Verslag participatiedebat deel 3, het bestuurdersperspectief

Verslag participatiedebat deel 3, het bestuurdersperspectief – Paul Schreurs
Datum:
Plaats:
Gespreksleiding:
Gastsprekers:
Bezoekers:
Thema:
Donderdag 13 november 2014, 15:00 - 17:00 uur
De Gouden Zaal van DROOMvilla LUX, Oranjesingel 42, 6511 NW
Nijmegen
Cindy Cloin, journalist, gespreksleider en auteur
Wim Muilenburg, bestuurder Driestroom
Turgay Tankir, wethouder werk en inkomen gemeente Nijmegen
Hélène Oppatja, programmamanager Programmaraad
Barth van Eeten, oud-wethouder Lingewaard
Circa 65 personen, in aantallen gelijkelijk verdeeld over:
 Bestuurders
 Belangenbehartigers
 Professionals (die bij zorginstellingen werken)
 Ambtenaren, beleidsmedewerkers
 En enkele wethouders en raadsleden
Hoe gaat het lokale bestuur de Participatiewet oppakken? Zijn er
verschillen tussen gemeenten? Zijn gemeenten voldoende
voorbereid? Wat hebben ze nog nodig? In het derde deel van deze
serie van vier programma’s onderzoeken we hoe gemeenten
anticiperen op de Participatiewet. Verschillende bestuurders zullen
speciaal licht laten schijnen op de situatie in Nijmegen. Hoe gaat de
gemeente Nijmegen dit concreet invullen? Hebben zij de middelen
om iedereen uit de doelgroep te helpen? Hoeveel banen komen er in
Nijmegen bij?
INLEIDING
Na het openingswoord krijgt Turgay Tankir, wethouder werk en inkomen van de gemeente
Nijmegen, het woord.
Hij geeft uitleg over het regionaal werkbedrijf, plus werkgeversservicepunt, dat door de
regio Nijmegen – in totaal negen gemeentes - is opgericht. Dat is een samenwerkingsverband
tussen lokale overheid, bedrijfsleven en betrokken organisaties, die mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt aan een reguliere baan willen helpen. Op de achtergrond spelen
veranderingen in de Bijstandswet. Uitdaging was en is het om in dat speelveld met die vele
partijen - negen gemeenten, jongerenloket, Breed (sociale werkvoorziening), UWV,
zorgpartijen en re-integratiebureaus - helderheid te scheppen en ze bij elkaar te brengen.
Zodat alle doelgroepen (“met van 1 tot 100% arbeidsvermogen”) geholpen kunnen worden.
De wethouder constateert dan ook dat veel werkgevers vertwijfeld uitroepen:
“Al die partijen, met allemaal verschillende regelingen!”
Turgay Tankir: “Wat doen we?:
 Voor de bedrijfsregelgeving: één loket
 Ook voor de kandidaat-participanten: één instelling, het regionaal werkbedrijf
Wat biedt het servicepunt aan bedrijven?:
 Kosteloze dienstverlening op het gebied van personeelsvoorziening
 Advies bij werving en selectie
 Advies over subsidieregelingen
 Advies over hoe werk te creëren
 Bemiddelen, samen realiseren”
“We zijn er klaar voor! Niet 100%, maar we kunnen starten. Maar ik vind het ook spannend,
want het is op papier wel klaar, maar of de participatiewet een succes wordt, hangt van veel
partijen af.”
HET DEBAT
‘Je bent afhankelijk van het aantal vacatures, hoe zeker kun je daarvan zijn?’’
De taakstelling van de regio Nijmegen is 300 werkplekken te creëren – voor mensen met een
redelijke tot grote afstand tot de arbeidsmarkt - waarvan 250 in het bedrijfsleven en 50 bij de
overheid.
Turgay Tankir : “Keiharde afspraken zijn er niet. Maar er worden wel afspraken gemaakt en
we zijn bezig met een convenant. Bij sommige, maatschappelijke, ondernemingen gaat het
gemakkelijker. We beginnen met het laaghangende fruit. Er is nog veel communicatie nodig
op dat vlak; er zijn nog steeds ondernemers die weinig of niets van de participatiewet
weten.”
De kloof tussen vraag en aanbod
Ineke Cruysen, directeur DROOMvilla LUX: “Ik heb vacatures voor participanten en starters,
maar geen kandidaten. Hoe kan dat?“
Wim Muilenberg, bestuurder Driestroom: “Goede mensen op goede werkplekken krijgen zal
altijd een ingewikkeld traject blijven.”
Turgay Tankir: “Dat heeft niks met de participatiewet te maken. Dat is altijd al zo. Je moet
kijken naar de redenen waarom het niet lukt.”
“Het is moeilijk om het totale bestand (van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt)
in beeld te krijgen. Bovendien is dat bestand dynamisch. Eigenlijk leer je de mensen pas
kennen op de werkvloer.”
Wim Muilenberg: “We hebben 150 vacatures voor participanten, maar krijgen ze met geen
mogelijkheid gevuld! De sociale diensten kennen de mensen niet goed genoeg. Sommige
gemeenten zijn nog weinig actief op het gebeid van de participatiewet. Het probleem zijn de
logge uitvoeringsorganen.”
Barth van Eeten, oud-wethouder Lingewaard, noemt een positief voorbeeld van
inventarisatie van een bestand van 450 werklozen in een kleine gemeente. Onder het motto:
‘Voor wat, hoort wat, we willen je best een uitkering geven, maar dan moet je wel wat
terugdoen voor de gemeenschap’, werd de mensen gevraagd wat ze zoal wilden en deden.
Dat leidde tot het volgende:
 Meer dan 200 mensen bleken allerlei vrijwilligerswerk en ander sociale activiteiten te
verrichten, waarvan we zeiden: “Top! Als ze dat niet zouden doen, hebben we een
probleem”
 70-80 mensen bleken een dermate grote fysieke of psychische conditie te hebben,
dat ze op dit moment niet tot de arbeidsmarkt zouden kunnen toetreden
 68 mensen wilden wel, maar wisten niet hoe
“Het werklozenbestand ging met 60 mensen omlaag. En we hadden tevreden werkgevers.”
Het blijkt ook nog een kunst om de werkplek op de juiste manier in te richten. En om voor
een stimulerende werkomgeving te zorgen, waarbij er begrip is voor het ‘rugzakje’ va de
participanten. “Het is duwen en trekken tot we de goede kant opgaan.”
“De samenleving is nog niet klaar voor de ‘inclusieve samenleving”
Wim Muilenberg betoont zich ondanks zijn positieve instelling vrij somber over de
participatiesamenleving: “Zijn we er wel klaar voor? Uit een eigen onderzoek blijkt dat ⅓ van
de Nijmeegse bevolking niet graag naar een gelegenheid als DROOMvilla LUX komt, omdat ze
bang zijn door mensen met een handicap geholpen te worden.”
Geconstateerd wordt dat er een cultuurverschil is tussen de – ambtelijke afdeling van – de
overheid en de ondernemers. En tussen ondernemers en participanten.
“Er is een cultuuromslag nodig. Er is een cultuurverschil tussen ‘de kwetsbare participant en
de forse voorman’. Mensen die participanten gaan begeleiden in bedrijven, zijn zich
onvoldoende bewust dat ze een rugzakje hebben. Je hoort ze vaak zeggen: “Ze moeten maar
eens aan de slag! Dat getuigt niet van inzicht en begrip. De participanten hebben recht op
een plek waar ze gestimuleerd, gemotiveerd en ondersteund worden.”
Turgay Tankir: “Als we moeten wachten tot de maatschappij er klaar voor is… Dat is niet de
oplossing. Er is wel een cultuurverschil, maar we hebben ook een gezamenlijke opdracht”
Barth van Eeten: “Dit soort processen gaat altijd met hangen en wurgen.”
De oplossing ligt volgens de sprekers en de bezoekers van het debat in ‘smeerolie’:
 Subsidies en andere stimulerende regelingen van de overheid
 Kwartiermakers: mensen die bemiddelen tussen bedrijven en de (leveranciers van)
participanten. Mensen die ‘over en weer praten, die “warme contacten
onderhouden met de diverse partijen”
 Ambassadeurs
Ook wordt er gesproken over de noodzaak van een ’ethisch bewustzijn’, in tegenstelling tot
de geest van de ‘ratrace’. Daarbij wordt verwezen naar een uitspraak van Mies Bouwman die
de sfeer van pakweg veertig jaar geleden weergeeft: ”Iedereen die niet voor honderd
procent meedoet, moet er maar uit.” [Dit is uiteraard een gechargeerde interpretatie van de uitspreek
van Mies Bouwman -PS]
Het initiatief moet van de overheid komen
Wim Muilenberg: ”Ik mis durf in het beleid. Alle discussies over de participatiewet vinden
plaats op het stadhuis. Er mag ook best een beroep gedaan worden op privé-initiatief.
Tegelijkertijd heeft de lokale overheid keihard gewerkt”
Turgay Tankir: We hebben in deze regio voor de moeilijkste weg gekozen: met negen zo
diverse gemeenten één regionaal werkbedrijf opzetten. Het kost veel tijd om de
infrastructuur voor de komende jaren goed neer te zetten. Van daaruit kunnen we samen
met het bedrijfsleven mooie initiatieven ontwikkelen. Dat lukt zeker met bedrijven als
Driestroom; ik wilde dat ze allemaal zo waren… Met het harde bedrijfsleven is dat een stuk
moeilijker.” En: “We willen dicht bij de mensen blijven en dat botst soms met de grote schaal
waarop we bezig zijn.”
Barth van Eeten: “De overheid moet de lead nemen. Ondernemers kunnen dat niet, die zijn
alleen geïnteresseerd in meer winst. Je kunt bij de bedrijven niet met een standaardaanpak
aankomen. De overheid moet faciliterend zijn. De ondernemer vraagt aan de overheid
eigenlijk:
 Geef ons een compliment, zet ons in de schijnwerper met onze goede projecten
 Verlos ons van de bureaucratie
 Geef ons opdrachten
Turgay Tankir: Zoals gezegd, zijn we bezig met een convenant. We moeten het samen doen.
We kunnen de bedrijven zaken aanbieden als loonkostensubsidies en andere regelingen; we
hebben budgeten die we als smeerolie kunnen gebruiken.’
Positieve noten
Hélène Oppatja, programmamanager Programmaraad, stelt: “De regio Nijmegen heeft een
groot voordeel, er is al een goede samenwerking tussen de lokale overheid, UWV en Breed.”
Wim Muilenberg: “Er is hier veel samenwerking tussen de instellingen. Driestroom heeft nu
zo’n 70-80 participanten. De ambitie is om 300-400 werkplekken te creëren”.
DROOMvilla LUX heeft al twee participanten laten uitstromen naar een reguliere baan.
Turgay Tankir: “Ik sprak laatst een werkgever met zeven Wahjong-ers, die hij nu allemaal
regulier in dienst heeft en die erg trots op ze is.”
De wethouder vertelt ook een verhaal over de Turkse ondernemer die allochtone jongeren
bij bedrijven binnenloodst en die inmiddels het vertrouwen van veel ondernemers gewonnen
heeft.
“Een ander voorbeeld is bedrijventerrein Bijsterhuizen. Het lukte eerst niet om kandidaten
voor vacatures aan te leveren. Nu hebben we de vacatures vaak binnen één dag gevuld!”
Jan Boers: “Ik ben participant hier bij DROOMvilla LUX en ik ben zó blij dat ik op mijn leeftijd
– ik ben 62 jaar – nog elke dag mag leren. Ik wens veel iedereen toe dat ze hun dromen
kunnen waarmaken!”
Het debat wordt afgesloten met de vooraankondiging van het laatste debat op 4 december,
waar alles nog een keer “samengepakt’ gaat worden, en waar landelijke sprekers zullen
worden uitgenodigd.
Als toetje, enkele opvallende quotes eruit gepikt:
“Al die partijen, al die verschillende regelingen.” Verzuchting van menig werkgever
“We zijn er klaar voor! Niet 100%, maar we kunnen starten.” Wethouder Turgay Tankir
“Kosteloos? Dat is een relatief begrip. Het betekent meestal dat ’t door iemand anders
betaald wordt“ Wethouder Turgay Tankir, in een antwoord op de vraag of het regionaal werkbedrijf werkelijk
kosteloze dienstverlening biedt
‘Veel bedrijven weten nog niets van de participatiewet.”
“Sociale diensten kennen de mensen niet goed genoeg.”
“Er is een cultuurverschil, maar we hebben wél een gezamenlijke opdracht.”
“Dit soort processen gaat altijd met hangen en wurgen.”
“Onze maatschappij is helemaal niet klaar voor de participatiesamenleving.” Wim Muilenberg
“Ik moet helaas naar een bijeenkomst met ondernemers.” Wethouder Turgay Tankir, die zich
excuseert dat hij vóór het einde van het debat weg moet
“Ik ben participant hier bij DROOMvilla LUX en ik ben zó blij dat ik op mijn leeftijd – ik ben 62
jaar – nog elke dag mag leren. Ik wens iedereen toe dat ze hun dromen kunnen waarmaken!”
Participant Jan Boers