9% 33,5% 34,0% 648.337 662.560 664.000 694.000 100% 100% 100% 100% (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 6.1.6 Afschrijvingen De afschrijvingen zijn afhankelijk van de vaste activa. De vaste activa bestaan uit drie posten, namelijk de immateriële-, materiële- en financiële vaste activa. De toekomstige grootte van deze posten wordt bepaald aan de hand van de historische verhouding ten opzichte van het totaal van de vaste activa. De verwachting is dat de materiële vaste activa bij Aalberts Industries zal gaan toenemen, doordat Aalberts Industries investeert in geavanceerde machine die de arbeidsproductiviteit verhogen. De financiële vast activa blijven ongeveer in dezelfde verhouding aanwezig. Het percentage dat resteert, zijn de immateriële vaste activa. De verwachte vaste activa zijn opgenomen in figuur 6.7. Figuur 6.7: Vaste activa (getallen x 1.000 euro) Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa 2011 2012 2013 2014 701.013 686.077 692.000 694.000 565.338 592.393 612.000 640.000 17.387 14.464 14.000 13.000 1.283.738 1.292.934 1.318.000 1.347.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 73 De afschrijvingen worden berekend door een percentage van de omzet te nemen. In 2012 bedroeg dit percentage 4,64%. Uit bovenstaande alinea is gebleken dat de vaste activa redelijk gelijk blijven. De omzet daarentegen stijgt. Om de afschrijvingen op een gelijk niveau te houden is het percentage gedaald naar 4,5% in 2014. Dit komt neer op een totale afschrijving van € 101.000.000. Figuur 6.8: Afschrijvingen (getallen x 1.000 euro) Afschrijvingen Afschrijvingen in percentages van de omzet Afschrijvingen 2011 4,39% 84.957 2012 4,64% 93.970 2013 4,60% 98.000 2014 4,50% 101.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 6.1.7 Solvabiliteit In deze stap wordt begonnen met een voorspelling van de solvabiliteit. De laatste jaren viel een opgaande trend te constateren in de solvabiliteit. De verwachting is dat de solvabiliteit de komende jaren zal versterken. Dit komt mede doordat Aalberts Industries een groot gedeelte van haar winst niet uitkeert, maar toevoegt aan haar eigen vermogen. De voorspelling is dat de solvabiliteit in 2013 stijgt naar 52% en in 2014 doorgroeit naar 55%. Door het totaal vermogen te vermenigvuldigen met de solvabiliteit is het eigen vermogen bekend, en dus ook het vreemd vermogen. Het aandeel derden is niet meegenomen in het eigen vermogen, omdat het percentage van de solvabiliteit van de voorgaande jaren genomen is van het eigen vermogen exclusief het aandeel derden. Figuur 6.9: Solvabiliteit (getallen x 1.000 euro) Solvabiliteit Solvabiliteit Eigen vermogen Aandeel derden Vreemd vermogen Totaal vermogen 2011 43,9% 849.025 9.501 1.073.549 1.932.075 2012 49,5% 968.935 11.084 975.475 1.955.494 2013 52% 1.037.000 13.000 932.000 1.982.000 2014 55% 1.131.000 12.000 898.000 2.041.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) Om de financiële lasten te bepalen moet de rentabiliteit vreemd vermogen (RVV) worden voorspeld. In 2012 was de RVV 3,3%. In de RVV van de laatste jaren kon een dalende trend worden ontdekt. Daarnaast is de verwachting dat de rente op centraal niveau verlaagd wordt en dat lenen goedkoper wordt. Vandaar dat de RVV in 2013 wordt geschat op 3,2% en in 2014 op 3,1%. 74 Figuur 6.10: Financiële lasten (getallen x 1.000 euro) Financiële lasten 2011 2012 Voorzieningen 125.476 105.572 Percentage van het balanstotaal 6,5% 5,4% 2013 99.000 5,0% 2014 94.000 4,6% Financiële lasten Rentabiliteit vreemd vermogen 27.000 3,2% 25.000 3,1% 32.600 3,4% 28.959 3,3% (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) Over de voorzieningen hoeft geen rente te worden betaald, daarom moeten deze eerst uit het vreemd vermogen worden gehaald. De voorzieningen moeten dus eerst worden voorspeld om de financiële lasten te bepalen. Dit wordt gedaan door middel van een percentage van het balanstotaal te nemen. De post voorzieningen is lastig in te schatten, echter is het wel de verwachting dat deze afnemen. Daarom wordt een percentage van 4,6% voorspeld in 2014. Door de voorzieningen uit het vreemd vermogen te halen en dit te vermenigvuldigen met de voorspelde RVV worden de financiële lasten van Aalberts Industries berekend. 6.1.8 Overige posten resultatenrekening Voor de berekening van de financiële baten, overige baten/lasten en aandeel derden is er een percentage van de omzet genomen. De percentages van de omzet zijn gebaseerd op de trend van de afgelopen jaren bij Aalberts Industries. De resultaten zijn weergegeven in figuur 6.11. Voor de berekening van de belastingen wordt gebruik gemaakt van het belastingpercentage van 2012, deze was25,2%. Figuur 6.11: Overige posten resultatenrekening (getallen x 1.000 euro) Overige posten resultatenrekening Financiële baten Percentage van de omzet 2011 9.646 0,5% 2012 8.505 0,4% 2013 10.000 0,5% 2014 11.000 0,5% Overige baten/lasten Percentage van de omzet -3.610 -0,19% 238 0,01% 400 0,02% 300 0,015% Aandeel derden Percentage van de omzet -229 -0,01% -908 -0,04% -1.300 -0,06% -1.600 -0,07% 45.901 25,2% 54.000 25,2% 62.000 25,2% Belastingen Belastingpercentage (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) Het resultaat voor belasting is inmiddels bekend, omdat de omzet en alle kosten zijn voorspeld. De resultatenrekening van Aalberts Industries is in figuur 6.12 weergegeven. 75 Figuur 6.12: Resultatenrekening (getallen x 1.000 euro) Resultatenrekening Aalberts Omzet externe kosten personeelskosten afschrijvingen 2011 2012 2013 2014 1.937.419 2.024.481 2.121.000 2.245.000 1.126.036 1.171.194 1.209.000 1.268.000 531.975 557.224 583.000 618.000 84.957 93.970 98.000 101.000 Bedrijfsresultaat financiële lasten financiële baten overige baten en lasten resultaat deelnemingen 194.451 32.600 9.646 -3.610 - 202.093 28.959 8.505 238 - 231.000 27.000 10.000 400 - 258.000 25.000 11.000 300 - Resultaat voor belastingen belastingen buitengewoon resultaat aandeel van derden 167.887 36.318 -229 181.877 45.901 -908 214.400 54.000 -1.300 244.300 62.000 -1.600 Netto winst 131.340 135.068 159.100 180.700 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 6.1.9 Debetzijde balans In deze stap worden de vlottende activa bepaald. Er wordt gestart met de voorraden. De hoogte van deze post wordt berekend met behulp van het aantal voorraaddagen. In 2012 lagen de producten van Aalberts Industries gemiddeld 77 dagen op voorraad. De verwachting is dat het aantal voorraaddagen zal afnemen, vanwege de opkomende economie. Klanten van Aalberts Industries waren de afgelopen jaren terughoudend met het bestellen van producten. Eerst maakten zij hun eigen voorraden op. Het aantal voorraaddagen in 2014 wordt geschat op 73 dagen. Aan de hand van het aantal voorraaddagen kan de hoogte van de post voorraden worden berekend door het aantal dagen te delen door 365 en te vermenigvuldigen met de omzet. Figuur 6.13: Voorraad (getallen x 1.000 euro) Voorraad 2011 2012 Voorraden 421.133 428.170 Voorraaddagen 79 77 2013 430.000 74 2014 449.000 73 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) Door middel van dezelfde methode als bij de voorraad wordt de hoogte van de post debiteuren bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het aantal debiteurendagen bij Aalberts Industries. De trend is dat het aantal debiteurendagen afneemt en ook bij Aalberts Industries viel de afgelopen jaren een dalende trend te ontdekken. De verwachting is dat deze trend door zal gaan trekken en leidt tot 34 debiteurendagen in 2014. 76 Figuur 6.14: Debiteuren (getallen x 1.000 euro) Debiteuren 2011 2012 Debiteuren 199.194 204.737 Debiteurendagen 38 37 2013 201.000 35 2014 209.000 34 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) Het bepalen van de liquide middelen bij Aalberts Industries is vrij eenvoudig. Aalberts Industries hanteert al jaren een post liquide middelen van € 100.000, dit is de oorlogskas. Vandaar dat deze ook in 2013 en 2014 op € 100.000 wordt gesteld. Het balanstotaal is evenals alle debet posten van de balans bekend. Alleen de overige vorderingen moeten nog worden bepaald. Deze post wordt gebruikt om het geheel sluitend te maken. Figuur 6.15: Debetzijde balans (getallen x 1.000 euro) Debetzijde balans 2011 2012 Liquide middelen 100 100 Overige vorderingen Percentage van de omzet 27.910 1,44% 29.553 1,46% 2013 100 2014 100 32.900 1,55% 35.900 1,60% (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 6.1.10 Creditzijde balans In deze stap worden de verschillende posten aan de creditzijde van de balans bepaald. Allereerst het aandelenkapitaal gewoon. De verwachting is dat het aantal aandelen elk jaar met 1,2% toeneemt. De nominale waarde van een aandeel Aalberts Industries bedraagt € 0,25. Hiermee kan het aantal aandelen in 2012 berekend worden. Deze worden vervolgens vermenigvuldigd met de groeifactor en daarna met de nominale waarde. Dan is het aandelenkapitaal gewoon bekend. Figuur 6.16: Eigen Vermogen (getallen x 1.000 euro) Eigen Vermogen 2011 2012 2013 2014 Aandelenkapitaal gewoon 27.021 27.357 28.000 28.000 Nominale waarde € 0,25 € 0,25 € 0,25 € 0,25 Aantal aandelen 108.084 109.428 111.000 112.000 Groeifactor 101,3% 101,2% Agio Percentage van het balanstotaal 201.461 10,4% 201.125 10,3% 200.000 10,1% 200.000 9,8% Reserve Eigen vermogen 620.543 849.025 740.453 968.935 809.000 1.037.000 903.000 1.131.000 9.501 0,5% 11.084 0,6% 13.000 0,7% 12.000 0,6% Aandeel derden Percentage van het balanstotaal (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 77 De posten agio en aandeel derden worden berekend door een percentage van het balanstotaal te nemen. Hierbij is gekeken naar de historische cijfers en de daarbij behorende trend. Voor de hoogte van het agio wordt een percentage van 9,8% voorspeld in 2014. Het aandeel derden fluctueert nogal, vandaar dat bij de voorspelling ook gekozen is voor een toename en een afname. In 2014 bedraagt het aandeel derden 0,6% van het balanstotaal. Het totaal van het eigen vermogen is reeds bekend en ook alle posten die hieronder vallen zijn voorspeld. Alleen de post reserve staat nog open. Deze post wordt gebruikt als sluitpost van het eigen vermogen en bedraagt in 2014 afgerond € 903.000.000. Figuur 6.17: Vreemd Vermogen (getallen x 1.000 euro) Vreemd Vermogen Overige lange leningen Percentage van het balanstotaal 2011 384.349 19,9% 2012 264.892 13,5% 2013 238.000 12,0% 2014 204.000 10,0% Crediteuren Crediteurendagen 211.258 40 206.929 37 203.000 35 197.000 32 Bank Percentage van het balanstotaal 221.345 11,5% 276.765 14,2% 287.000 14,5% 300.000 14,7% Overige korte schulden 131.121 121.317 105.000 103.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) Naast eigen vermogen heeft Aalberts Industries ook vreemd vermogen. Het vreemd vermogen bestaat onder andere uit de post overige lange leningen. Deze post wordt berekend op basis van een percentage van het balanstotaal. Aalberts Industries is voornemens om veel af te lossen op haar langlopende schulden. Vandaar dat het percentage zal dalen naar 10% in 2014. De post overige lange leningen bedraagt dan € 204.000.000. (Aalberts Industries) Voor de berekening van de crediteuren is gebruik gemaakt van dezelfde methode als bij de voorraad en debiteuren. Om de hoogte te bepalen is het aantal crediteurendagen voorspeld. Het aantal crediteurendagen bij Aalberts Industries gaat omlaag, dit is in overeenstemming met de trend uit voorgaande jaren. Bovendien gaat het aantal debiteurendagen ook omlaag, waardoor Aalberts Industries eerder geld ontvangt van afnemers. Hierdoor is zij meer liquide, waardoor zij gemakkelijker aan haar crediteuren kan voldoen. Dit zal leiden tot een verwacht aantal crediteurendagen van 32 in 2014. De post crediteuren komt dan uit op een afgerond bedrag van € 197.000.000. Zoals al eerder is beschreven, wordt het door de dalende RVV aantrekkelijker om vreemd vermogen aan te trekken. Hierdoor is de verwachting dat Aalberts Industries meer gebruik zal gaan maken van 78 bankkrediet. De post bank wordt berekend door een percentage van het balanstotaal te nemen. In 2012 bedroeg het percentage 14,2% en de verwachting is dat dit zal oplopen naar 14,7% in 2014. Dit levert uiteindelijk een afgerond bankkrediet op van € 300.000.000. De sluitpost van het vreemd vermogen zijn de overige korte schulden. Deze post bedraagt in 2014 afgerond € 103.000.000. Uit de berekening valt af te leiden dat deze balanspost afneemt. 6.1.11 Resterende voorspellingen De laatste stap in het maken van de top-down forecast zijn de resterende voorspellingen. Hierbij wordt er begonnen met het gemiddelde aantal aandelen van een boekjaar. Dit wordt berekend door de stand op het begin van het boekjaar op te tellen bij de stand op het einde van het boekjaar en te delen door twee. Het gemiddelde aantal aandelen van 2014 is 111.000.000. Aan de hand van de gegevens uit hoofdstuk 3 paragraaf 4 is geconcludeerd dat de koers in 2013 en 2014 zal gaan stijgen. Aan het einde van het boekjaar 2014 is de verwachte koers € 25,50. De koers/winst verhouding van Aalberts Industries fluctueert te veel om te gebruiken bij het maken van een betrouwbare voorspelling van de koers einde boekjaar. Voor het berekenen van het dividend per aandeel is er gebruik gemaakt van de pay-out ratio. Deze wordt vermenigvuldigd met de winst per aandeel. De pay-out ratio ligt altijd rond de 28% in de voorgaande jaren. Daarom wordt ook bij de forecast gebruik gemaakt van een percentage rond de 28%. De winst en het gemiddeld aantal aandelen zijn bekend, waardoor ook de winst per aandeel kan worden berekend. Het dividend per aandeel in 2013 is € 0,41 en in 2014 € 0,46. Er valt een stijging te constateren in het dividend per aandeel. Dit is een positief signaal voor beleggers en maakt het aandeel Aalberts Industries aantrekkelijk. Hierdoor zal de koers stijgen. Figuur 6.18: Resterende voorspellingen (getallen x 1.000 euro) Resterende voorspellingen 2011 2012 Aantal aandelen 107.643 108.909 Koers einde boekjaar Dividend/aandeel Pay-out ratio (%) Winst Aantal aandelen Winst/aandeel 2013 110.000 2014 111.000 12,98 15,7 20,2 25,5 0,34 27,9% 131.340 107.643 1,22 0,35 28,2% 135.068 108.909 1,24 0,41 28,1% 159.100 110.000 1,45 0,46 28,3% 180.700 111.000 1,63 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014) 79 6.1.12 Balans Afsluitend is in figuur 6.19 de balans opgenomen. Figuur 6.19: Balans BALANS Aalberts 2011 2012 2013 2014 ACTIVA x EUR 1000 immateriële activa materiële activa financiële activa Vaste activa voorraden debiteuren overige vorderingen effecten liquide middelen Vlottende activa 701.013 565.338 17.387 1.283.738 421.133 199.194 27.910 100 648.337 686.077 592.393 14.464 1.292.934 428.170 204.737 29.553 100 662.560 692.000 612.000 14.000 1.318.000 430.000 201.000 32.900 100 664.000 694.000 640.000 13.000 1.347.000 449.000 209.000 35.900 100 694.000 TOTAAL BALANS 1.932.075 1.955.494 1.982.000 2.041.000 27.021 201.461 620.543 849.025 9.501 125.476 384.349 384.349 211.258 221.345 131.121 563.724 27.357 201.125 740.453 968.935 11.084 105.572 264.892 264.892 206.929 276.765 121.317 605.011 28.000 200.000 809.000 1.037.000 13.000 99.000 238.000 238.000 203.000 287.000 105.000 595.000 28.000 200.000 903.000 1.131.000 12.000 94.000 204.000 204.000 197.000 300.000 103.000 600.000 1.932.075 1.955.494 1.982.000 2.041.000 PASSIVA x EUR 1000 aandelenkapitaal gewoon aandelenkapitaal pref. agio herwaardering reserves Eigen vermogen Aandeel derden WIR Voorzieningen achtergestelde leningen overige lange leningen Langlopende schulden crediteuren bank overige korte schulden Kortlopende schulden TOTAAL BALANS (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 6.2 Fine tuning van de forecast In de vorige paragraaf is de gemaakte forecast voor Aalberts Industries voorzien van een uitgebreide toelichting. In deze paragraaf wordt bekeken in hoeverre de gemaakte forecast realistisch is in vergelijking met de werkelijke cijfers van 2013 en een forecast voor 2014 van KBC Securities. 80 6.2.1 Vergelijking boekjaar 2013 Allereerst wordt de forecast van 2013 vergeleken met het jaarverslag van 2013. Hieruit blijkt dat de omzet in de forecast te hoog is geschat. De werkelijke omzet in 2013 is € 2.040.040.000. In figuur 6.20 is de omzetspreiding per geografisch gebied weergegeven. Figuur 6.20: Omzet vergelijking 2013 (getallen x 1.000 euro) Business unit Verenigde Staten Duitsland Benelux Frankrijk Oost-Europa Verenigd Koninkrijk Scandinavië Spanje & Portugal Overige Forecast Werkelijk Verschil 2013 2013 441.000 401.501 -39.499 375.000 362.159 -12.841 276.000 270.487 -5.513 213.000 216.669 3.669 239.000 214.090 -24.910 190.000 186.484 -3.516 90.000 96.968 6.968 44.000 44.004 4 253.000 247.678 -5.322 2.121.000 2.040.040 -80.960 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014), (Aalberts Industries N.V., 2014) Uit de figuur blijkt dat met name in de business units Verenigde Staten en Oost-Europa een groot verschil zit. De forecast is gemaakt op basis van de groeicijfers 2012 ten opzichte van 2011. In dat jaar groeiden deze business units enorm. De verwachting was dat deze groei zich in 2013 zou doorzetten, dit is niet gebeurd. Deze verwachting was gebaseerd op de plaats van deze business units in de bedrijfstaklevenscyclus en de BCG-matrix. Hieruit bleek dat zij zich bevinden in de groeifase en de sterren van de onderneming zijn. Daarnaast blijkt dat de kosten in werkelijkheid lager bleken dan voorspeld. Ook dit heeft te maken met de te hoog voorspelde omzet. De kosten zijn in de forecast voor een deel gebaseerd op de omzet, vandaar dat deze hoger uitvallen dan in werkelijkheid. Zo zijn bijvoorbeeld de personeelskosten te hoog geschat. Dit komt omdat deze mede bepaald zijn door de omzet per werknemer te berekenen. Kijkend naar de voorspelde balans van 2013 blijkt dat deze goed overeenkomt met de werkelijkheid. Het verschil tussen de balanstotalen van de forecast en de werkelijkheid bedraagt 0,72%. De forecast heeft een lager balanstotaal. Een groot aantal posten komt sterk overeen met de werkelijkheid, bijvoorbeeld de post crediteuren. In werkelijkheid bedroeg deze € 205.538.000 en in de forecast was deze geraamd op € 203.000.000. 81 Figuur 6.21: Kengetallen 2013 Kengetallen REV RTV Winst per aandeel Forecast Werkelijk Verschil 2013 2013 15,3% 12,9% -2,4% 12,2% 10,5% -1,7% € 1,45 € 1,22 € -0,23 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014), (Aalberts Industries N.V., 2014) Al laatste is een blik geworpen op de kengetallen REV, RTV en winst per aandeel van Aalberts Industries. Hieruit blijkt dat alle kengetallen in de forecast te positief zijn voorgesteld. Dit valt vooral te wijten aan de hoge netto winst en resultaat voor belastingen. Het aantal uitstaande aandelen is wel juist voorspeld, maar doordat de winst te hoog is vastgesteld, is de winst per aandeel ook te hoog voorspeld. (Aalberts Industries N.V., 2014) 6.2.2 Vergelijking boekjaar 2014 Nadat het boekjaar 2013 is vergeleken, wordt in deze subparagraaf een vergelijking gemaakt voor het boekjaar 2014. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een forecast van KBC Securities. Deze wordt vergeleken met de in paragraaf 6.1 gemaakte forecast. Figuur 6.22: Resultatenrekening 2014 (getallen x 1.000 euro) Resultatenrekening Omzet Bedrijfsresultaat Financiële baten & lasten Forecast Forecast KBC Verschil 2014 2014 2.245.000 2.135.000 -110.000 258.000 221.000 -37.000 -14.000 -11.000 3.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014), (KBC Securities NV, 2013) Uit figuur 6.22 blijkt dat er een groot verschil zit tussen de voorspelde omzet. Dit heeft te maken met de forecast uit 2013. In dat jaar viel er al een groot verschil te constateren tussen de werkelijke en de voorspelde omzet. Voor het bepalen van de omzet in 2014 is gebruik gemaakt van de voorspelde omzet van 2013. Deze is vermenigvuldigd met ongeveer dezelfde groeifactoren. Vandaar dat het grote verschil aanwezig blijft. Als bij de berekening van de omzet van 2014 gebruik was gemaakt van de werkelijke omzet uit 2013 en de voorspelde groeifactoren, dan was het verschil aanzienlijk minder geweest. Door het grote verschil in omzet is er ook een verschil in het bedrijfsresultaat. De omzet is in de gemaakte forecast in paragraaf 6.1 hoger, waardoor ook het bedrijfsresultaat hoger is. De financiële baten en lasten komen in de beide forecasts redelijk overeen. Dit komt doordat bij het bepalen van de financiële lasten niet is uitgegaan van een percentage van de omzet, maar gebruik is gemaakt van een voorspelde RVV. 82 Bij de vergelijking van de balans zijn grote verschillen te constateren. Een vergelijking maken op basis van bepaalde balansposten is daarom nietszeggend. KBC Securities beschikt wellicht over meer achtergrondinformatie, waardoor zij over het verloop van bepaalde balansposten een ander idee hebben. De meeste voorspellingen in paragraaf 6.1 zijn gemaakt op basis van de historische trend. Hierdoor komen deze cijfers redelijk overeen met het verleden. In figuur 6.23 zijn de balansen naast elkaar gezet. Hieruit blijkt dat het balanstotaal vrijwel overeenkomt met de forecast van KBC Securities. Figuur 6.23: Balans 2014 (getallen x 1.000 euro) Forecast Forecast KBC Verschil Balans 2014 2014 Vaste activa 1.347.000 1.322.000 -25.000 Vlottende activa 694.000 724.000 30.000 Totaal balans 2.041.000 2.046.000 5.000 Eigen vermogen Aandeel derden Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal balans 1.131.000 12.000 94.000 204.000 600.000 2.041.000 1.190.000 11.000 149.000 66.000 631.000 2.046.000 59.000 -1.000 55.000 -138.000 31.000 5.000 (Feld, de Graaf, & Stam, 2014), (KBC Securities NV, 2013) 6.3 Conclusie In dit hoofdstuk is een forecast gemaakt voor Aalberts Industries voor de jaren 2013 en 2014. Dit is gedaan met behulp van verschillende methoden. Een groot aantal posten van de balans en resultatenrekening zijn bepaald als een percentage van de omzet of het balanstotaal. Ook is er een voorspelling gemaakt voor de solvabiliteit. Verwacht wordt dat dit kengetal in 2014 op 55% ligt. Aan de hand hiervan is de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen bepaald. Daarnaast is de RVV is voorspeld. Verwacht wordt dat deze in 2014 3,1% bedraagt. Met behulp van de RVV konden de financiële lasten van Aalberts Industries worden voorspeld. Ook wordt verwacht dat het bankkrediet zal toenemen, doordat door de economische crisis het lenen van geld goedkoper wordt. Daarnaast wordt dit veroorzaakt door de afname in de langlopende schulden. Uit de diverse voorspellingen blijkt dat Aalberts Industries een gezond en groeiend bedrijf is en blijft. Vervolgens is in paragraaf 6.2 de forecast vergeleken met de werkelijke cijfers van 2013 en een forecast van KBC Securities voor 2014. Hieruit blijkt dat in de gemaakte forecast de omzet van 2013 te hoog is voorspeld. Hierdoor komt ook de resultatenrekening niet geheel overeen, doordat zowel de omzet als de kosten hoger liggen. Deze te hoog voorspelde omzet werkt door in de voorspelde omzet van 2014, waardoor ook hier een verschil in zit. Wel komt het balanstotaal van 2014 vrijwel overeen met de forecast van KBC Securities. 83 7 SWOT analysis In dit hoofdstuk is een SWOT-analyse gemaakt. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats. Allereest is de huidige strategie van Aalberts Industries omschreven. Daarna zijn de externe issues en de sterktes en zwaktes die gelden voor Aalberts Industries geformuleerd. Vervolgens zijn deze tegenover elkaar gezet in de confrontatiematrix, om erachter te komen wat de grootste kansen en bedreigingen voor Aalberts Industries zijn. Als laatste zijn de strategische opties voor Aalberts Industries opgenoemd. 7.1 Huidige strategie Aalberts Industries is een in Nederland gevestigde industrie onderneming. De activiteiten zijn op te splitsen in twee segmenten, namelijk Flow Control en Industrial Services. De onderneming richt zich op het ontwikkelen van innovatieve industriële producten, systemen en processen voor de wereldwijde markt. Momenteel is Aalberts Industries marktleider in diverse geografische gebieden. Onder andere in de Verenigde Staten en West-Europa heeft de onderneming een hoog activiteitenniveau. Aalberts Industries probeert haar wereldwijde marktaandeel te vergroten door zich te penetreren in de markten Oost-Europa en Azië. Daarnaast probeert Aalberts Industries haar marktaandeel te vergroten doormiddel van wereldwijde overnames. Hierdoor kan zij beschikken over kennis en profiteren van de geografische ligging van groepsmaatschappijen. Aalberts Industries probeert door middel van grote investeringen in Research & Development haar marktaandeel te behouden en vergroten. Door het continu ontwikkelen van nieuwe innovatieve producten kan zij haar concurrentie een stapje voor blijven. 7.2 Externe issues In deze paragraaf worden de externe issues waarvan sprake is bij Aalberts Industries toegelicht. Het gaat hier om de kansen en bedreigingen die invloed hebben op de bedrijfsuitoefening van Aalberts Industries. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gemaakte omgevingsanalyse in paragraaf 3.1.6 en het rapport van KBC Securities. 7.2.1 Cross-selling (1) Het gebruik maken van cross-selling is een kans voor Aalberts Industries. De onderneming verkoopt een deel van haar producten aan haar groepsmaatschappijen. Die zorgen dan voor de verdere distributie. Het voordeel hiervan voor Aalberts Industries is dat zij niet zelf hoeft te zorgen voor de verkoop aan klanten. Bovendien heeft zij profijt van de geografische ligging van de groepsmaatschappijen. Daarnaast spreidt Aalberts Industries hiermee het risico. Als een van de 84 groepsmaatschappijen failliet gaat heeft dit geen directe gevolgen voor het voortbestaan van Aalberts Industries. (KBC Securities NV, 2013) 7.2.2 Uitbreiding portfolio (2) Aalberts Industries probeert haar portfolio voortdurend uit te breiden, zowel geografisch als op het gebied van materialen. Voor Aalberts Industries liggen er nog kansen in de markten Azië en OostEuropa. Daarnaast zijn er ontwikkelingen mogelijk bij het gebruik van materialen. Steeds meer wordt gebruik gemaakt van kunststof. Aalberts Industries is door middel van haar innovatiekracht de eerste die met deze nieuwe technologieën de markt betreedt. Bovendien kan Aalberts Industries hierdoor een breder productportfolio aanbieden aan haar klanten. (KBC Securities NV, 2013) 7.2.3 Sterke cashflow (3) Uit de resultaten van Aalberts Industries blijkt dat zij beschikt over een grote kasstroom. Hiermee kan zij haar schulden zoveel als mogelijk aflossen, waardoor de financiële lasten laag kunnen blijven. Kleinere spelers in de markt hebben een kleinere cashflow, waardoor zij meer kosten maken voor het aanhouden van vreemd vermogen. (KBC Securities NV, 2013) 7.2.4 Concurrentie uit lagelonenlanden (4) Een bedreiging voor Aalberts Industries is dat zij concurrentie uit lagelonenlanden krijgt. In de lagelonenlanden zijn de arbeidskosten laag, waardoor de concurrenten haar prijzen laag kan houden. Hierdoor zullen afnemers eerder bij de concurrent gaan kopen en niet bij Aalberts Industries. Aan de andere kant kan dit een kans zijn voor Aalberts Industries, want door het overnemen van deze concurrenten beschikt de onderneming zelf over de lage loonkosten. (KBC Securities NV, 2013) 7.2.5 Volatiliteit grondstoffen (5) Bij haar productieproces maakt Aalberts Industries gebruik van verschillende natuurlijke grondstoffen zoals koper. Een bedreiging is dat deze natuurlijke grondstoffen naar verloop van tijd zullen opraken. Wanneer dit gebeurd moet Aalberts Industries op zoek naar nieuwe mogelijkheden om haar producten te ontwikkelen. Om deze problemen te voorkomen is het van belang dat Aalberts Industries zich blijft richten op innovatie. (KBC Securities NV, 2013) 7.2.6 Economische crisis (6) Een economische crisis kan een bedreiging vormen voor Aalberts Industries. Het activiteitenniveau in de industriële sector zal afnemen. Afnemers van Aalberts Industries zullen eerst hun voorraden opmaken voordat ze een order plaatsen bij Aalberts Industries. Hierdoor zal Aalberts Industries geconfronteerd worden met een omzetdaling. (KBC Securities NV, 2013) 85 7.3 Sterktes en zwaktes Met behulp van de informatie uit hoofdstuk 1, 3 en 4 zijn de sterktes en zwaktes van Aalberts Industries bepaald. Deze zijn hieronder opgesomd. (KBC Securities NV, 2013) Sterktes 1. Omzetspreiding 2. Sterke marktaandelen in niche segmenten 3. Wereldwijd verkoopnetwerk dat mogelijkheid biedt tot cross-selling 4. Succesvolle overnames Zwaktes 1. Weinig directe verkoopindicatoren, geen orderportfolio 2. Afhankelijk van de conjunctuur 3. Weinig marktaandeel buiten Europa 4. Beperkte aanwezigheid in het sanitaire segment van Flow Control 7.4 Confrontatiematrix In deze paragraaf wordt de confrontatiematrix voor Aalberts Industries opgesteld. Hierbij worden de sterktes en zwaktes van de onderneming tegenover de externe issues gezet. Dit wordt gedaan aan de hand van plussen en minnen. Een plus staat voor een voordelige situatie voor Aalberts Industries en een min voor een nadelige situatie. Het saldo van plussen en minnen wordt gebruikt bij het identificeren van de sterkste kansen en bedreigingen. Externe issues Belangrijkste sterktes 1 2 3 4 Belangrijkste zwaktes 1 2 3 4 + Saldo 1 2 3 4 5 6 + - Saldo +++++ ++++ +++++ +++++ +++++ ++++ +++++ +++++ ++++ +++++ ++++ ++++ +--+-+- --++ + --++------ +15 +14 +18 +16 -7 -5 -5 -5 +8 +9 +13 +11 ----+ -+++ -- --+ -+ -+++ -++ -+ ----++ -++ ---+ ------ -+ -+ -+ --- ----------+ +3 +5 +8 +5 -15 -13 -11 -11 -12 -7 -3 -6 +23 -8 +15 +26 -5 +21 +22 -7 +15 +4 -18 -14 +6 -10 +4 +3 -24 -21 86 7.5 Kansen en bedreigingen Aan de hand van de in paragraaf 7.4 gemaakte confrontatiematrix zijn de sterkste kansen en bedreigen van Aalberts Industries geïdentificeerd. In deze paragraaf worden deze kansen en bedreigingen voorzien van een toelichting. Ook worden de grootste sterktes en zwaktes behandeld. De grootste kans voor Aalberts Industries ligt bij de uitbreiding van het marktportfolio. De uitbreiding van het marktportfolio is voor Aalberts Industries de grootste kans, omdat dit externe issue de belangrijkste sterktes benadrukt en nauwelijks gevoelig is voor de belangrijkste zwaktes van de onderneming. Door de uitbreiding van het portfolio is meer omzetspreiding mogelijk. Dit komt doordat Aalberts Industries producten, processen en systemen heeft die voldoen aan de wereldwijde behoeften. Een zwakte van Aalberts Industries is dat zij weinig marktaandeel heeft buiten Europa, maar door deze externe issue wordt deze zwakte gecamoufleerd. Door middel van het ontwikkelen van innovatieve producten die worden gemaakt in samenspraak met de klant, kan Aalberts Industries voldoen aan de eisen van afnemers buiten Europa. Hierdoor kan het marktaandeel buiten Europa groeien. Voor Aalberts Industries is het belangrijk dat deze kans wordt benut. Hiervoor is het zaak dat zij voldoende blijft investeren in het ontwikkelen van een innovatief productportfolio en doorlopend moet proberen haar marktaandeel buiten Europa te versterken. Voor Aalberts Industries is de economische crisis de grootste bedreiging. De sterkte van Aalberts Industries is het doen van succesvolle overnames. Dit wordt echter moeilijker door de economische crisis. Het wordt moeilijker, omdat door de economische crisis de overgenomen onderneming in een wankelere positie kan komen en vervolgens failliet gaat. Hierdoor is de overname niet meer succesvol. Daarnaast heeft Aalberts Industries door de economische crisis minder omzet, waardoor zij over minder middelen beschikt om overnames te doen. Een zwakte van Aalberts Industries is dat zij afhankelijk is van de conjunctuur. Dit betekend dat Aalberts Industries in een laagconjunctuur last heeft van een omzetdaling. Aalberts Industries is dus heel gevoelig voor een economische crisis. Aalberts Industries kan deze bedreiging in control houden door in financieel goede jaren buffers op te bouwen voor economische slechte tijden. Ook kunnen langlopende contracten met afnemers hierbij helpen. Door deze langlopende contracten heeft Aalberts Industries evengoed een vaste inkomensstroom waar op gerekend kan worden in slechte tijden. De belangrijkste sterkte van Aalberts Industries is het wereldwijde verkoopnetwerk dat mogelijkheid bied tot cross-selling. Deze sterkte heeft een positieve invloed op de positieve en negatieve externe issues die van toepassing zijn op Aalberts Industries. Het versterkt bijvoorbeeld de uitbreiding van het portfolio. Met behulp van cross-selling kan Aalberts Industries op diverse plaatsen wereldwijd 87 haar producten afzetten. Bovendien zorgt het gebruik van cross-selling voor meer omzet wat leidt tot een sterkere cashflow voor Aalberts Industries. Daarnaast zorgt cross-selling ervoor dat Aalberts Industries minder afhankelijk is van de volatiliteit van grondstoffen. Doordat Aalberts Industries wereldwijd gevestigd is, kan zij gebruik maken van alle natuurlijke grondstoffen in de wereld en is zij niet alleen beperkt tot de voorraden in Europa. Aalberts Industries heeft weinig directe verkoopindicatoren en geen orderportfolio. Hierdoor heerst er bij Aalberts Industries onzekerheid over de toekomstige omzet. Dit is de grootste zwakte van de onderneming. Deze zwakte maakt het voor Aalberts Industries lastiger om aan cross-selling te doen. De onderneming weet namelijk niet waar er in de toekomst vraag naar haar producten zal ontstaan en kan daardoor hier niet op inspelen door middel van cross-selling. Ook is Aalberts Industries door deze zwakte gevoeliger voor concurrentie uit lagelonenlanden. Dit komt doordat er geen langlopende afspraken zijn met afnemers. Hierdoor kunnen concurrenten uit lagelonenlanden met goedkopere producten de rol van Aalberts Industries overnemen. Aalberts Industries kan deze zwakte beheersen door ervoor te kiezen om wel een orderportfolio aan te leggen. Dit kan zij doen door met vaste afnemers langlopende contracten af te sluiten. Hierdoor is zij in de toekomst verzekerd van een bepaalde omzet. 7.6 Strategische opties Nadat de kansen en bedreigingen van de onderneming met behulp van de confrontatiematrix in beeld zijn gebracht en zijn voorzien van een toelichting, wordt nu overgegaan tot het bepalen van de strategische opties. Hierbij zijn vier opties mogelijk, namelijk aanvallen, verdedigen, versterken en turn-around. (Schilstra, Integrale bedrijfsanalyse, 2010) In de vorige paragraaf is de uitbreiding van het portfolio gedefinieerd als de grootste kans voor Aalberts Industries. Deze kans is ongevoelig voor de zwaktes die aanwezig zijn binnen de onderneming. Daarom is het vanzelfsprekend dat Aalberts Industries vol moet inzetten om deze kans te benutten en dus de aanval moet openen. Aalberts Industries kan dit bereiken door veel te investeren in het ontwikkelen van haar productportfolio. Momenteel is Aalberts Industries marktleider en een voorloper in haar sector. Dit heeft zij bereikt met een strategie waarin innovatie een van de pijlers is. Deze strategie moet zij doorzetten, want hiermee kan de onderneming zich verzekeren van toekomstige omzet. De onderneming kan haar geografisch portfolio uitbreiden door te investeren in het penetreren van nieuwe markten. Dit kan mede bereikt worden door het doen van overnames. 88 Aalberts Industries beschikt dankzij haar vooraanstaande positie in de markt over een sterke cashflow. Dit helpt haar bij het laag houden van de financiële lasten en geeft haar de middelen die nodig zijn bij het doen van overnames. Dankzij de succesvolle overnames in het verleden is Aalberts Industries erin geslaagd haar strategie van cross-selling te optimaliseren. Het is voor Aalberts Industries belangrijk dat zij haar huidige positie en de daarbij behorende sterke cashflow verdedigt. Dit leidt er toe dat Aalberts Industries haar huidige strategie kan doorzetten en zich geen zorgen hoeft te maken over haar liquiditeitsniveau. Dankzij de succesvolle overnames van Aalberts Industries in het verleden kan zij haar strategie van cross-selling optimaal toepassen. Aalberts Industries heeft haar wereldwijde marktaandeel verworven dankzij de korte verkooplijnen die zij heeft met haar groepsmaatschappijen. De aanvalsstrategie van Aalberts Industries is gericht op de uitbreiding van haar portfolio. Hiermee wordt deels haar geografische portfolio bedoeld, dus de landen waarin zij haar omzet behaald. Door middel van succesvolle overnames kan Aalberts Industries dit bereiken. Daarom is het van belang dat zij haar huidige overnamestrategie versterkt, zodat zij haar cashflow optimaal kan benutten en op die wijze kan zorgen voor een ontwikkeling van haar portfolio. 7.7 Conclusie In dit hoofdstuk is een SWOT-analyse voor Aalberts Industries gemaakt. Als eerste stap is de huidige strategie beschreven. Aalberts Industries richt zich op het ontwikkelen van innovatie producten, processen en systemen en zet deze wereldwijd af. Dit doet zij onder andere door het overnemen van andere ondernemingen in dezelfde sector. Vervolgens zijn de externe issues en sterktes en zwaktes voor Aalberts Industries geformuleerd. In een confrontatiematrix zijn deze tegenover elkaar gezet. Hieruit is voortgekomen dat het ontwikkelen van het portfolio de grootste kans voor Aalberts Industries is. Door een optimaal productportfolio kan Aalberts Industries meer omzetspreiding bereiken en kan zij beter voldoen aan de behoeftes van afnemers buiten Europa, waardoor het marktaandeel buiten Europa kan groeien. De grootste bedreiging voor Aalberts Industries is een economische crisis. De omzet van Aalberts Industries is afhankelijk van de conjunctuur. In tijden van laagconjunctuur zal Aalberts Industries dus geconfronteerd worden met een omzetdaling. Dit bemoeilijkt eveneens het doen van succesvolle overnames. Aalberts Industries kan deze bedreiging opvangen door meer te werken met langlopende contracten met afnemers en het vormen van financiële buffers. 89 Aalberts Industries beschikt over een wereldwijd verkoopnetwerk dat mogelijkheid bied tot crossselling. Dit is de kracht van de onderneming. Hierdoor is zij minder gevoelig voor de volatiliteit in grondstoffen, omdat zij over de wereldwijde voorraden kan beschikken. Dat Aalberts Industries weinig directe verkoopindicatoren heeft en niet beschikt over een orderportfolio, is een zwakte van de onderneming. Dit leidt er toe dat zij gevoeliger is voor de concurrentie uit lagelonenlanden, omdat er geen contracten worden afgesloten met afnemers. Door in de toekomst meer gebruik te maken van langlopende contracten kan Aalberts deze zwakte beheersen. Aalberts Industries moet kiezen voor een aanvalsstrategie op het gebied van uitbreiding van het portfolio. Dit zal leiden tot een wereldwijde hogere omzet en bovendien is dit in overeenstemming met de strategie die Aalberts Industries momenteel toepast. De sterke cashflow waarover Aalberts Industries beschikt, zal zij willen verdedigen. Deze cashflow heeft geleid tot lage financiële lasten en heeft het doen van succesvolle overnames mogelijk gemaakt. Door het toepassen van cross-selling heeft Aalberts Industries haar wereldwijde marktaandeel vergroot. Het toepassen van cross-selling kon worden bereikt door succesvolle overnames in het verleden. Met behulp van cross-selling kan de kans van de onderneming – het ontwikkelen van het portfolio – worden gerealiseerd. De onderneming kan haar producten dan namelijk wereldwijd afzetten. 90 8 Conclusies en aanbevelingen De laatste stap in de integrale bedrijfsanalyse is het maken van de conclusie met daarbij een beleggingsadvies. In de conclusie worden de bevindingen uit voorgaande hoofdstukken nogmaals opgesomd. In het beleggingsadvies wordt een advies gegeven over het aandeel Aalberts Industries. Dit wordt onderbouwd aan de hand van diverse beleggingskengetallen en de technische analyse. 8.1 Conclusies Profiel van de onderneming Aalberts Industries is een beursgenoteerde onderneming die wereldwijd actief is op het gebied van industrie. De onderneming houdt zich bezig met het ontwikkelen en verkopen van innovatie producten, systemen en processen. De missie van Aalberts Industries luidt: “Aalberts Industries richt zich op duurzame, winstgevende groei, zowel autonoom als via acquisities, en streeft naar een continue versterking van (leidende) marktposities en een verbetering van de operationele marge. De holding neemt hierbij het initiatief, ondersteund door het groepsmanagement. De strategie wordt structureel op diverse niveaus binnen de organisatie besproken en geëvalueerd.” Uit de missie en de doelstellingen van Aalberts Industries komt naar voren dat de onderneming streeft naar winstgevende groei. Dit wil zij bereiken door continu te investeren in Research & Development om zo tot innovatie producten te komen, waarmee zij haar concurrenten een stapje voor blijft. Aalberts Industries is wereldwijd actief in de segmenten Flow Control en Industrial Services. Momenteel is Aalberts Industries nog vooral gericht op Europa, maar in de toekomst zal zij steeds meer op andere werelddelen actief zijn. De groepsactiviteiten Flow Control en Industrial Services hebben elk hun eigen groepsmanagement met daaronder lokaal management. Aalberts Industries heeft op het jaareinde van 2012 12.048 werknemers in dienst. Met behulp van een Gedragscode en persoonlijkontwikkelplannen probeert zij haar werknemers te sturen en te ontwikkelen. De bedrijfscultuur van Aalberts Industries is ondernemend. Dit komt tot uiting in de innovatiedrang van Aalberts Industries. Aalberts Industries heeft verschillende stakeholders. De aandeelhouders vinden het belangrijk dat de onderneming winstgevend blijft. Externe partijen hechten meer waarde aan eerlijkheid, transparantie, rechtmatigheid en het streven naar een betere wereld. 91 Bedrijfstak De bevindingen in de bedrijfstakanalyse zijn gebaseerd op de markt van Flow Control. Bij de analyse is gebruikgemaakt van het vijf krachtenmodel van Porter. Aalberts Industries is marktleider in de markt van Flow Control en heeft een sterke concurrentiepositie. De onderneming is sterk gericht op innovatie. Hierdoor kan zij gemakkelijk inspelen op vraag en aanbod van de markt. Dit maakt het voor de andere spelers in de markt moeilijk om te concurreren met Aalberts Industries, omdat zij achter de feiten aanlopen. Voor toetreders op de markt is het moeilijk om de positie van Aalberts Industries over te nemen, door het hoge vaste kosten niveau in de markt van Flow Control. Hetzelfde geldt voor de afnemers. Bovendien maakt Aalberts Industries het de concurrentie lastig door een deel van haar producten rechtstreeks te verkopen aan haar dochterondernemingen. Daarnaast kent de markt van Flow Control geen substitutiedreiging. Interne analyse van de onderneming Uit de fundamentele analyse is gebleken dat de kengetallen van de onderneming tussen 2002 en 2008 overwegend stabiel zijn gebleven. Het jaar 2009 was voor veel kengetallen een dieptepunt bij Aalberts Industries. Dit valt te verklaren door het dieptepunt in de economische crisis. Na dit jaar herpakte de onderneming zich en stegen de kengetallen weer naar hun oude niveau. De Altman’s Zscore geeft aan dat Aalberts Industries een financieel gezonde onderneming is. De Verenigde Staten is de business unit waar Aalberts Industries haar meeste omzet behaald. Dit is bovendien samen met Duitsland de star van de onderneming. Ook is dit gebleken uit de bedrijfstaklevenscyclus waarin deze business units zich in de groeifase bevinden. De business units Frankrijk en Benelux zijn de regio’s waar weinig groei mogelijk is. Dit zijn de cash cows van de onderneming. Beide bevinden zich nog in de verzadigingsfase, maar de top is bereikt. In de nabije toekomst zullen deze business units in de neergangsfase terechtkomen, als er niet in wordt geïnvesteerd. De koers van het aandeel Aalberts Industries is de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Het afgelopen jaar (2013) bevindt de koers zich in een opgaand trendkanaal. Dit geeft aan dat de koers een stabiel stijgende lijn heeft. In maart 2014 lag de koers van het aandeel Aalberts Industries rond de € 25.De RSI index van het aandeel schommelt het laatste jaar (2013) rond de 70. Dit geeft aan dat het aandeel buiten de stabiele zone dreigt te vallen. Als dit gebeurd hangt een koersdaling in de lucht en is het een goed moment om het aandeel te verkopen. 92 Risicoprofiel van de onderneming Aalberts Industries heeft een commercieel risico van 29%. Door gebruik te maken van valutainstrumenten en goederentermijncontracten af te sluiten met afnemers probeert zij dit risico te beperken. Het bedrijfsrisico is 32%. Om dit te verlagen zou Aalberts Industries een deel van haar vaste werknemers kunnen vervangen voor uitzendkrachten of met haar werknemers contracten voor een kortere termijn afsluiten. Aalberts Industries probeert haar leningen zo veel mogelijk af te sluiten tegen een variabele rente en hanteert een restrictief debiteurenbeleid. Hiermee probeert zij zoveel mogelijk het financieel risico te beperken. Momenteel bedraagt het financieel risico 34%. Het totaalrisico is in de afgelopen vijf jaar sterk verbeterd ten opzichte van de afgelopen tien jaar. Het rendement is toegenomen, terwijl het risico is verlaagd. Dit maakt het aandeel aantrekkelijker voor beleggers. Groeimanagement Om groei te realiseren maakt Aalberts Industries gebruik van veel verschillende groei routes. Aalberts Industries maakt veel gebruik van autonome groei en groei via acquisities. Het gebruik van groei vormen brengt verschillende kansen en bedreigingen met zich mee. Bij de toepassing van organische groei kan de onderneming zelf de beslissingen nemen en komen de opbrengsten volledig aan haar toe. De bedreiging hiervan is dat eventuele verliezen volledig voor rekening van Aalberts Industries zijn. Een bedreiging van groei door overnames is dat de kosten in eerste instantie hoog zijn. Forecasting Er is een forecast gemaakt voor Aalberts Industries over de jaren 2013 en 2014. Verwacht wordt dat de omzet in 2014 met 5,8% zal stijgen. In de Verenigde Staten, Duitsland en Oost-Europa wordt een sterke groei verwacht. In Oost-Europa valt dit te verklaren doordat Aalberts Industries in dit gebied veel investeert. De externe kosten dalen in percentage van de omzet in 2014 ten opzichte van eerdere jaren. Dit wordt veroorzaakt doordat Aalberts Industries probeert de trend van ‘meer doen met minder’ te volgen. De personeelskosten nemen toe. Dit komt doordat er minder werknemers zijn, maar de kosten per werknemer stijgen door toenemende lonen. Het balanstotaal neemt toe, doordat een stijging van de omloopsnelheid van het totaal vermogen wordt verwacht. Daarnaast wordt verwacht dat de solvabiliteit zal stijgen naar 55% in 2014. De winst van Aalberts Industries zal toenemen. Doordat het aantal uitstaande aandelen en de payout ratio ongeveer gelijk zullen blijven, ontstaat er een hoger dividend per aandeel. Dit is een positief signaal voor beleggers en maakt het aandeel Aalberts Industries aantrekkelijker. Dit zal ervoor zorgen dat de vraag naar het aandeel zal stijgen. Hierdoor zal de koers stijgen van € 20,20 in 2013 naar € 25,50 in 2014. 93 SWOT-analyse Uit de SWOT-analyse is gebleken dat de uitbreiding van het marktportfolio de grootste kans is voor Aalberts Industries. Door uitbreiding van haar portfolio kan Aalberts Industries beter voldoen aan de verschillende behoeften van haar afnemers. Dit leidt tot meer omzetspreiding. Een economische crisis is de grootste bedreiging voor de onderneming. De omzet van Aalberts Industries is afhankelijk van de conjunctuur. Op basis van de resultaten uit de confrontatiematrix is gekozen voor een aanvalsstrategie bij de uitbreiding van haar marktportfolio. Aalberts Industries beschikt over een sterke cashflow. Het doel van de onderneming zal zijn om deze in de toekomst te verdedigen. De succesvolle strategie van cross-selling zal Aalberts Industries willen versterken, omdat dit zal leiden tot een vergroting van haar marktaandeel. 8.2 Beleggingsadvies In deze paragraaf wordt een beleggingsadvies voor het aandeel Aalberts Industries geformuleerd. Dit wordt gedaan op basis van verschillende cijfers. Er wordt gebruik gemaakt van beleggingskengetallen, rendement/risico en de resultaten uit de technische analyse van hoofdstuk 3 paragraaf 4. In figuur 8.1 zijn diverse beleggingskengetallen voor Aalberts Industries opgenomen. Tabel 8.1: Beleggingskengetallen Kengetal 2010 2011 Koers einde boekjaar 15,77 12,98 Koers/winst verhouding 16,1 10,6 Winst/koers in % 6,2 9,4 Winst per aandeel in € 0,98 1,22 Dividendrendement in % 1,8 2,6 Pay-out ratio in % 28,6 27,9 (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) 2012 2013 2014 15,7 12,7 7,9 1,24 2,2 28,2 20,2 14 7,2 1,45 2,0 28,1 25,5 15,7 6,4 1,63 1,8 28,3 De koers/winst verhouding geeft weer hoeveel keer de winst per aandeel wordt betaald door de aandeelhouder. De belegger ziet het liefst een zo laag mogelijke koers/winst verhouding. Bij Aalberts Industries stijgt dit kengetal, dit is een negatieve ontwikkeling voor beleggers. De winst/koers in procenten geeft aan hoeveel de winst per aandeel in percentage van de koers bedraagt. Een belegger ziet het liefst een hoog percentage. In tabel 8.1 is te zien dat dit kengetal bij Aalberts Industries daalt in de laatste paar jaar. 94 De winst per aandeel vertoont bij Aalberts Industries een stijgende lijn. Dit is een goed teken voor beleggers, omdat hieruit blijkt dat de onderneming meer winst heeft te verdelen over haar aandeelhouders. Beleggers zien het liefst een zo hoog mogelijk dividendrendement. Dit wordt berekend door het dividend te delen door de koers. Bij Aalberts Industries daalt het dividendrendement de laatste jaren. Dit zal beleggers niet stimuleren om het aandeel op te nemen in hun portefeuille. De pay-out ratio wordt berekend door het dividend per aandeel te delen door de winst per aandeel. Bij Aalberts Industries laat de pay-out ratio een stabiel verloop zien. Dit is aantrekkelijk voor beleggers, omdat zij zekerheid hebben over de dividenduitkeringen. Figuur 8.1: Risico/ rendement Aalberts risico/rendement rendement (gem. w/k) 8,1 8,0 7,9 7,8 7,7 7,6 7,5 7,4 7,3 0,00 0,05 0,10 0,15 2010-2014 0,20 2005-2014 0,25 0,30 0,35 risico (vc[REV]) (Schilstra, Excel Analyse Model, 2010) In figuur 8.1 is de verhouding risico/rendement weergeven voor Aalberts Industries. Hieruit komt naar voren dat het risico over de afgelopen vijf jaar (2010-2014) verkleind is ten opzichte van de afgelopen tien jaar (2005-2014). Dit is een positief signaal voor beleggers die zekerheid willen in hun portefeuille. Echter is hiermee het rendement omlaag gegaan. Het rendement wordt weergeven met de gemiddelde winst/koers. Het rendement over de afgelopen tien jaar was ongeveer 8%. Gezien over de afgelopen vijf jaar daalt het rendement naar 7,4%. Voor beleggers die meer risico durven te nemen om zo een hoger rendement te realiseren, is het minder aantrekkelijk geworden om te beleggen in aandelen Aalberts Industries. Deze ontwikkelingen zullen nauwelijks invloed hebben op de koers. Enerzijds stijgt de vraag, omdat het risico wordt verkleind. Anderzijds daalt de vraag, omdat het rendement daalt. 95 Figuur 8.2: Trendkanaal en RSI (Trivano) Figuur 8.2 geeft de koers van het aandeel Aalberts Industries weer voor de periode mei 2011 t/m maart 2014. In de figuur is te zien dat het aandeel zich momenteel in een opgaand trendkanaal begeeft. Op korte termijn zal het aandeel doorgroeien in het trendkanaal. Dit betekend dat op korte termijn een blijvende stijging van de koers wordt verwacht. Onderin de figuur is de RSI index te zien. De zone 30-70 is de veilige zone. Vanaf januari 2013 schommelt het aandeel rond de 70, wat betekend dat de onzekerheid toeneemt. Als de RSI index boven de 70 uit gaat komen, geeft dit een signaal om het aandeel van de hand te doen. De lijn van het korte gemiddelde (10 dagen) bevindt zich boven de lijn van het lange gemiddelde (50 dagen). Dit geeft aan dat het aandeel zich in een golden cross bevindt. Een golden cross wordt gezien als positief en geeft een koopsignaal. Korte termijn advies: Het advies op de korte termijn is voor de komende 6 maanden en is gebaseerd op de resultaten uit de technische analyse. Op korte termijn wordt een HOLD advies gegeven. De koers van het aandeel kan doorgroeien in het huidige trendkanaal, maar kan gezien de RSI index ook lichtelijk dalen. Op dit moment instappen is onverstandig, omdat op korte termijn de stijging niet groot zal zijn. Lange termijn advies: Voor de komende twee jaar zal een lange termijn advies worden gegeven. De omzet en winst van Aalberts Industries zal in 2014 gaan stijgen. De verwachting is echter dat de koers van het aandeel niet verder meer zal stijgen, waardoor de beleggingskengetallen niet positiever zullen worden. Vandaar dat op lange termijn een SELL advies wordt afgegeven. De koers/winst verhouding stijgt de komende jaren. Dit is een negatieve ontwikkeling voor beleggers. Bovendien daalt het dividendrendement, waardoor beleggen in het aandeel Aalberts Industries minder aantrekkelijk wordt. Ook is uit de verhouding risico/rendement gebleken dat het rendement gaat dalen. Dit spreekt risicovolle beleggers niet aan, waardoor zij het aandeel zullen verkopen. 96 Bibliografie Aalberts Industries. (sd). aalberts.nl. Opgeroepen op februari 6, 2014, van http://www.aalberts.nl/nl Aalberts Industries. (sd). aalberts.nl/communicatie. Opgeroepen op februari 6, 2014, van http://www.aalberts.nl/nl/verantwoord_ondernemen/communicatie Aalberts Industries. (sd). aalberts.nl/organistatiestructuur. Opgeroepen op februari 6, 2014, van http://www.aalberts.nl/nl/about_us/organisatiestructuur Aalberts Industries N.V. (2013). Jaarverslag 2012. Langbroek: Lenoirschuring. Aalberts Industries N.V. (2014). Jaarverslag 2013. Langbroek: Lenoirschuring. Campbell. (sd). 12manage.com. Opgeroepen op februari 6, 2014, van http://12manage.com/methods_campbell_ashridge_mission_model_nl.html company.info. (sd). Opgeroepen op feburari 12, 2014, van https://company.info/ Danklof, L. (2007). Integrale bedrijfsanalyse Unilever. Haarlem: Hogeschool InHolland. Feld, R., de Graaf, J., & Stam, D. (2014, april 24). Excel analyse model Forecast. Alkmaar. KBC Securities NV. (2013). Aalberts Industries: Trying to gain volume while losing weight. Brussel: KBC Securities. Lewin, K. (sd). 12manage.com. Opgeroepen op februari 6, 2014, van http://12manage.com/methods_lewin_force_field_analysis_nl.html Marcus, J., & Van Dam, N. (2012). Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. McKinsey. (sd). 12manage.com. Opgeroepen op februari 6, 2014, van http://12manage.com/methods_7S_nl.html P. de Boer, M. B. (2011). Basisboek bedrijfseconomie. Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Schilstra, D. H. (2010). Excel Analyse Model. Noordhoff Uitgevers. Schilstra, D. H. (2010). Integrale bedrijfsanalyse. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Trivano. (sd). Opgeroepen op maart 13, 2014, van trivano.com: http://www.trivano.com/aandeel/aalberts.319.grafiek 97
© Copyright 2024 ExpyDoc